Organisatie | Bloemendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels evenementen strandpaviljoens Bloemendaal 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels evenementen strandpaviljoens Bloemendaal 2024 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels evenementen strandpaviljoens Bloemendaal 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-04-2024 | nieuwe regeling | 26-03-2024 | 1231891 |
De burgemeester van de gemeente Bloemendaal;
het wenselijk is in deze beleidsregels tevens vast te leggen in welke gevallen de burgemeester een vergunning voor het organiseren van een evenement in een strandpaviljoen in ieder geval weigert in verband met de openbare orde en veiligheid, zoals opgenomen in artikel 1:8, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de APV;
de volgende beleidsregels vast te stellen:
‘Beleidsregels evenementen strandpaviljoens Bloemendaal 2024’
Artikel 2. Publiek toegankelijk feest
Met activiteiten die gebruikelijk zijn in de zin van de Alcoholwet als bedoeld in artikel 2:24, eerste lid, aanhef en onder h, van de APV, wordt, voor zover de inrichting een strandpaviljoen betreft, in ieder geval niet bedoeld het organiseren van een publiek toegankelijk feest. Het organiseren van een publiek toegankelijk feest in een strandpaviljoen is derhalve een evenement waarvoor een evenementenvergunning benodigd is.
Een feest is in ieder geval aan te merken als een publiek toegankelijk feest, indien:
tijdens het feest de voor het strandpaviljoen geldende geluidsgrenswaarden uit de maatwerkvoorschriften die destijds zijn gesteld op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, thans maatwerkvoorschriften gesteld op grond van de Omgevingswet, worden overschreden, ongeacht of dit is toegestaan op basis van een gedane kennisgeving op grond van artikel 4:3, eerste lid, van de APV.
Artikel 3. Evenementenvergunning publiek toegankelijke feesten
In het belang van de openbare orde en veiligheid, bedoeld in artikel 1:8, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de APV verleent de burgemeester in ieder geval:
De relevante artikelen uit de APV betreffen:
Artikel 2:25 Vergunning evenement
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
De burgemeester kan, indien het een evenement met minder dan 50 aanwezigen betreft, binnen drie werkdagen na ontvangst van de melding en, indien het een evenement met tussen de 50 en 100 aanwezigen betreft, binnen zes werkdagen na ontvangst van de melding, besluiten een klein evenement te verbieden als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid, kan de burgemeester de vergunning weigeren indien:
voor een evenement dat als B of C evenement is geplaatst op de door de Veiligheidsregio Kennemerland vastgestelde evenementenkalender niet minimaal 3 maanden voor de beoogde datum van de beoogde activiteit een volledige aanvraag is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is;
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 en artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, onder f, intrekken, wijzigen of weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is of de wijze van bedrijfsvoering door de organisator of aanvrager een nadelig effect heeft op het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid in de omgeving van het evenement.
In het bestemmingsplan Bloemendaal aan Zee 1977, dat tot midden 2013 gold, was geen definitie opgenomen van het begrip strandpaviljoen. Evenmin waren voor het organiseren van feesten in strandpaviljoens specifieke regels gesteld. Het houden van feesten in strandpaviljoens werd gezien als een activiteit die behoorde tot de reguliere bedrijfsexploitatie.
In het bestemmingsplan Bloemendaal aan Zee 2013 zijn keuzes gemaakt over de invulling van de recreatieve functie van het strand met inachtneming van de structuurvisie, de strandnota en de ontwikkelingsvisie Bloemendaal aan Zee. In dit bestemmingsplan hebben de strandpaviljoens de bestemming lichte horeca gekregen. Onder lichte horeca vallen volgens de Staat van Horeca-activiteiten die als bijlage bij het bestemmingsplan is gevoegd: “Bedrijven, die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken”. Het organiseren van openbaar toegankelijke feesten - voor de duidelijkheid wordt hier de oude term gebruikt, in deze beleidsregels wordt gesproken van publiek toegankelijke feesten - valt hier niet onder. Het bestemmingsplan Bloemendaal aan Zee 2013 maakt per 1 januari 2024 onderdeel uit van het tijdelijk deel van het omgevingsplan van de gemeente Bloemendaal.
