Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsplan Subsidies sociaal domein |
Citeertitel | Beleidsplan Subsidies sociaal domein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2024 | nieuwe regeling | 02-04-2024 |
Het masterplan sociaal domein Oldenzaal (maart 2021) en het integraal beleidskader sociaal domein Oldenzaal (januari 2022) vormen de kaders voor dit nieuw opgestelde subsidiebeleid sociaal domein Oldenzaal. In het masterplan sociaal domein staat centraal dat we werken aan een krachtige samenleving, waarin de inwoner meedoet, naar eigen kunnen bijdraagt en waar nodig ondersteund wordt. Hierbij streven we een viertal maatschappelijke effecten na, te weten: gezondheid, veiligheid, verbondenheid en zelfredzaamheid. Het integraal beleidskader sociaal domein bevat een uitwerking van deze visie. Daarin beschrijven we hoe we de transformatie in het sociaal domein doorzetten, aan de hand van drie leidende principes:
Om dit te realiseren zetten we blijvend in op preventie, integraal werken en strategisch partnerschap. We willen meer gericht en meer gestructureerd inzetten op het normaliseren van problematiek en het aanbieden van preventieve activiteiten en lichte ondersteuning. Daarbij kijken we integraal naar de inwoner en organiseren we de ondersteuning integraal. Om de integrale benadering te kunnen realiseren is samenwerking met partners nodig (strategisch partnerschap). De gemeente en haar strategische partners moeten elkaar vertrouwen, respecteren en elkaars expertise kennen. Strategisch partnerschap stelt ons in staat elkaars expertise te benutten en te leren van elkaar. Schaarste van middelen en mensen dwingt ons daarnaast tot samenwerking en het slimmer inzetten van de mogelijkheden die we hebben. Het vraagt ook dat alle partijen hun eigen verantwoordelijkheid serieus nemen. Dus niet doorgaan met activiteiten die niet langer bijdragen aan maatschappelijke effecten, maar zelf het initiatief nemen hiermee te stoppen. Vragen vanuit de Oldenzaalse samenleving zelf actief oppakken, vanuit de eigen rol. Ook hier: komen om weer te gaan. Hierbij zetten we ook in op innovatie en ondernemerschap
Dit alles vraagt dat wij zelf ook nadenken over de inzet van inkoop en subsidies als instrumenten om de maatschappelijke effecten te bereiken. Het al dan niet verstrekken van subsidie is namelijk een effectief middel voor de gemeente om te sturen op realisatie van datgene wat Oldenzalers nodig hebben. De gemeente wil het beschikbare subsidiebudget gericht, effectief en doelmatig besteden. Daarom is subsidiëren inhoudsgericht: we subsidiëren organisaties voor de inhoudelijke bijdragen die zij leveren aan tenminste één van de vier effecten gezondheid, veiligheid, verbondenheid en zelfredzaamheid. Daarbij is het uitgangspunt dat de initiatieven voorliggend zijn of een alternatief kunnen zijn voor maatwerk. Daarmee bedoelen we de geïndiceerde ondersteuning die wordt geboden in het kader van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. Voorbeelden van alternatieven voor maatwerk zijn BSO+ en Veertienrond, waarmee laagdrempeliger, thuisnabijere voorzieningen in Oldenzaal zijn gerealiseerd als alternatief voor maatwerk.
De Kadernota subsidieproces 2017 vormt het brede beleidsmatige kader en de Algemene subsidieverordening gemeente Oldenzaal 2017 (Asv 2017) en daaronder vallende subsidieregelingen vormen samen het juridisch kader en de verplichte wettelijke grondslag op basis waarvan de gemeente subsidie verstrekt. Dit subsidiebeleid schetst de nadere kaders, uitgangspunten en vormgeving van het subsidiebeleid voor de verschillende vormen van subsidies in het sociaal domein. Deze zijn voor het eerst van toepassing bij de aanvragen voor subsidies in de tweede helft van 2025 die betrekking hebben op het jaar 2026.
Met het vaststellen van dit beleidsplan Subsidies sociaal domein wordt een belangrijke stap gezet richting de verdere uitvoering van het masterplan en beleidskader sociaal domein. We kunnen hiermee nog gerichter de voorzieningen subsidiëren die wij als basisvoorzieningen beschouwen, en daarnaast heel bewust vernieuwende, vraaggerichte en impactgerichte activiteiten aanjagen en daarbij indien gewenst inhoudelijke accenten leggen. Uiteindelijk gericht op een voorzieningen- en activiteitenaanbod dat onze inwoners in staat stelt deel te nemen in én samen vorm en inhoud te geven aan de krachtige Oldenzaalse samenleving.
2.1 Lokale inhoudelijke kaders
2.1.1 Masterplan sociaal domein (2021)
In maart 2021 is het ‘Masterplan sociaal domein’ vastgesteld door de gemeenteraad. Daarin is beschreven op welke manier gemeente Oldenzaal de transformatie in het sociaal domein wil doorvoeren door in te zetten op preventie, integraal werken en strategisch partnerschap. Daarbij streven we naar een krachtige samenleving, waarin de inwoner meedoet, naar eigen kunnen bijdraagt en daar waar nodig ondersteund wordt. Zelfredzaamheid, verbondenheid, veiligheid en gezondheid van inwoners in deze samenleving zijn de basis van wat wij willen bereiken in het sociaal domein. Dit streven en de inzet op en toetsing aan de vier daarbij horende effecten vormen daarmee de richting voor de invulling van ieders rol in het sociaal domein.
