Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wwb, Ioaw/z en WIJ |
Citeertitel | Handhavingsverordening Wwb, Ioaw/z en WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelike zorg en welzijn |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 20-12-2011 Gemeenteblad Westland, 29-12-2011 | Gbw 2011, 63 | |
01-07-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 29-06-2010 Gemeenteblad Westland, 23-9-2010 | besluitenlijst b&w d.d. 1-06-10, nr. 5.B.3.5 |
De Raad van de gemeente Westland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. ……
overwegende dat de gemeenteraad bij verordening regels dient vast te stellen voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van genoemde wetten.
Vast te stellen de HANDHAVINGSVERORDENING Wwb, Ioaw/z en WIJ
In deze verordening wordt verstaan onder:
Uitkering: algemene en bijzondere bijstand, een inkomensvoorziening op grond van Wet investeren in jongeren; uitkering ingevolge Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);
Het college stelt een debiteurenplan op aan de hand van de door hen te stellen criteria voor categorieën van vorderingen, personen en termijnen voor het verrichten van heronderzoeken.
Artikel 7. Beëindigingsonderzoek
Het college neemt op basis van het beëindigingsonderzoek uiterlijk zes maanden na de laatste maand waarin reguliere betaling van de uitkering heeft plaatsgevonden, een besluit met betrekking tot de wederzijdse verplichtingen tussen de gemeente en de belanghebbende en de afhandeling hiervan.
Publicatie is geschied op 23 september 2010.
Dit besluit is in werking getreden op 1 oktober 2010 en werkt terug tot 1 juli 2010
Per 1 januari 2004 trad de Wet werk en bijstand (Wwb) in werking. De Wwb verplichtte de gemeenteraad regels vast te stellen in een verordening ter bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
De Wet Investeren in jongeren (WIJ) trad per 1 oktober 2009 in werking en verplichtte de gemeenteraad eveneens tot het vaststellen van regels ter bestrijding van fraude en oneigenlijk gebruik. Voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) golden nog steeds de regels uit het Maatregelenbesluit IOAW, IOAZ en de RAU (Regeling Administratieve Uitkeringsvoorschriften). Met het systeem van volledige budgetfinanciering voor de uitkeringskosten op grond van de Ioaw, de Ioaz, het Bbz 2004 (deels) ontstaat voor gemeenten een groter financieel belang om de regelingen zo goed en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Als gevolg hiervan is tot een verdere deregulering overgegaan. In de Ioaw, de Ioaz (dus niet in het Bbz 2004) worden verplichtingen voor de gemeenten omgezet in bevoegdheden, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de WWB:
In de Ioaw en de Ioaz is een nieuwe verplichting opgenomen voor de gemeenteraad om bij verordening regels te stellen met betrekking tot de bestrijding van fraude en de maatregelen (een zogeheten afstemmingsverordening). Deze verplichting is conform wat hierover al is geregeld in de artikelen 8 en 8a van de WWB. In verband met de nieuwe verplichting werd het noodzakelijk de zgn Handhavingsverordening in z'n geheel te herschrijven.
Handhaving is het doen naleven van wet- en regelgeving ter bevordering van het juist benutten en toepassen van wetten en regelingen, overeenkomstig doel en strekking. Handhaving staat daarmee voor alle bewust ondernomen activiteiten, die erop gericht zijn de spontane naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Het gaat daarbij om zowel repressieve als preventieve activiteiten.
Repressieve activiteiten zijn:
Preventieve activiteiten bestaan uit voorlichting aan klanten en deze zo vroeg mogelijk informeren over rechten en plichten m.b.t. rechtmatigheid en activering.
2.3 Artikelsgewijze toelichting
2.4 Artikel 2 Voorlichting en communicatie
De uitvoering van dit artikel heeft een preventieve werking, en bestaat uit een goede voorlichting over rechten, plichten en handhaving aan alle uitkeringsgerechtigden en in gesprekken met de klant, voorlichting op maat.
Artikel 3 verplicht niet alleen om een handhavingsplan vast te stellen waarin een nadere uitwerking moet worden gegeven over periodiek onderzoek, gebruik van risicoprofielen en de manier waarop omgegaan wordt met fraude, maar verplicht eveneens tot periodieke bestandsvergelijking aan de hand van het SUWI-net.
In deze artikelen wordt een nieuwe wettelijke basis gecreëerd in verband met de bevoegdheid tot terugvordering.
Artikel 6 verplicht tot een debiteurenplan waarin de bevoegdheid tot terugvordering verder wordt uitgewerkt.
2.7 Artikel 8 Verlaging van de uitkering
De artikelen 17 en 18 van de WWB, artikel 13 en 20 Ioaw en Ioaz vormen de grondslag voor dit artikel. In de wetsartikelen staat zowel de inlichtingenplicht als de afstemming beschreven.
Dit besluit is in werking getreden op 1 oktober 2010 en werkt terug tot 1 juli 2010