Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Algemene regels vergunningvrij plaatsen van objecten op de weg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene regels vergunningvrij plaatsen van objecten op de weg
CiteertitelAlgemene regels vergunningvrij plaatsen objecten op de weg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene regels voor vergunningvrij tijdelijk plaatsen van containers en steigers buiten het centrum op, aan of boven de weg, vastgesteld op 3 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020, Algemene regels voor het plaatsen van een foodtruck tijdens een privéfeest buiten het centrum, vastgesteld op 3 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020, Algemene regels voor vergunningvrij tijdelijk plaatsen van bewegwijzering bij wandel- en toertochten en oriëntatieroutes op, aan of boven de weg, vastgesteld op 3 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020, Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, vastgesteld op 3 oktober 2012 en zoals laatst gewijzigd op 23 november 2021 en de Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen, vastgesteld op 10 november 2015 en in werking getreden op 1 januari 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening fysieke leefomgeving Maastricht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-2024nieuwe regeling

26-03-2024

gmb-2024-158756

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene regels vergunningvrij plaatsen van objecten op de weg

Burgemeester en wethouders van Maastricht,

 

overwegende dat met ingang van 1 januari 2024 de Verordening fysieke leefomgeving Maastricht in werking is getreden waarin een aantal bepalingen is opgenomen dat tot 1 januari 2024 in de Algemene plaatselijke verordening Maastricht 2006 (APV 2006) was vermeld;

 

dat tot 1 januari 2024 de grondslag voor de hierna genoemde algemene regels de APV 2006 was;

 

dat de APV 2006 met ingang van 1 januari 2024 is ingetrokken;

 

dat deze algemene regels op de Verordening fysieke leefomgeving Maastricht dienen te worden gebaseerd;

 

gelet op artikel 2.1, tweede lid, aanhef en onder f, van de Verordening fysieke leefomgeving Maastricht, waarin is bepaald dat het verbod om zonder vergunning de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, niet geldt voor door ons aangewezen gevallen, mits de daarbij gestelde algemene regels worden nageleefd;

 

besluiten de volgende algemene regels vast te stellen:

 

Algemene regels vergunningvrij plaatsen van objecten op de weg

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

Met toepassing van artikel 2, tweede lid, aanhef en onder f, van de Verordening fysieke leefomgeving Maastricht Maastricht, worden de volgende gevallen aangewezen waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving Maastricht Maastricht, is vereist, mits deze algemene regels worden nageleefd:

  • a.

    het plaatsen van containers buiten het centrum van Maastricht;

  • b.

    het plaatsen van steigers buiten het centrum van Maastricht;

  • c.

    het plaatsen van foodtrucks buiten het centrum van Maastricht;

  • d.

    het plaatsen van bewegwijzering voor wandel- en toertochten en oriëntatieroutes;

  • e.

    het plaatsen van kerstversiering en kerstbomen;

  • f.

    het plaatsen van uitstallingen.

Artikel 2  

Met betrekking tot het plaatsen van containers, steigers, foodtrucks en kerstversiering en kerstbomen, wordt met het centrum van Maastricht bedoeld het gebied dat wordt begrensd door de Noorderbrug, Frontensingel, Statensingel, Koningin Emmaplein, Hertogsingel, Tongerseplein, Prins Bisschopsingel, John F. Kennedybrug, John F. Kennedysingel, Europaplein, Nassaulaan, Oranjeplein, Koningsplein, President Rooseveltlaan en Viaductweg.

Hoofdstuk 2 Containers

Artikel 3  

In dit hoofdstuk wordt onder container verstaan: een container bedoeld voor afval of het opslaan van materiaal.

Artikel 4  

Het is verboden een container buiten het centrum van Maastricht te plaatsen zonder dat dit minimaal 6 werkdagen voor plaatsing is gemeld.

Artikel 5  

  • 1.

    De container wordt maximaal 60 dagen geplaatst, het laden en lossen van de container daarbij inbegrepen.

  • 2.

    De container wordt geplaatst in een parkeervak of op de rijbaan en minimaal 0,75 m van brandkranen, kolken of putten.

  • 3.

    De container wordt zo geplaatst dat een vrije doorgang op de openbare weg van minimaal 3,50 m voor weggebruikers en een vrije doorgang van minimaal 1,50 m voor voetgangers is gewaarborgd.

  • 4.

    De ondergrond waarop de container is geplaatst wordt met underlaymentplaten of ander geschikt materiaal beschermd.

  • 5.

    De container wordt zo geplaatst dat verkeersborden altijd goed zichtbaar blijven en de werking van gemeentelijke camera’s niet wordt belemmerd.

  • 6.

    Met het oog op de verkeersveiligheid is de container voorzien van rood-witte reflecterende markeringen.

Artikel 6  

  • 1.

    Het gebruik van de container veroorzaakt geen schade of overlast. De container wordt zoveel mogelijk afgesloten of afgedekt als er geen gebruik van wordt gemaakt.

  • 2.

    Zo nodig wordt de openbare weg in de oorspronkelijke staat gebracht na beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3.

    De omwonenden worden tijdig geïnformeerd over de plaatsing van de container.

Hoofdstuk 3 steigers

Artikel 7  

In dit hoofdstuk wordt onder steiger verstaan: een rolsteiger of een bouwsteiger.

Artikel 8  

Het is verboden een steiger buiten het centrum van Maastricht te plaatsen zonder dat dit minimaal 6 werkdagen voor plaatsing is gemeld.

Artikel 9  

  • 1.

    De steiger wordt maximaal 60 dagen geplaatst en alleen voor de gevel van het pand waar de werkzaamheden plaatsvinden.

  • 2.

    Tijdens het op- en afbouwen van de steiger ontstaat geen gevaar of hinder voor weggebruikers.

  • 3.

    Een ongehinderde voetgangersdoorgang van minimaal 1,50 m wordt gewaarborgd. Indien die niet kan worden gewaarborgd, wordt de steiger voorzien van een voetgangersonderdoorgang zonder obstakels of van aan weerszijden van de steiger op te hangen bordjes met de tekst “voetgangers oversteken.”

  • 4.

    De steiger wordt zo geplaatst dat er altijd een vrije doorgang van minimaal 3.50 m voor overige weggebruikers is gewaarborgd. Indien dat niet het geval is, dient een aanvraag te worden ingediend voor het afsluiten van de openbare weg.

  • 5.

    De voetplaten worden zodanig op de ondergrond geplaatst dat er geen schade ontstaat aan de bestrating. De steiger is met veiligheidsnetten afgedekt.

  • 6.

    Bij gevelreiniging wordt de steiger afgedekt zodat geen stofoverlast ontstaat.

  • 7.

    De steiger wordt niet aan een lichtmast bevestigd en wordt beveiligd tegen onbevoegd inklimmen.

  • 8.

    De steiger wordt zo geplaatst dat verkeersborden altijd goed zichtbaar blijven en de werking van gemeentelijke camera’s niet wordt belemmerd.

  • 9.

    Met het oog op de verkeersveiligheid is de steiger voorzien van rood-witte reflecterende markeringen. Bij het plaatsen van de steiger op de trottoirband worden op de rijbaan rood-witte bakens geplaatst.

Artikel 10  

  • 1.

    Het gebruik van de steiger veroorzaakt geen schade of overlast.

  • 2.

    Zo nodig wordt de openbare weg in de oorspronkelijke staat gebracht na beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3.

    De omwonenden worden tijdig geïnformeerd over de plaatsing van de steiger.

Hoofdstuk 4 Foodtrucks

Artikel 11  

  • 1.

    Het is toegestaan een foodtruck één keer per jaar voor een aaneengesloten periode van maximaal 4 uur tussen 7.00 en 22.00 uur op de openbare weg buiten het centrum van Maastricht te plaatsen.

  • 2.

    De foodtruck levert geen gevaar of hinder voor het verkeer of de omgeving op. De foodtruck wordt zo geplaatst dat een vrije doorgang van minimaal 3,50 meter gewaarborgd is voor weggebruikers.

  • 3.

    Kabels over de openbare weg worden afgedekt om gevaar van struikelen te voorkomen.

  • 4.

    Voor de foodtruck is een geldig keuringscertificaat brandveiligheid vereist.

  • 5.

    Indien de foodtruck een gasgestookte installatie heeft, wordt deze opgesteld op een afstand van minimaal 5 meter vanaf elke bebouwing, tenzij de gevel van de bebouwing geen ramen of andere openingen heeft en uit onbrandbaar materiaal bestaat.

  • 6.

    De foodtruck is alleen bestemd voor de bezoekers van het privéfeest. Het is niet toegestaan dat verkoop plaatsvindt aan ander publiek.

Artikel 12  

  • 1.

    Het gebruik van de foodtruck veroorzaakt geen schade of overlast.

  • 2.

    De omgeving van de foodtruck wordt vrijgehouden van papier en afval.

  • 3.

    Behalve prullenbakken mogen geen andere voorwerpen bij de foodtruck in de openbare ruimte geplaatst worden.

  • 4.

    De omwonenden worden tijdig geïnformeerd over de plaatsing van de foodtruck.

Hoofdstuk 5 Bewegwijzering voor wandel- en toertochten en oriëntatieroutes

Artikel 13  

  • 1.