2.1.2 Integraal beleidskader sociaal domein (2022)
Het Masterplan is verder uitgewerkt in het integraal beleidskader sociaal domein 2022 (‘Iedereen doet mee’). In dit beleidskader:
zijn – in lijn met het masterplan sociaal domein, dat de strategische kaders schetste – de thema’s preventie, integraal werken en strategisch partnerschap nader uitgewerkt tot inhoudelijke kaders op hoofdlijnen waarmee we, samen met de maatschappelijke partners in het sociaal domein, concreet aan de slag gaan in de uitvoering;
Onderdeel daarvan is het doorontwikkelen van ons subsidiebeleid, waarbij we subsidies meer willen richten op het bereiken van de maatschappelijke effecten (zelfredzaamheid, verbondenheid, veiligheid en gezondheid). Subsidies zijn immers een belangrijk instrument voor de gemeenten Oldenzaal om de beleidsdoelen te bereiken. De uitgangspunten uit het nieuwe integraal beleidskader vragen dan ook om een herijking van het subsidiebeleid en –proces. Met de herijking willen we ruimte te creëren binnen de bestaande (financiële) kaders innovatie mogelijk maken en meer flexibiliteit tot stand te brengen.
Het in 2022 vastgestelde raadsprogramma ‘Samen vooruit, juist nu’ geeft richting aan de ambities voor de raadsperiode 2022-2026. Een kwalitatief goed ondersteuningsaanbod en samenwerken in de keten zijn de kernambities van de gemeenteraad om de beoogde impact, een krachtige Oldenzaalse samenleving, te realiseren.
Voor elke doelgroep is een toereikend aanbod beschikbaar, waarbij vooral ook oog is voor de aansluiting tussen het preventieve en maatwerk aanbod. De (sociale) basis van inwoners van Oldenzaal wordt gevormd door hun eigen kracht en het eigen sociale netwerk. Aanvullend hierop zijn er voorzieningen waar inwoners zonder indicatie met hun hulpvragen terecht kunnen. Inzicht in het preventief ondersteuningsaanbod geeft ons de mogelijkheid de ondersteuning daar te organiseren waar nodig, zodat een aanbod gecreëerd wordt waarmee onze inwoners ook de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben én die bijdraagt aan de vier effecten.
Een goede ketensamenwerking is daarbij van belang en draagt bij aan efficiënte(re) en effectievere dienstverlening, zodat de ondersteuning die aan onze inwoners wordt geboden op een natuurlijke manier in elkaar overgaat. We leren van elkaar: we leren elkaars expertise beter kennen én benutten. Samenwerken nodigt uit om met elkaar anders en efficiënter te organiseren én kan leiden tot innovatieve oplossingen.
Om samenwerking te intensiveren, kiezen we strategische partners. Met hen formuleren we strate-gische samenwerkingsagenda’s zodat duurzame samenwerkingsrelaties ontstaan. Data biedt ons de mogelijkheid om intern én extern met onze partners het gesprek aan te gaan – op beleidsmatig- en uitvoerend niveau – over de wijze waarop is ingezet én de bijdrage aan de vier effecten en impact van deze interventies (‘wat blijven we doen en waar stoppen we mee?’). Door dit in kaart te brengen kunnen we effectiever en efficiënter handelen. Daarnaast willen we in algemene zin samenwerking stimuleren en ‘niet samenwerking’ ontmoedigen, daarbij kijken we hoe het subsidiebeleid hierin kan ondersteunen.
2.2 Lokale juridische en financiële kaders
Over 2022 is in totaal circa € 4,6 miljoen aan subsidies verstrekt vanuit het sociaal domein. Hierbij gaat het om de subsidieregeling BSO+ en de begrotingssubsidies aan partners in het sociaal domein. De kadernota subsidieproces 2017 en de Algemene subsidieverordening 2017 vormen de Oldenzaalse juridische kaders voor subsidieverstrekking. Daarnaast bevatten de subsidieregelingen en de jaarlijks door de gemeenteraad vastgestelde programmabegroting juridische en de financiële kaders.
2.2.1 Kadernota subsidieproces 2017
Zowel de maatschappij als de gemeentelijke organisatie is constant in beweging. De gemeente Oldenzaal richt zich op een goede dienstverlening aan burgers en instellingen. Gemeentelijk beleid is steeds meer gericht op het realiseren van maatschappelijke effecten. Het verstrekken van subsidie is een van de instrumenten die de gemeente inzet om initiatieven te stimuleren die bijdragen aan het realiseren van maatschappelijke effecten en zonder subsidie niet tot stand zouden komen. De Kadernota subsidieproces 2017 vormt de basis van gemeentelijk subsidiebeleid. In deze kadernota worden de doelstelling van en visie op subsidiebeleid geformuleerd, evenals de kaders en randvoorwaarden voor de uitvoering. Bijlage 1 bevat een samenvatting van de belangrijkste elementen uit deze kadernota:
Voor de volledigheid is het goed expliciet even stil te staan bij een belangrijk onderdeel uit de kadernota, te weten de beschrijving van de opbouw van het subsidiebeleid en de bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Het subsidiebeleid wordt gevormd door verschillende documenten en regelingen. Doel van de kadernota is invulling te geven aan het algehele subsidiebeleidskader van de gemeente Oldenzaal en de wijze waarop de subsidieverstrekking wordt uitgevoerd. Deze kadernota geeft geen rechtstreekse grondslag om een subsidie te verstrekken. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereist voor subsidieverstrekking een wettelijke grondslag, voor de gemeente betekent dit een verordening. Met inachtneming van de kadernota is de Algemene subsidieverordening 2017 van de gemeente Oldenzaal vastgesteld. Deze Asv 2017 vormt de grondslag voor onze begrotingssubsidies. Een (deel)verordening of uitvoeringsregeling (subsidieregeling) op grond van die Algemene subsidieverordening biedt eveneens een zelfstandige grondslag voor subsidieverstrekking. Dit beleidsplan subsidies sociaal domein met bijbehorende regeling geldt daarmee als zodanig.
De afbeelding op de volgende pagina geeft de opbouw van het subsidiebeleid schematisch weer.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
De gemeenteraad bepaalt de kaders voor subsidieverlening met het vaststellen van de Kadernota subsidieproces, de Algemene subsidieverordening en de programmabegroting. Het college van burgemeester en wethouders stelt - op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kaders - subsidieregelingen vast en voert deze uit. Zodoende is het college onder andere belast met het vaststellen van subsidieplafonds en verlenen en vaststellen van subsidies door middel van beschikkingen.
2.2.2 Algemene subsidieverordening 2017 en financiële kaders
Voor subsidieverlening geldt dat altijd een wettelijke grondslag vereist is. Artikel 4:23, lid 1 Awb stelt: ‘Een bestuursorgaan verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.’ Deze wettelijke grondslag wordt voor gemeenten gevormd door een verordening. In Oldenzaal geldt de in 2017 vastgestelde Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2017 (Asv 2017) met daaronder de diverse subsidieregelingen.
In hoofdstuk 4.2 van de Awb zijn de bepalingen opgenomen voor het verstrekken van subsidies. Een aantal van deze regels is dwingend recht, dat betekent dat hier in lagere regelgeving niet van afgeweken mag worden en het dus altijd op gemeentelijk subsidiebeleid van toepassing is. Daarbij hoeft het niet meer opgenomen te worden in de Algemene subsidieverordening (Asv). Een aantal regels is facultatief en kan aanvullend worden opgenomen in de Asv. In de Oldenzaalse Asv 2017 is een aantal definities opgenomen. Deze definities gelden niet alleen voor deze verordening, maar ook voor de hierop te baseren regelingen. Deze definities hoeven dus niet nogmaals in de verschillende subsidieregelingen opgenomen te worden. Ook kan hier niet van worden afgeweken.
Artikel 3 uit de verordening geeft het college de mogelijkheid om nadere regels te stellen over o.a. te subsidiëren activiteiten, doelgroepen en berekening van de subsidie. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de huidige subsidieregelingen in Oldenzaal. In andere artikelen van de Asv 2017 worden andere bevoegdheden gedelegeerd die betrekking hebben op de inhoud van de subsidieregeling: afwijken van termijnen, verbinden van bepaalde verplichtingen aan subsidies en de wijze van verdelen van het subsidieplafond.
Naast subsidies die we verstrekken op basis van subsidieregelingen kent de Awb twee andere vormen van subsidie:
Het Awb kent daarnaast nog de mogelijkheden van spoedeisende subsidieverstrekking en Europese subsidies (deze laatste is voor gemeenten nauwelijks van belang).
3. Uitgangspunten subsidiebeleid sociaal domein
De in hoofdstuk 2 geschetste kaders vragen van ons dat wij nadenken over de doorontwikkeling van ons subsidiebeleid, zodat het ons helpt onze doelstellingen in het sociaal domein te realiseren. Op basis van de geschetste kaders formuleren we in dit hoofdstuk een aantal inhoudelijke, juridische en financiële uitgangspunten op basis waarvan het nieuwe subsidiebeleid wordt vormgegeven. Hiermee vormen subsidies sterker dan nu een effectief instrument voor de gemeente om te sturen op realisatie van datgene waar Oldenzalers nodig hebben.
3.1 Inhoudelijke uitgangspunten
Gemeente Oldenzaal heeft als doel het beschikbare subsidiebudget gericht, effectief en doelmatig te besteden. Hierbij zijn de leidende principes uit ons integraal beleidskader sociaal domein ook van toepassing op ons subsidiebeleid:
Subsidies moeten bijdragen aan datgene waar behoefte aan is (vraaggericht), waarbij ontvangers van subsidie ook (financiële) verantwoordelijkheid dragen. Komen om weer te gaan gaat ook gelden voor een groter deel van de subsidies die wij verstrekken. Dat betekent dat wij van partners verwachten dat zij de subsidie gebruiken als stimulans om zaken op te zetten en te ontwikkelen, maar niet per definitie als structurele financieringsbron.
Subsidiëren is gericht op de impact: we subsidiëren organisaties voor de inhoudelijke bijdragen die zij leveren aan bevordering van tenminste één van de vier effecten: gezondheid, veiligheid, verbondenheid en zelfredzaamheid. We willen preventie versterken en zetten in op samenwerking. Samenwerken van gemeente Oldenzaal met strategische partners, maar ook het stimuleren van samenwerking in de keten (en daarmee tussen partners/subsidieontvangers). Daarbij zien we subsidie als manier om vernieuwing te stimuleren. Deze uitgangspunten worden hieronder kort toegelicht.
Een krachtige samenleving met Oldenzalers die zichzelf kunnen redden, gezond zijn en zich veilig en verbonden voelen. Iedereen kan meedoen en er is ondersteuning als dat nodig is. Dit is de impact die we in het sociaal domein willen bereiken. Vanuit onze impactbenadering staat deze stip op de horizon letterlijk en figuurlijk centraal in onze impactcirkel: daar richten we ons op.
