Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Puntensysteem natuurinclusief ontwerpen en bouwen gemeente Ede |
Citeertitel | Puntensysteem natuurinclusief ontwerpen en bouwen gemeente Ede |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2024 | nieuwe regeling | 24-03-2020 | 129169 |
Natuurinclusief bouwen is in Ede de norm. Natuurinclusief bouwen zorgt zo voor een gezonde, toekomst-bestendige leefomgeving voor mens en dier. De beste waarborg voor deze hoogwaardige leefomgeving is het natuurinclusief ontwerpen al vroeg in het planproces op te nemen. Om initiatiefnemers kaders te geven en hieraan te kunnen toetsen, heeft de gemeente Ede een puntensysteem ontwikkeld. In deze toelichting wordt uitleg gegeven hoe het systeem werkt. Het puntensysteem start met een proefperiode.
In grote lijnen werkt het puntensysteem als volgt:
De puntenverdeling is zodanig dat er voldoende ambitie is, voor zowel grote als kleine initiatieven. Hoe zinvoller de maatregel, des te meer punten is het waard. Relatief eenvoudig te realiseren maatregelen zoals nestkasten zijn minder punten waard dan de aanleg van een groene gevel. Het systeem is gebied specifiek te maken door per deelgebied een vermenigvuldigingsfactor voor thema’s aan te passen. Het systeem is flexibel te maken door de puntentoekenning per thema aan te passen gedurende de (proef)periode. Om maatregelen zo waardevol mogelijk te houden zijn er per maatregel randvoorwaarden opgesteld. Deze randvoorwaarden kunnen betrekking hebben op het aantal maal dat een maatregel kan worden toegepast door een initiatiefnemer.
Te behalen punten op schaal van initiatief
De maatregelen die initiatiefnemers kunnen treffen, moeten in verhouding staan tot de schaal van de ingreep. Voor een indeling zijn verschillende criteria te bedenken. Dit kan op basis van ruimtebeslag. Een nadeel hiervan is dat projecten die een groot ruimtebeslag kennen (bijvoorbeeld in het buitengebied) zwaarder belast worden dan projecten met een kleinere voetprint, terwijl juist in het stedelijk gebied met weinig ruimte het behoud of stimuleren van groen van groot belang is. Daarom is gekozen voor een categorie-indeling op basis van omvang in financiële zin (zie tabel). Dit is in lijn met de legeskosten ten aanzien van de bouwactiviteiten uit de legesverordening (hoofdstuk 3.2.1 verordening). Het aantal te behalen punten per categorie wordt tijdens de proefperiode nader afgestemd. Aanbevolen wordt om een marge te hanteren en niet al te strakke grenzen. Dit om te voorkomen dat een project van €101.000 dezelfde inspanning moet leveren als een project van € 490.000.
Tabel te behalen punten op basis van de schaal van het project.
Punten maatregelen per thema (maatregelencatalogus)
Alle maatregelen die met punten worden beloond, zijn opgenomen in een maatregelencatalogus. Deze zijn opgebouwd aan de hand van thema’s. Per thema zijn maatregelen beschreven die al naar gelang hun ecologische “winst” meer of minder punten opleveren. De thema’s zijn:
De thema’s zijn van belang omdat niet bij ieder project iedere maatregel van toepassing is. Voor een project in het buitengebied zijn andere soorten en andere ecologische functies relevant.
De maatregelencatalogus is volgens een vast stramien opgemaakt en ieder thema is herkenbaar aan de kleur. Een voorbeeld is weergeven in onderstaande figuur. De factsheets bevatten een beschrijving van de maatregel met daarbij de eisen ten aanzien van afmetingen en hoeveelheden en aanbevelingen bij de uitvoering. Ook de waarde voor het puntensysteem is weergegeven (in het voorbeeld 2 punten per 5 meter).
Voorbeeld factsheet thema bebouwing; verplaatsen vogelschroot.
Ecologische sturing vindt plaats door het waarderen van schaal en omvang van de maatregel en dit terug te laten komen in het punten aantal. De meest eenvoudige maatregelen zijn 1 punt waard. Dit betekent er geen mogelijkheid is voor grootschalige projecten om louter met het ophangen van nestkasten het streefaantal te behalen.
Ecologische sturing middels Biomorfologische kaart
Voor iedere locatie geldt dat bepaalde maatregelen zinvol zijn. Met het systeem willen we graag de waarde van de punten gebruiken om sturing te geven aan gewenste of minder gewenste maatregelen, afhankelijk van de ecologische potenties. De ecologische potenties zijn in Ede vastgelegd middels de Biomorfologische kaart. Hier is voor ruim 160 verschillende gebieden aangegeven wat de natuurkwaliteiten zijn, wat mogelijke bedreigingen zijn en waar kansen voor verbetering zijn. Per deelgebied is dit weergeven in een factsheet die via de website van de gemeente Ede is te raadplegen (https://geo.ede.nl/index.php?@Bio-morfologische-kaart)
Voorbeeld factsheet Biomorfologische kaart
Op basis van de informatie op de Biomorfologische kaart is een inschatting gemaakt van zinvolle en minder zinvolle maatregelen. Per thema wordt op de Biomorfologische kaart weergegeven waar de meeste punten zijn te behalen. Dit doen we aan de hand van een vermenigvuldigingsfactor. Hierdoor kan een maatregel in het ene gebied meer punten opleveren dan in het andere.
In de Biomorfologische kaart heeft ieder gebied een ambassadeur. Maatregelen ten gunste van deze soort worden beloond met een bonus. Zonder deze bonus is het evengoed mogelijk om het totaal aantal punten te behalen. De bonus kan waardevol zijn bij kleine initiatieven, maar is ook bedoeld om bij grotere projecten de ambassadeur te gebruiken voor communicatiedoeleinden.
Er zijn geen specifieke maatregelen gedefinieerd voor de ambassadeurs voor de verschillende eenheden van de Biomorfologische kaart. Voor de ambassadeursbonus wordt van de initiatiefnemers gevraagd om zelf een maatregel te bedenken. Op deze wijze wordt gezorgd voor uitdaging, betrokkenheid en afwisseling van de maatregelen.
Voor een samenvatting van de werking van het systeem wordt onderscheid gemaakt in de werking voor de initiatiefnemers en de werking voor de gemeente Ede.
Initiatiefnemers zullen worden gevraagd om een puntenaantal te halen in de range van 25 tot 125, afhankelijk van de omvang van het project. De wijze waarop initiatiefnemers worden geïnformeerd, wordt door de gemeente Ede uitgewerkt via de webpagina. Het besluit wordt daarnaast met een persbericht en persgesprek bekend gemaakt wanneer het systeem operationeel is. De te volgen stappen voor de initiatiefnemers binnen een regulier ruimtelijke ontwikkelingsspoor zijn weergegeven in onderstaande figuur.
Voor de gemeente Ede geldt dat het eerste jaar bedoeld is om de werking van het puntensysteem te testen. Dit houdt in dat gemonitord moet worden in hoeverre de er voor projecten redelijkerwijs kan worden voldaan aan het te behalen puntentotaal. Dit moet niet te eenvoudig zijn, waardoor er gekozen kan worden voor de “gemakkelijke weg”, anderzijds moet het ook niet leiden tot onevenredige inspanning die leidt tot verlies aan draagkracht.
De gemeente Ede heeft gedurende de proefperiode en daarna invloed op:
De individuele maatregelen kunnen via de maatregelencatalogus geherwaardeerd worden. Binnen de catalogus heeft iedere maatregel een factsheet. Dit is een dynamisch document. