Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Convenant jeugdgroepenaanpak Papendrecht |
Citeertitel | Convenant Jeugdgroepenaanpak Papendrecht |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2024 | nieuwe regeling | 19-03-2024 |
In veel Nederlandse gemeenten wordt in het kader van een integrale jeugdgroepenaanpak informatie over problematische jeugdgroepen of jeugdnetwerken uitgewisseld en worden maatregelen genomen om het problematische groepsgedrag te stoppen. Hierbij worden persoonsgegevens van de betreffende personen verwerkt, met als doel een volledig en gezamenlijk beeld van de persoon te krijgen en te beoordelen of het in verband met het tegengaan van problematisch groepsgedrag noodzakelijk is om bepaalde interventies te plegen.
Interventies op het problematisch groepsgedrag kunnen zeer divers van aard zijn, zoals het intensiveren van toezicht op een overlastlocatie, het verzenden van brieven aan de jeugdgroepleden en/of hun wettelijke vertegenwoordigers, het opleggen van een samenscholings-, locatie- of contactverbod, het aanbieden van bepaalde vormen van jongerenwerk en/of het toeleiden van individuen uit de groep naar een lokale persoonsgerichte aanpak (PGA), het Zorg- en Veiligheidshuis of een lokaal team voor passende hulpverlening en/of ondersteuning. De groepsleden die een negatieve leidende rol hebben binnen de groep en daarmee de belangrijke ‘kern’ van de problematiek zijn, maar bijvoorbeeld ook zogenaamde ‘doorgroeiers’ waarbij tijdig ingrijpen noodzakelijk is om verdere problemen te voorkomen, kunnen in aanmerking komen voor aanmelding bij een lokale PGA of het Zorg- en Veiligheidshuis.
Om tot een zorgvuldige beoordeling en groepsaanpak te komen is het noodzakelijk om persoonsgegevens van jeugdgroepleden te verwerken. In dit convenant zijn de afspraken vastgelegd voor de samenwerking tussen de partners en de wijze waarop de partners – met het oog op deze samenwerking – toepassing geven aan de verschillende vereisten die voortvloeien uit gegevensbeschermingswet- en regelgeving.
Gegevensuitwisseling met derden
De gegevensuitwisseling die dit convenant regelt tussen de deelnemende partners vindt tweeledig plaats:
Op het moment dat de convenantpartners dat noodzakelijk achten, kunnen zij een partij uitnodigen om deel te nemen aan het gezamenlijk overleg waarbij gesproken wordt over de aanpak van de jeugdgroep of leden daarvan. De mogelijkheid om met derden te spreken over individuele groepsleden moet vooraf getoetst worden en is afhankelijk van de verwerkings- en verstrekking grondslagen van de betrokken partijen. Vanwege deze beperkingen komen vooral de Raad voor de Kinderbescherming en de (jeugd)-reclassering in aanmerking om incidenteel uitgenodigd te worden.
Met betrekking tot de persoonsgegevens die in het jeugdgroepenoverleg aan de orde komen, is het goed om op te merken dat dit ook gegevens kunnen zijn die deelnemers op grond van hun eigen taken verkregen hebben van derden. Zo hebben het OM en de politie op grond van hun eigen taken contacten met de Raad voor de Kinderbescherming, (jeugd)reclassering of Veilig Thuis. Het convenant staat dergelijke bilaterale overleggen niet in de weg. Het is aan het OM en de politie om te bepalen of zij het noodzakelijk vinden om dergelijke informatie in te brengen in het overleg.
Het convenant en de daarin gehanteerde terminologie is gebaseerd op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG), de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg).
De partijen die samenwerken ter bestrijding van problematisch groepsgedrag in jeugdgroepen en – netwerken, genoemd onder ‘gegevensuitwisseling met derden’, zijn hierna te noemen ‘partners’.
