Organisatie | De Fryske Marren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Jeugdhulp De Fryske Marren 2024 |
Citeertitel | Nadere regels Jeugdhulp De Fryske Marren 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-04-2024 | nieuwe regeling | 07-03-2024 | Z.780913 |
Deze nadere regels zijn een uitwerking van de Verordening Jeugdhulp De Fryske Marren 2024. De Verordening en deze nadere regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen de basis van de wijze waarop de gemeente De Fryske Marren de jeugdhulp uitvoert.
In de nadere regels wordt de volgorde van de verordening aangehouden en wordt verwezen naar de toepasselijke artikelen van de verordening.
Op basis van artikel 4.2 lid 10 uit de verordening
Het moment waarop het besluit wordt genomen, hangt af van de situatie:
Als het Sociaal Wijkteam en de jeugdige en/of de ouders het niet eens zijn over de inzet van specialistische jeugdhulp: binnen 5 werkdagen nadat het Sociaal Wijkteam het ondersteuningsplan met de handtekening van de jeugdige en/of de ouders heeft ontvangen. Er volgt dan een besluit om de individuele voorziening niet toe te kennen (een weigeringsbesluit).
Artikel 3 Extra voorwaarden voor toekennen van specialistische jeugdhulp
Op basis van artikel 4.3 lid 3 uit de verordening
Artikel 4 Doelgroep van dyslexiezorg
Op basis van artikel 4.4 lid 3 uit de verordening
Een jeugdige heeft recht op behandeling van ernstige dyslexie als voldaan is aan deze 4 voorwaarden:
De basisschool heeft de jeugdige begeleidt, maar de begeleiding is niet genoeg. De basisschool alle stappen gezet die nodig zijn volgens de landelijke protocollen. Het gaat om het ‘Protocollen Leesproblemen en Dyslexie’ en de ‘Leidraad Ernstige Dyslexie: doorverwijzing van onderwijs naar zorg 3.0’. Ook heeft de basisschool voldaan aan de landelijke voorwaarden voor vergoede dyslexiezorg.
Aldus besloten in de collegevergadering van 7 maart 2024,
burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,
de secretaris de burgemeester
D. Cazemier F. Veenstra
Toelichting bij de nadere regels bij de Verordening Jeugdhulp De Fryske Marren 2023
We kiezen ervoor voorlopig geen nadere regels te maken op basis van de volgende artikelen in de verordening:
Hieronder vindt u de nadere regels die we wel maken op basis van de overige artikelen.
De toekenning van specialistische jeugdhulp heeft geen einddatum. Daarom is het logisch om af en toe te beoordelen of de specialistische jeugdhulp nog nodig is. Het Sociaal Wijkteam voert deze onderzoeken uit voor het college.
In dit lid staan 2 situaties waarin het Sociaal Wijkteam een nieuwe beoordeling doet. De hulpvraag is in deze situaties erg veranderd. We hebben dat niet verder uitgelegd in de nadere regels. Het gaat om zo’n grote verandering dat een aanpassing van het besluit en de resultaten nodig is. Een voorbeeld is de situatie waarin een administratieve aanpassing van de zorgtoewijzing niet meer mogelijk is. Daarbij wordt gekeken naar het administratieprotocol.
Ons uitgangspunt is om samen tot een besluit te komen over de inzet van een individuele voorziening. Samen met de jeugdige en/of de ouders, met de professional van het Sociaal Wijkteam en met de aanbieder van jeugdhulp. In het ondersteuningsplan staat alle informatie die nodig is om een goed besluit te nemen. In dit artikel van de nadere regels staat hoe we tot een besluit komen. Ook leest u over het moment waarop het besluit wordt genomen.
De inhoud van het besluit is beperkt. Daarmee voorkomen we dat er privacygevoelige informatie in de administratie met besluiten terechtkomt. Met dit lid regelen we ook dat er soms geen besluit wordt genomen. Dat is het geval als de inzet van specialistische jeugdhulp niet gewenst is. De jeugdige en/of de ouders en de professional hebben dit dan samen besproken.
