Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Nadere regeling Verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regeling Verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe
CiteertitelNadere regeling Verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-04-202401-01-2030nieuwe regeling

02-04-2024

gmb-2024-152691

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regeling Verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe

Het collegevan burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe;

 

gelet op:

  • titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; en

  • artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe;

 

overwegende dat

 

  • het college in het Integraal Accommodatiebeleid 2021-2040 (IAB) als uitgangspunt energieneutraal in 2040 heeft opgenomen voor het maatschappelijk vastgoed in Midden-Drenthe;

  • een dorpshuis een dorpshuis is als deze voldoet aan de uitgangspunten van een dorpshuis, zoals dit is verwoord in de Koersnotitie Dorpshuizen 2022- 2034 (Koersnotitie); met dorpshuizen ook buurthuizen bedoeld worden;

  • een dorpshuis beschouwd wordt als maatschappelijk vastgoed;

  • alle dorpshuizen niet gelijktijdig verduurzaamd kunnen worden;

  • het college met de eigenaar/exploitant van het dorpshuis voor verduurzaming een gezamenlijke opgave heeft;

  • het subsidiëren van (structurele) bedrijfsmatige activiteiten geen taak van het college is;

  • het dorpshuis(bestuur) de initiatiefnemer is voor verduurzaming;

  • het college, onder voorwaarden, verduurzamingsinitiatieven wil ondersteunen met een subsidie om de verduurzaming van dorpshuizen te versnellen met als doel de dorpshuizen te ondersteunen bij het behouden en/of bevorderen van de leefbaarheid in een dorp of buurt.

 

 

besluit

 

 

de volgende regeling vast te stellen:

 

Nadere regeling Verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe.

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe.

Energieneutraal: het energieverbruik van een gebouw is energieneutraal als het gebouwgebonden energieverbruik op jaarbasis op nul uitkomt.

IAB: Integraal Accommodatiebeleid 2021-2040; Kansen benutten!, vastgesteld op 16 december 2021.

Koersnotitie Dorpshuizen: de Koersnotie Dorpshuizen 2022-2034, vastgesteld op 16 december 2021.

 

Artikel 2 Doel

Het doel van deze nadere regeling is om de dorpshuizen te ondersteunen bij het uitvoeren van duurzaamheidsmaatregelen in dorpshuizen in lijn met het raadsbesluit prioritering en financiering verduurzaming dorpshuizen van 2 november 2023.

 

Artikel 3 Reikwijdte

Subsidie is uitsluitend beschikbaar voor:

  • 1.

    De vermelde dorpshuizen in de Koersnotitie Dorpshuizen 2022-2034 van de gemeente Midden-Drenthe.

  • 2.

    Het deel van het dorpshuis waar de maatschappelijke functie van het dorpshuis wordt uitgeoefend.

 

Artikel 4 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de subsidieaanvragen te beoordelen en hierover te besluiten op basis van deze nadere regeling.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De subsidiabele kosten zijn kosten voor verduurzamingsmaatregelen in of aan het dorpshuis van de aanvrager (verduurzaming van de inboedel is niet subsidiabel).

  • 2.

    Bij zelfwerkzaamheid zijn de eigen uren niet declarabel.

  • 3.

    Het college verstrekt verduurzamingssubsidie in de vorm van een geldbedrag voor het (laten) uitvoeren van energiebesparende en/of installatietechnische maatregelen.

  • 4.

    De kosten voor advies, materiaal, arbeid van erkende bedrijven/professionals inclusief (niet verrekenbare) BTW komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5.

    De maatregelen vermeld in artikel 5.3 moeten aantoonbaar bijdragen aan het doel om te komen tot een (gebouwgebonden) energieneutraal dorpshuis.

  • 6.

    In afwijking van artikel 5.5 worden maatregelen voor dorpshuizen waar ruimtelijke ontwikkelingen van invloed zijn op het toekomstperspectief beoordeeld op basis van terugverdientijden in relatie tot de resterende verwachte gebruiksduur van het dorpshuis.

 

Artikel 6 Aanvraagperiode en beslistermijn

  • 1.

    Een aanvraag kan ingediend worden vanaf de inwerkingtreding van deze nadere regels tot 1 augustus 2027.

  • 2.

    Aanvragen worden op twee momenten per jaar beoordeeld. Er wordt twee keer per jaar beslist op de tot dan toe ontvangen aanvragen. De beoordelingsdata zijn:

  • in 2024: 1 mei en 1 augustus.

  • in 2025, 2026 en 2027: 1 februari en 1 augustus.

  • 3.

    Het college beslist op een complete aanvraag binnen 8 weken na de van toepassing zijnde beoordelingsdata van 1 februari (in 2024 1 mei) of 1 augustus. Voordat de termijn van 8 weken is verstreken kan deze eenmaal met vier weken worden verlengd.

 

Artikel 7 Aanvraagvereisten

  • 1.