Om dit te bereiken is bepaald gedrag van onze inwoners nodig. Vanuit het effect gezondheid, maar ook vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid, verbondenheid en veiligheid, willen we bijvoorbeeld graag dat inwoners werken aan hun mentale gezondheid. We weten namelijk dat mentale gezondheid doorwerkt op al deze terreinen. Het gedrag dat we graag zien bij onze inwoners wordt in de impactcirkel weergegeven in de tweede cirkel vanuit het middelpunt.
Natuurlijk kunnen we als gemeente niet afdwingen dat mensen met hun mentale gezondheid aan de slag gaan. Daarin spelen bovendien vele factoren een rol, waar wij geen invloed op hebben. Wat we als gemeente wél kunnen doen, is zorgen dat mensen weten hoe ze kunnen werken aan hun mentale gezondheid. En zorgen dat ze de voorzieningen gebruiken die daarvoor zijn. In de impactbenadering gaat het om hetgeen Oldenzalers nodig hebben om bepaald gedrag te kunnen vertonen. Denk aan competenties, maar ook aan middelen die nodig zijn voor dat gedrag.
Daarop kunnen wij als gemeente voorzien met ons aanbod. Dat betekent dat wij activiteiten en voorzieningen aanbieden die aansluiten bij de behoefte van onze inwoners. Denk in dit voorbeeld aan trainingen of workshops op het gebied van mentale gezondheid. De buitenste cirkel van ons impactmodel omvat alles wat we als gemeente zelf doen, wat we inkopen en wat we subsidiëren om dit te bereiken. Het omvat dus niet alleen uitkeringen en voorzieningen voor jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, maar ook bijvoorbeeld het door ons ingekochte schoolmaatschappelijk werk en het gesubsidieerde Actief na school.
Denken vanuit een impactbenadering helpt op deze manier in Oldenzaal de stip op de horizon te vertalen in concrete activiteiten en voorzieningen. Daarbij helpt het model ons ook breder te kijken Het model is namelijk flexibel en de verschillende vakjes kunnen in verhouding tot elkaar veranderen. Bijvoorbeeld, om het maatschappelijke effect gezondheid te bereiken, zijn niet alleen fysieke en mentale gezondheid belangrijk, maar ook een sociaal veilige omgeving en het ervaren van verbondenheid. En activiteiten die bijdragen aan het één, kunnen dus ook bijdragen aan het ander.
We richten ons meer op de aantoonbare bijdrage van subsidies aan één of meerdere maatschappelijke effecten. Dit wordt versterkt in zowel het aanvraag- als vaststellingsproces, met nadruk op zowel kwantitatieve als kwalitatieve data. We kunnen dit ondersteunen door organisaties te helpen met het formuleren van doelen en het opzetten van een passende impactmeting. Daarnaast kunnen wij waar nodig data aanleveren in de vorm van dashboards of analyses en faciliteren wij het gebruik van het impactmodel, inclusief data en doorontwikkeling. Hiermee hopen wij een gezamenlijke en gedegen aanpak te realiseren en de impact van onze gezamenlijke inspanningen meetbaar te maken en te vergroten.
3.1.3 Versterken van preventie
We zetten subsidies in om preventie te versterken door middel van voorliggende voorzieningen en/of om alternatieven voor maatwerk te bieden. Het voorliggende veld is een onderdeel van de sociale basis(infrastructuur) waaronder we de basisvoorzieningen, preventie en lichte ondersteuning in de gemeente verstaan. Het gaat bij preventie over het versterken van vaardigheden en talenten van inwoners. En zo vroeg mogelijk signaleren en inzetten van hulp en ondersteuning.
Preventie hebben we in Oldenzaal gedefinieerd als het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (= handelen voordat het probleem ontstaat) en reageren wanneer eerste signalen zich ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is. Vroegsignalering is daarbij dus ook van groot belang. Er kan een indeling worden gemaakt in drie preventieniveaus:
Voor inzicht in het preventieve aanbod in Oldenzaal hanteren we de preventiematrix. Hiermee is het preventief aanbod voor verschillende doelgroepen in beeld gebracht en daarmee ook de overlap en lacunes. Samen kunnen op die basis plannen gemaakt worden voor het toekomstige aanbod. Door gebruik van de preventiematrix bij het (beoordelen van) aanvragen van subsidie kan de toegevoegde waarde van te subsidiëren initiatieven worden onderbouwd.
Ander belangrijk element bij het versterken van preventie is het vergroten van inwonerbetrokkenheid. Daarvoor is nodig dat vanuit de betrokken organisaties in de sociale basis een goed contact wordt onderhouden met voor hen relevante groepen van inwoners. Daarmee is het wenselijk dat subsidieaanvragers inwoners stimuleren mee te denken en doen aan het ontwikkelen of bijstellen van initiatieven en de uitvoering daarvan, bijvoorbeeld door middel van inwonerpanels, met buurtbudgetten en wijkinloop.
3.1.4 Samenwerken met strategische partners en in de keten
Strategisch partnerschap en ketensamenwerking vinden we om een aantal redenen nodig en belangrijk. Het stelt ons in staat elkaars expertise te benutten en te leren van elkaar. Dat leidt tot betere kwaliteit. Verder helpt het ons beter preventief en integraal te werken. Schaarste van middelen en mensen dwingt ons daarnaast tot samenwerking en het slimmer inzetten van de mogelijkheden die we hebben. Samenwerking creëert volume en kan efficiënter werken mogelijk maken. Iedere partner kan namelijk een bijdrage leveren vanuit zijn eigen kwaliteiten in een bepaalde keten.