Het OM zal niet in alle gevallen betrokken zijn bij de aanpak. Of het OM een rol heeft in een betreffende aanpak en welke rol het OM hierbij aanneemt betreft maatwerk en dient per groepsaanpak bekeken te worden. Het uitgangspunt daarbij is dat het OM handelt vanuit een strafrechtelijke aanleiding en dan ook deelneemt aan een betreffende (groeps-)aanpak wanneer sprake is van een strafrechtelijke component. Ten behoeve van de leesbaarheid wordt in dit convenant gesproken over ‘partners’ zonder dit voorbehoud telkens te maken.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Jeugdgroepenaanpak of afgekort ‘groepsaanpak’
Integrale jeugdgroepenaanpak volgens ‘Het 7-stappenmodel: werkproces integrale aanpak van problematische jeugdgroepen en groepsgedrag’ (CCV) waarbij signalen en informatie over een (nieuwe) problematische jeugdgroep uitgewisseld worden om te komen tot groepsgerichte maatregelen, gebiedsgerichte maatregelen, en zo nodig de beslissing om bepaalde personen aan te melden bij een lokale PGA of Zorg- en Veiligheidshuis of voor hulp en ondersteuning vanuit het sociaal domein.
Een verzameling van twee of meer personen die met elkaar omgaat en problematisch groepsgedrag vertoont en waarvan de leeftijd grotendeels onder de 23 jaar is, daaronder ook verstaan (fluïde) jeugdnetwerken, ‘los – vaste’ groepen en online georganiseerde jeugdgroepen. Fluïde netwerken kenmerken zich door: a) er is niet één samenhangende organisatie van relaties zoals in een groep wel het geval is; b) het is een conglomeraat van kleinere netwerken van jongeren en jongvolwassenen; c) ‘fluïde’ karakter: personen maken zich gezamenlijk in wisselende samenstelling schuldig aan verschillende vormen van overlast en criminaliteit; d) personen zijn zich vaak niet of ten dele bewust dat ze een netwerk vormen en e) er zijn geen leiders in de klassieke zin van het woord;
Gedrag dat plaatsvindt vanuit een problematische jeugdgroep dat herhaaldelijk de openbare orde en/of de veiligheid verstoort, overlast veroorzaakt, en/of crimineel van aard is;
Bestand problematische jeugdgroepen
verzameling persoonsgegevens van de personen, ten behoeve van de aanpak van problematische jeugdgroepen die wordt aangelegd en beheerd door de procesregisseur, namens de burgemeester als verwerkingsverantwoordelijke;
Betrokkene jeugdgroeplid en/of diens ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s),
waar in dit document gesproken wordt van ‘burgemeester’ wordt gedoeld op het bestuursorgaan burgemeester en daarbij op de gemeentelijke afdelingen die vallen onder het gezag van de burgemeester in het kader van zijn Openbare Orde en Veiligheid taken (art 172 e.v. GW), zoals een afdeling Openbare Orde en Veiligheid of Toezicht & Handhaving (waaronder (jeugd-)boa’s) die in de gemeente betrokken zijn bij de signalering en aanpak van problematische jeugdgroepen;
partij die het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt of die in de wet als verwerkingsverantwoordelijke wordt aangewezen (zie ook artikel 4 lid 7 AVG);
(interactie)gedrag en de psychologische processen die plaatsvinden binnen een sociale groep, zowel van personen als leden van de groep en van een groep als zodanig. Groepsdynamiek hangt af van verschillende factoren zoals de eigenschappen van de individuele groepsleden, externe omstandigheden, veranderingen in de groepssamenstelling en leiderschap;
rapportage van de politie met een ‘bruto’ lijst namen die worden gelinkt aan de jeugdgroep op basis van de beschikbare politiegegevens, aangevuld met informatie over deze personen. De groepsscan wordt opgesteld op verzoek van de burgemeester. Dit vormt de basis voor de ‘netto’ namenlijst die door partners gezamenlijk wordt vastgesteld, waarbij o.a. rekening wordt gehouden met detentie of verhuizing;
natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een betrokkene (lid jeugdgroep, of ouder/wettelijk vertegenwoordiger), die deelneemt aan een casusoverleg omdat de inbreng of expertise in een specifiek geval noodzakelijk is om tot een goede aanpak te komen of de effectiviteit van de aanpak te monitoren. In aanwezigheid van een incidentele deelnemer vindt alleen verwerking van persoonsgegevens plaats voor zover deze deelnemer daarvoor een verwerkingsgrondslag heeft. Verstrekking van persoonsgegevens aan incidentele deelnemers vindt alleen plaats voor zover de verstrekker daarvoor een verstrekking grondslag heeft. Incidentele deelnemers dienen vooraf aan het overleg een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen zoals opgenomen in de bijlage;
jeugdige of volwassene die deel uitmaakt van een problematische jeugdgroep;
(Jeugd)Boa een buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van de burgemeester en werkzaam in het domein openbare ruimte op grond van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar, in sommige gemeenten specifiek werkzaam m.b.t. jeugd. Wordt ook aangeduid als ‘Toezicht en handhaving’;
in Papendrecht wordt het jongerenwerk uitgevoerd door Suppord, een onderdeel van de gemeentelijke organisatie. Suppord richt zich op jongeren vanaf 10 jaar t/m 21 jaar. De jongerenwerkers maken contact, signaleren, motiveren, voeden op, activeren en bieden laagdrempelige ondersteuning aan (kwetsbare) jongeren. Zij kennen de jongeren, de ouders en de scholen en weten aan te sluiten bij de leefwereld van de jeugd. Het jongerenwerk speelt een rol bij het voorkomen van problemen zoals overlast, schooluitval, werkloosheid, uitsluiting en radicalisering. Het jongerenwerk valt onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders;
Interventie een interventie is een maatregel, voorziening, actie of handeling die erop is gericht om het problematisch (groeps-)gedrag te verminderen. Een interventie kan onder meer bestaan uit groepsgerichte interventies zoals een samenscholingsverbod, het organiseren van (een) activiteit(en) i.s.m. het jongerenwerk, het aanspreken van jongeren in de groep op hun gedrag, gebiedsgerichte interventies zoals (intensivering van) toezicht op overlastlocatie, cameratoezicht, het plaatsen van verlichting, het inrichten van een hangplek, of het organiseren van bijeenkomsten met ondernemers of omwonenden, en persoonsgerichte interventies zoals het verzenden van brieven aan de jeugdgroep leden en hun wettelijke vertegenwoordigers, een tijdelijk locatie- of contactverbod, het aanmelden van individuen voor een passende (persoonsgerichte) aanpak of hulpverlening of ondersteuning;
Lokaal team team dat wordt ingezet t.b.v. het sociaal domein door het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht (Sterk Papendrecht);
Namenlijst overzicht van de personen die gerekend worden tot een problematische jeugdgroep, dat tot stand komt op basis van de groepsscan van de politie aangevuld met nadere input van de andere partners;
Deelnemers aan het convenant waarbij de gegevensuitwisseling tweeledig plaatsvindt; ten
eerste de uitwisseling tussen burgemeester en politie. Ten tweede de gegevensuitwisseling tussen de burgemeester, jongerenwerk Suppord, het OM en voor zover van toepassing de incidenteel toetredende partners;
alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon ("de betrokkene") (zie ook artikel 4 lid 1 AVG);
persoonsgegevens die in het kader van de politietaak worden verwerkt;
persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon die zijn verkregen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek en die het openbaar ministerie in een strafdossier of langs geautomatiseerd weg in een gegevensbestand verwerkt;
PGA Z&V persoonsgerichte aanpak ‘zorg en veiligheid’ vanuit een lokale PGA of Zorg- en Veiligheidshuis;
functionaris namens de burgemeester, belast met en verantwoordelijk voor
de coördinatie van de aanpak van problematische jeugdgroepen;
persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon inzake de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen, die in een dossier of een ander gegevensbestand zijn of worden verwerkt;
de ouder of de voogd die het gezag over een minderjarige uitoefent dan wel over de jongvolwassene tot 27 jaar die onder curatele, bewindstelling of mentorschap is gesteld of onder verlengde jeugdhulp valt. Als degene die het gezag uitoefent of uitoefenen buiten beeld zijn, wordt hieronder ook verstaan de opvoeder, verzorger, degene bij wie de jeugdige woont of degene onder wiens dagelijkse invloed de jeugdige staat maar zonder gezag.
