Organisatie | Buren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening re-integratie participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Buren |
Citeertitel | Verordening re-integratie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Buren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2024 | 01-07-2023 | nieuwe regeling | 30-01-2024 | Z.054102 |
De Raad van de gemeente Buren,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 december 2023,
gelet op de artikel 8, lid 1, onderdeel a, c, d en e, lid 2, en artikel 10b, lid 7, van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de artikelen 34, 35 en 36, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
overwegende dat het noodzakelijk is om het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling bij verordening te regelen;
Verordening re-integratie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Buren
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de gemeentewet.
Artikel 2. Evenwichtige verdeling
Het college houdt bij het aanbieden van voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
a. de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en/of
b. de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.
Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college biedt de goedkoopst adequate voorziening aan, houdt bij het voorzieningenaanbod rekening met andere voorzieningen die in het kader van het sociaal domein beschikbaar zijn en stemt het aanbod, als dat nodig is, intern af zodat het optimaal bijdraagt aan een integrale ondersteuning van de persoon. Het college houdt bij de afstemming ook rekening met voorzieningen op grond van andere wettelijke regelingen en stemt dit af in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 44a van de wet.
Het college kan, als dit door hem noodzakelijk wordt geacht, een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet die algemene bijstand ontvangt, toestemming verlenen om op een proefplaats bij een werkgever voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal vier maanden, onbeloonde werkzaamheden te verrichten met behoud van uitkering.
Het college kan door detachering zorgen voor toeleiding van een persoon die behoort tot de doelgroep naar een dienstverband met een werkgever, gericht op arbeidsinschakeling.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschutte werkplek omdat het aantal te realiseren werkplekken in een jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.
Om de in artikel 10b, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.
Hoofdstuk 3. Bepalingen doelgroep breed offensief
Paragraaf 3.1 Administratief proces loonkostensubsidie
Artikel 10. Aanvraagproces loonkostensubsidie
Het college verstrekt overeenkomstig artikel 10d, van de wet, ambtshalve of op aanvraag, loonkostensubsidie aan de werkgever die voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. In geval van een aanvraag zijn het tweede tot en met het vierde lid van dit artikel van toepassing.
Paragraaf 3.2 Procedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Artikel 11. Voorwaarden toekenning persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Artikel 12. Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Het college onderzoekt, voor zover nodig en gelet op de omstandigheden van de persoon, in daartoe voorkomende gevallen de mogelijkheden om door samenwerking met andere partijen, onder meer op het gebied van (publieke) gezondheid, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, schuldhulpverlening, welzijn en wonen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde integrale dienstverlening met het oog op de arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 1, of de wijze van voortgezette persoonlijke ondersteuning, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 2, van de wet.
Paragraaf 3.3 Specifieke bepalingen persoonlijke ondersteuning bij werk
De inzet van een jobcoach wordt afgestemd op de begeleidingsbehoefte en is maximaal vier jaar. De omvang van de jobcoaching wordt bepaald op een percentage van de door de persoon gewerkte uren. De bijbehorende begeleidingsregiems kunnen worden onderscheiden in zeer licht, licht en middel (in het eerste jaar maximaal respectievelijk 1-4%, 4-7% en 7-10% van de gewerkte uren).
Artikel 19. Interne werkbegeleiding
Als een persoon uit de doelgroep voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op begeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en andere werknemers aanzienlijk te boven gaat, kan het college een subsidie verlenen aan de werkgever voor de aangetoonde meerkosten die verbonden zijn aan het organiseren van de interne werkbegeleiding.
Paragraaf 3.4 Specifieke bepalingen overige voorzieningen
Artikel 21. Specifieke voorwaarden noodzakelijke intermediaire activiteit bij visuele of motorische handicap
Het college kan een voorziening in de vorm van een intermediaire activiteit toekennen die gericht is op de vervanging of ondersteuning van een door ziekte of gebrek geheel of gedeeltelijk ontbrekende visuele of motorische lichaamsfunctie.
Artikel 23. Specifieke voorwaarden werkplekaanpassingen
Het college kan een aanpassing van de werkplek toekennen aan een persoon, als dit noodzakelijk is om zijn werk uit te voeren. In beginsel kan daarbij elk product als een werkplekaanpassing worden beschouwd als de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar zijn.
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Verordening Re-integratie WWB, IOAW, IOAZ gemeente Buren, vastgesteld op 19 december 2017, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit die verordening voor de duur: