Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel toepassing gebiedsontzeggingen Maastricht |
Citeertitel | Beleidsregel toepassing gebiedsontzeggingen Maastricht |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de 4e wijziging gebruiksinstructie gebiedsontzeggingen.
Algemene plaatselijke verordening Maastricht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2024 | nieuwe regeling | 26-03-2024 |
De Burgemeester van Maastricht
gelet op artikel 2.65 van de Algemene plaatselijke verordening Maastricht (APV);
overwegende dat met ingang van 1 januari 2024 de APV Maastricht 2006 (APV 2006) is ingetrokken en de nieuwe Algemene plaatselijke verordening Maastricht in werking is getreden,
dat tot 1 januari 2024 de grondslag voor het hieronder vermelde besluit de APV 2006 was;
dat dit besluit op de nieuwe Algemene plaatselijke verordening Maastricht dient te worden gebaseerd;
dat in de gemeente Maastricht op diverse plekken in de openbare ruimte sprake is van gedragingen die overlast veroorzaken in de openbare ruimte;
dat het herhaaldelijk karakter van deze gedragingen een inbreuk maakt op de openbare orde;
dat het woon- en leefklimaat daarmee onder druk staat en het veiligheidsgevoel van inwoners en ondernemers negatief wordt beïnvloed;
dat ingevolge artikel 2.65, eerste lid van de APV in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen en goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid en de gezondheid of zedelijkheid aan een persoon die zich bevindt op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied, gedurende de uren daarbij genoemd, het bevel kan worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen;
dat ingevolge artikel 2.65, tweede lid van de APV, aan personen aan wie ten minste een maal een verwijderingsbevel dan wel eerder een gebiedsontzegging is gegeven een verbod kan worden opgelegd om zich gedurende een daarin genoemde termijn te bevinden in het door het college vastgestelde gebied;
dat het college van burgemeester en wethouders het (deel-)gebied heeft aangewezen waar deze bepaling toepassing krijgt;
dat gelet op de proportionaliteit van de maatregel bij de aanwijzing van het gebied ervoor gekozen is de gemeente te verdelen in 5 deelgebieden: toepassing vindt plaats in het gebied waar het strafbare feit is gepleegd;
dat toepassing van de onderhavige bevoegdheid in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen en goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid en de gezondheid of zedelijkheid zal plaatsvinden in geval van strafbare feiten die daarop van invloed zijn;
dat voor het bepalen van de duur van de gebiedsontzegging wordt gekeken naar de frequentie waarin eerder een gebiedsontzegging is opgelegd;
dat bij de specifieke toepassing t.a.v. overlastveroorzakers in het uitgaansgebied wordt gekozen voor het opleggen van een gebiedsontzegging voor een afwijkende duur: geen aaneengesloten aantal dagen maar een aantal weekenden;
dat de achtereenvolgende oplegging van een gebiedsontzegging in verschillende gebieden uiteindelijk kan leiden tot een ontzegging voor de gehele gemeente, waarmee de proportionaliteit wordt geborgd door de opbouw in maatregelen;
vast te stellen als `beleidsregel toepassing gebiedsontzeggingen Maastricht`:
II. Voorwaarden gebiedsontzeggingen
Indien de overtreder kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, worden het gebied of de tijden waarop het verbod van toepassing is dienovereenkomstig aangepast. In de gebiedsontzegging wordt aangegeven welke instanties in dat geval mogen worden bezocht en hoe betrokkene deze kan bereiken.
Ten aanzien van een bij de politie bekende overlastveroorzaker in het uitgaanspubliek wordt de gebiedsontzegging opgelegd voor de duur van een aantal weekenden, waarbij onder weekend wordt verstaan: van donderdagavond tot en met maandagochtend op die dagen gedurende de uren van 20.00 uur tot 06.00 uur.
III. Strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen
Een verwijderingsbevel en/of gebiedsontzegging wordt gegeven indien betrokkene bij de politie bekend staat als:
en daarnaast sprake is van overtreding van een van de hiernavolgende strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen binnen het aangewezen gebied:
Cumulatie van strafbare feiten:
Indien achtereenvolgens gedurende een incident sprake is van verschillende strafbare feiten worden deze “gestapeld”. Dit houdt in dat voor ieder afzonderlijk strafbaar feit als hierboven genoemd separaat een gebiedsontzegging wordt opgelegd. In voorkomende gevallen kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, van dit uitgangspunt worden afgeweken.
IV. Duur van de gebiedsontzegging
De gebiedsontzegging wordt opgelegd voor de navolgende duur:
De gebiedsontzegging wordt opgelegd voor de navolgende duur t.a.v. overlastveroorzakers in het uitgaanspubliek:
|
In geval van recidive is er in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast en/of het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat voldoende reden om een gebiedsontzegging voor een langere duur op te leggen. Immers de overtreding is dan binnen een relatief korte tijd reeds voor de tweede of meerdere keer begaan, waardoor de noodzakelijkheid in het belang van de openbare orde aanwezig is.