Organisatie | Voorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Voorst - Beleidsregels voorwerpen op of aan de weg |
Citeertitel | Gemeente Voorst - Beleidsregels voorwerpen op of aan de weg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Beleidsregels voorwerpen op of aan de weg |
Artikel 2.1.5.1 van de Apv
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2024 | wijziging van een .pdf bestand op gemeentelijke website onder Veilig Voorst | 19-03-2024 Gemeenteblad en tabelregel in het Voorster Nieuws | 343333 |
1.1 Aanleiding tot deze beleidsregels
Artikel 2.1.5.1, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) luidt dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het beheer en onderhoud van de weg.
In lid 2 van artikel 2.1.5.1 van de Apv is bepaald dat het bevoegde gezag in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen, handelsreclame, aankondigingsborden, spandoeken, bloembakken, straatmeubilair en containers. Door vaststelling van deze beleidsregels, die zijn aan te merken als beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, maken het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, als bevoegd gezag, gebruik van die bevoegdheid. Voor wat betreft aankondigingsborden, containers niet zijnde containers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, spandoeken en uitgestalde goederen is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels. Voor wat betreft terrassen ligt die bevoegdheid bij de burgemeester. In aanvulling hierop heeft de burgemeester, onder verwijzing naar artikel 2.3.5.1 van de Apv een beleidsregel vastgesteld die ziet op de toelaatbaarheid van terrassen tijdens grootschalige evenementen zoals het jaarlijks plaatsvindende Klompenfeest.
Waar in deze beleidsregels gesproken wordt over "object" wordt bedoeld wat uitgestald is, een aankondigingsbord, een bloembak, straatmeubilair, een container, een spandoek dan wel een terras. Met spandoeken worden ook zogenaamde banners bedoeld. Onder plaatsing van spandoeken en banners wordt tevens verstaan het ophangen of op welke wijze dan ook bevestigen daarvan.
1.2 Doel en reikwijdte van de beleidsregels
Het doel van deze beleidsregels is de condities kenbaar te maken waartegen terrassen, uitstallingen, aankondigingsborden, spandoeken en containers zonder ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5.1, lid 3 van de Apv al dan niet toelaatbaar worden geacht*).
Deze beleidsregels zijn niet van toepassing ingeval verlening van vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1, lid 4 van de Apv aan de orde is.
Het op grond van deze regels niet toelaatbaar achten van terrassen, uitstallingen, aankondigingsborden, spandoeken en containers laat onverlet dat daarvoor, afhankelijk van de situatie, op grond van artikel 2.1.5.1, derde lid van de Apv te allen tijde een ontheffing kan worden aangevraagd. Volledigheidshalve dient hierbij te worden opgemerkt dat, gelet op artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht, verlening van ontheffing slechts dan aan de orde is als handelen overeenkomstig deze beleidsregels gevolgen zou hebben die onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.
*) Ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5.1, lid 3 van de Apv is in dergelijke gevallen niet noodzakelijk. Door te handelen overeenkomstig deze beleidsregels wordt namelijk geacht dat er geen sprake van is dat er door het beoogde gebruik schade wordt toegebracht aan de weg, de bruikbaarheid van de weg of het doelmatig en veilig gebruik daarvan in gevaar is, dan wel dat het beheer en onderhoud van de weg belemmerd wordt.
Bestuursrechtelijke handhaving
Toezicht op de naleving van deze beleidsregels en handhaving bij strijdigheid met deze beleidsregels vindt plaats conform de van kracht zijnde Kadernota Integrale Handhaving en het van kracht zijnde Integrale beleidsplan handhaving.
Op basis van artikel 6.1 van de Apv wordt overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen gestraft met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.
Hoofdstuk 2 Aankondigingsborden
Aankondigingsborden kunnen de weggebruiker dermate afleiden dat deze niet meer veilig gebruik kan maken van de openbare weg. Bovendien kan door plaatsing van aankondigingsborden het beheer en onderhoud van de weg belemmerd worden. Het opstellen van beleidsregels wordt daarom noodzakelijk geacht.