Omdat voor de strandpaviljoens op basis van het bestemmingsplan uit 1977 een omgevingsvergunning was verleend voor de periode van 2013 tot en met 2017 en in dit bestemmingsplan geen regels waren opgenomen over het gebruik van strandpaviljoens, was niet duidelijk welk gebruik op grond van deze omgevingsvergunning was toegestaan.
Doordat er een toename in het aantal openbaar toegankelijke feesten plaatsvond, kwam dit op gespannen voet te staan met de leefbaarheid op en in de omgeving van het Bloemendaalse strand. De toename had een onevenredig hoge inzet van hulpdiensten tot gevolg in verband met het waarborgen van de openbare orde en (verkeers-)veiligheid. Dit ging ten koste van de inzet die nodig was in de rest van de gemeente. Daarom is besloten om deze feesten te reguleren. In december 2017 zijn voor het eerst beleidsregels vastgesteld waaruit volgde dat het organiseren van openbaar toegankelijke feesten niet behoorde tot de reguliere exploitatie van strandpaviljoens en dat voor het organiseren van dit soort feesten een evenementenvergunning was vereist.
Het beleid inzake de strandfeesten is verschillende malen aangepast. Het uitgangspunt is echter altijd hetzelfde gebleven; het organiseren van openbaar toegankelijke feesten valt niet onder de reguliere exploitatie van strandpaviljoens en is derhalve evenementenvergunningplichtig.
In 2023 is de definitie van openbaar toegankelijk feest uitgebreid. Naast het verkopen of weggeven van toegangskaarten en/of het maken van publiciteit was aan de definitie toegevoegd dat tevens sprake was van een openbaar toegankelijk feest, indien het strandpaviljoen werd geëxploiteerd op een wijze dat een feest ontstond dat openbaar toegankelijk was.
Tijdens het strandseizoen van 2022 was namelijk geconstateerd dat op het strand regelmatig sprake was van ‘spontane feesten’. Voor deze feesten werden geen kaarten verkocht of weggegeven en werd geen publiciteit gemaakt. Desondanks wist men dat deze feesten er waren, waardoor er veel publiek op de feesten afkwam. Hierdoor hadden de feesten dezelfde impact als openbaar toegankelijke feesten. Omdat de feesten niet onder deze definitie vielen, was onduidelijk dat voor deze feesten evenementenvergunningen nodig waren. Deze evenementenvergunningen werden dan ook niet aangevraagd, waardoor de gemeente niet in de mogelijkheid was om de maatregelen te nemen die bij openbaar toegankelijke feesten wel werden genomen, zoals inzet van handhavers. Dit bracht risico’s met zich mee voor de openbare orde en veiligheid. Door de definitie van openbaar toegankelijk feest uit te breiden, werd bewerkstelligd dat ook deze feesten onder de definitie vielen en dus evenementenvergunningplichtig waren.
Voornoemde uitbreiding van het begrip openbaar toegankelijk feest leidde echter tot een, volgens de voorzieningenrechter, wetsuitsleg die zich niet verdroeg met artikel 2:24, eerste lid, aanhef en onder h, van de APV. In dit onderdeel worden “activiteiten die in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gebruikelijk zijn” uitgezonderd van het evenementenbegrip. De voorzieningenrechter achtte dansen op muziek in een strandpaviljoen niet ongebruikelijk en was derhalve van oordeel dat dit niet viel aan te merken als evenement, terwijl voornoemde uitbreiding tot gevolg had dat elk openbaar dansen op muziek per definitie evenementenvergunningplichtig was.