Is het niet mogelijk om gewenste resultaten op te nemen in het besluit? Dan staat in het besluit bij welke hulpvraag de individuele voorziening helpt.
De individuele voorziening in natura geldt meestal voor onbepaalde tijd. Dit betekent dat we vooraf geen einddatum noemen. De aanbieder geeft hulp zo lang als dat nodig is om de gewenste resultaten te bereiken. Vinden zowel de aanbieder als de jeugdige en/of de ouders dat de hulp niet meer nodig is? Dan laat de aanbieder dat aan de gemeente weten met een stop-zorgbericht. Dat is de einddatum van het besluit.
Het systeem met stop-zorgberichten van aanbieder bestaat niet voor het pgb. Daarom staat in het besluit over een pgb altijd wel hoe lang het besluit geldig is. Anders zou het besluit eindeloos geldig zijn. Het Sociaal Wijkteam bepaalt hoe lang het besluit geldig moet zijn (bijvoorbeeld 1 of meer jaar). Dat bepaalt het Sociaal Wijkteam in goed overleg met de jeugdige en/of de ouders. Blijft het besluit langer dan 1 jaar geldig? Dan maakt het Sociaal Wijkteam afspraken over evaluaties. Tijdens een evaluatie bepaalt het Sociaal Wijkteam of de hulp nog steeds nodig en passend is. Dat doet het Sociaal Wijkteam samen met de jeugdige en/of de ouders.
Denken de jeugdige en/of de ouders en de professional van het Sociaal Wijkteam verschillend over de inzet van specialistische jeugdhulp? En staan ze niet allebei achter de inhoud van het ondersteuningsplan? Dan wordt het ondersteuningsplan een aanvraag voor een individuele voorziening. De jeugdige en/of de ouders vullen het ondersteuningsplan in en zetten hun handtekening. Het Sociaal Wijkteam neemt een besluit bij deze aanvraag. Meestal is dat een weigeringsbesluit: een besluit om de individuele voorziening niet toe te kennen.
In deze situaties komt er een verzoek tot zorgtoewijzing bij de gemeente binnen. Dit gebeurt na verwijzing door een huisarts, jeugdarts, medisch specialist, aanbieder van dyslexiezorg of een landelijke aanbieder. De gemeente kent de individuele voorziening dan toe via een JW301-bericht. Hiermee neemt het college een besluit over de inzet van specialistische jeugdhulp.
‘Beschikking’ is een term vanuit de Algemene wet bestuursrecht. Een beschikking is een brief over een individueel besluit. De gemeente stuurt alleen een beschikking op in de 3 genoemde situaties. Het ondersteuningsplan heeft namelijk al een uitgebreide onderbouwing en motivatie om jeugdhulp in te zetten. De jeugdige en/of de ouders kunnen in het ondersteuningsplan aangeven dat zij een beschikking willen ontvangen.
Artikel 3Extra voorwaarden voor toekennen van specialistische jeugdhulp
Met deze nadere regel wordt duidelijk hoe we beoordelen wat we van ouders mogen verwachten. Bij jeugdigen met een (chronische) ziekte, stoornis of beperking is het normaal dat ouders zo veel mogelijk de dagelijkse zorg geven. Ook als dat meer is dan gemiddeld bij gezonde kinderen van dezelfde leeftijd. Dit is een belangrijk uitgangspunt. Want ook bij gezonde kinderen verschilt de dagelijkse zorg. Het ene kind ontwikkelt zich nu eenmaal anders dan het andere kind. In bijlage 1 van deze nadere regels wordt uitgelegd wanneer er sprake is van persoonlijke verzorging en hoe we de omvang hiervan vaststellen.
De 4 vragen volgen uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Het college hoeft geen voorziening toe te kennen als er genoeg ‘eigen kracht’ is bij de ouders. Ze hebben dan genoeg eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen om de hulp te geven die nodig is. Ze kunnen zelf een oplossing vinden voor de hulpvraag. Eventueel met andere personen uit hun sociale netwerk. Het college moet goed onderzoeken of de ouders genoeg ‘eigen kracht’ hebben. De 4 vragen in de nadere regels helpen daarbij.
Artikel 4Doelgroep van dyslexiezorg
Deze doelgroep is gelijk aan de doelgroep die we nu in de praktijk hebben. Ook is de doelgroep gelijk aan de doelgroep volgens professionele (landelijke) normen.
Het onderwijs is ervoor verantwoordelijk om jeugdigen met dyslexie te herkennen en te begeleiden. Binnen de scholen zijn er afspraken over de ondersteuning bij dyslexie die op school mogelijk is. Blijkt die ondersteuning niet genoeg? Dan kan een school doorverwijzen om te bepalen of de jeugdige ernstige dyslexie heeft.
De aanbieder van dyslexiezorg is ervoor verantwoordelijk om de ernstige dyslexie te vast te stellen en te behandelen. De aanbieder gebruikt hierbij het ‘Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 3.0’. Het Nederlands Kwaliteitsinstituut heeft dit protocol gemaakt.
Artikel 5Extra regels voor het pgb
De ‘Checklist 10 punten pgb-vaardigheid’ is een zelftoets. Dit betekent dat de jeugdige en/of de ouders de checklist eerst zelf invullen. Op basis van de antwoorden bepaalt het Sociaal Wijkteam of de jeugdige en/of de ouders voldoende pgb-vaardigheid hebben. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de checklist samen met de belangenvereniging PerSaldo gemaakt. De handleiding erbij heet ‘Handreiking voor toetsing (minimale) pgb-vaardigheid’.
In de checklist worden de volgende 10 vaardigheden benoemd:
Communiceren met de gemeente, zorgverzekeraar of zorgkantoor, de SVB en zorgverleners. De beheerder moet zelfstandig en zelfverzekerd kunnen communiceren met andere partijen. Als er iets verandert, moet de beheerder dat zelf aangeven. Uit de verantwoordelijkheid vloeit ook voort dat de budgetbeheerder verantwoordelijk is voor het tijdig aanvragen van verlengingen, wijzigingen of de overgang naar andere wetgeving. De budgetbeheerder is bijvoorbeeld verantwoordelijk om tijdig actie te ondernemen op het moment dat de hulp nog nodig is na het 18e levensjaar.
Als de jeugdige of ouders zelf niet beschikken over de benodigde vaardigheden om het Pgb te beheren, kan in een aantal situaties toch een Pgb worden verstrekt. Zo kan bijvoorbeeld iemand uit het netwerk of een wettelijk vertegenwoordiger deze rol op zich nemen. Ook kan het zo zijn dat ouders worden gecompenseerd of ondersteund om te beschikken over de vaardigheden. In deze gevallen beoordeelt het SWT op basis van de individuele situatie of een Pgb toegekend kan worden. Daarbij zijn naast de hierboven genoemde vereisten ook de volgende criteria van belang:
Er mag geen sprake zijn van een onwenselijke vermenging van rollen, daarmee wordt bedoeld dat het beheer en de uitvoering van het Pgb door dezelfde persoon worden gedaan. Slechts in uitzonderingssituaties is het toegestaan dat het beheer van het Pgb en het uitvoeren van de ondersteuning door één en dezelfde persoon wordt gedaan. De uitzondering is alleen van toepassing bij een informeel Pgb, voor professionele organisaties is deze uitzondering niet mogelijk. Er moet worden gemotiveerd waarom het niet mogelijk is om deze rollen te scheiden. Criteria waarin aan de dubbelrol in ieder geval getoetst wordt zijn:
Bewindvoerders zijn wettelijk vertegenwoordigers die kunnen ondersteunen bij met name de financiële en administratieve kant van het Pgb. Als de budgethouder wil dat zijn bewindvoerder het volledige budgetbeheer (dus naast de financiële ook de zorginhoudelijke kant) op zich neemt en de bewindvoerder daarmee akkoord gaat, dan zijn daartegen geen bezwaren. Het is echter geen eis dat een cliënt met een bewindvoerder het volledige budgetbeheer aan zijn bewindvoerder laat. Uit de Jeugdwet volgt dat gedeeltelijke vertegenwoordiging mogelijk moet kunnen zijn.
Mentoren zijn wettelijk vertegenwoordigers die taken en beslissingen met betrekking tot verzorging, behandeling, begeleiding en verpleging en dus niet-vermogensrechtelijke handelingen overnemen van betrokkenen. Ook wanneer er sprake is van een Pgb. De mentor vervult geen financiële en administratieve rol. Daarom is een mentor alleen toegestaan als Pgb beheerder als deze aangeeft betrokken te willen zijn bij de financiële en administratieve kanten van de zorg.
Er zijn omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het beheer van een Pgb. In het bepalen of ouders of een jeugdige een Pgb kunnen beheren wordt in ieder geval rekening gehouden met deze omstandigheden. Het beheer van een Pgb wordt in ieder geval geweigerd als blijkt dat op basis van de omstandigheden het Pgb daadwerkelijk niet beheerd kan worden. Het zich voordoen van een van de hieronder genoemde omstandigheden is op zichzelf geen reden om het beheer van een Pgb te weigeren, hoewel het wel een contra-indicatie is: schuldenproblematiek, verslavingsproblematiek, aangetoonde fraude minder dan 4 jaar geleden, er eerder misbruik is gemaakt van het Pgb, sterke vergeetachtigheid/verstandelijke beperking/psychische stoornis, analfabeet of digibeet zijn, het leiden van een zwervend bestaan of handelingsonbekwaamheid.
We gebruiken een vast format om het budgetplan te beoordelen. Het format is als bijlage 2 toegevoegd aan de nadere regels. In het budgetplan geven de jeugdige en/of de ouders meer uitleg over:
Die uitleg geven ze door een aantal vragen te beantwoorden. Het gaat onder andere om de vragen in artikel 5.1 lid 2. Daarnaast geven de jeugdigen en/of ouders in het in het budgetplan aan op welke wijze de eisen genoemd in artikel 5.3 van de verordening worden ingevuld.
De professional van het Sociaal Wijkteam toetst of het budgetplan voldoet aan de in artikel 5.1 lid 2 bovenstaande eisen. Er moet gewaarborgd zijn dat de voorziening die cliënt met het pgb inkoopt, veilig, doeltreffend en cliëntgericht wordt verstrekt. De kwaliteit van de voorziening moet voldoen aan de kwaliteitseisen die worden aan jeugdhulp.
Bijlage 1 Persoonlijke verzorging
In deze bijlage wordt uitgelegd wat moet worden verstaan onder persoonlijke verzorging en hoe de omvang van de zorg berekend wordt.
Persoonlijke verzorging is onderdeel van de zorg en begeleiding die een jeugdige altijd nodig heeft. De jeugdige krijgt hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) op het gebied van verzorging. Voorbeelden van activiteiten zijn:
Het begrip ‘persoonlijke verzorging’ valt volgens de Jeugdwet onder ‘jeugdhulp’
Dat staat in artikel 1, onderdeel 3° van begrip jeugdhulp. In de wet staat ook om welke jeugdigen het gaat en wat het doel is van het bieden van persoonlijke verzorging. Het gaat om jeugdigen tot 18 jaar met:
Ondersteunen in de persoonlijke verzorging helpt de jeugdige om zichzelf beter te redden
De jeugdige krijgt ondersteuning in persoonlijke verzorging. Dagelijkse handelingen kunnen worden overgenomen, terwijl de jeugdige daarin zelf ook meehelpt. Ook krijgt de jeugdige de handelingen aangeleerd en wordt hij/zij aangemoedigd om handelingen zelf te doen. Op die manier werken we aan het doel: zorgen dat de jeugdige zichzelf beter kan redden.