Met inachtneming van deze regels is het uitsluitend toegestaan aankondigingsborden te plaatsen:
De plaatsing van aankondigingsborden is uitsluitend toegestaan binnen de bebouwde kommen, als bedoeld in de Wegenverkeerswet, van de tot de gemeente Voorst behorende woonkernen;
Bij plaatsing geldt een afstand van ten minste 10 meter vanaf de borden "bebouwde kom";
De aankondigingsborden mogen niet worden geplaatst langs de wegen die op de bij deze beleidsregels behorende situatietekening (kenmerk 2015-09090) zijn aangegeven;
Bij plaatsing van aankondigingsborden langs wegen die niet in beheer zijn van de gemeente is daarvoor toestemming van de desbetreffende wegbeheerder noodzakelijk.
De aankondigingsborden mogen niet binnen een afstand van 15 meter vanuit kruisingen, splitsingen van wegen of op vluchtheuvels worden geplaatst, of op enige andere wijze het uitzicht van het verkeer belemmeren;
De vrije afstand vanaf de aankondigingsborden tot aan de weg, gemeten vanaf de zijkant van het bord, bedraagt minimaal 60 centimeter.
De aankondigingsborden ten behoeve van evenementen en collectes mogen maximaal 14 dagen voor aanvang daarvan geplaatst worden en dienen maximaal 3 dagen na het evenement of de collecte te worden verwijderd.
Bij publiekscampagnes door een (semi) overheidsinstelling mogen de aankondigingsborden maximaal 28 dagen worden geplaatst. Er is gekozen voor een langere periode voor het aankondigen van publiekscampagnes omdat deze veelal landelijk zijn en meestal langer duren dan twee weken. Op deze wijze wordt daarbij aangesloten.
Plaatsing gedurende een periode van 28 dagen is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat op elk aankondigingsbord een contactpersoon met telefoonnummer vermeld wordt, de datum van plaatsing daarvan en de datum waarop het verwijderd wordt. Als deze gegevens niet vermeld zijn, zal de het aankondigingsbord beschouwd worden als zwerfafval en om die reden verwijderd worden. Er zal gehandhaafd worden op aankondigingsborden die na de toegestane datum nog aanwezig zijn. Uiteindelijk zullen zij worden verwijderd op kosten van de organisator, die opdracht heeft verleend tot plaatsing daarvan.
Er mogen in het dorp Twello ten hoogste 20 borden worden geplaatst en in de overige dorpen in totaliteit ten hoogste 15 borden met dien verstande dat er per andere kern dan Twello nooit meer dan 5 borden gelijktijdig aanwezig mogen zijn.
Wanneer meerdere partijen in dezelfde periode of in een deel van dezelfde periode borden willen plaatsen, waarbij het maximaal aantal borden dat is toegestaan wordt overschreden, geldt het principe "wie het eerst komt het eerst maalt".
2.5 Wijze van plaatsing en kenmerken waaraan voldaan moet worden
De maximale afmeting van de borden bedraagt 125 x 85 centimeter;
De borden mogen niet om of aan palen van verkeersborden bevestigd worden;
Trottoirs en voetpaden dienen over een breedte van minimaal 90 centimeter vrij te worden gehouden;
Degenen onder wiens verantwoordelijkheid de borden geplaatst worden zijn verantwoordelijk voor het opruimen van (hulp)materialen afkomstig van het plaatsen, hebben en/of verwijderen van de borden. Afval (zoals kapotte borden/ platen, tyraps, ijzerdraadjes en dergelijke) dient onmiddellijk verwijderd en op legale wijze afgevoerd te worden;
Het materiaal waarvan de borden gemaakt zijn dient weersbestendig te zijn;
In het belang van openbare orde en veiligheid gegeven aanwijzingen, gegeven door de daartoe bevoegde ambtenaren van de politie en de gemeente, dienen stipt te worden opgevolgd.