Artikel 2 Doel van de gegevensverwerking
In het kader van het tegengaan van problematisch (groeps-)gedrag en daarmee het verstoren van de openbare orde door personen in de openbare ruimte binnen de gemeente Papendrecht worden door de burgemeester persoonsgegevens verwerkt en door de partners verstrekt voor de volgende doeleinden:
Het bepalen en prioriteren van bestuurlijke, bestuursrechtelijke, fysiek-ruimtelijke, toezichts-, strafrechtelijke en/of overige interventies van de partners in een plan van aanpak, dat erop is gericht het problematische groepsgedrag te verminderen of te beëindigen ter bescherming van de openbare orde en veiligheid;
Voor individuen/leden van de groep vast te stellen of het noodzakelijk is om hen aan te melden bij een lokale PGA of het ZVH, bij het college van burgemeester en wethouders voor toeleiding naar passende hulp en ondersteuning op grond van de Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Participatiewet of Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, of bij een lokaal team dat deze taken namens het college van burgemeester en wethouders uitvoert, bij de leerplichtambtenaar (conform artikel 16 Leerplichtwet 1969) om passende maatregelen te nemen, dan wel bij een andere lokale aanpak;
Artikel 3 Grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens
De grondslag voor de verwerking en/of verstrekking van persoonsgegevens door de partners op grond van dit convenant is:
voor de burgemeester gelegen in het uitoefenen van een taak van algemeen belang, te weten het handhaven van de openbare orde zoals beschreven in artikel 172 e.v. Gemeentewet jo. artikel 11 Politiewet 2012 en in de bevoegdheden die door de gemeenteraad aan de burgemeester zijn toegekend op grond van artikel 154a Gemeentewet. Dit is een grondslag als bedoeld in artikel 6 lid 1 AVG;
voor de politie gelegen in het uitoefenen van de taken op het terrein van de vervulling van de politietaak, te weten de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze hulp behoeven, zoals omschreven in artikel 3 van de Politiewet, waartoe verwerking plaatsvindt met als doeleinden artikel 8, 13, 9 en artikel 10 lid 1 sub a en c Wpg. De grondslag voor verstrekking van politiegegevens aan het bevoegd gezag (de burgemeester) is gelegen in artikel 16 lid 1 sub b Wpg.
Voor het OM gelegen in het uitoefenen van de taken ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en andere bij wet opgedragen taken, zoals bedoeld in artikel 124 Wet op de rechterlijke organisatie (WOR), in combinatie met de artikelen 39b (verwerking van strafvorderlijke gegevens) en 51a (verwerking van tenuitvoerleggingsgegevens) Wjsg. De grondslag voor verstrekking van de bovengenoemde categorieën gegevens is gelegen in artikel 39f of 51c lid 2 Wjsg;
Voor het jongerenwerk gelegen in het uitoefenen van een taak van algemeen belang, gelegen in het bieden van een algemene voorziening, bedoeld in artikel 2.2.3 van de Wet maatschappelijk ondersteuning 2015, met referentie aan het in artikel 2.1.2 lid 2 sub a Wet maatschappelijke ondersteuning genoemde doel ‘het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente’. Dit is een grondslag als bedoeld in artikel 6 lid 1 AVG;
Voor de (jeugd)boa (‘Toezicht en handhaving’) gelegen in het uitoefenen van een taak van algemeen belang namens de burgemeester, te weten het handhaven van de openbare orde zoals beschreven in artikel 172 e.v. Gemeentewet zoals vermeld in de aanstelling akte. Dit is een grondslag als bedoeld in artikel 6 lid 1 AVG. Gegevens die deze boa’s verwerken ter opsporing en voorkoming van strafbare feiten binnen hun taakveld vallen onder de werking van de Wpg op grond van artikel 46 Wpg en het Besluit politiegegevens buitgewoon opsporingsambtenaren (Bpg Boa). Voor verstrekking van deze gegevens zijn artikel 6 en 7 van het Bpg Boa van toepassing.
Artikel 6 Dataminimalisatie en kwaliteit
De partners zorgen ervoor dat de persoonsgegevens die zij in het kader van de onder artikel 2 lid 1 geformuleerde doeleinden verstrekken toereikend, ter zake dienend, niet bovenmatig, juist en nauwkeurig zijn. De betreffende partner die de persoonsgegevens ten behoeve van de samenwerking verstrekt blijft verantwoordelijk voor de juistheid, actualiteit en nauwkeurigheid van die persoonsgegevens.
Wanneer de partner die persoonsgegevens ten behoeve van de doelen onder artikel 2 lid 1 heeft verstrekt, kennis verkrijgt over de onjuistheid van die persoonsgegevens, informeert de partner de andere partners hierover, zodat de partners de betreffende persoonsgegevens kunnen corrigeren. De burgemeester corrigeert, in overeenstemming met artikel 5 lid 2, de betreffende persoonsgegevens - in het informatiesysteem dat wordt gebruikt.
Artikel 7 Beveiliging en datalekken
De burgemeester houdt procedures in stand die er op gericht zijn om inbreuken op de beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens (datalek) redelijkerwijs te detecteren en daarop actie te ondernemen, daaronder begrepen maatregelen tot herstel. De burgemeester is daarnaast verantwoordelijk voor het in stand houden van deze procedures ten aanzien van de verwerkingsactiviteiten die verricht worden in artikel 5 lid 2 van het convenant.