Berekening omvang individuele voorziening voor persoonlijke verzorging.
Als we een individuele voorziening geven, stellen we vast waar deze precies uit bestaat. Dit berekenen we op de volgende manier:
Gemiddelde tijd en frequentie van persoonlijke verzorgingshandelingen
Van sommige activiteiten kunnen we van ouders niet verwachten dat zij dit doen. Op het moment dat is vastgesteld om welke activiteiten het gaat, bepalen we hoeveel tijd per week aan jeugdhulp de ouders hiervoor krijgen. We kennen een aantal uren en minuten jeugdhulp toe voor persoonlijke verzorging. Dit is niet meer dan nodig is om goede en veilige zorg te geven.
Toelichting tabel Activiteiten persoonlijke verzorging
In de tabel hieronder staat naast de activiteit en handeling de gemiddelde tijd die daar per keer voor nodig is. Ook staat in de tabel hoe vaak per dag deze handeling plaatsvindt: de frequentie. De gemiddelde tijden zijn inclusief 3,5 minuten indirecte zorg. Denk hierbij aan handelingen zoals het binnenkomen, gedag zeggen, handen wassen en het kort inkijken of bijwerken van het zorgdossier.
Helpen met het verplaatsen (met tillift) van bed naar (rol)stoel | |||
Aanleren en begeleiden van persoonlijke verzorgingsactiviteiten |
We geven meer tijd als dat nodig is door de beperkingen
De tijden zijn nu berekend voor kinderen die zich ‘normaal’ kunnen bewegen, meewerken, geen gedragsproblemen hebben enzovoort. Kan iemand laten zien dat er meer tijd nodig is door de beperkingen van het kind? Dan kan daar met een reden meer tijd voor worden gegeven.
Voor sommige handelingen geven we minder tijd
Soms kan de zorgverlener meerdere handelingen doen op hetzelfde zorgmoment. In dat geval hebben we het over ‘samenvallende activiteiten’. Voor deze activiteiten geven we minder tijd. Dat komt omdat de zorg tegelijk en efficiënter wordt gegeven.
De zorgverlener helpt een kind met de volgende activiteiten:
De tijd voor indirecte zorg zit al bij de tijd voor deze activiteiten. Dat betekent dus dat de tijd tussen haakjes bestaat uit de zorgtijd en 3,5 minuut indirecte zorg. In de situatie hierboven is sprake van samenvallende activiteiten. Dat betekent dat we 3 keer 3,5 minuut van de gegeven tijd afhalen (10 minuten). In dit geval geven we dus 50 minuten voor alle activiteiten in plaats van 60 minuten.
Richtlijn gebruikelijke zorg, afspraken over de gebruikelijke zorg.
Door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is een richtlijn opgesteld met daarin afspraken over de gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen met een normale ontwikkeling in verschillende levensfases. Deze afspraken gaan dus over de ‘normale’ zorg die ouders hun kinderen geven, in elke leeftijdsfase.
Deze afspraken zien er volgt uit:
Bijlage 2. Budgetplan PGB Jeugd
Als u met een persoonsgebonden budget (pgb) zorg vanuit Jeugdwet wilt inkopen, moet u dit formulier, het budgetplan pgb Jeugd (budgetplan) invullen. Met het budgetplan laat u de gemeente zien dat u al heeft nagedacht over de manier waarop u het budget wilt gaan besteden. De basis voor dit budgetplan is het gesprek dat u hebt gehad met uw contactpersoon van het Sociaal Wijkteam en het opgestelde ondersteuningsplan. Met behulp van dit budgetplan beoordeelt de gemeente of u voor een pgb in aanmerking komt en het budgetplan een goede weergave is van het Ondersteuningsplan en de daarin vastgelegde resultaten. De regels hiervoor zijn vastgelegd in de Jeugdwet (artikel 8.1.1) in de Verordening Jeugdhulp De Fryske Marren 2024 (Artikel 5.1.) en in de Nadere regels Jeugdhulp De Fryske Marren (Artikel 5).
Komt u in aanmerking voor een pgb dan zijn dit de volgende stappen:
1. PERSOONSGEGEVENS VAN DEGENE DIE ONDERSTEUNING KRIJGT Vul hier de persoonlijke gegevens van de jeugdige/ouders in. | |||
2. PERSOONSGEGEVENS OUDER/VERTEGENWOORDIGER Vul hier de gegevens in van de ouder/vertegenwoordiger van de jeugdige. | |||
☐ Een wettelijk vertegenwoordiger: ☐ bewindvoerder ☐mentor ☐curator ☐ Een gemachtigde vertegenwoordiger uit mijn eigen omgeving: | |
(alleen in geval van professioneel wettelijk vertegenwoordiger) | |
Motiveer hier waarom de zorg ingekocht door de gemeente niet passend is. | |
Waarom kunt u of wilt u geen gebruik maken van de zorgaanbieders die gecontracteerd zijn door de gemeente? |
Geef aan hoe u het budget wilt gaan besteden. LET OP. Wanneer u als ouder informele zorg gaat leveren, lees eerst bijlage 5. | ||||||
Soort ondersteuning1 | ||||||
Wanneer het budget wordt ingezet over meerdere kalenderjaren, dan kunt u hier aangegeven welk deel van het budget u in welk kalenderjaar wilt besteden. | |||
Indien het pgb van de gemeente niet voldoende is hoe lost u dit dan op? |
WAT MOET U WETEN OVER EEN PGB!
Het is heel belangrijk dat u bewust en weloverwogen kiest voor de zorg die bij u past. Voordat u kunt kiezen voor een pgb moet u eerst goed weten wat er te kiezen is en wat een keuze precies voor u betekent. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) laat met een 10 puntenkader zien wat u moet kunnen en weten om met een pgb te werken.
Het gaat om de volgende vaardigheden welke onderverdeeld zijn in onderstaande 10 punten:
U kunt meer over deze 10 punten lezen op de website van het ministerie van VWS en PerSaldo. PerSaldo is de landelijke vereniging van mensen met een pgb. Twijfelt u nog? U kunt altijd advies vragen van de Onafhankelijke Cliëntenondersteuner. In de door u ontvangen informatiefolder over de onafhankelijke cliëntenondersteuner kunt u daar meer over lezen. Ook uw contactpersoon vanuit het Sociaal Wijkteam kan u helpen.
Bent u zelf niet voldoende vaardig om alle pgb taken uit te voeren? Dan kunt u hiervoor een ander vragen. Dat kan iemand zijn uit uw eigen omgeving (gezinslid, familielid, vriend(in) of kennis). Het kan ook een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde of de gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp zijn. Degene die deze taken uitvoert noemen we een budgetbeheerder.
We hebben deze taken voor u op een rijtje gezet:
Bij het veranderen van afspraken moet een nieuw budgetplan en zorgovereenkomst opgesteld worden. Het budgetplan en zorgovereenkomst worden gestuurd naar de gemeente. De zorgovereenkomst wordt ook aan de SVB gestuurd. Wijzigingen direct doorgeven aan uw contactpersoon van de gemeente en de SVB. Zoals een verhuizing, het stopzetten of veranderen van de ondersteuning vanuit het pgb, verandering van budgetbeheerder of een andere zorgaanbieder.
WAT MOET U WETEN OVER DE VERSCHILLENDE ZORGVERLENERS!
Een formele zorgverlener is geregistreerd bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of in het BIG register. Voor vaktherapeuten geldt dat ze ingeschreven staan in het Register Vaktherapie (SRVB) dat valt onder de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB) of bij het RBCZ.
Bij het ontbreken van een registratie kan een zorgverlener alsnog als formeel worden aangemerkt indien sprake is van aantoonbare kwalificaties, diploma's en/of certificaten die de professionele kwaliteit waarborgen. Bij de vaststelling of er sprake is van een formeel of informeel tarief, geldt dat 1e en 2e graads familiebanden voorgaan op de kwalificatie.