In de periode voorafgaande aan verkiezingen wordt op door de gemeente op vastgestelde locaties voor voorzieningen gezorgd ten behoeve van communicatie-uitingen van politieke partijen;
Uitsluitend de gemeente zorgt voor het aanbrengen van de communicatie-uitingen op de voorzieningen. Het is derden dan ook niet toegestaan de voorzieningen zelfstandig van communicatie-uitingen te voorzien.
Hoofdstuk 3 Plaatsen van spandoeken
Omdat op sommige locaties de aanwezigheid van spandoeken de weggebruiker zo zeer kan afleiden dat deze niet meer veilig gebruik kan maken van de openbare weg en schade aan gemeentelijke eigendommen of eigendommen van derden zou kunnen ontstaan, wordt het noodzakelijk geacht regulerend op te treden.
Voor wat betreft de regulering op het gebied van het aanbrengen van spandoeken wordt aansluiting gezocht bij de nadere regels (onderdeel 2 van deze beleidsregels) die gelden voor het plaatsen van tijdelijke reclame- en aankondigingsborden.
Het is uitsluitend toegestaan een spandoek aan te brengen:
De spandoeken mogen maximaal 16 dagen worden geplaatst. Als uitzondering hierop geldt dat voor het geven van bekendheid aan een publiekscampagne door een (semi) overheidsinstelling de spandoeken maximaal 28 dagen mogen worden geplaatst. Er is gekozen voor deze uitzondering omdat veel publiekscampagnes landelijk zijn en deze acties veelal langer duren dan twee weken. Op deze wijze wordt daarbij aangesloten.
Om te voorkomen dat op enig moment dorpen "volhangen" met spandoeken en hiermee het uiterlijk aanzien van de gemeente wordt geschaad, is het in het dorp Twello toegestaan maximaal 8 spandoeken per evenement/collecte/publiekscampagne te plaatsen. In de overige kernen mogen per kern maximaal 4 spandoeken geplaatst worden.
Een maximaal aantal van 8 spandoeken per evenement/collecte/publiekscampagne in Twello en 4 spandoeken in de overige kernen biedt de mogelijkheid dat meerdere organisatoren gelijktijdig reclame kunnen maken door middel van het plaatsen van spandoeken.
Wanneer meerdere partijen in dezelfde periode of in een deel van dezelfde periode spandoeken willen aanbrengen, waarbij het maximaal aantal toegestane spandoeken wordt overschreden, geldt het principe "wie het eerst komt het eerst maalt".
3.4 Aan spandoeken te verbinden voorschriften
Bij het plaatsen van de spandoeken moet aan het volgende worden voldaan:
het moet voor de gemeente duidelijk zijn wie optreedt als contactpersoon, wat zijn of haar telefoonnummer is, wat de datum van plaatsing is en de datum waarop het spandoek verwijderd wordt. Als deze gegevens niet bekend zijn, zal het spandoek beschouwd worden als zwerfafval en om die reden verwijderd worden;
Hoofdstuk 4 Plaatsing van containers, niet zijnde containers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval
Het college stelt vast dat indien iemand voor een periode van maximaal 4 weken een container, niet zijnde containers ten behoeve van der inzameling van huishoudelijk afval, op de openbare weg wil plaatsen, dit is toegestaan zolang wordt voldaan aan de nadere regels zoals die opgenomen zijn in onderstaand onderdeel 4.2.**)
Zodra de periode van plaatsing van de container op de openbare weg langer is dan 4 weken herleeft als ware het verbod van artikel 2.1.5.1, eerste lid, van de Apv. Er kan dan namelijk niet meer voetstoots van de veronderstelling worden uitgegaan dat het plaatsen van de container geen belemmering vormt voor het beheer en onderhoud van de weg.
Indien men een container op de openbare weg wenst te plaatsen voor een periode langer dan 4 weken kan hiervoor op grond van artikel 2.1.5.1 van de Apv vergunning c.q. ontheffing aangevraagd worden.
