Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Hunze en Aa's

Beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa’s 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Hunze en Aa's
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa’s 2024
CiteertitelBeleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa's 2024
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024wijziging regeling

13-02-2024

wsb-2024-6352

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa’s 2024

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's;

gelet op het bepaalde in:

  • artikel 56 en 77 van de Waterschapswet;

  • titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 10.3 van de Omgevingswet;

  • afdeling 15.2 van de Omgevingswet;

  • artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT:

vast te stellen de volgende Beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa's 2024;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's;

  • b.

    bergingsgebied: een krachtens de Omgevingswet voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen;

  • c.

    gecontroleerde inundatie: het inlaten van water in een bergingsgebied door handelend optreden van een binnen dat gebied bevoegd gezag in geval van wateroverlast of extreme wateroverlast al dan niet in de vorm van - dan wel ter uitvoering van - een door het bestuur of van een ander, hoger of coördinerend gezag genomen besluit of gegeven bevel;

  • d.

    schadevergoeding: de vergoeding van schade als bedoeld in artikel 15.13 van de Omgevingswet.

Artikel 2 Te vergoeden schade

Bij het vaststellen van een aanspraak op schadevergoeding krachtens deze regeling wordt alle schade die het gevolg is van gecontroleerde inundatie in aanmerking genomen. Tot deze schade worden in ieder geval gerekend:

  • a.

    de schade aan de woning, andere opstallen en bijbehorende onroerende zaken;

  • b.

    de schade aan de inboedel, bedoeld in artikel 5, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

  • c.

    de schade aan bedrijfsinventarissen;

  • d.

    de schade aan openbare en andere infrastructurele voorzieningen;

  • e.

    de teeltplanschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies dat is geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende een in redelijkheid vast te stellen schadeperiode als gevolg van verlies of beschadiging van gewassen, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen teelt van gewassen;

  • f.

    de bedrijfsschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies dat is geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende een in redelijkheid vast te stellen schadeperiode als gevolg van verlies of fysieke beschadiging van dieren, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen productiecyclus;

  • g.

    de opstartkosten gemaakt in verband met het opnieuw starten van het productieproces in een installatie;

  • h.

    de evacuatiekosten per risicoadres, waaronder worden verstaan:

  • 1.

    de reis- en verblijfkosten, die de verzoeker heeft gemaakt als gevolg van een advies of een gebod afkomstig van het bevoegd gezag om zijn woon- of vestigingsplaats te verlaten, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan arbeid in eigen beheer, voor zover deze aantoonbaar en redelijk zijn;

  • 2.

    de kosten voor transport, opslag- en huisvesting van de roerende zaken van de verzoeker, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan arbeid in eigen beheer, voor zover deze aantoonbaar en redelijk zijn;

  • 3.

    de met de in onderdeel 2 genoemde activiteiten samenhangende kosten voor verzekering;

  • 4.

    de vertrekkosten, de kosten van terugkeer, de kosten van het gebruik van het evacuatie-adres en de kosten van verzorging.

  • i.

    de bereddingskosten per risicoadres, waaronder worden verstaan de kosten die de verzoeker heeft gemaakt in verband met het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van schade of kosten, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan arbeid in eigen beheer, voor zover deze aantoonbaar en redelijk zijn;

  • j.

    de kosten van opruiming per risicoadres, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan arbeid in eigen beheer, voor zover deze aantoonbaar en redelijk zijn;

  • k.

    de schade aan natuurwaarden;

  • l.

    voorafgaande vernattingsschade.

Artikel 3 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa's 2024" en treedt in werking met ingang van de inwerkingtreding van titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden waterschap Hunze en Aa’s 2010 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 13 februari 2024,

Harm Küpers, secretaris-directeur

Geert-Jan ten Brink, dijkgraaf

Algemene toelichting

1. Beleidsregel schadevergoeding bergingsgebieden 2024

Rechthebbenden ten aanzien van gronden in bergingsgebieden zijn ingevolge artikel 10.3 lid 4 van de Omgevingswet verplicht tijdelijke berging van water te gedogen.