In deze beleidsregels is bewerkstelligd dat het publiekelijk - er is voor de term publiekelijk gekozen in plaats van openbaar, omdat dit beter aansluit bij het evenementenbegrip uit de APV - gelegenheid geven tot dansen op muziek niet per definitie evenementenvergunningplichtig is, maar alleen als dit op een wijze geschiedt die niet ondergeschikt is aan de functie lichte horeca. De strandpaviljoens vallen op grond van het omgevingsplan in de categorie lichte horeca. Aan de strandpaviljoenhouders die dit hebben aangevraagd, is een omgevingsvergunning verleend om in de periode van 2023 tot en met 2030 jaarlijks twaalf evenementen te organiseren in strijd met het omgevingsplan. Als het maximum aantal evenementen uit de omgevingsvergunning wordt overschreden, is sprake van strijd met het omgevingsplan op grond waarvan handhavend kan worden opgetreden.
Opmerking verdient dat in de voorgaande beleidsregels was opgenomen dat het houden van besloten feesten, voor zover ondergeschikt en gerelateerd aan de functie lichte horeca, een gebruikelijke activiteit is in een strandpaviljoen. Het artikel over besloten feesten is in deze beleidsregels niet opgenomen, omdat een besloten feest per definitie niet onder het evenementenbegrip valt, aangezien het niet gaat om een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Een feest is aan te merken als besloten als er een relatie is tussen degene die het feest organiseert en de genodigden. Zo kunnen dit collega’s van elkaar zijn (bedrijfsfeest) of vrienden (huwelijk of verjaardag). Als er met uitnodigingen wordt gewerkt maar (bijna) iedereen hiervoor in aanmerking kan komen, is geen sprake van een besloten feest maar van een evenement. Er mag geen sprake zijn van een onbepaalde groep bezoekers. Hetzelfde geldt als voor een feest kaarten worden verkocht of weggegeven of publiciteit (in de zin van reclame) wordt gemaakt.
Voor besloten feesten in strandpaviljoens geldt nog steeds dat deze ondergeschikt dienen te zijn aan de functie van lichte horeca. Is dit niet het geval, dan levert dit strijd met het omgevingsplan op. Hiertegen kan handhavend worden opgetreden.
Een evenementenvergunning houdt per definitie in dat sprake is van een activiteit waarmee wordt afgeweken van de gebruikelijk exploitatie. Zolang voor het organiseren van een publiek toegankelijk feest een evenementenvergunning is verleend, levert het organiseren hiervan geen strijd op met de exploitatievergunning. Is deze evenementenvergunning niet verleend, dan is er niet alleen sprake van strijd met artikel 2:25, eerste lid, van de APV maar tevens sprake van strijd met artikel 2:28, eerste lid, van de APV, waaruit volgt dat het verboden is een openbare inrichting te exploiteren zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester. Op de handhaving in het kader van de exploitatievergunning zijn de Beleidsregels horecasanctiebeleid Bloemendaal 2018 van toepassing.
Indien tijdens een publiek toegankelijk feest de geluidsgrenswaarden uit de maatwerkvoorschriften worden overschreden, dient hiervoor een kennisgeving incidentele festiviteit te worden gedaan overeenkomstig artikel 4:3, eerste lid, van de APV. Op grond van artikel 4:3, vierde lid, van de APV kunnen per strandpaviljoen jaarlijks twaalf incidentele festiviteiten worden gehouden.
Zoals hiervoor aangegeven vallen de strandpaviljoens op grond van het omgevingsplan in de categorie lichte horeca. Onder lichte horeca vallen bedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds behoeven te zijn geopend, vooral voor verstrekking van etenswaren en maaltijden, en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Dat is de exploitatie die in de strandpaviljoens gebruikelijk is en daarom op grond van artikel 2:24, eerste lid, aanhef en onder h, van de APV niet evenementenvergunningplichtig is.