**) Reden om, met inachtneming van de in onderdeel 4.2 genoemde nadere regels, in te stemmen met plaatsing van containers op de openbare weg gedurende een periode van maximaal 4 weken is dat geacht wordt dat daardoor het beheer en onderhoud van de weg niet op onaanvaardbare wijze belemmerd wordt.
4.2 Plaatsing van containers, niet zijnde containers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval
Voor het plaatsen van containers en vergelijkbare objecten op de openbare weg van de gemeente Voorst, niet zijnde containers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, gelden de volgende nadere regels die in ieder geval in acht moeten worden genomen:
indien ten behoeve van bouw- of sloopwerkzaamheden een container op de openbare weg moet worden geplaatst (indien ruimte op particuliere eigendom van degene voor wie de werkzaamheden worden uitgevoerd bestaat, moet de container daar geplaatst worden), gelden hiervoor de richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond- Water-, en Wegenbouw en Verkeerstechniek (CROW), getiteld Markering onverlichte obstakels. In ieder geval moet worden gezorgd voor een goede zichtbare afzetting/markering van de container (ook tussen zonsondergang 8 en zonsopgang) door bijvoorbeeld reflecterende markeringsstrepen, bebording, geleidebakens, verlichting e.d.;
Hoofdstuk 5 Uitstallen van goederen
Het gaat hierbij uitsluitend om tijdelijke en eenvoudig handmatig verplaatsbare uitstallingen van objecten op de openbare weg voor een winkel- en/of bedrijfspand voor het maken van handelsreclame en/of het aanbieden van koopwaar.
De objecten mogen op de openbare weg geplaatst worden gedurende de openingstijden van de winkel en/of het bedrijfspand.
Een uitstalling mag uitsluitend geplaatst worden voor het eigen pand, zodanig dat (voetgangers-)verkeer geen hinder ondervindt;
Een doorgang van 1.50 meter breed voor het publiek dient gewaarborgd te zijn;
Ten behoeve van de hulpdiensten dient er een doorgang van 3.50 meter breed gewaarborgd te zijn;
Door de uitstalling mag de toegang tot belendende percelen niet worden ontnomen of belemmerd;
Uitstallingen mogen niet in bochten worden geplaatst en uit- en opritten dienen vrij te worden gehouden;
De uitstallingen mogen in een vlak geplaatst worden dat overeenkomt met maximaal de breedte van het bijbehorende pand en maximaal 2 meter diep is. Dit vlak kan gesitueerd worden vanuit de gevel of in één lijn met het aanwezige straatmeubilair zoals fietsrekken, lichtmasten, bankjes etc. Per zijde van een straat of plein moet gekozen worden voor de opstelling vanuit de gevel of in één lijn met het aanwezige straatmeubilair, zodanig dat een ononderbroken wandelpad van 1.50 meter breedte ontstaat.
De uitstalling moet direct verplaatsbaar zijn en bestaan uit een stabiele, weerbestendige, solide constructie.
Het object mag niet in de grond verankerd worden.
Bij het plaatsen van alle objecten geldt dat nooduitgangen en blusmiddelen niet geblokkeerd mogen worden. In een straal van 1.50 meter rondom een brandkraan mag er niets geplaatst worden.
Op dagen of uren, waarop in verband met wegwerkzaamheden of bijzondere gebeurtenissen (zoals evenementen) over het desbetreffende straatdeel beschikt moet kunnen worden, is het niet toegestaan objecten daarop te plaatsen.
Terrassen dragen bij aan een levendig straatbeeld en hebben een grote invloed op de uitstraling van een dorp. Voor velen wordt een dorp met terrassen als aangenaam ervaren om in te verblijven. Daarnaast dragen terrassen bij aan de (lokale) economie. Daar staat tegenover dat terrassen ten koste kunnen gaan van bruikbaarheid van de weg en tot overlast kunnen leiden.