Als een datalek voorvalt met betrekking tot de verwerkingsactiviteiten in artikel 5 lid 1, zorgt de partner waar het betreffende datalek zich heeft voorgedaan voor het doen van – indien wettelijk benodigd – een melding aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en betrokkene(n). Als een datalek voorvalt met betrekking tot de verwerkingsactiviteiten in artikel 5 lid 2, zorgt daarnaast de burgemeester voor – indien wettelijk benodigd – het doen van een melding aan de AP en betrokkene(n).
De partners houden een overzicht bij van de datalekken die zijn voorgevallen met betrekking tot de verwerkingsactiviteiten in artikel 5 lid 1. De burgemeester houdt daarnaast een overzicht bij van de datalekken die zijn voorgevallen met betrekking tot de verwerkingsactiviteiten in artikel 5 lid 2. Het overzicht bevat in ieder geval feiten en gegevens omtrent de aard van de inbreuk (waaronder in elk geval de oorzaak van het voorgevallen datalek, de categorieën betrokkenen en categorieën gegevens), de gevolgen daarvan en de genomen corrigerende maatregelen, en ook – indien melding is gedaan aan betrokkene(n) – de tekst van de kennisgeving aan de betrokkene(n). Als het datalek niet is gemeld aan de AP, moet vastgelegd worden welke overwegingen daaraan ten grondslag liggen.
Naar aanleiding van ontvangen signalen over problematisch groepsgedrag kan de burgemeester op basis van een groepsscan van de politie een namenlijst vaststellen van personen die deel uitmaken van de betreffende problematische jeugdgroep. Deze namenlijst wordt tijdens elk jeugdgroepenoverleg geactualiseerd zodat nieuwe toetreders kunnen worden toegevoegd en personen die niet langer deel uitmaken van de jeugdgroep kunnen worden verwijderd van de lijst.
In het jeugdgroepenoverleg wordt de aard en omvang van een problematische jeugdgroep vastgesteld en wordt een integraal plan van aanpak opgesteld met daarin groepsgerichte, gebiedsgerichte en persoonsgerichte interventies die worden ondernomen ten aanzien van de personen die deel uitmaken van de jeugdgroep. Daarnaast wordt bepaald of het noodzakelijk is om, gelet op de aard en omvang van de jeugdgroep en de interventies, incidentele deelnemers als bedoeld in artikel 4 te betrekken.
Artikel 9 Informatieverstrekking aan betrokkenen
De burgemeester draagt ten aanzien van de verwerkingsactiviteiten als bedoeld in artikel 5 zorg voor de verplichte informatieverstrekking aan betrokkenen zoals bedoeld in artikel 13 en 14 AVG, behoudens de beperking die hieraan gesteld kan worden op grond van artikel 14 lid 5b AVG en artikel 41 UAVG. In lid 4 wordt nader uitgewerkt hoe de procesregisseur, namens de burgemeester, uitvoering geeft aan de informatieverplichting.
Partners dragen zorg voor beschikbaarheid van algemene informatie over de gegevensuitwisseling die plaatsvindt in het kader van de aanpak en de rechten van betrokkenen daarbij, dan wel door informatie over de verwerkingsactiviteiten in het kader van dit convenant op te nemen in een privacy statement.
De procesregisseur groepsaanpak, die namens de burgemeester optreedt, draagt er zorg voor dat alle jongeren die op de namenlijst staan en waarop een aanpak wordt losgelaten, behoudens situaties waarin artikel 13 lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk een brief ontvangen die in beginsel mede is gericht aan hun wettelijk vertegenwoordiger(s), waarin wordt aangegeven dat zij deel uitmaken van een problematische jeugdgroep dat in verband hiermee persoonsgegevens van hen worden verwerkt. Door middel hiervan wordt uitvoering gegeven aan de verplichte informatieverstrekking als bedoeld in lid 1. Met de overige partners dient, zoals uiteengezet in artikel 13 lid 4, afgestemd te worden of een van de beperkingen, zoals hiervoor bedoeld, zich verzetten tegen het verstrekken van informatie. Als de omstandigheden daartoe de mogelijkheid laten, wordt deze brief - gelet op de effectiviteit - door medewerkers van één of meer van de partners (persoonlijk) overhandigd en toegelicht in een gesprek met de afzonderlijke jongere en/of hun wettelijk vertegenwoordiger(s). In deze brief en in dit gesprek worden zij ook gewezen op hun rechten ten aanzien van de gegevensverwerking, zoals benoemd in artikel 13 van dit convenant.
