Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Maatschappelijke Voorzieningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Maatschappelijke Voorzieningen
CiteertitelAlgemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Maatschappelijke Voorzieningen
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpmandaten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemeen mandaatbesluit Amsterdam

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-04-2024nieuwe regeling

27-03-2024

gmb-2024-160172

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Maatschappelijke Voorzieningen

De directeur Maatschappelijke Voorzieningen,

 

gelet op artikel 5 en artikel 6, eerste lid, en artikel 8, tweede lid, van het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam,

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Maatschappelijke Voorzieningen

Artikel 1 Definitiebepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Afdelingsmanager / afdelingshoofd: afdelingsmanager werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van de directie;

  • b.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening 2008;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente;

  • e.

    cluster: een groep directies waarvan de directeuren worden aangestuurd door een stedelijk directeur;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • g.

    directeur: de directeur Maatschappelijke Voorzieningen];

  • h.

    directie: de directie Maatschappelijke Voorzieningen];

  • i.

    gemeente: de gemeente Amsterdam;

  • j.

    machtiging: de bevoegdheid om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • k.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, als bedoeld in artikel 10:1 van de Awb;

  • l.

    stedelijk directeur: de directeur van een cluster;

  • m.

    teammanagers: teammanagers werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van de directie;

  • n.

    volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • o.

    Woo: Wet open overheid.

Artikel 2 Mandaatverlening voor bevoegdheden uit het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam

  • 1.

    Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging worden verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden van de directeur in het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam aan functionarissen, zoals weergegeven in het mandatenregister in de bijlage bij dit besluit.

  • 2.

    Gemandateerden, gevolmachtigden en gemachtigden oefenen de bevoegdheden uit onder voorwaarde van de in de bijlage genoemde bepalingen en beperkingen.

  • 3.

    Aan de teammanagers van de directie worden mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het uitoefenen van bevoegdheden zoals genoemd in bijlage 5 bij het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam.

Artikel 3 Vervangingsregeling

  • 1.

    De directeur Sport en Bos, het afdelingshoofd Stad en Gebied, het afdelingshoofd Opdrachten en Realisatie, het afdelingshoofd Opdrachten en Realisatie en het afdelingshoofd Onderwijshuisvesting worden aangewezen om de directeur te vervangen in de uitoefening van de aan deze gemandateerde bevoegdheden indien deze meer dan 5 werkdagen afwezig is of indien deze afwezig is en er sprake is van onverwijlde spoed.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de directeur in een van de situaties zoals omschreven in het eerste lid, wordt deze vervangen door de directeur Sport en Bos.

  • 3.

    Bij afwezigheid van de directeur in een van de situaties zoals omschreven in het eerste lid, en bij afwezigheid van de directeur Sport en Bos, wordt de directeur vervangen door het afdelingshoofd Stad en Gebied.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de directeur in een van de situaties zoals omschreven in het eerste lid, en bij afwezigheid van de directeur Sport en Bos, en het afdelingshoofd Stad en Gebied wordt de directeur vervangen door het afdelingshoofd Opdrachten en Realisatie.

  • 5.

    Bij afwezigheid van de directeur in een van de situaties zoals omschreven in het eerste lid, en bij afwezigheid van de directeur Sport en Bos, het afdelingshoofd Stad en Gebied en het afdelingshoofd Opdrachten en Realisatie wordt de directeur vervangen door het afdelingshoofd Onderwijshuisvesting..

Artikel 4 Wijze van ondertekening

  • 1.

    Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging op grond van dit besluit, behelst ook de ondertekening van stukken.

  • 2.

    In geval van het uitoefenen van een gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde bevoegdheid worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

  • Namens de burgemeester van Amsterdam / het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

     

  • [handtekening]

  • [voor- en achternaam gemandateerde], [functieaanduiding]

  • 3.

    Een besluit dat niet in mandaat, volmacht of machtiging wordt genomen, maar wel wordt ondertekend in mandaat, volmacht of machtiging wordt als volgt ondertekend:

  • De burgemeester van Amsterdam / het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

     

  • ondertekend namens deze / dezen,

     

  • [handtekening]

     

  • [voor- en achternaam gemandateerde]

  • [functieaanduiding]

  • 4.