Onder een informeel zorgverlener verstaan we een persoon, niet zijnde een formele zorgverlener, die ondersteuning levert aan de cliënt. Tot informele zorgverleners rekenen we ook familieleden, niet zijnde de ouders, van de cliënt die op basis van het pgb ondersteuning bieden.
Let op: een informele zorgverlener kan alleen enkelvoudige specialistische jeugdhulp, begeleiding en ondersteuning, logeren en/of vervoer bieden. Voor de overige vormen van hulp moet een formele zorgverlener gekozen worden.
3.Ouders als informele zorgverlener
U kunt als ouder op basis van het pgb ondersteuning bieden aan uw kind. U kunt alleen begeleiding en ondersteuning, persoonlijke verzorging en/of vervoer bieden. Voor de overige vormen van hulp moet een formele zorgverlener gekozen worden.
BIJLAGE 2 – KWALITEITSEISEN (GEREGISTREERDE) FORMELE ZORGVERLENER
Indien uw zorgverlener een formele zorgverlener is (zorgaanbieder of zzp’er), vraag hem/haar dan dit formulier in te vullen en te ondertekenen.
Een zorgverlener die niet is geregistreerd, dient middels het invullen en ondertekenen van het formulier ‘ONDERBOUWING NIET GEREGISTREERDE FORMELE ZORGVERLENER’ (bijlage 2) te bevestigen dat er hulp wordt geboden conform de norm verantwoorde werktoedeling.
Als er meerdere formele zorgverleners jeugdhulp gaan leveren, vult iedere zorgverlener een eigen formulier in.
De Jeugdwet omschrijft aan welke kwaliteitseisen een professionele jeugdhulpaanbieder moet voldoen. Uw zorgverlener moet daarom aangeven dat hij aan de kwaliteitseisen voldoet. De gemeente controleert steekproefsgewijs of uw zorgverlener daadwerkelijk aan deze eisen voldoet.
Kwaliteitseisen (geregistreerde) formele zorgverlener
De zorgverlener is een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1 van de Jeugdwet. De zorgverlener dient te voldoen aan alle bepalingen uit de Jeugdwet en Regeling Jeugdwet die betrekking hebben op de jeugdhulpaanbieder. Deze verklaring is geen uitputtende weergave van al deze bepalingen.
De jeugdhulpaanbieder organiseert zich zo (en voorziet zich van kwalitatief goed en voldoende personeel) dat verantwoorde hulp kan worden geboden (norm van de verantwoorde werktoedeling). Er wordt verantwoorde hulp geboden als:
De jeugdhulpaanbieder medewerkers inzet met kwalificaties die passend zijn bij de aard van de hulpverlening. Er wordt uitgegaan van de kwalificaties zoals omschreven in de beroepstandaarden (BIG- SKJ). Alle kwalificaties van de door de jeugdhulpaanbieder ingezette medewerkers zijn op verzoek beschikbaar voor inzage door de budgethouder en de gemeente.
Indien het college een controle uitvoert is de jeugdhulpaanbieder verplicht om kosteloos medewerking te verlenen. De controles richten zich onder meer op de inhoudelijke kwaliteit, feitelijke levering, doel- en rechtmatigheid van de gedeclareerde jeugdhulp. De jeugdhulpaanbieder levert alle gevraagde gegevens en is verplicht inzage te geven in bijvoorbeeld de personele en financiële administratie. De controles en evaluaties mogen de continuïteit van de dienstverlening niet verstoren, een en ander ter beoordeling van de gemeente.
BIJLAGE 3 - ONDERBOUWING NIET GEREGISTREERDE FORMELE ZORGVERLENER
Als de formele zorgverlener niet SKJ/BIG geregistreerd is of ingeschreven is in het CIBG kunt u de zorgverlener hier laten toelichten waarom een dergelijke registratie voor de door de formele zorgverlener te leveren jeugdhulp niet noodzakelijk is.
Wanneer een niet geregistreerde zorgverlener jeugdhulp wil bieden, dient hij/zij te onderbouwen waarom hij/zij van mening is dat dit verantwoorde hulp is.
Verantwoorde hulp is van goed niveau, als deze in ieder geval; veilig, doeltreffend, doelmatig en clientgericht wordt verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder.
Het is aan u als budgethouder om te beoordelen of de niet geregistreerde zorgverlener verantwoorde hulp kan bieden. De gemeente toetst hierop met behulp van het Kwaliteitskader Jeugd. Om deze beoordeling te kunnen maken, dient de zorgverlener onderstaande vragen te beantwoorden.
Is de problematiek van de jeugdige enkelvoudig of complex? Licht toe. | |||
Is de situatie van de jeugdige en diens systeem stabiel en voorspelbaar? Licht toe. | |||
Zijn er (veiligheids-) risicofactoren4 bij de jeugdige en diens systeem? Zo ja, welke zijn dit? Licht toe hoe dit wordt gemonitord en hoe u hiermee omgaat. | |||
U heeft een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).De VOG (screeningsprofiel 45) mag niet ouder zijn dan drie jaar. |
BIJLAGE 4 – VERKLARING INFORMELE ZORGVERLENER
Indien uw zorgverlener een informele zorgverlener is, vraag hem/haar dan dit formulier in te vullen en te ondertekenen.
Vraagt de ondersteuning specifieke kennis en vaardigheden? Beschrijf uw competenties, kennis en vaardigheden. | |
U werkt op basis van een plan. Kunt u kort omschrijven welke zorg u verleend en in welke omvang? | |
U heeft een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).De VOG (screeningsprofiel 45) mag niet ouder zijn dan drie jaar. | |
U neemt contact op met Veilig Thuis als u huiselijk geweld en/of kindermishandeling vermoedt. (U kunt advies krijgen of een melding doen bij Veilig Thuis) geweld. | |
U neemt direct contact op met het Sociaal Wijkteam wanneer u denkt dat de verleende zorg schadelijk is voor de jeugdige.5 | |
Heeft u naast het bieden van informele zorg ook nog andere werkzaamheden? Hoeveel uur werkt u totaal per week. |
BIJLAGE 5 – VERKLARING OUDER(S) IS (ZIJN) INFORMELE ZORGVERLENER
Wanneer u als ouder een informele zorgverlener bent dient u dit formulier in te vullen en te ondertekenen.
Geef hier aan om welke vorm van hulp het gaat. In het geval van een formele zorgverlener kan het gaan om: enkelvoudige specialistische jeugdhulp, meervoudige specialistische jeugdhulp, complexe problematiek, zeer complexe en intensieve problematiek, begeleiding en ondersteuning, dagopvang, dagbehandeling, residentiële specialistische jeugdhulp, logeren en/of vervoer. In het geval van een informele zorgverlener kan het gaan om: enkelvoudige specialistische jeugdhulp, begeleiding en ondersteuning, logeren en/of vervoer. In het geval een ouder de informele zorgverlener is kan het gaan om begeleiding en ondersteuning, persoonlijke verzorging en/of vervoer.
Belangrijke aandachtspunten zijn: Als er niets is ingevuld en er is vanuit de casus geen aanleiding om hier specifieke aandacht voor te vragen kan hier mee worden volstaan. Zijn er wel aantoonbare (veiligheids-) risico factoren dan dient er een nadere toelichting te worden gegeven. Wanneer dit wordt geweigerd dan heeft dit geen gevolgen voor het wel/niet verstrekken van het pgb maar wordt onderzocht of een zorgmelding noodzakelijk is.Indien ja is ingevuld dan moet in ieder geval besproken worden:- Er is contact met Veilig Thuis als er huiselijk geweld en/of kindermishandeling wordt vermoedt (toepassing meldcode);- Er wordt direct contact opgenomen met het Sociaal Wijkteam wanneer de verleende zorg of de situatie schadelijk is voor de jeugdige.