    Een aanvraag voor verduurzamingssubsidie wordt voorafgaand aan uitvoering en ondertekend via gemeente@middendrenthe.nl ingediend. De aanvraag omvat minimaal:

    • a.

      Het onderwerp: aanvraag Subsidie verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe.

    • b.

      Het adres van het dorpshuis waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • c.

      Naam, adres, woonplaats, e-mail en telefoonnummer van de aanvrager:

      • i.

        met een ondertekende verklaring van het bestuur dat de aanvrager gemachtigd is namens het bestuur te handelen; of

      • ii.

        een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit dat blijkt.

    • d.

      Een overzicht van de bij de aanvraag behorende en ondertekende documenten.

    • e.

      Offerte(s) van de aannemer/installateur/leverancier (inclusief btw) met omschrijving van de werkzaamheden/materialen en locatie waar de werkzaamheden worden verricht.

    • f.

      Een ondertekend overzicht waaruit de eigen bijdrage en/of verwachte cofinanciering blijkt.

    • g.

      Een bewijsstuk dat verklaart dat de uit te voeren werkzaamheden in het dorps- en/of buurthuis bijdraagt aan het einddoel energieneutraal danwel terugverdientijden in relatie resterende verwachte gebruiksduur.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet voor de eerstvolgende uiterste inschrijfdatum wordt aangevuld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Verordening tot eerste wijziging Algemene Subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    Met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat op de aanvraag is beslist.

  • 2.

    Voor zover voor dezelfde maatregelen en situering al een aanvraag is toegewezen op basis van deze nadere regeling.

  • 3.

    Als uit de aanvraag blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen als bedoeld in deze regeling.

  • 4.

    Als het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 9 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum bijdrage van € 50.000 per aanvraag.

  • 2.

    Valt de in de aanvraag vermelde eigen bijdrage/cofinanciering achteraf lager uit dan verwacht, dan kan het college besluiten het teveel uitgekeerde bijdrage geheel of gedeeltelijk terug te vorderen met dien verstande dat de verhouding 50/50 tussen de bijdrage en die van de eigen bijdrage/cofinanciering op grond van deze regeling weer in evenwicht gebracht wordt.

 

Artikel 10 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Er wordt op twee momenten per jaar beslist op aanvragen voor subsidie op grond van deze regeling. De beoordelingsmomenten voor deze regeling zijn 1 mei 2024, 1 augustus 2024, 1 februari 2025, 1 augustus 2025, 1 februari 2026, 1 augustus 2026, 1 februari 2027 en 1 augustus 2027. Het subsidieplafond bedraagt per beoordelingsmoment als bedoeld in het eerste lid € 100.000,-.

  • 2.

    De verdeling van het subsidieplafond voor verduurzaming van dorpshuizen vindt plaats op basis van volgorde van ontvangst van volledige aanvragen, waarbij een eerste aanvraag voor een bepaald dorpshuis voorrang krijgt op een tweede of volgende aanvraag voor een bepaald dorpshuis.

  • 3.

    Bij onvolledige aanvraag wordt de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen. De dag waarop die aanvraag is aangevuld – zodat sprake is van een volledige ingevulde en ondertekende aanvraag- wordt voor de beslissing als datum van ontvangst van die aanvraag beschouwd.

  • 4.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen en het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld op basis van het tijdstip van ontvangst.

  • 5.

    Bij gelijktijdige en gelijkwaardige aanvragen is “maatwerk” in volgorde prioritering mogelijk op basis van het energielabel en het gebruik en/of gebruiksuren van het pand.

  • 6.

    Indien het subsidieplafond zou worden overschreden door toekenning van alle voor de peildatum ingediende aanvragen, worden de aanvragen of deel van de aanvraag dat boven het subsidieplafond van dat moment uitstijgt automatisch aangemeld voor de volgende ronde.

 

Artikel 11 Subsidievaststelling en betaling

  • 1.

    De subsidie wordt na verlening als voorschot beschikbaar gesteld.

  • 2.

    In overleg met de aanvrager worden afspraken gemaakt over de uitbetaling van de subsidie.

  • 3.

    De aanvrager dient binnen 3 maanden na afronding werkzaamheden een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 4.

    Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een financieel verslag, afschriften van de facturen en bewijs (foto’s) van de uitvoering van de gesubsidieerde maatregelen.

  • 5.

    Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bij de subsidieverlening toegekende bijdrage.

  • 6.

    De aanvrager realiseert de verduurzamingsmaatregelen binnen 1 jaar na subsidieverstrekking. Het is mogelijk eenmalig uitstel aan te vragen van 12 maanden. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan kan het college de subsidie ambtshalve vaststellen op € 0,-.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze nadere regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Nadere regeling Verduurzaming dorpshuizen Midden-Drenthe.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze nadere regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en geldt tot en met 31 december 2029.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 april 2024

M. Hacking J. Zwiers

secretaris burgemeester