Strategische samenwerking vraagt ook dat alle partijen hun eigen verantwoordelijkheid serieus oppakken. Dus niet doorgaan met activiteiten die niet langer bijdragen aan maatschappelijke effecten, maar zelf het initiatief nemen hiermee te stoppen. Zelf vanuit de eigen rol actief vragen vanuit de Oldenzaalse samenleving oppakken. Ook hier geldt: komen om weer te gaan.
Automatisch roept dat de vraag op hoe (de herijking van) subsidiebeleid zich verhoudt tot strategisch partnerschap en samenwerking in de keten. Belangrijke elementen van het versterken deze samenwerkingen raken ook direct aan het subsidiebeleid in het sociaal domein. Denk aan:
In de uitwerking van de verschillende vormen van subsidies in het sociaal domein komen deze elementen terug.
3.1.5 Stimuleren van innovatie en ondernemerschap
De samenleving is volop in beweging. Dit vraagt om een vernieuwingsslag op de nu nog vaak traditionele aanpak in het sociaal domein. Er zijn overal voorbeelden en initiatieven die laten zien dat andere, innovatieve mogelijkheden zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan inwonercoöperaties of technologische ondersteuning. We gaan in Oldenzaal voor die preventieve innovaties die we direct in de dagelijkse praktijk kunnen toepassen met perspectief op concreet resultaat. Door meer sturing op impact en de beoogde maatschappelijke effecten wordt ruimte gecreëerd voor vernieuwende initiatieven van inwoners, organisaties en samenwerkingen. Ook dit komt nadrukkelijk terug in de uitwerking van de verschillende vormen van subsidies in het sociaal domein.
3.2.1 Eenduidigheid en transparantie
Belangrijke reden voor het opstellen van dit beleidsplan subsidies sociaal domein is gelegen in de behoefte aan eenduidigheid en transparantie. Met de kadernota subsidies en de Asv 2017 kent Oldenzaal een brede juridische basis voor (het verstrekken van) subsidies. Daarnaast kent de gemeente Oldenzaal een aantal subsidieregelingen. Daarvan betreffen de volgende subsidieregelingen het sociaal domein:
Deze kennen hun eigen voorwaarden en criteria. Er wordt onderzocht of de subsidieregeling BSO+ Oldenzaal kan worden geïntegreerd in de nog vast te stellen subsidieregeling sociaal domein. De Subsidieregeling Voor- en vroegschoolse Educatie blijft in de huidige vorm bestaan. Dit betreft een subsidie gebaseerd op een specifieke uitkering die gemeente Oldenzaal van het Rijk ontvangt die ook separaat verantwoord dient te worden. Daarom verwerken we deze regeling niet in de Subsidieregeling sociaal domein. Ook de Subsidieregeling Cultuurparticipatie Oldenzaal en de Subsidieregeling jeugdsport Oldenzaal 2019 worden niet geïntegreerd in de subsidieregeling sociaal domein. Dit is gezien de verschillen in doelstellingen, doelgroepen en beoordelingscriteria niet wenselijk. De Subsidieregeling ouderenorganisaties Oldenzaal 2019 komt te vervallen; deze wordt in de huidige vorm niet benut en wordt deels geïntegreerd in de Subsidieregeling sociaal domein.
Naast deze subsidies op grond van subsidieregelingen kent het sociaal domein een groot aantal begrotingssubsidies (zie bijlage 3 voor het actuele overzicht), waarvoor de Asv 2017 de wettelijke grondslag vormt met algemene voorwaarden en criteria. Ook komt het gedurende het jaar voor dat aanvragen worden gedaan onder de noemer ‘incidentele subsidie’.
Met subsidies die verstrekt worden binnen het sociaal domein willen we sterker dan nu het geval is te sturen op realisatie van de gewenste impact. Hiervoor zijn eenduidige kaders nodig, zodat een transparante beoordeling van aanvragen en verstrekking en vaststelling van subsidies plaats kan vinden. Het masterplan en integraal beleidskader sociaal domein vormen daarvoor de basis.
De gemeenteraad heeft aangegeven graag meer inzicht te hebben in de verstrekte subsidies in het sociaal domein. Hieraan ligt ook een sturingsbehoefte ten grondslag. Door afspraken te maken over het subsidiebeleid sociaal domein en deze vast te leggen in dit beleidsplan zijn de kaders helder. Vervolgens kan het college periodiek aan de raad rapporteren over de realisatie van het subsidiebeleid sociaal domein. Daarmee wordt de raad in staat gesteld hier desgewenst op te sturen.
3.3.1 Aansluiten bij bestaande P&C-cyclus
Ten aanzien van de financiën is het wenselijk het subsidiebeleid en de hieruit volgende regelingen zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de bestaande P&C-cyclus van de gemeente Oldenzaal. Subsidies kunnen immers alleen definitief worden toegekend, wanneer hiervoor budget beschikbaar is gesteld. Voor begrotingssubsidies vindt dit beschikbaar stellen van budget plaats jaarlijks in november voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie bedoeld is. Voor subsidieregelingen stelt het college periodiek voor het ingaan van het subsidietijdvak per regeling een subsidieplafond vast.
