Organisatie | Maashorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling ‘Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2024’ |
Citeertitel | Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Subsidieregeling peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Uden 2023.
Algemene subsidieverordening gemeente Maashorst 2022
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2024 | nieuwe regeling | 25-03-2024 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst;
overwegende dat kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en 6 weken door peuteropvang en Voorschoolse Educatie een goede start kunnen maken en eventuele achterstanden kunnen worden tegengegaan;
gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Maashorst 2022.
De subsidieregeling ‘Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2024’.
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen
Gemeentelijk peutertarief: Is het tarief per uur voor de peuteropvang in de gemeente Maashorst. Het peutertarief dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen, de uitvoering van activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering, de personele inzet en huisvesting;
Geïndiceerde peuter: kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en 6 weken oud, uit de gemeente Maashorst, met een risico op (taal)achterstand, waarvoor de GGD een indicatie voor Voorschoolse Educatie heeft afgegeven en die daardoor in aanmerking komt voor Voorschoolse Educatie van maximaal 16 uur per week, 40 weken;
Voorschoolse Educatie (VE): is een programma voor peuters waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van peuters op het gebied van rekenen, taal en motoriek en op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling;
Artikel 1.2. Doel van de regeling
Het doel van deze regeling is dat peuters gebruik kunnen maken van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en Voorschoolse Educatie in de gemeente Maashorst. Waarbij ouder(s) worden gestimuleerd hun kind te laten deelnemen aan een voorschoolse voorziening, zodat er gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en 6 weken in de gemeente zijn.
Hoofdstuk 2. Vijf soorten tegemoetkomingen
Deze subsidieregeling kent vijf soorten tegemoetkomingen, die worden in de volgende paragrafen nader toegelicht.
Paragraaf 2. Tegemoetkoming peuteropvang voor peuters waarvan de ouder(s) géén recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst.
Paragraaf 3.2. Tegemoetkoming peuteropvang voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst
Paragraaf 4. Tegemoetkoming Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) géén recht hebben op Kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst.
Paragraaf 5: Tegemoetkoming Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op Kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst.
Het landelijk fiscaal tarief wordt jaarlijks gebruikt voor het vaststellen van het gemeentelijk VE-peutertarief.
Paragraaf 6. Tegemoetkoming peuteropvang en Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) zonder recht op kinderopvangtoeslag een inkomen lager dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm beschikken.
De tegemoetkoming is voor peuter die gebruik maken van peuteropvang waarvan de ouder(s), zonder recht op kinderopvangtoeslag, aangetoond bij de peuteropvang door middel van een inkomensverklaring (voorheen IB60 formulier) en daarnaast een inkomen 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm beschikken.
De tegemoetkoming is voor geïndiceerde peuters die gebruik maken van Voorschoolse Educatie waarvan de ouder(s), zonder recht op kinderopvangtoeslag, aangetoond bij de peuteropvang door middel van een inkomensverklaring (voorheen IB60 formulier) en daarnaast een inkomen 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm beschikken.
Hoofdstuk 3. Uitzondering voor peuters ouder dan 4 jaar en 6 weken.
De hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt door de peuteropvang bepaald op basis van het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar volgens VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ten behoeve van de vaststelling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vragen de ouder(s) een inkomensverklaring (IB60 formulier) aan bij de Belastingdienst en leveren deze in bij de aanbieder zodat deze kan vaststellen dat de ouder(s) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Wanneer een verlaging van het inkomen zodanig is dat ouder(s) in een lagere inkomenscategorie valt, kan de ouder een aanvraag tot herziening van de ouderbijdrage indienen bij de aanbieder. Hierbij dient de ouder de meest recente loongegevens, uitkeringsbeschikking of meest recente inkomensverklaring (IB60 formulier) aan te leveren.
Hoofdstuk 7. Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 9 van de ASV kan het college weigeren een subsidie te verlenen of een subsidie in te trekken, indien door de toezichthouder van de GGD één of meer overtredingen zijn geconstateerd van de belangrijkste voorwaarden uit het ‘Besluit Basisvoorwaarden kwaliteit en voorschoolse educatie’.
Tevens kan het college weigeren een subsidie te verlenen of een subsidie in te trekken, indien niet wordt voldaan aan één of meerdere onderdelen van de aanvullende verplichtingen en kwaliteitseisen uit hoofdstuk 8.