In de Omgevingswet is in artikel 15.13 de grondslag opgenomen voor vergoeding van schade als gevolg van wateroverlast en overstromingen door de afvoer of tijdelijke berging van oppervlaktewater.

Artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht geeft aan bestuursorganen de mogelijkheid om voor het gebruik van hun bevoegdheden beleidsregels vast te stellen. In dit geval is die bevoegdheid dus door het dagelijks bestuur gebruikt voor het aanduiden van de schade die in elk geval wordt vergoed bij het gecontroleerd inunderen van waterbergingsgebieden.

 

2. Volledige schadevergoeding

Artikel 15.13 van de Omgevingswet bepaalt dat slechts de schade als gevolg van een gedoogplicht zoals bedoeld in artikel 10.3 lid 4 van de Omgevingswet wordt vergoed, indien de schade uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico en de rechthebbende in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen. Verder wordt voor de afhandeling van de schade aangesloten bij bepalingen uit titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht over nadeelcompensatie.

Het waterschap is van oordeel dat gecontroleerd inunderen van daarvoor aangewezen bergingsgebieden niet tot gevolg mag hebben dat, in het belang van de bescherming van bebouwing, landbouwgrond en natuurterreinen een onevenredige last komt te liggen bij de eigenaren en gebruikers van de bergingsgebieden. De schade als gevolg van rechtmatige, gecontroleerde inundatie komt dan ook voor volledige vergoeding in aanmerking, tenzij de schade is ontstaan door eigen schuld, het welbewust nemen van risico's of het niet nemen van schadebeperkende maatregelen. Denkbaar is ook dat de vergoeding van schade "anderszins is verzekerd", bijvoorbeeld omdat een vergoeding kan worden gegeven op grond van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen. Alleen een eventueel eigen risico zou dan in aanmerking kunnen komen voor vergoeding op grond van nadeelcompensatie.

Op grond van de Waterwet werd een volledige schadevergoeding niet uitgesloten. Volgens de toelichting bij de Omgevingswet zal de Omgevingswet, net als de daarvoor geldende regelingen, uitgaan van schadeloosstelling. De Omgevingswet belemmert dus niet een voortzetting van het uitgangspunt van volledige schadevergoeding bij gecontroleerde inundatie, waarbij uitgesloten is de schade ontstaan door eigen schuld, het welbewust nemen van risico's of het niet nemen van schadebeperkende maatregelen.

 

3. Omgekeerde bewijslast

Bij het afhandelen van verzoeken om schadevergoeding wegens gecontroleerde inundatie geldt de omgekeerde bewijslast. Dit betekent dat de gehele schade geacht wordt te zijn veroorzaakt door de gecontroleerde inundatie inclusief de voorafgaande vernattingsschade, tenzij de adviseur, die adviseert over het afhandelen van de schadeverzoeken, het tegendeel kan bewijzen.

De omgekeerde bewijslast bij het afhandelen van verzoeken om schadevergoeding als gevolg van gecontroleerde inundatie is opgenomen in de Procedureverordening schadevergoeding 2024 en daar toegelicht (artikel 10, vijfde lid).

 

Toelichting per artikel

Artikel 1 Begripsbepalingen

De definitie van bergingsgebied is overgenomen uit de Omgevingswet.

Gecontroleerde inundatie onderscheidt zich van het uit zichzelf onderlopen of overstromen doordat een actieve en bewuste handeling nodig is om water in te laten.

 

Artikel 2 Te vergoeden schade

In dit artikel worden de categorieën schade benoemd die bij gecontroleerde inundatie in ieder geval worden vergoed. De opsomming is niet limitatief bedoeld, maar beoogt verzoekers inzicht te geven in de mogelijke soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen. Door deze niet limitatieve opsomming worden nu niet voorstelbare vormen van schade niet bij voorbaat uitgesloten. De opsomming van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (WTS) is zoveel mogelijk aangehouden. De opsomming is vooral toegesneden op schade in de landbouwsector.

Landbouwactiviteiten in de hobbymatige sfeer vallen ook onder de regeling.