3.3.2 Omvang subsidie in relatie tot administratieve lasten
De verantwoordelijkheden en administratieve lasten van zowel de gemeente Oldenzaal als de aanvrager van subsidie staan in verhouding tot de omvang van de desbetreffende subsidie. Hierbij worden financiële categorieën gehanteerd die samenhangen met administratieve lasten en verantwoordelijkheden. De uitwerking hiervan is opgenomen in de Algemene subsidieverordening (Asv). In het aanvraagproces wordt geen verschil gemaakt in verschillende categorieën. Iedere aanvrager dient dezelfde aanvraag in. Doordat formats beschikbaar komen voor het activiteitenplan en de begroting worden de administratieve lasten wel vereenvoudigd.
Jaarlijks worden via de Kadernota de gemeentelijke loon- en prijsindexen bekend gemaakt. Deze zijn gebaseerd op het CEP (Centraal Economisch Plan). Hierbij wordt rekening gehouden met correcties op voorgaande jaren. Deze loon- en prijsindex wordt gehanteerd voor de diverse gesubsidieerde instellingen.
5. Vormgeving subsidiebeleid sociaal domein
Op basis van de inhoudelijke, juridische en financiële kaders en uitgangspunten beschrijft dit hoofdstuk de vormgeving van het subsidiebeleid sociaal domein.
We onderscheiden met de introductie van dit subsidiebeleid in het Oldenzaals sociaal domein drie vormen van subsidies, namelijk begrotingssubsidies, subsidies op grond van de nieuw vast te stellen Subsidieregeling sociaal domein en incidentele subsidies. Voor alle drie vormen van subsidies hanteren we de uitgangspunten, deadlines, beoordelingscriteria en weigeringsgronden uit dit beleidskader. Hieronder worden de drie vormen nader toegelicht.
Begrotingssubsidies kunnen worden gezien als basissubsidies ten behoeve van de geheel of gedeeltelijke dekking van de exploitatie van een subsidieaanvrager. Het gaat dus om subsidies voor organisaties om reguliere basisactiviteiten uit te voeren. De gemeente vindt het noodzakelijk dat de organisatie deel uitmaakt van het voorzieningenaanbod, omdat de organisatie een bijdrage levert aan het algemeen maatschappelijk belang.
Begrotingssubsidies kennen deze naam, omdat voor deze subsidies jaarlijks in de programma-begroting van november het maximaal beschikbaar bedrag per strategisch partner voor het jaar erop vastgesteld wordt door de gemeenteraad. De voorlopige bedragen die zijn opgenomen in de kader-nota gelden daarvoor als richtbedrag voor het aankomende jaar. De subsidie moet wel formeel door de partner worden aangevraagd.
De jaarlijkse aanvragen worden getoetst aan de beoordelingscriteria zoals beschreven in paragraaf 4.2. met gebruikmaking van een vast beoordelingsformat. Deze begrotingssubsidies zijn in principe structurele subsidies, maar worden gezien het budgetrecht van de gemeenteraad, welke jaarlijks de begrotingssubsidies vaststelt, jaarlijks verstrekt. Dat betekent dus ook dat het bedrag niet automatisch jaar op jaar gelijk is.
5.1.2 Subsidies op grond van de Subsidieregeling sociaal domein
Subsidies op grond van de nieuw vast te stellen Subsidieregeling sociaal domein zijn subsidies voor het realiseren van activiteiten die bijdragen aan de realisatie van de beoogde impact in het sociaal domein. We subsidiëren organisaties voor de inhoudelijke bijdragen (activiteiten) die zij leveren aan tenminste één van de vier effecten: gezondheid, veiligheid, verbondenheid en zelfredzaamheid.
Daarbij is het uitgangspunt dat de initiatieven voorliggend zijn of een alternatief kunnen zijn voor maatwerk. Daarmee bedoelen we de geïndiceerde ondersteuning die wordt geboden in het kader van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. Voorbeelden van alternatieven voor maatwerk zijn de subsidie voor BSO+ of Veertienrond, waarmee laagdrempeliger, thuisnabijere voorzieningen in Oldenzaal zijn gerealiseerd als alternatief voor maatwerkvoorzieningen.
De activiteiten hebben een begin- en einddatum, zijn gericht op bepaalde doelgroepen en moeten leiden tot resultaten die in de subsidieaanvraag worden beschreven. Deze regeling kent twee aanvraagtijdvakken, jaarlijks in maart en in september, zodat activiteiten per 1 juli of 1 januari kunnen starten. In de regeling wordt gewerkt met een subsidieplafond en de regeling wordt breed opengesteld voor zowel strategische partners als andere partijen.
Dit betreffen incidentele subsidies conform de bedoeling van de Awb, echt als uitzondering en niet logischerwijs en/of beleidsmatig te verwachten. Incidenteel is in deze dus te vertalen als ‘incident’, iets wat je overkomt, en niet als ‘eenmalig’. Incidentele subsidies worden maximaal 3 opeenvolgende jaren verleend.
5.2.1 Hoogte van subsidiebedrag
Voor begrotingssubsidies geldt per partner dat het maximaal te ontvangen subsidiebedrag gelijk is aan het jaarlijks door de gemeenteraad in de programmabegroting beschikbaar gestelde bedrag.
Voor subsidies in het kader van de nieuw vast te stellen Subsidieregeling sociaal domein wordt jaarlijks een subsidieplafond, de wijze van verdeling van middelen en een maximaal aan te vragen bedrag per activiteit vastgesteld. Hierbij kan het college ook inhoudelijk accenten leggen door delen van het subsidieplafond te bestemmen voor specifieke effecten.
5.2.2 Deadline voor het aanvragen van subsidie
Voor begrotingssubsidies geldt dat deze jaarlijks vóór 1 oktober voor het jaar waarop deze betrekking hebben, aangevraagd dienen te worden. Een subsidie voor het jaar 2025 bijvoorbeeld wordt vóór 1 oktober 2024 aangevraagd. Dat betekent dat dit beleidsplan en de hieruit voortkomende uitgangspunten, beoordelingscriteria en weigeringsgronden voor het eerst van toepassing zijn bij de aanvragen voor begrotingssubsidies voor het jaar 2025 (aanvraagdeadline 1 oktober 2024).
Voor subsidieaanvragen op grond van de subsidieregeling sociaal domein geldt gewerkt gaat worden met twee aanvraagtijdvakken per jaar, van 1 tot 31 maart voor activiteiten die starten per 1 juli en van 1 tot 30 september voor activiteiten die starten per 1 januari.
Aanvragen voor begrotingssubsidies worden getoetst aan de beoordelingscriteria en weigeringsgronden. In geval van een positieve beoordeling wordt de subsidie verstrekt, maximaal tot het door de gemeenteraad in de programmabegroting beschikbaar gestelde bedrag.
Voor beoordeling van aanvragen voor subsidies op grond van de subsidieregeling sociaal domein gaat het volgende gelden: na sluiting van het aanvraagtijdvak worden alle in dat tijdvak ontvangen aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en niet op basis van het bepaalde in de verordening en/of de regeling worden geweigerd, inhoudelijk beoordeeld. Per aanvraag wordt een score vastgesteld, waarbij een onvoldoende score op een beoordelingscriterium 0 punten oplevert, een voldoende score 1 punt oplevert en een goede score 2 punten oplevert.
Alle in een tijdvak ontvangen aanvragen worden vervolgens gerangschikt op basis van de score, waarbij de hoogste score bovenaan de rangschikking staat en de laagste score onderaan de rangschikking. Subsidie wordt vervolgens verstrekt aan de aanvrager met de hoogste score. Is het plafond daarna nog niet bereikt, wordt subsidie verstrekt aan de aanvrager met de één na hoogste score. Dit gaat door totdat het subsidieplafond bereikt is. Mochten twee aanvragen een gelijke score hebben, dan is het tijdstip van indiening bepalend voor de rangschikking op de lijst. Een eerder ontvangen aanvraag wordt dan hoger geplaatst dan een later ontvangen aanvraag.
Ten behoeve van een eenduidige beoordeling van de subsidieaanvragen op grond van de begroting en de subsidieregeling sociaal domein zijn de volgende beoordelingscriteria opgesteld:
Bij het vaststellen van de subsidieregeling volgt een gedetailleerde toelichting op deze criteria.
De nog vast te stellen Subsidieregeling sociaal domein is een nieuwe regeling. Het budget voor deze subsidieregeling wordt gevormd door alle huidige begrotingssubsidies in het sociaal domein door te nemen. Daar waar met deze begrotingssubsidies in de huidige situatie ook activiteiten worden gefinancierd die thuishoren in de subsidieregeling, wordt dat deel van de huidige begrotingssubsidie ondergebracht in de subsidieregeling. Voor de eerste twee jaar zal een beperkt opstartbudget beschikbaar worden gesteld, afkomstig uit bestaande budgetten uit het sociaal gericht op preventie, de sociale basis en/of algemene voorzieningen. Daarmee zijn de financiële effecten van dit beleidsplan subsidies sociaal domein in zijn totaliteit budgetneutraal.
De subsidieregeling wordt breed opengesteld. Verder kan het college jaarlijks bij het vaststellen van het budgetplafond en het maximale bedrag per activiteit inhoudelijk accenten leggen door delen van het subsidiebudget voor specifieke effecten te bestemmen. Daardoor kunnen op het niveau van de individuele aanvragers wel verschuivingen plaatsvinden
In lijn met het uitgangspunt van eenduidigheid en transparantie wordt jaarlijks een heldere en beknopte verantwoording van de verstrekte subsidies sociaal domein vastgesteld in de vorm van een dashboard. Op basis hiervan wordt jaarlijks de gemeenteraad geïnformeerd. Dit dashboard omvat ten minste een overzicht van de verstrekte subsidies (# en €) en de bijdrage van de gesubsidieerde partijen en activiteiten aan de vier maatschappelijke effecten en daarmee aan de impact die we nastreven in het sociaal domein.
5.5 Evaluatie van het subsidiebeleid sociaal domein
Twee jaar na de implementatie van het beleidsplan subsidies voor het sociaal domein (2028) zal het beleid geëvalueerd worden. Het doel van deze evaluatie is om inzicht te verschaffen in hoeverre het beleid heeft bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen en uitgangspunten. De evaluatie zal zich richten op verschillende aspecten van het subsidiebeleid, zoals de effectiviteit van de subsidievormen, de mate van bereikte impact, de transparantie en eenduidigheid van de beoordelingscriteria, en de algehele tevredenheid van de belanghebbenden. Door deze aspecten te beoordelen, streven we ernaar om inzicht te krijgen in zowel de successen als de uitdagingen van het huidige beleid. De resultaten van de evaluatie zullen worden gerapporteerd aan de gemeenteraad en andere relevante belanghebbenden.
