Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beek

Nota reserves en voorzieningen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota reserves en voorzieningen 2024
CiteertitelNota reserves en voorzieningen 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nota 'reserves en voorzieningen 2020'.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-2024nieuwe regeling

21-03-2024

gmb-2024-150029

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota reserves en voorzieningen 2024

De raad van Beek,

 

gelezen het advies van B en W,

 

besluit:

  • 1.

    De nota "reserves en voorzieningen 2020" intrekken per 1 januari 2024;

  • 2.

    De nota "reserves en voorzieningen 2024" vast te stellen.

1. Inleiding

Reserves en voorzieningen zijn van belang voor de financiële stabiliteit van de gemeente. Het is daarom belangrijk dat er sprake is van een goed inzicht in, en van, een goede kaderstelling ten aanzien van reserves en voorzieningen. Het inzicht wordt verschaft via de P&C cyclus o.a. in de begroting en de jaarrekening. Een goede kaderstelling wordt verkregen door het vastleggen van spelregels.

In de financiële verordening (art. 212 GW) is daarom vastgelegd dat een nota reserves en voorzieningen aan de gemeenteraad wordt aangeboden, waarin het beleidsmatige kader wordt vastgelegd hoe om te gaan met de vorming en besteding van reserves en voorzieningen.

Tevens zijn er regels opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording van provincies en gemeenten (BBV). Dit BBV bevat de wettelijke voorschriften waar de gemeente op het terrein van financiën, in deze nota reserves en voorzieningen, aan moet voldoen.

2. Wet en regelgeving

Alle hogere wet -en regelgeving, zoals de gemeentewet (GW), het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de stellige uitspraken van de commissie BBV die bindend zijn, zijn van toepassing op het beleid van de gemeente. Deze regels zijn niet allemaal aangehaald in dit document maar vormen natuurlijk wel het uitgangspunt. Bij een aantal onderdelen zijn de BBV voorschriften ter verduidelijking vermeld.

In bijlage 1 zijn de artikelen 41 tot en met 45 van het BBV opgenomen die betrekking hebben op reserves en voorzieningen.

3. Begrippen en kaders

3.1 Reserves

De reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vrij te besteden zijn.

 

In artikel 43, lid 1 van het BBV worden de reserves onderscheiden naar:

  • a)

    de algemene reserve;

  • b)

    de bestemmingsreserves

a. Algemene reserve

De algemene reserve is in principe vrij inzetbaar. Naast het wettelijk verplicht verrekenen van het jaarresultaat met de algemene reserve vormt deze reserve een buffer voor financiële tegenvallers en onvoorziene risico’s. Voor zover de algemene reserve groter is dan nodig voor de normale functie van opvang van fluctuaties en risico’s c.q. tegenvallers, kan deze worden ingezet voor de dekking van incidentele investeringen of incidentele lasten. Risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd worden gedekt door de algemene reserve. Er bestaat een directe relatie tussen de risico’s die de gemeente loopt en het minimaal noodzakelijk aan te houden buffervermogen (zie nota risicomanagement en weerstandsvermogen).

 

Vanaf 2024 kunnen gemeenten het surplus in de algemene reserve aanwenden voor het dekken van structurele exploitatielasten. Van dit vrij besteedbare deel, het surplus, mogen gemeenten 10% inzetten voor de dekking van structurele lasten. Dit onder de voorwaarde dat de solvabiliteit van de gemeente groter of gelijk aan 20% is en blijft. Dit deel wordt dan tot ‘structurele baat’ bestempeld. Ook moet het weerstandsvermogen naar het oordeel van de toezichthouder (de provincie) voldoende zijn, gebaseerd op een adequate risico-inventarisatie.

 

b. Bestemmingsreserves

Dit zijn reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Deze reserves mogen alleen besteed worden aan de doelen die daaraan door de gemeenteraad zijn toegekend. De gemeenteraad kan de bestemming van de reserve nadien ook weer aanpassen.

 

Stille reserves

Daarnaast zijn er ook nog de zogenaamde stille reserves. Deze stille reserves zijn niet zichtbaar op de balans. Stille reserves vertegenwoordigen het verschil in de waarde van bezittingen in het economisch verkeer en de waarde waarvoor deze bezittingen op de balans moeten worden opgenomen. De verslaggevingsvoorschriften schrijven namelijk voor dat alleen waardering tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of (duurzaam) lagere marktwaarde is toegestaan. Het is niet toegestaan activa te herwaarderen naar waarde in het economisch verkeer.

Stille reserves kunnen daardoor pas ingezet worden indien de betreffende bezitting wordt verkocht. In het BBV is bepaald dat activa waarvan de bestemming verandert, de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans wordt opgenomen. Op dat moment wordt de stille reserve zichtbaar.

 

3.2. Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (verplichtingen) van de gemeente. Dit betekent dat in tegenstelling tot reserves de vorming, voeding en aanwending van voorzieningen niet vrij is. Tegenover voorzieningen staan namelijk verplichtingen. In het BBV is specifiek aangegeven in welke gevallen een voorziening moet worden gevormd. De gemeenteraad heeft dan ook veel minder beleidsmatige bewegingsvrijheid bij voorzieningen dan bij reserves.

 

Een voorziening is een apart gezet bedrag op de balans (passiva: schuld) voor voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan het tijdstip van optreden en/of de omvang per balansdatum niet exact bekend zijn. De uitgave is onvermijdelijk en zal in de toekomst plaatsvinden, maar moet wel samenhangen met de periode voorafgaand aan de balansdatum. Deze verplichtingen of risico’s moeten betrouwbaar in te schatten zijn, anders mag geen voorziening worden gevormd. Risico’s die niet (geheel) door voorzieningen worden afgedekt behoren in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing te worden opgenomen.