 

a. Schade aan de woning, andere opstallen en bijbehorende onroerende zaken

Schade aan tuinen, bossages etc. valt ook onder deze categorie.

 

e. Teeltplanschade

De verstoring van het productieproces in land- en tuinbouw door onder meer schade aan gewassen. Ook kan worden gedacht aan schades door het niet meer kunnen voldoen aan de verplichtingen voortvloeiend uit overheidsmaatregelen.

 

f. Bedrijfsschade

De verstoring van het productieproces in land- en tuinbouw door onder meer schade aan dieren en met financiële gevolgen. Ook kan worden gedacht aan inkomstenderving door het niet bereikbaar zijn van het bedrijf.

Teeltplanschade en bedrijfsschade zijn bijzondere vormen van activaschade. Zij ontstaan door de onomkeerbare onderbreking van natuurlijke groeiprocessen. Vergoed wordt het herstel van de verloren gegane levende productiemiddelen tot in het stadium waarin zij verkeerden op het moment van de schadeveroorzakende gebeurtenis.

 

g. Opstartkosten

Opstartkosten zijn, zoals vermeld, kosten die zijn gemaakt in verband met het opnieuw opstarten van een productieproces. Door een zorgvuldige keuze en aanwijzing van gebieden als waterbergingsgebied en door het nemen van de juiste inrichtingsmaatregelen is de kans overigens klein dat dit soort kosten moet worden gemaakt. Het betreft kosten die worden gemaakt in verband met onbruikbaar geraakte grondstoffen of reparatie van machines.

 

h. Evacuatiekosten

Wat redelijke kosten zijn wordt bepaald aan de hand van de omstandigheden en de waardering die het bevoegd gezag en de adviescommissie eraan geeft. Zo nodig kan de rechter zich buigen over de juiste uitleg van dit begrip. Onder de evacuatiekosten worden verstaan de vertrekkosten, de kosten van terugkeer, de kosten van het gebruik van het evacuatie-adres en de kosten van verzorging.

 

i. Bereddingskosten

Dit zijn kosten gemaakt ter beperking of voorkoming van schade of kosten op het moment dat er overlast is ontstaan door extreem hoge boezemwaterstanden. Het gaat dan ook om kosten verschuldigd aan derden. De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot de getroffen maatregelen die gezien de omstandigheden noodzakelijk waren.

 

j. Opruimingskosten

Kosten voor het schoonmaken of wegruimen van de getroffen inboedel. Kosten gemaakt bij het in eigen beheer uitvoeren van maatregelen tot evacuatie, opruiming, beredding etc. komen in aanmerking voor vergoeding, voor zover deze aantoonbaar en redelijk zijn. Daadwerkelijk gemaakte kosten, die bij in eigen beheer genomen maatregelen zijn gemaakt, kunnen bijvoorbeeld worden aangetoond door te verwijzen naar de fysiek genomen maatregelen ter plaatse. Kosten gemaakt door derden zijn aan te tonen met bijvoorbeeld schriftelijke bewijsstukken, maar ook op de bovengenoemde wijze. Uiteraard komen alleen de aangetoonde kosten voor vergoeding in aanmerking, voorover deze redelijk waren.

 

k. Schade aan natuurwaarden

Onder deze categorie vallen de kosten van het, waar mogelijk, wegnemen van de nadelige effecten van inundatie op de aanwezige natuurwaarden. De nadelige effecten zijn weg te nemen door het nemen van compenserende maatregelen ter plaatse of door het nemen van compenserende maatregelen elders. Waar deze mogelijkheden niet voorhanden zijn is vergoeding van de geleden schade de volgende optie.

 

l. Voorafgaande vernattingsschade

De voorafgaande vernattingsschade valt structureel binnen de schadevergoeding. Het is in de praktijk moeilijk aan te tonen welke schade het gevolg is van de inundatie en welke schade toch al zou zijn ontstaan als gevolg van de voorafgaande overvloedige regenval. Van de te vergoeden schade wordt daarom de schade als gevolg van de vernatting niet uitgezonderd.