5.6 Overzicht van belangrijkste wijzigingen
Onderstaande tabel schetst de belangrijkste wijzigingen als gevolg van het beleidsplan subsidies sociaal domein:
Bijlage 1: Samenvatting Kadernota subsidieproces 2017
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) definieert subsidie in artikel 4:21 eerste lid als volgt: 'de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten.' Vier elementen uit deze definitie verdienen korte toelichting:
met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager Een bestuursorgaan verstrekt de subsidie voor bepaalde activiteiten. Een bijstandsuitkering is bijvoorbeeld geen subsidie. Het element van een (aanvullende) inkomensvoorziening overheerst hierbij; het staat de ontvanger vrij aan welke activiteiten hij het geld besteedt. Bij een subsidie maakt een gemeente vooraf duidelijk waarvoor het geld bedoeld is;
anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten Dit element van de definitie houdt commerciële transacties buiten de definitie. Een gemeente koopt allerlei goederen en diensten in, waarvoor zij een marktconforme prijs betaalt. Dergelijke transacties vallen niet onder de definitie van subsidie.
Een belangrijk onderscheid is dat tussen subsidie en inkoop. In grote lijnen is dit onderscheid duidelijk aan te geven; de definitie uit de Awb biedt hiervoor houvast. Soms zijn beide opties mogelijk; in dat geval worden de baten en lasten tegen elkaar afgezet. Onderstaande tabel geeft belangrijke, niet uitputtende verschillen weer tussen subsidie en inkoop.
Er is een aantal uitgangspunten waarop de kadernota gebaseerd is, die hieronder kort afzonderlijk worden toegelicht.
Effectief en efficiënt: effectiviteit – het bereiken van beoogde effecten – en efficiëntie – het bereiken van beoogde effecten door een optimale verdeling van middelen – zijn zowel met het oog op de publieke dienstverlening als de interne organisatie van belang. Voor aanvragers dient de informatievraag vanuit de gemeente aan te sluiten op het doel van en in verhouding te staan tot de omvang van de aangevraagde subsidie. In het verlengde daarvan dienen de werkzaamheden met betrekking tot een (specifieke) subsidie ook in verhouding te staan tot haar doel en omvang (Lean Management).
Overige uitgangspunten subsidiebeleid
Reservevorming: Daar waar verstrekking van subsidie leidt tot een opbouw van reserve, moet dit in redelijke verhouding staan tot de hoogte van het betreffende subsidiebedrag. Gezien de diversiteit van subsidies op verschillende beleidsvelden worden aanvullende regels opgenomen in subsidieregelingen.
Profijtbeginsel: Voornamelijk in het sociaal domein geldt dat de eigen kracht van burgers, (maatschappelijke) organisaties en de samenleving als geheel voorop staat. Dit uitgangspunt geldt ook voor subsidieverlening. Voor de bekostiging van aangeboden activiteiten wordt telkens overwogen of en welke redelijke bijdrage van gebruikers kan worden gevraagd. De door de gemeente Oldenzaal te verstrekken subsidie is een bijdrage in de door de aanvrager berekende kosten en steeds aan een maximum gebonden. Eigen bijdragen via contributie, entree of anderszins - bijvoorbeeld door sponsoring of door het verwerven van subsidie uit andere bronnen - zijn van invloed op de hoogte van de subsidie.
Social Return On Investment: De gemeente Oldenzaal voert in samenwerking met alle Twentse gemeenten actief beleid op het terrein van Social Return On Investment (SROI), zoals vastgelegd in de regionale beleidsnotitie. Dit betreft het opnemen van sociale voorwaarden in het inkoop-, aanbestedings- en subsidieverleningsbeleid, zodat de subsidieontvanger een bijdrage levert aan het gemeentelijk beleid ten aanzien van het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het bevorderen van maatschappelijke participatie. Bij subsidies groter dan € 100.000 wordt SROI toegepast door middel van een inspanningsverplichting.
Bijlage 2: Overzicht huidige subsidieregelingen
Subsidieregelingen sociaal domein:
Daarnaast is een aantal subsidies beschikbaar die rechtstreeks door inwoners kunnen worden aangevraagd:
Bijlage 4: Processtappen implementatie beleidsplan
Met het vaststellen van dit beleidsplan Subsidies sociaal domein wordt een belangrijke stap gezet richting de verdere uitvoering van het masterplan en beleidskader sociaal domein. In de implementatiefase wordt hier verder vorm en inhoud aan gegeven. Dit hoofdstuk schetst kort de processtappen en gaat hierbij in op de communicatie en planning.
Op hoofdlijnen zijn na vaststelling van het beleidsplan de volgende processtappen te onderscheiden:
Gedurende deze verschillende processtappen is zorgvuldige communicatie met onze partners van groot belang, evenals de communicatie met overige stakeholders. Onze partners zijn allen op de hoogte dat wij bezig zijn met het vormgeven van het subsidiebeleid sociaal domein. Hierover hebben wij tijdens het opstellen van het masterplan en beleidskader sociaal domein met hen gesproken. Begin 2023 hebben wij alle partijen die de drie afgelopen jaren subsidie bij Gemeente Oldenzaal aanvroegen, bovendien per brief hierover geïnformeerd. In de beschikkingen voor de begrotingssubsidies die komende periode worden verzonden, is dit nogmaals vermeld.
Begin 2024 werken wij aan de hand van een stakeholderanalyse een nader communicatieplan uit. Wij denken in elk geval aan informerende bijeenkomsten voor partners en overige stakeholders, zetten uiteraard in op informatievoorziening via de diverse accountmanagers en overwegen momenten te organiseren voor partijen om vragen te stellen, bijvoorbeeld in de vorm van inloopspreekuren.