    In het geval er wordt ondertekend door een vervanger als bedoeld in artikel 4 dan wordt bij de ondertekeningsinstructie in het tweede en derde lid de voor- en achternaam van de gemandateerde en de functieaanduiding vervangen door:

  • [functieaanduiding gemandateerde (lid 2) / tekenbevoegde (lid 3)]

     

  • bij afwezigheid,

     

  • [handtekening]

     

  • [voor- en achternaam plaatsvervanger]

  • [functieaanduiding]

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Maatschappelijke Voorzieningen

Aldus vastgesteld op 27 maart 2024

De directeur Maatschappelijke Voorzieningen

Dickie Gunning-Willemse

Bijlage  

 

Mandaten voor bevoegdheden uit het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam

Algemene bepalingen en beperkingen

Ten aanzien van de mandaten voor bevoegdheden uit het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam gelden de volgende algemene bepalingen en beperkingen:

 

Subsidieverstrekking

Onder het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie wordt zowel het verlenen als het vaststellen van subsidie verstaan alsmede het weigeren, wijzigen of intrekken, het opleggen van verplichtingen en voorts de uitvoering van al die bepalingen in genoemde regelingen die zien op de verstrekking van subsidies:

 

Ondermandatenregister

 

Nr.

Betreffend onderdeel van het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag genoemd in het Algemeen mandaat-besluit Amsterdam

Bevoegd bestuurs-orgaan

Bijzonderheden en beperkingen op basis van het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam

Ondermandaat/

ondervolmacht/ ondermachtiging

verleend aan

1.

Artikel 5 tweede lid in samenhang met bijlage 4 hoofdstuk 5 onder nr. 4 en in samenhang met bijlage 2 hoofdstuk 5 paragraaf 4 artikel 1

Het nemen van besluiten op grond van de Subsidieregeling Amsterdamse Impuls Schoolpleinen

College

-

Afdelingshoofd Onderwijshuisvesting

2.

Artikel 5 tweede lid in samenhang met bijlage 4 hoofdstuk 5 onder nr. 4 en in samenhang met bijlage 2 hoofdstuk 5 paragraaf 4 artikel 2

Het nemen van besluiten op grond va de verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020 met uitzondering van artikel 2.5 eerste lid aangaande de vaststelling van het Onderwijshuisvestingsprogramma

College

-

Afdelingshoofd Onderwijshuisvesting

3

Artikel 5 tweede lid in samenhang met bijlage 4 hoofdstuk 5 onder nr. 4 en in samenhang met bijlage 2 hoofdstuk 5 paragraaf 4 artikel 3

Het buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen met de mogelijkheid (onder)gevolmachtigden aan te wijzen en met recht van substitutie ten behoeve van notarissen en medewerkers van het kantoor van de behandelend notaris in de zin van artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet.

College

Afdelingshoofd Onderwijshuisvesting

 

Toelichting

 

Algemeen deel

Het ondermandaatbesluit heeft tot doel om de ambtelijke organisatie van de directie goed te laten functioneren en om te voorkomen dat de directeur alle door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester gemandateerde, bevoegdheden, en de bevoegdheden waarvoor deze is gevolmachtigd of gemachtigd, in eigen persoon dient uit te oefenen.

 

Op het ondermandaatbesluit zijn de algemene regels ten aanzien van mandaat in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing: de directeur is bevoegd om per geval of in het algemeen instructies te geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, de gemandateerde functionarissen geven op verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, de directeur blijft bevoegd om de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen en deze kan een mandaat altijd intrekken.

 

In het ondermandaatbesluit is niet bepaald dat de gemandateerden weer op hun beurt ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging kunnen verlenen aan andere functionarissen voor het uitoefenen van een bevoegdheid. Het verlenen van verder ondermandaat door gemandateerden is dus niet toegestaan. Enkel de directeur kan ondermandaat verlenen door die functionarissen op te nemen in dit ondermandaatbesluit.

 

Artikelsgewijs deel

Artikel 4:

De vervanging van de directeur eindigt op het moment dat die weer (volgens diens normale arbeidsuren) aanwezig is. De vervanging zoals omschreven in de situatie in het derde of vierde lid eindigt in het geval de vervanger bedoeld in het tweede, dan wel die bedoeld in het derde lid, weer aanwezig is.

 

Zoals bepaald in het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam wijzen afdelingshoofden en teammanagers in het geval van afwezigheid een ander afdelingshoofd respectievelijk een andere teammanager binnen de directie aan als plaatsvervanger en stellen de directie Personeel en Organisatie daarvan in kennis.

 

Bijlage :

Ten aanzien van subsidievertrekking zijn in het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam de volgende bevoegdheden niet gemandateerd (of gedelegeerd) aan de directeur, waardoor zij door middel van de algemene bepalingen en beperkingen ook niet door de directeur aan diens ondergeschikten zijn toebedeeld:

  • a)

    de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels;

  • b)

    het vaststellen van subsidieplafonds;

  • c)

    het vaststellen van formulieren voor het indienen van een aanvraag om subsidie;

  • d)

    de handelingen die, voor wat betreft de afhandeling van subsidieaanvragen, behoren tot het werkterrein van de directie Subsidie, Inkoop en Juridisch Bureau Sociaal.