Bij de uitvoering van lid 3 is maatwerk geboden. Als de jongere nog geen achttien jaar oud is, wordt de brief gericht aan de jeugdige en aan degene(n) die het gezag over hem uitoefent of uitoefenen (ouder(s) of voogd als bedoeld in artikel 1:245 Burgerlijk Wetboek (BW) jo. Jeugdwet artikel 1.1). Als degene(n) die het gezag uitoefent of uitoefenen buiten beeld zijn, kan op grond van artikel 1:377c BW de meerderjarige die de jongere feitelijk verzorgt of waar deze feitelijk woont worden geïnformeerd indien dit noodzakelijk geacht wordt in het belang van de verzorging en opvoeding van betrokkene en het verstrekken van deze informatie een bijdrage kan leveren aan het verminderen van het problematische groepsgedrag.
Artikel 10 Persoonsgegevens in bestand problematische jeugdgroepen
De procesregisseur legt naar aanleiding van het vaststellen van de namenlijst van de betreffende personen de volgende gegevens, vast in het bestand problematische jeugdgroepen (hierna: “het bestand”):
het besluit en datum om de brief niet te overhandigen en het jeugdgroeplid (nog) niet te informeren, gelet op een gerechtvaardigd bezwaar van één van de partners, zoals bedoeld in artikel 13 lid 4. Er wordt alleen opgenomen ‘dát’ er bezwaar is gemaakt en door welke partner(s), maar er wordt geen nadere informatie opgenomen in het bestand;
Artikel 11 Verwerken van persoonsgegevens ten behoeve van toeleiding naar PGA Z&V, sociaal domein of leerplichtambtenaar
Tijdens het jeugdgroepenoverleg kan naar aanleiding van bevindingen van één of meer van de partners worden besloten dat één van de jeugdigen in de vastgestelde groep dient te worden aangemeld voor een PGA Z&V, bij het college van burgemeester en wethouders of een lokaal team voor toeleiding naar ondersteuning, hulpverlening vanuit het sociaal domein of bij de leerplichtambtenaar. Deze beslissing wordt genomen op basis van een analyse van de informatie waarover partners in het kader van hun wettelijke taken beschikken. Het jeugdgroepenoverleg kan zich bij het komen tot die beslissing laten adviseren door een procesregisseur PGA Z&V, medewerkers van het college van burgemeester en wethouders, een lokaal team en/of een leerplichtambtenaar. Deze advisering vindt anoniem plaats. Wanneer toch noodzaak bestaat om in het kader van de advisering persoonsgegevens uit te wisselen, kan dit alleen plaatsvinden voor zover dit mogelijk is op basis van een grondslag om de informatie te verstrekken.
Als wordt besloten tot aanmelding bij een PGA Z&V of toeleiding naar het sociaal domein of de leerplichtambtenaar, beslist het jeugdgroepenoverleg welke partner zorg draagt voor de toeleiding of aanmelding en welke informatie daarbij kan worden verstrekt. Bij aanmelding voor een PGA Z&V is dit idealiter de procesregisseur jeugdgroepenaanpak namens de burgemeester, vanwege zijn coördinerende rol bij de groepsaanpak. De procesregisseur vermeldt in het bestand de datum en reden van de aanmelding of toeleiding, waar de jongere is aangemeld, en indien van toepassing: of de aanmelding al dan niet leidt tot een intake.
De jongere en indien van toepassing zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) worden tijdig geïnformeerd over een (voorgenomen) aanmelding bij een PGA Z&V. Als in plaats daarvan toeleiding naar het sociaal domein of leerplichtambtenaar noodzakelijk en passender wordt geacht, vindt daarover een gesprek met de jongere en zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) plaats door de partner die de toeleiding zal doen, zo mogelijk in aanwezigheid van de betreffende consulent van het college van burgemeester en wethouders of van het lokale team en/of de leerplichtambtenaar.
Artikel 12 Verwijdering van persoonsgegevens
Persoonsgegevens in het bestand worden niet langer verwerkt dan noodzakelijk voor het doel of de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt zoals benoemd in artikel 2 en worden verwijderd als de partners vaststellen dat deelname van het jeugdgroep lid aan het problematische groepsgedrag van de jeugdgroep is geëindigd.
Artikel 13 Rechten van betrokkenen
De burgemeester kan besluiten de rechten genoemd in lid 1 niet in te willigen dan wel te beperken in verband met de belangen zoals benoemd in artikel 41 van de UAVG, en/of in verband met de voor de partners geldende belangen zoals benoemd in de Wpg en Wjsg, gehoord de partners die de betreffende gegevens hebben verstrekt.
Indien het verzoek van een betrokkene ziet op verwerkingsactiviteiten als bedoeld in artikel 5 lid 1 wordt het verzoek - conform de AVG of, indien het politie of OM betreft, conform de Wpg en Wjsg - afgehandeld door de betreffende partner die verwerkingsverantwoordelijke is ten aanzien van de verwerkingsactiviteiten waar het verzoek op ziet.
Als een partner een verzoek conform lid 1 ontvangt dat, op grond van lid 2, bedoeld is voor afhandeling door de burgemeester, dan zendt de partner het verzoek door aan de burgemeester. Voorafgaand aan doorzending dient de partner bij de betrokkene die het verzoek heeft ingediend, navraag te doen of deze kan instemmen met afhandeling van het verzoek door de burgemeester. Als de betrokkene daar niet mee instemt, wordt het verzoek afgehandeld door de partner waar het initiële verzoek is ingediend.
Partners en incidentele deelnemers van het jeugdgroepenoverleg betrachten geheimhouding ten aanzien van de persoonsgegevens die aan hen ten behoeve van het doel als beschreven in artikel 2 van dit convenant schriftelijk of mondeling worden verstrekt, tenzij anders overeengekomen met de partners die de betreffende gegevens hebben verstrekt en de wet dit toelaat, of tenzij de wet tot doorverstrekking verplicht.
Voor de gegevens die de andere partners van politie en OM ontvangen, gelden de volgende geheimhoudingsbepalingen:
Bij verstrekkingen van politiegegevens op grond van de Wpg: “De persoon aan wie politiegegevens zijn verstrekt is verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover een bij of krachtens de wet gegeven voorschrift tot verstrekking verplicht of zijn taak daartoe noodzaakt.” (artikel 7, lid 2 Wpg).
Bij verstrekking van gegevens op grond van de Wjsg: “Eenieder die krachtens deze wet de beschikking krijgt over gegevens met betrekking tot een derde, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voorzover een bij of krachtens deze wet gegeven voorschrift mededelingen toelaat, dan wel de uitvoering van de taak met het oog waarop de gegevens zijn verstrekt tot het ter kennis brengen daarvan noodzaakt.” (artikel 52, lid 1 Wjsg).
Dit convenant treedt in werking voor de duur van vier jaar, behoudens tussentijdse dwingendrechtelijke bepalingen inzake gegevensverwerking in het sociaal- en/of veiligheidsdomein en wordt voorafgaand aan het verstrijken van deze termijn geëvalueerd en vervolgens al dan niet na aanpassing verlengd met een nieuwe periode van 4 jaar.
Bijlage: Geheimhoudingsverklaring incidentele deelnemer jeugdgroepenoverleg
[naam instelling/organisatie], voor deze verklaring vertegenwoordigd door [naam functionaris];
Aanleiding voor deze verklaring
Dat het, gelet op de betrokkenheid van (naam instelling) bij de aanpak van problematische jeugdgroepen, noodzakelijk is dat (naam instelling) kennis neemt van persoonsgegevens van personen uit problematische jeugdgroepen;
Dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze aanpak is vastgelegd in het Convenant jeugdgroepenaanpak;
Dat dit Convenant tot doel heeft regels te geven voor een zorgvuldige en rechtmatige verwerking van persoonsgegevens;
Dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het Convenant jeugdgroepenaanpak uitsluitend kan plaatsvinden voor zover de incidentele deelnemer beschikt over een grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens ten behoeve van het doel van het Convenant en de convenantpartners beschikken over rechtmatige grondslagen om gegevens te verstrekken aan de incidentele deelnemer;
Dat [naam instelling] zich zal houden aan de bepalingen van het genoemde Convenant, meer in het bijzonder aan de geheimhoudingsplicht zoals omschreven in artikel 14 van dit Convenant.