Organisatie | Laarbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Laarbeek 2024 |
Citeertitel | Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Laarbeek 2024 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-04-2024 | nieuwe regeling | 04-04-2024 |
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Artikel 2 Aanwijzing hond als hinderlijke hond
De burgemeester wijst een hond aan als hinderlijk wanneer deze hond een persoon of een ander dier bijt, maar hierdoor geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen, hiermee wordt een licht bijtincident bedoeld.
Artikel 4 Aanwijzing hond als gevaarlijke hond
De burgemeester wijst een hond als gevaarlijk aan, in de zin van artikel 2:59 van de APV, wanneer de hond een persoon of een ander dier bijt en daarbij sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. Afhankelijk van de ernst van het incident kan de burgemeester overgaan tot inbeslagname van de hond, of tot het opleggen van een muilkorf- en of aanlijngebod.
De burgemeester acht een hond gevaarlijk als op grond van een rapportage van de politie blijkt dat deze hond binnen drie jaar een tweede bijtincident (recidive) heeft veroorzaakt. Als aantoonbaar sprake is van recidive zal een muilkorf- en of aanlijngebod worden opgelegd, ongeacht de ernst van de incidenten.
Artikel 5 Handhaving gevaarlijke hond/ernstige bijtincidenten
Indien op grond van tabel II een aanlijn- en muilkorfgebod dient te worden opgelegd en de burgemeester van oordeel is dat het opleggen van dit gebod niet toereikend is en door de aanwezigheid van de hond sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan de burgemeester gebruikmaken van zijn lichte bevelsbevoegdheid op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet en de hond tijdelijk in beslag nemen.
Tabel II – Ernstige bijtincidenten
Artikel 7 Uitzonderingen/Afstand doen of inbeslagname
Indien de eigenaar van een hond of houder van de hond, welke op grond van artikel 5 van deze beleidsregel door de burgemeester als gevaarlijk aangemerkt is, in strijd met het aanlijn en/of muilkorfgebod handelt en vervolgens de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt waarbij sprake is van (ernstig) letsel of (ernstige) gevolgen, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn/haar hond.
Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond kan de burgemeester opdracht geven om de in beslag genomen hond te onderwerpen aan een uitgebreide gedragstest die zal worden uitgevoerd door een gedragskliniek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Wanneer uit het uitgevoerde risico-assessment blijkt dat de hond niet kan worden terug geplaatst, resocialiseerbaar, elders herplaatsbaar, of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, zal de burgemeester besluiten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daartoe bevoegde dierenarts.
Artikel 8 Duur opgelegde sanctie
Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde sanctie worden opgeheven. Dit kan wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest en/of een risico-assessment als bedoeld in artikel 6 aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.
Artikel 12 Afwijken van beleidsregel
Op grond van artikel 4:84 Awb zal ik overeenkomstig deze beleidsregels handelen. Indien handelen overeenkomstig deze beleidsregels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen, kan ik afwijken van deze beleidsregels en besluiten om geen dan wel een andere sanctie op te leggen.