 

Soorten voorzieningen

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

    • a.

      verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

    • b.

      op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

    • c.

      kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

  • 2.

    Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

  • 3.

    Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Voorbeelden:

  • 1.a

    Achterstallig onderhoud.

  • 1.b

    Bijvoorbeeld bij een rechtszaak.

  • 1.c

    Indien een gemeente besluit tot het vormen van egalisatievoorzieningen dan stelt het BBV een recent beheerplan als eis. Een beheerplan is van belang om de omvang van de voorziening te bepalen die nodig is om het toekomstig groot onderhoud te kunnen bekostigen, bijv. voorziening gemeentelijke gebouwen. Onder recent wordt door de commissie BBV (notitie materiële vaste activa art.7.5.2) een beheerplan verstaan van maximaal vijf jaar oud ten opzichte van het verslagleggingsjaar. Deze vijf jaar dient te worden gehanteerd als richttermijn waar gemotiveerd van kan worden afgeweken. Een gemotiveerde afwijking houdt in dat deze motivatie is geautoriseerd door de gemeenteraad en verantwoord is in de paragraaf ‘Onderhoud kapitaalgoederen’ van de begroting en de jaarstukken. Binnen deze vijf jaar bestaat wel de verplichting om het beheerplan tussentijds bij te stellen, indien het beheerplan in belangrijke mate niet meer aansluit bij de actuele situatie van de staat van het onderhoud. In de motivatie moet tevens worden aangegeven welke maatregelen er worden genomen om achterstallig onderhoud te voorkomen.

  • 2.

    Voorziening voor afval of rioleringen.

  • 3.

    Arbeidskostenvoorzieningen voor o.a. verlofsparen of voormalig personeel.

3.3 Verschillen reserves en voorzieningen

In onderstaande tabel zijn de belangrijkste verschillen tussen reserves en voorzieningen weergegeven:

 

Verschillen tussen reserves en voorzieningen

Kenmerk

Reserve

Voorziening

Classificatie

Eigen vermogen

Vreemd Vermogen

Bevoegdheid

Raad(beleid) instellen en beschikken

De raad is bevoegd tot instellen, tenzij deze voortvloeit uit risico’s of wettelijke verplichtingen. Dan moet een voorziening worden ingesteld.

Het college is bevoegd te beschikken.

Onderbouwing financieel

Gewenst, niet verplicht

Verplicht

Wijziging bestemming enz.

Vrij door de raad te bepalen

Gebonden voor een betreffend doel te verwenden.

Mutaties

Resultaatbestemming: stortingen en onttrekkingen komen niet direct ten laste van het resultaat.

Raadsbesluit is vereist, tenzij er aparte regels zijn afgesproken.

Mutaties tot maximaal de geraamde bedragen, tenzij anders door de raad besloten.

Resultaatsbepaling: De storting komt ten laste van de exploitatie.

Geen raadsbesluit nodig.

Mutaties afhankelijk van onderliggende verplichtingen, risico, verlies en specifieke besteding

Indeling

Algemene reserve

Bestemmingsreserves

Egalisatiereserves

Dekkingsreserves

Reserves grondbedrijf

Verplichtingen, verliezen en risico’s

Grondbedrijf

Onderhoud egalisatievoorzieningen

Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwending.

4. Reserves en voorzieningen in de P&C cyclus

4.1 Programmabegroting

Bij het opstellen van de (meerjaren)begroting worden de reserves en voorzieningen integraal beoordeeld en worden de meerjarige uitgaven en inkomsten geactualiseerd. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de noodzaak voor het aanhouden van de reserve, de omvang en de (meerjarige)ontwikkeling van de reserves en voorzieningen. Daarnaast wordt ook beoordeeld of het noodzakelijk is om nieuwe reserves of voorzieningen in te voeren. Een meerjarig overzicht van de reserves en voorzieningen wordt in de programmabegroting op totaalniveau opgenomen in de geprognosticeerde balans, alsmede in de bijlage ‘Overzicht reserves en voorzieningen’.

Mutaties op reserves vereisen de instemming van de gemeenteraad. De gemeenteraad keurt met het vaststellen van de begroting de voorgenomen onttrekkingen en stortingen in de reserves goed. De vaststelling van de begroting heeft een begrotingswijziging tot gevolg die in de financiële administratie wordt doorgevoerd.

Indien het voorstel is om een nieuwe reserve of voorziening in te voeren dan wordt bij het raadsvoorstel een afzonderlijk staatje opgenomen. Hierop staat alle benodigde informatie over de nieuwe reserve of voorziening. Via een apart beslispunt wordt de gemeenteraad gevraagd een besluit te nemen voor de instelling van de nieuwe reserve of voorziening. Ook het opheffen van een reserve of voorziening vindt plaats met een apart beslispunt in het raadsbesluit.

 

4.2 Tussentijdse rapportages

Tussentijdse wijzigingen op reserves en voorzieningen worden gerapporteerd in de afwijkingen- of slotrapportage voor de bijstelling van de begroting. Na goedkeuring door de gemeenteraad wordt de begroting hierop aangepast. Wijzigingen op reserves of voorzieningen worden toegelicht bij wijzigingen van meer dan € 10.000.

 

4.3 Jaarrekening

In de jaarrekening wordt in de toelichting op de balans per reserve en per voorziening het verloop gedurende het jaar weergegeven. Daarnaast wordt de voeding, beschikking, boven/ondergrens, beschikkingsbevoegdheid en afdeling van elke reserve en voorziening, de toevoegingen / de onttrekkingen en de afwijkingen realisatie ten opzichte van de raming toegelicht.

Door de vaststelling van de jaarrekening door de gemeenteraad vindt vaststelling plaats van de gerealiseerde onttrekkingen en stortingen in reserves en voorzieningen.

Indien voorgesteld wordt om een nieuwe reserve of voorziening in te voeren dan wordt bij het raadsvoorstel ook een afzonderlijk staatje opgenomen met een toelichting op het doel en de aard van de betreffende nieuwe reserve of voorziening. Via een apart beslispunt wordt de gemeenteraad gevraagd een besluit te nemen voor de instelling van de nieuwe reserve of voorziening. Ook het opheffen van een reserve of voorziening vindt plaats met een apart beslispunt in het raadsbesluit.

 

4.4 Weerstandsvermogen

De algemene reserve is een onderdeel van de berekening van de weerstandsvermogen. De overige reserves worden niet meegenomen in de bepaling van het weerstandsvermogen omdat hier een bestemming aan ten grondslag ligt. Voor meer informatie wordt ververwezen naar de nota “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.

5. Reserves: Beleid en beheer

In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de in de begroting 2024 vermelde reserves, alsmede het saldo van deze reserves.

 

5.1 Algemeen

De gemeenteraad heeft beleidsvrijheid in de omgang met reserves. Er zijn geen wettelijke restricties voor de gemeenteraad om reserves in te stellen, op te heffen of de bestemming ervan te wijzigen. De regelgeving met betrekking tot reserves in het BBV is hoofdzakelijk beperkt tot definities en de wijze van rapporteren in begroting en jaarrekening.

Het gemeentelijk uitgangspunt bij reserves is het zoveel mogelijk beperken van (bestemmings)reserves, zowel qua aantal als qua omvang. Het beperken van de reserves bevordert de inzichtelijkheid in de financiële positie van de gemeente. Als het gaat om het realiseren van een bepaald beleidsdoel, loopt dit zoveel mogelijk via de exploitatie. Daar vindt ook de integrale afweging plaats. Voorkomen moet worden dat de aanwezigheid van veel bestemmingsreserves leidt tot beperking van het bestuurlijk afwegingsproces. Een beperkt aantal reserves geeft daarnaast een beter overzicht en inzicht.

Onttrekkingen aan reserves zijn incidentele dekkingsmiddelen. Daarom worden geen structurele lasten ten laste van de reserves gebracht. Het risico is anders aanwezig dat de begroting in de toekomst zwaarder belast wordt, indien een reserve is uitgeput, terwijl de activiteit door blijft gaan. De kosten moeten dan in de begroting worden opgevangen. Een uitzondering in het BBV op de regel dat onttrekkingen aan reserves incidentele dekkingsmiddelen zijn, is de reserve dekking kapitaallasten. In dat geval worden afschrijvingen uit reserves gedekt.

 

Reserves mogen niet negatief zijn;

Het is wel mogelijk dat een situatie ontstaat, waarbij sprake is van een negatieve algemene reserve. Hiermee wordt bedoeld dat de omvang van de totale reservepositie van de gemeente onvoldoende van omvang is om een rekeningtekort te dekken. Het provinciaal toezichtkader stelt dat wanneer de algemene reserve negatief wordt, de gemeente deze negatieve stand van de algemene reserve binnen de termijn van de meerjarenraming moet wegwerken. Lukt dit niet, dan wordt een gemeente onder preventief toezicht geplaatst. Is de negatieve stand ontstaan ten gevolge van verliezen op de grondexploitatie, dan kan de toezichthouder de gemeente toestemming geven dit tekort in een langere periode dan 4 jaar te saneren.

 

Reserve dekking kapitaallasten

Op grond van het BBV is het niet toegestaan om gemeentelijke middelen ineens op een actief (investering) in mindering te brengen. Investeringen moeten bruto worden geactiveerd en afgeschreven. Indien het wenselijk is om eenmalige middelen (reserves of exploitatiebudgetten) in te zetten voor investeringen kunnen deze gestort worden in een (afzonderlijke) bestemmingsreserve. Via de vorming van een (afzonderlijke)bestemmingsreserve dekking kapitaallasten kunnen de kapitaallasten, die in de exploitatie op de betreffende producten staan, worden afgedekt door jaarlijks een bedrag deels of gelijk aan de kapitaallasten uit die bestemmingsreserve te laten vrijvallen. Op die manier kan worden bereikt dat deze lasten lager of budgetneutraal zijn.

Het aanspreken van het vermogen in de reserve dekking kapitaallasten heeft een direct, positief gevolg voor de exploitatie. Onttrekkingen aan een bestemmingsreserve dekking kapitaallasten mogen als structureel worden aangemerkt (notitie materiele vaste activa commissie BBV).

 

5.2 Bevoegdheid

De gemeenteraad besluit tot het instellen en opheffen van reserves (budgetrecht van de raad).

 

5.3 Instellingscriteria

Zoals vermeld is het uitgangspunt het zoveel mogelijk beperken van bestemmingsreserves, zowel qua aantal als qua omvang. Voorkomen moet worden dat onnodig middelen worden vastgelegd c.q. geoormerkt waarvoor een andere bestemming mogelijk is.

In het verzoek aan de gemeenteraad om een reserve in te stellen moet worden aangegeven:

  • de naamstelling van de reserve

  • het beleidsdoel waarvoor de reserve wordt gevormd;

  • de voeding van de reserve;

  • de beschikking over de reserve;

  • de gewenste of noodzakelijke, minimale en/of maximale omvang, inclusief onderbouwing;

  • de afdeling welke de reserve beheert.

De gemeenteraad kan deze criteria wijzigen. Deze wijziging vindt plaats door middel van een raadsbesluit.

5.3.1 Algemene reserves:

Het instellen van een algemene reserve dient bij raadsbesluit plaats te vinden.

Artikel 5.3.2 Bestemmingsreserves:

Voor het instellen van bestemmingsreserves gelden de volgende criteria:

 

  • Een bestemmingsreserve wordt ingesteld voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde tijd te realiseren, door de gemeenteraad vast te stellen doelen.

  • Het instellen van reserves dient bij raadsbesluit plaats te vinden.

5.4 Mutaties op reserves

Bij de begroting wordt inzicht gegeven in de stand en de ontwikkeling van de reserves. De gemeenteraad staat met het vaststellen van de begroting de voorgenomen onttrekkingen en stortingen in de reserves toe (budgetrecht van de raad).

Tussentijdse wijzigingen op reserves worden gerapporteerd via de afwijkingen- of slotrapportages of specifieke raadsvoorstellen, waarbij de begroting wordt aangepast. De besluitvorming door de gemeenteraad moet in de loop van het begrotingsjaar plaatsvinden tot uiterlijk 31 december van het betreffende jaar.

In de jaarrekening kunnen mutaties in de reserves alleen plaatsvinden tot maximaal het bedrag dat door de gemeenteraad is goedgekeurd, tenzij de gemeenteraad het college heeft gemandateerd. Daarboven is een raadsbesluit noodzakelijk. Uitzondering hierop vormen de egalisatiereserves. Deze zijn bedoeld voor de egalisatie van ongewenste grote schommelingen van lasten en baten in een afgebakend deel van de begroting. De gemeenteraad bepaald waartoe egalisatiereserves in het leven worden geroepen. De stortingen en onttrekkingen worden op basis van realisatie verricht en indien deze afwijken van de raming is hiervoor geen afzonderlijk raadsbesluit noodzakelijk.

Indien in de realisatie blijkt dat onttrekkingen aan reserves lager zijn dan geraamd, dan wordt onttrokken op basis van de realisatie. Indien onttrekkingen zouden plaatsvinden op basis van de hogere ramingen dan ontstaan rekeningoverschotten. Deze dienen weer bij de jaarrekening verklaard te worden en de reserve moet weer op niveau gebracht worden om de toekomstige onttrekkingen te kunnen opvangen.

 

5.5 Opheffen van reserves

Als het doel waarvoor de reserve is ingesteld of de vastgestelde einddatum wordt bereikt, dan wordt de reserve opgeheven. Hierbij wordt rekening gehouden met de eventueel dan nog bestaande (financiële) verplichtingen. Opheffen vindt middels raadsbesluit plaats. Eventuele vrijvallende middelen worden toegevoegd aan de Algemene reserve.

Als een verlenging van de reserve noodzakelijk is wordt een nieuw raadsbesluit opgehaald.

6. Voorzieningen: beleid en beheer

In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de in de begroting 2024 vermelde voorziening, alsmede het saldo van deze voorzieningen.

 

6.1 Algemeen

De omvang van voorzieningen dient dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Over- en onder-dekking zijn niet toegestaan.

Indien sprake is van een schatting van de onderliggende verplichting of risico, dan moet deze schatting betrouwbaar zijn. Dit hangt samen met de eisen die aan de getrouwheid van een jaarrekening worden gesteld. Het is niet toegestaan om de vorming van een voorziening voor bestaande verplichtingen achterwege te laten op grond van bijvoorbeeld beleidsmatige overwegingen.

Bij voorzieningen kan ook sprake zijn van voorzieningen voor dubieuze debiteren en verliesvoorzieningen grondexploitaties. Dit zijn voorzieningen die op basis van het BBV (presentatie technisch) verplicht in mindering moeten worden gebracht op het totale debiteurensaldo c.q. de boekwaarde van de grondexploitaties (activazijde van de balans).

Voorzieningen worden gevormd ten laste van het betreffende taakveld/product in de exploitatiebegroting. Vorming van voorzieningen telt dan ook mee in het resultaat vóór bestemming (resultaatbepaling). De aanwendingen komen verplicht rechtstreeks ten laste van de voorziening. Dit in tegenstelling tot reserves (resultaatbestemming).

 

6.2 Bevoegdheid

De gemeenteraad besluit tot het instellen en opheffen van voorzieningen. Door het verplichtende karakter van de voorzieningen heeft de gemeenteraad hierbij echter weinig speelruimte. Dit met uitzondering van de voorzieningen om de lasten van groot onderhoud gelijkmatig te verdelingen (onderhoudsvoorzieningen).

Formeel dient de gemeenteraad de betreffende lasten in de begroting te autoriseren. De gemeenteraad besluit tot toevoegingen aan voorzieningen via de vaststelling van de programma’s van de begroting en/of de jaarrekening. Door het verplichtende karakter van de uitgaven heeft het college de bevoegdheid uitgaven ten laste van de voorziening te doen, indien de uitgave voldoet aan het doel van de voorziening.

 

6.3 Instellingscriteria

Het instellen van voorzieningen vindt plaats op grond van criteria genoemd in het BBV. Dit betekent dat noodzakelijk te vormen voorzieningen ook daadwerkelijk gevormd moeten worden, ongeacht of de gemeenteraad hiertoe vooraf heeft besloten.

Voorzieningen ter egalisatie van lasten van groot onderhoud worden uitsluitend bij raadsbesluit ingesteld, omdat aan dergelijke voorzieningen beleidskeuzes ten grondslag liggen (bijvoorbeeld ten aanzien van het onderhouds- en kwaliteitsniveau). Per voorziening kunnen de beleidskeuzes verschillen. De gemeenteraad stelt jaarlijks budget beschikbaar om de betreffende kwaliteitsniveaus te kunnen handhaven. De door de gemeenteraad genomen beleidskeuzes komen tot uitdrukking in de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen”.

Over de vorming van voorzieningen ter dekking van verplichtingen en verliezen, risico’s en bijdragen van derden wordt de gemeenteraad geïnformeerd en vindt aanpassing van de begroting plaats.

Per voorziening moet voor zover van toepassing aangegeven worden:

  • de naamstelling van de voorziening;

  • het beleidsdoel waarvoor de voorziening wordt gevormd;

  • de voeding van de voorziening;

  • de beschikking over de voorziening;

  • de gewenste of noodzakelijke, minimale en/of maximale omvang, inclusief onderbouwing;

  • de afdeling welke de voorziening beheert.

Van elke voorziening moet een financiële onderbouwing aanwezig zijn in de vorm van een actueel beheer-plan, evenals de omvang en de wijze van stortingen en bestedingen (structureel of incidenteel), inclusief onderbouwing daarvan.

 

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn op basis van het BBV niet toegestaan. De noodzakelijke hoogte van de voorziening wordt namelijk bij de actualisatie van het beheerplan o.b.v. de onderliggende verplichting/risico aangepast.

 

6.4 Mutaties op voorzieningen

6.4.1Stortingen en onttrekkingen

Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de voorziening zijn gebaseerd op de noodzakelijke omvang van de voorziening. Stortingen in de voorziening zijn een last voor de exploitatie (resultaatbepaling).

 

De onderhoudslasten moeten verplicht direct ten laste van de voorziening worden gebracht. Deze lasten mogen niet via de exploitatie worden geboekt.

Indien voorzieningen zijn gevormd om een gelijkmatige verdeling van lasten over begrotingsjaren te bewerkstellingen, dan dienen actuele beheerplannen of (meerjaren) berekeningen aanwezig te zijn.

Als de achterliggende verplichting, het verlies, het risico of specifieke besteding van de voorzieningen vervalt, dan moet de voorziening worden opgeheven en vallen de middelen vrij ten gunste van het betreffende taakveld/product in de exploitatie.

6.4.2 Negatieve voorzieningen

Voorzieningen kunnen niet negatief zijn.

 

6.5 Wijzigen doel of bestemming van voorzieningen

Vanwege het verplichte karakter kan het doel of bestemming van een voorziening niet wijzigen.

 

6.6 Opheffen van voorzieningen

Voorzieningen worden door het college opgeheven als de verplichting of het risico waarvoor de voorziening is gevormd niet meer actueel is.

Indien de voorziening echter is gevormd om een gelijkmatige verdeling van lasten over de begrotingsjaren te bewerkstelligen, dan moet de gemeenteraad hierover een beslissing nemen; bijvoorbeeld ingeval een actueel beheerplan ontbreekt kan gemotiveerd van de richttermijn van vijf jaar worden afgeweken, indien dit is geautoriseerd door de gemeenteraad.

7. Spelregels

Deze spelregels staan in het spoorboekje voor de raad en zijn nog steeds van toepassing.

 

Uitzonderingsregels

Uitzondering waarbij B&W gemandateerd is tot het doen van onttrekkingen aan reserves:

Per boekjaar ten hoogste 10% van het saldo van de betreffende reserve volgens de laatst vastgestelde jaarrekening met een maximum van € 25.000.

 

Uitzondering waarbij de portefeuillehouder gemandateerd is tot het doen van onttrekkingen aan reserves:

Per boekjaar ten hoogste 10% van het saldo van de betreffende reserve volgens de laatst vastgestelde jaarrekening met een maximum van € 1.000.

Bijlage 1 Artikel 41 t/m 45 BBV

 

Artikel 41

Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

 

Artikel 42

Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.

Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen.

 

Artikel 43

In de balans worden de reserves onderscheiden naar:

  • a.

    de algemene reserve;

  • b.

    de bestemmingsreserves.

Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven.

 

Artikel 44

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

    • a.

      verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

    • b.

      op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

    • c.

      kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;

    • d.

      de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

  • 2.

    Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.

  • 3.

    Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Artikel 45

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

Bijlage 2 Overzicht reserves (begroting 2024)

 

RESERVES VAN DE ALGEMENE DIENST

Saldo per 31.12.2023

Toevoeging

Onttrekking

Saldo per 31.12.2024

1. ALGEMENE RESERVES

Algemene reserve

6.311.353,83

125.000,00

-196.906,00

6.239.447,83

Subtotaal

6.311.353,83

125.000,00

-196.906,00

6.239.447,83

Reserve dekking kapitaallasten investeringen

10.725.738,92

9.000,00

-913.586,32

9.821.152,60

Reserve afwikkeling projecten

0,00

0,00

0,00

0,00

Reserve inkomensdeel Fonds Werk en Inkomen

410.012,70

0,00

0,00

410.012,70

Reserve Versterking omgevingskwaliteit

- subfonds wonen en voorzieningen

149.584,17

0,00

0,00

149.584,17

- subfonds compensatie kleine woningbouwinitiatieven

100.000,00

0,00

-100.000,00

0,00

- subfonds economie, toerisme en recreatie

13.264,17

0,00

-4.165,50

9.098,67

- subfonds landschap en cultuurhistorie

62.774,64

0,00

-20.797,00

41.977,64

- subfonds woningvoorraad transformatiefonds

267.124,25

0,00

-86.649,75

180.474,50

Reserve ruimtelijke plannen

362.254,07

53.000,00

-243.333,00

171.921,07

Reserve BTW-egalisatie

594.836,63

0,00

0,00

594.836,63

Reserve ingroei Veiligheidsregio

448.579,50

0,00

-149.526,50

299.053,00

Reserve kerkgebouwen

128.435,83

15.000,00

-140.000,00

3.435,83

Reserve crisismaatregelen

21.628,44

0,00

0,00

21.628,44

Reserve toekomstvisie centrum

62.515,00

0,00

-47.515,00

15.000,00

Reserve strategische personeelsplanning

563.184,12

0,00

0,00

563.184,12

Reserve Transformatiefonds Woningmarkt

125.000,00

125.000,00

0,00

250.000,00

Subtotaal

14.034.932,44

202.000,00

-1.705.573,07

12.531.359,37

TOTAAL RESERVES

20.346.286,27

327.000,00

-1.902.479,07

18.770.807,20

 

Toelichting doel en aard van reserves

 

Algemene reserve

Doel:

Bufferfunctie voor de dekking van onvoorziene uitgaven. Het beschikbaar hebben van een noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit en het vervullen van de financieringsfunctie.

Voeding:

  • eventuele jaarlijkse stortingen

  • voordelige exploitatieresultaten

  • eventueel vrijvallende bestemmingsreserves

Beschikking:

Exploitatietekorten

Boven-/ondergrens:

Ondergrens de benodigde weerstandscapaciteit

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Reserve dekking kapitaallasten investeringen

Doel:

Afdekking van dat deel van de kapitaallasten van investeringen, waarvan bij raadsbesluit voorhanden eigen vermogen ter dekking van de gehele/gedeeltelijke investering is aangewezen.

Voeding:

De specifieke raadsbesluiten tot investering met bijbehorende dekking.

Beschikking:

Uitgaven, passend binnen het geformuleerde doel. Jaarlijks het bedrag aan gedekte kapitaallasten.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking:

Raadsvergadering 13-07-2023: de dekking van alle binnen de Reserve dekking kapitaallasten gedekte vaste activa (25 vaste activa) met een einddatum na 2040 per 2023 zijn gehalveerd over de gehele resterende looptijd.

Reserve afwikkeling projecten

Doel:

Enerzijds voor het overhevelen van incidentele budgetten van enig jaar naar het volgende jaar. Anderzijds worden hier saldi geparkeerd van voorzieningen waarvan de onderhoudsplannen niet meer up-to-date zijn. Pas als de onderhoudsplannen weer op orde zijn wordt het saldo terug gestort in de voorziening. Incidenteel is het mogelijk dat budgetten hier meerjarig geparkeerd worden.

Voeding:

Aan het eind van het jaar wordt aan de raad een budgetoverheveling voorgesteld. Hierin worden ook de niet-geüpdatete voorzieningen vermeldt die tijdelijk worden beëindigd.

Beschikking:

De overgehevelde budgetten worden in het opeenvolgende jaar weer ter beschikking gesteld. De verouderde onderhoudsvoorzieningen worden pas weer gevormd na het up-to-date maken van de onderhoudsplannen.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Reserve inkomensdeel Fonds Werk en Inkomen

Doel:

Egalisatie van de BUIG inkomsten- en uitgaven.

Voeding:

Uitkeringsoverschot en het positief resultaat van de liquidatie oude GR Vixia

Beschikking:

Uitgaven passend binnen het geformuleerde doel, alsmede de incidentele projectkosten van de vorming van Vidar.

Boven-/ondergrens:

Bovengrens € 1 mln. (begroting 2014)

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Samenleving

 

Reserve versterking omgevingskwaliteit

Doel:

Financiering van projecten ter versterking van de omgevingskwaliteit.

Voeding:

De subfondsen ‘wonen en voorzieningen’, ‘economie, toerisme en recreatie’ en ‘landschap en cultuurhistorie’ worden gevoed vanuit bijdragen van ontwikkelaars/ initiatiefnemers bij nieuwe planologische ontwikkelingen op basis van anterieure overeenkomsten (conform de Nota Kostenverhaal).

Het subfonds ‘kleine woningbouwinitiatieven’ wordt gevoed vanuit bijdragen van ontwikkelaars/initiatiefnemers bij nieuwe planologische ontwikkelingen op basis van de beleidsregel kleine woningbouwinitiatieven Beek 2013 (conform de Structuurvisie Wonen WM).

Het subfonds ‘Woningvoorraadtransformatie’ wordt gevoed vanuit bijdragen van ontwikkelaars/initiatiefnemers bij nieuwe planologische ontwikkelingen op basis van de beleidsregel kleine woningbouwinitiatieven Zuid-Limburg 2017 (conform de Structuurvisie Wonen ZL).

Beschikking:

Vanuit de subfondsen ‘wonen en voorzieningen’, ‘economie, toerisme en recreatie’ en ‘landschap en cultuurhistorie’ kan een bijdrage gedaan worden aan projecten die staan omschreven in de projectenagenda die als bijlage bij de gemeentelijke structuurvisie is opgenomen. Deze projectenagenda is in beginsel een dynamisch document.

Vanuit het subfonds ‘kleine woningbouwinitiatieven’ kan een bijdrage gedaan worden aan onttrekken van woningen aan de woningvoorraad en aan herstructurering van de woningmarkt (toevoeging van passende woningen die doorstroming bevorderen en daarmee de herstructurering mogelijk maken, evenals projecten waarbij van eengezinswoningen levensloopbestendige woningen worden gemaakt).

De middelen van het subfonds ‘Woningvoorraadtransformatie’ mogen in twee categorieën worden ingezet: 1) onttrekken van woningen uit de woningvoorraad

2) omzetten van koopwoningen naar huurwoningen.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Ruimte

Opmerking:

Structuurvisie Beek 2012-2022 (raadsbesluit 6 december 2012).

Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg (raadsbesluit 20 oktober 2016).

 

Reserve ruimtelijke plannen

Doel:

Gelijkmatige meerjarige verdeling van de kosten m.b.t. het opstellen van ruimtelijke plannen.

Voeding:

Jaarlijkse storting in de reserve ruimtelijke plannen van € 53.000.

Beschikking:

De werkelijke (meerjarige) uitgaven m.b.t. ruimtelijke plannen in enig jaar conform het plan van aanpak.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Ruimte

Reserve BTW-egalisatie

Doel:

Bufferfunctie ter dekking van de fluctuatie van btw-exploitatie inkomsten uit hoofde van rioolinvesteringen.

Voeding:

Exploitatieoverschotten op btw-inkomsten uit hoofde van rioolinvesteringen

Beschikking:

Exploitatietekorten op btw-inkomsten uit hoofde van rioolinvesteringen

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Bestuurs-en Managementondersteuning (BMO)

Reserve ingroei Veiligheidsregio

Doel:

Het middels een logische ingroei opvangen van de met ingang van 2020 geldende extra bijdrage aan de Veiligheidsregio.

Voeding:

Eenmalige storting in 2020 van € 1.088.780 vanuit de eenmalig in 2020 van de Veiligheidsregio ontvangen gelden als gevolg van een herberekening van de historische kosten.

Beschikking:

Vanaf 2020 t/m 2028 jaarlijks een met 10% afnemende onttrekking uit deze reserve ten gunste van de algemene middelen.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Bestuurs-en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking

Gevormd in de begroting 2020, Raad 7 november 2019.

Reserve kerkgebouwen

Doel:

Het dekken van de toekomstige aanvragen van kerken voor restauratie- en instandhoudingssubsidie.

Voeding:

Initiële storting van € 50.000 in 2020 als dekking voor toekomstige aanvragen van

kerken voor restauratiesubsidie.

Een structurele storting van € 15.000 voor 2021 e.v. als dekking voor toekomstige

aanvragen van kerken voor instandhoudingssubsidie.

Beschikking:

Uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Ruimte

Reserve crisismaatregelen

Doel:

De reserve dient om de kosten die zijn gemaakt in verband met een crisis, pandemie of dergelijke te dekken.

Voeding:

Gelden ontvangen van het Rijk

Beschikking:

De ongedekte kosten van een crisis, pandemie of dergelijke dekken.

Boven-/ondergrens:

Niet van toepassing

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking

Raadsbesluit Jaarrekening 2020

Reserve Toekomstvisie centrum Beek

Doel:

De economische en ruimtelijke structuur van centrum Beek versterken.

Voeding:

Incidentele storting in 2021:

€ 135.000 vanuit de reserve versterking omgevingskwaliteit: subfonds economie, toerisme en recreatie.

€ 130.000 vanuit de reserve versterking omgevingskwaliteit: subfonds wonen en voorzieningen.

€ 225.000 vanuit de algemene reserve.

Beschikking:

De werkelijke uitgaven uitvoeringsprogramma Toekomstvisie centrum Beek.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Ruimte

Opmerking:

Raadsbesluit 10 juni 2021, vaststellen Toekomstvisie centrum Beek. De visie heeft een looptijd tot 2030. Na 2025 worden de strategielijnen in deze visie geëvalueerd en waar nodig aangescherpt.

Reserve strategische personeelsplanning

Doel:

Reserve ter dekking van maatregelen die kunnen worden geschaard onder de volgende 3 doelen;

  • 1.

    Werving en Selectie

  • 2.

    Training en Opleiding

  • 3.

    Transitie en Mobiliteit.

Voeding:

Incidentele storting vanuit de begroting 2022

Beschikking:

Uitgaven passend binnen het geformuleerde doel

Boven-/ondergrens:

n.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

BMO

Opmerking

Memorie van toelichting 1e Berap 2022.

 

Reserve transformatiefonds woningmarkt

Doel:

Het doel hiervan is om vol in te zetten op de transformatie van onze woningmarkt. Daarbij sturen we op kwaliteit voor de lange termijn. Nieuwbouwplannen moeten een goede mix vormen tussen huur- en koopwoningen, met bijzondere aandacht voor betaalbare woningen. Er zal extra aandacht zijn voor de doelgroepen ouderen en starters. Voor de groep ouderen houdt dat o.a. in dat er extra inspanningen noodzakelijk zijn m.b.t. het geschikt maken voor die groep (nultredenwoningen, andere specifieke woningaanpassingen). Voor starters wordt gekeken naar betaalbare, geschikte woningen. Tot en met 2026 komen er minimaal 250 nieuwe woningen bij, verspreid over alle kernen.

Voeding:

De reserve is gevoed uit het subfonds woningvoorraad-transformatie van de reserve versterking omgevingskwaliteit en de DUB-gelden.

Beschikking:

Uitgaven passend binnen het geformuleerde doel

Boven-/ondergrens:

n.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

Ruimte

Opmerking

Conform het Bestuursakkoord 2022-2026 is in de begroting 2023 een transformatiefonds voor de woningmarkt gevormd.

Bijlage 3 Overzicht voorzieningen (begroting 2024)

 

Saldo per 31.12.2023

Toevoeging

Onttrekking

Overige

aanwendingen

Saldo per 31.12.2024

Voorziening Onderhoud Sportvelden

641.878,96

230.722,16

0,00

-111.261,62

761.339,50

Onderhoudsvoorziening gemeentegebouwen

613.852,48

196.642,57

0,00

-314.748,00

495.747,05

Voorziening onderhoud/vervanging speeltuinen

65.109,86

14.000,00

0,00

-33.059,00

46.050,86

Voorziening onderhoud/vervanging

inrichting gymzalen

141.094,97

18.150,00

0,00

-29.710,00

129.534,97

Subtotaal

1.461.936,27

459.514,73

0,00

-488.778,62

1.432.672,38

Onderhoudsvoorziening rioleringen

4.516.755,89

-522.049,56

0,00

0,00

3.994.706,33

Voorziening afval

126.738,98

0,00

0,00

-77.000,00

49.738,98

Subtotaal

4.643.494,87

-522.049,56

0,00

-77.000,00

4.044.445,31

Voorziening Verlofsparen

22.405,96

0,00

0,00

22.405,96

Voorziening voormalig personeel

8.978,62

-3.698,71

0,00

5.279,91

Subtotaal

31.384,58

0,00

-3.698,71

0,00

27.685,87

TOTAAL VOORZIENINGEN

6.136.815,72

-62.534,83

-3.698,71

-565.778,62

5.504.803,56

 

Voorziening onderhoud sportvelden

Doel:

Dekking van het groot onderhoud van de sportvelden.

Voeding:

Een jaarlijkse dotatie aan de voorziening, gebaseerd op het meerjarige onderhoudsplan (MOP).

Beschikking:

De werkelijke (meerjarige) onderhoudsuitgaven in enig jaar.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Ruimte

Opmerking

Geactualiseerde MOP Buitensport, Raad 8 december 2022.

 

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen

Doel:

Dekking van de onderhouds- en vervangingsinvesteringen van de gemeentelijke gebouwen

Voeding:

Jaarlijkse dotaties aan de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen (incl. onderwijsgebouwen)

Beschikking:

De werkelijke (meerjarige) onderhouds- en vervangingsuitgaven in enig jaar.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking:

Het geactualiseerde MOP gebouwenbeheer 2023-2026 is op 30 maart 2023 door uw raad vastgesteld.

Voorziening onderhoud/vervanging speeltuinen

Doel:

Dekking van de onderhouds- en vervangingsinvesteringen van de gemeentelijke speeltuinfaciliteiten op basis van het Speeltuinenplan.

Voeding:

Jaarlijkse dotaties aan de voorziening onderhoud gemeentelijke speeltuinen.

Beschikking:

De werkelijke (meerjarige) onderhouds- en vervangingsuitgaven in enig jaar.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking:

Laatst vastgestelde voorziening speeltuinen 2017-2021 (raadsbesluit november 2017). Vanwege andere prioriteiten heeft de actualisatie van de onderhoudsvoorziening niet kunnen plaatsvinden.

Voorziening onderhoud/vervanging inrichting gymzalen

Doel:

Gelijkmatige meerjarige verdeling van de kosten m.b.t. de ten laste van de gemeente blijvende toekomstige onderhouds- en vervangingsuitgaven van inrichting gymlocaties en ten behoeve van het bewegingsonderwijs van basisonderwijs in gemeente Beek.

Voeding:

Jaarlijkse dotaties aan de voorziening inrichting gymzalen.

Beschikking:

De werkelijke (meerjarige) uitgaven m.b.t. onderhoud en vervanging van speel- en spelmateriaal/gymtoestellen in enig jaar.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking:

Laatst vastgestelde voorziening gymzalen 2017-2021 (raadsbesluit d.d. 18-5-2017). Vanwege andere prioriteiten heeft de actualisatie van de onderhoudsvoorziening niet kunnen plaatsvinden.

 

Voorziening onderhoud rioleringen

Doel:

Dekking van de onderhoudskosten en vervangingsinvesteringen van het gemeentelijke rioleringsstelsel.

Voeding:

Jaarlijkse dotaties aan de voorziening rioleringen cf. het kostendekkingsplan behorend bij het Beleidsplan Water en Klimaatadaptatie Westelijke Mijnstreek 2022-2027.

Beschikking:

De werkelijke (meerjarige) onderhouds- en vervangingsuitgaven in enig jaar.

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Ruimte

Opmerking:

Het Beleidsplan Water en Klimaatadaptatie Westelijke Mijnstreek 2022-2027 is vastgesteld in de raadsvergadering van februari 2022.

Voorziening afval

Doel:

De voorziening dient om onvoorziene schommelingen in de kosten/batenopbouw van het product "ophalen en afvoeren van afvalstoffen" en de hierbij geheven "afvalstoffenheffing" op te vangen en zo de gewenste 100% kostendekking te waarborgen.

Voeding:

Het voordelige saldo tussen lasten/baten van het product "ophalen en afvoeren van afvalstoffen" en de hiermee gemoeide belastingheffing.

Beschikking:

Het nadelige saldo tussen lasten/baten van het product "ophalen en afvoeren van afvalstoffen" en de hiermee gemoeide belastingheffing.

Boven-/ondergrens:

Bovengrens € 250.000

Beschikkingsbevoegd:

De gemeenteraad

Afdeling:

BMO en Ruimte

Opmerking:

Raadsbesluit 17 december 2020: verhoging bovengrens van € 100.000 naar € 250.000.

 

Voorziening verlofsparen

Doel:

Het sparen van verlof van en door medewerkers.

Voeding:

De voorziening wordt alleen gevormd voor de aangemelde medewerkers die per jaareinde > 150 vuren hebben gespaard.

Beschikking:

Primair voor opname bijzondere met name lange verlofperiodes (zoals vervroegd met pensioen of sabbatical).

Boven-/ondergrens:

De benodigde hoogte van de voorziening per jaareinde wordt berekend door de gespaarde verlofuren per medewerker te vermenigvuldigen met het uurtarief maximum van de schaal per functie.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

Bestuurs- en Managementondersteuning (BMO)

Opmerking:

Bij de berekening en onderbouwing van de voorziening wordt geen rekening gehouden met andere variabelen of toekomstige ontwikkelingen, zoals blijf- en sterftekansen, toekomstige promoties, verwacht moment van opname verlofuren, etc.

Voorziening voormalig personeel

Doel:

Dekking jaarlijkse salarislasten voormalig personeel

Voeding:

Eenmalige dotatie

Beschikking:

Het jaarlijkse aandeel in de personele lasten van voormalig personeel

Boven-/ondergrens:

N.v.t.

Beschikkingsbevoegd:

Het College van B&W voor uitgaven passend binnen het door de raad geformuleerde doel.

Afdeling:

BMO