Het organiseren van een publiek toegankelijk feest valt niet onder de voor een strandpaviljoen gebruikelijke exploitatie. Uit de definitie van publiek toegankelijk feest volgt immers dat het hierbij gaat om het publiekelijk gelegenheid geven tot dansen op muziek op een wijze die niet ondergeschikt is aan de functie lichte horeca. Voor het organiseren van een publiek toegankelijk feest is derhalve een evenementenvergunning nodig. Dit is in lijn met de APV.
In dit lid is een niet-limitatieve opsomming gegeven van omstandigheden die maken dat een feest in ieder geval dient te worden aangemerkt als een publiek toegankelijk feest. Indien publiekelijk gelegenheid wordt gegeven tot dansen op muziek in combinatie met het verkopen of weggeven van toegangskaarten, maken van publiciteit of het overschrijden van de geluidsgrenswaarden uit de maatwerkvoorschriften is per definitie sprake van een activiteit die niet ondergeschikt is aan de functie lichte horeca en derhalve van een publiek toegankelijk feest.
In dit lid is een niet-limitatieve opsomming gegeven van omstandigheden die een aanwijzing kunnen vormen dat een feest is aan te merken als een publiek toegankelijk feest. Het publiekelijk gelegenheid geven tot dansen op muziek in combinatie met het aanpassen of vergroten van de inrichting leidt niet per definitie tot het oordeel dat sprake is van een publiek toegankelijk feest. Vaak zullen er aanvullende omstandigheden nodig zijn om tot dit oordeel te komen.
In het belang van de openbare orde en veiligheid verleent de burgemeester jaarlijks per strandpaviljoen voor niet meer dan twaalf individueel publiek toegankelijke feesten, waaronder één openings- en één sluitingsfeest, een vergunning. Tevens verleent de burgemeester geen evenementenvergunning voor een individueel publiek toegankelijk feest als er op de dag waarop de aanvraag ziet al twee individueel publiek toegankelijke feesten op het strand zijn vergund.
De publiek toegankelijke feesten op het strand zijn aan te merken als B-evenementen. De kwalificatie van B-evenement wordt gegeven aan evenementen met risico’s voor de openbare orde en veiligheid. Bij B-evenementen is inzet van hulpdiensten noodzakelijk. Als jaarlijks per strandpaviljoen voor twaalf publiek toegankelijke feesten een evenementenvergunning wordt verleend, komt dit neer op een totaal van 84 publiek toegankelijke feesten op het strand. Dit brengt reeds een hoge inzet van hulpdiensten met zich mee. Als de burgemeester jaarlijks nog meer publiek toegankelijke feesten op het strand zou vergunnen, zou dit een onevenredig hoog beslag leggen op de inzet van hulpdiensten, waardoor de openbare orde en veiligheid in het geding komt. Hetzelfde geldt voor het vergunnen van meer dan twee publiek toegankelijke feesten op één dag.
In het belang van de openbare orde en veiligheid verleent de burgemeester geen evenementenvergunning voor het organiseren van een individueel publiek toegankelijk feest dat aanvangt vóór 17.00 uur.
Sinds 2023 is in de beleidsregels opgenomen dat een openbaar toegankelijk feest niet vóór 17.00 uur mag aanvangen, dit geldt ook voor eventuele inloop. Overdag is het strand een familiestrand. Als de feesten vóór 17.00 uur aanvangen, vertrekken alle strandbezoekers. Families met kinderen voelen zich namelijk niet prettig tussen de feestgangers. Daarnaast is de reddingsbrigade er overdag om zich bezig te houden met de veiligheid op het strand en in zee. Deze rol is niet te combineren met de rol van EHBO’er tijdens publiek toegankelijke feesten.
In het belang van de openbare orde en veiligheid verleent de burgemeester geen evenementenvergunning voor het organiseren van een collectief publiek toegankelijk feest.
Collectief publiek toegankelijke feesten leggen een onevenredig groot beslag op de beperkte capaciteit van de hulpdiensten.