    Het is toegestaan maximaal 15 bewegwijzeringsborden vanaf twee dagen vóór aanvang en tot twee dagen na afloop van de wandel- en toertocht of oriëntatieroute te plaatsen, met een maximale termijn van 7 dagen.

  • 2.

    De bewegwijzeringsborden zijn maximaal 20 bij 30 cm en worden niet bevestigd aan bomen en openbaar groen, ANWB-masten, verkeersborden en verkeerslichten.

  • 3.

    De bewegwijzeringsborden worden zo bevestigd dat ze geen gevaar, hinder of schade kunnen veroorzaken. Het gebruik van tape is niet toegestaan.

  • 4.

    Indien bewegwijzeringsborden aan paaltjes worden bevestigd, worden die in de volle grond geplaatst. De paaltjes worden na afloop verwijderd en de volle grond wordt hersteld.

  • 5.

    De bewegwijzeringsborden bevatten geen uitingen van reclame of sponsoring.

Hoofdstuk 6 Kerstversiering en kerstbomen

Artikel 14  

In dit hoofdstuk wordt onder kerstversiering ook kerstverlichting verstaan.

Artikel 15  

  • 1.

    De kerstversiering dient deugdelijk te worden bevestigd. Het dient hiertoe te bestaan uit lichte onderdelen waarbij de bevestigingsmiddelen niet groter mogen zijn dan 8 mm.

  • 2.

    Het inboren van het bevestigingsoog dient vakkundig en zorgvuldig te gebeuren. Boren in natuursteen en mergel is niet toegestaan.

  • 3.

    Het aantal bevestigingsmiddelen dient tot het minimaal vereiste te worden beperkt.

  • 4.

    De kerstversiering is van brandvertragend materiaal gemaakt.

  • 5.

    De kerstversiering of lichtweerkaatsing als gevolg van de aanwezigheid van de verlichting, belemmert de werking van gemeentelijke camera’s niet.

  • 6.

    De elektrische bedrading is strakgetrokken en uit het zicht op de gevel aangebracht met onopvallende bevestigingsmiddelen. Er worden geen vaste leidingen, contactdozen en lasdozen op de gevel aangebracht.

  • 7.

    De kerstversiering verhult de gevel niet en is niet overdadig.

     

Toelichting: De architectuur van het gebouw en de gevelstructuur moet herkenbaar blijven.

 

Toelichting: Teveel en te uitbundig is niet goed. De verlichting werkt dan verstikkend en haalt de aandacht weg van de architectuur in plaats van deze te versterken.

8. De kleur van de kerstverlichting is wit, warmwit of warmblauw.

 

Toelichting: De sterkte en de kleur van het licht mag niet overheersend zijn. In dat geval gaat de kerstverlichting detoneren in het totaal van de gevelwand. Het is belangrijk dat de feestverlichting op het pand één geheel gaat vormen met de totale straatgevel.

 

9. De omvang van de kerstverlichting staat in verhouding tot de gevel.

 

Toelichting: Indien de versiering qua maat wordt aangepast aan de maten en verhoudingen van de gevel ontstaat een samenhangend beeld.

10. Knipperende kerstverlichting is niet toegestaan.

 

Toelichting: indien verlichting knipperend wordt uitgevoerd, ontstaat een onrustig beeld dat daardoor teveel opvalt.

 

11. De voorschriften in de leden 7 tot en met 10 gelden alleen in het centrum van Maastricht, zoals genoemd in artikel 2.

 

12. De kerstversiering wordt niet vóór de laatste week van november aangebracht en in werking gesteld en wordt uiterlijk in de tweede week van het nieuwe jaar volledig verwijderd.

 

13. Voor de kerstverlichting wordt gebruik gemaakt van LED-verlichting.

Artikel 16  

  • 1.

    Kerstbomen worden uitsluitend geplaatst buiten het centrum van Maastricht in de periode van 7 december tot en met 7 januari.

  • 2.

    Kerstbomen zijn maximaal 2,5 m hoog en worden niet in de grond verankerd. Ze worden op een deugdelijke en veilige manier geplaatst.

  • 3.

    Bij bevestiging rondom lichtmasten wordt geen snijdend materiaal of spijkers gebruikt.

  • 4.

    Er worden geen kerstbomen geplaatst voor of bij in- en uitgangen of nooduitgangen en op of nabij brandputten of kolken.

  • 5.

    Kerstbomen worden zo geplaatst dat een vrije doorgang op de openbare weg van minimaal 3,50 m voor weggebruikers en een vrije doorgang van minimaal 1,50 m voor voetgangers is gewaarborgd.

  • 6.

    Er is geen brandbaar materiaal in de directe omgeving van kerstbomen aanwezig.

  • 7.

    Het eventueel op de openbare weg aanwezige afval als gevolg van de plaatsing van de kerstbomen, wordt opgeruimd.

Hoofdstuk 7 Uitstallingen

Artikel 17  

In dit hoofdstuk wordt onder een uitstalling verstaan: een verplaatsbaar en niet permanent verankerd object op, aan of boven de weg, geplaatst vóór of in de onmiddellijke nabijheid van een pand, dat tot doel heeft om de aandacht te vestigen op de ter plaatse gevestigde onderneming of gericht is op het maken van reclame voor deze onderneming of dat wordt geplaatst ter verfraaiing van het pand, en waarbij geen sprake is van een standplaats of een onderdeel van een terras.

Artikel 18  

  • 1.

    In de binnenstad, het centrum en het gebied buiten de singels zijn twee plantenbakken langs de deuropening toegestaan, met maximale afmetingen inclusief inhoud van 0,45 x 0,45x 1,50 m (lxbxh).

  • 2.

    In het centrum is een winkelpresentatie toegestaan met maximale afmetingen van 0,60 x 0,60 x 1,00 m (lxbxh). De winkelpresentatie bestaat niet uit koopwaar.

  • 3.

    In het gebied buiten de singels zijn winkelpresentaties toegestaan met maximale afmetingen van: lengte gevelgrens x 2,00 x 1,00 m (lxbxh).

  • 4.

    Enkel in het geval dat in de winkel in hoofdzaak bloemen en planten of groenten en fruit te koop worden aangeboden, zijn winkelpresentaties ook in het centrumgebied en in de binnenstad toegestaan met maximale afmetingen van: lengte gevelgrens x 2,00 x 1,00m (lxbxh).

  • 5.

    Een vrije doorgang van minimaal 1,5 m is gewaarborgd, waarbij de trottoirband niet wordt meegerekend. In de Wycker Brugstraat en Stationsstraat-west is een vrije doorgang van minimaal 2,5 meter gewaarborgd.

  • 6.

    Uitstallingen worden enkel direct tegen de gevel binnen de eigen gevelgrenzen geplaatst.

  • 7.

    Verkoop vanuit de uitstalling is niet toegestaan.

  • 8.

    Het is niet toegestaan om lopers, deurmatten of dergelijke, voor het pand op de weg te plaatsen. Het is voorts niet toegestaan reclameboodschappen op welke manier dan ook op de weg te plaatsen, te projecteren of aan te brengen.

  • 9.

    Verwijzingsborden naar de eigen of een andere onderneming zijn niet toegestaan.

  • 10.

    In straten waar een zogenaamde voorzieningenstrook aanwezig is worden uitstallingen in deze strook geplaatst. Voorzieningenstroken zijn bedoeld voor monumentale laanbeplanting, fietsenstallingen, uitstallingen, terrassen en parkeerplaatsen voor auto’s. Uitstallingen in de voorzieningenstrook worden zo geplaatst dat zij parkerende voertuigen niet hinderen.

  • 11.

    Het tiende lid geldt niet voor plantenbakken. Het is toegestaan deze ook in straten waar een voorzieningenstrook aanwezig is direct aan de gevel te plaatsen, mits de vrije doorgang als bedoeld in het vijfde lid is gewaarborgd.

  • 12.

    Uitstallingen worden alleen gedurende openingstijden van de onderneming uitgestald.

  • 13.

    Uitstallingen worden zoveel mogelijk in één lijn geplaatst zodat de hinder voor voetgangers zoveel mogelijk wordt beperkt.

  • 14.

    Op de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen kaart is de binnenstad als blauw omlijnd en het centrum als rood omlijnd weergegeven. Het gebied buiten de singels ligt buiten het centrum.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 19  

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a.

    de algemene regels voor vergunningvrij tijdelijk plaatsen van containers en steigers buiten het centrum op, aan of boven de weg, vastgesteld op 3 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020;

  • b.

    de algemene regels voor het plaatsen van een foodtruck tijdens een privéfeest buiten het centrum, vastgesteld op 3 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020;

  • c.

    de algemene regels voor vergunningvrij tijdelijk plaatsen van bewegwijzering bij wandel- en toertochten en oriëntatieroutes op, aan of boven de weg, vastgesteld op 3 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020;

  • d.

    de algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, vastgesteld op 3 oktober 2012 en zoals laatst gewijzigd op 23 november 2021;

  • e.

    de algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen, vastgesteld op 10 november 2015 en in werking getreden op 1 januari 2016.

Artikel 20  

  • 1.

    Deze algemene regels worden aangehaald als: Algemene regels vergunningvrij plaatsen objecten op de weg.

  • 2.

    Deze algemene regels treden in werking op 12 april 2024.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Maastricht in hun vergadering van 26 maart 2024.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

Bijlage 1