Aanleiding om het onderdeel terrassen in deze beleidsregels op te nemen is dat de wettelijke basis, die ten grondslag lag aan in het verleden verleende terrasvergunningen, te weten Apv-artikel 2.3.1.2 (Terrassen), is komen te vervallen. Daardoor zijn de terrasvergunningen van rechtswege vervallen. In lid 2 van artikel 2.1.5.1 van de van kracht zijnde Apv is bepaald dat het bevoegde gezag in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen, handelsreclame, aankondigings-borden, spandoeken, bloembakken, straatmeubilair en containers.
Met deze beleidsregels wordt beoogd inzichtelijk te maken wanneer een terras op of aan de weg niet toelaatbaar wordt geacht en, als dat wel het geval is, aan welke voorwaarden een terras dient te voldoen.
Deze beleidsregels zien niet op terrassen die zich op particulier terrein bevinden.
6.2 Inrichting en exploitatie van een terras
Inrichting en exploitatie van een terras is in elk geval niet toegestaan indien:
het terras geen onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van een openbare inrichting. Onder een openbare inrichting wordt hier verstaan: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;
6.3 Aan terrassen te verbinden voorschriften
Voor alle terrassen op of aan de openbare weg gelden de volgende eisen:
het terras mag, met inachtneming van hetgeen in onderdeel 6.4 van deze beleidsregels over de openingstijden van terrassen bepaald is, tijdens grootschalige evenementen uitsluitend gedurende de openingstijden van de openbare inrichting, waarvan het terras onlosmakelijk onderdeel uitmaakt, geëxploiteerd worden. Met grootschalige evenementen worden hier evenementen bedoeld die qua omvang en bezoekersaantallen vergelijkbaar zijn met het jaarlijks te houden Klompenfeest;
als zich onder een terras kabels, leidingen of riolen bevinden, of deze daar moeten worden gelegd en de daarop rechthebbende daaraan noodzakelijke werkzaamheden moeten verrichten, moet het terras, inclusief het daarop aanwezige meubilair, op eerste aanzegging van deze rechthebbende onmiddellijk ontruimd worden;
indien de gemeente bij structurele herinrichting van de openbare ruimte waar zich één of meerdere terrassen bevinden, na afweging van het algemeen belang versus het individuele belang van de exploitant van een terras, tot de conclusie komt dat het algemeen belang dat gediend is met herinrichting van de openbare ruimte, dient te prevaleren, dient het terras ontruimd te worden zonder dat daar een schadevergoeding tegenover staat.
6.4 Aanvullende voorschriften tijdens grootschalige evenementen
In aanvulling op de in onderdeel 6.3 opgenomen voorschriften gelden ten tijde van grootschalige evenementen de volgende aanvullende voorschriften:
a. in afwijking van het vorige lid (lid 1) is de aanwezigheid van een terras tijdens een grootschalig evenement of tijdens één of meerdere daarvan deel uitmakende specifieke dagen in het geheel niet toegestaan als het terras zich naar het oordeel van de burgemeester niet op een veilige manier verhoudt tot een toegestane evenementenactiviteit, mits de evenementen-organisator voorafgaand aan de evenementenvergunningverlening overleg heeft gevoerd met de terrasexploitant om in redelijkheid tot overeenstemming te komen over de voorwaarden waaronder het terras verwijderd moet zijn;
de burgemeester het terras van de terrasexploitant alsnog onvoorwaardelijk sluit, indien is gebleken dat de terrasexploitant weigerachtig is geweest om een naar het oordeel van de burgemeester redelijk aanbod te aanvaarden van de evenementen-organisator over de voorwaarden waaronder het terras verwijderd moet zijn, of;
de burgemeester besluit dat de betreffende evenementenactiviteit moet wijken voor de exploitatie van het terras van de terrasexploitant, indien is gebleken dat de evenementenorganisator aan de terrasexploitant geen naar het oordeel van de burgemeester redelijk aanbod gedaan heeft over de voorwaarden waaronder het terras verwijderd moet zijn;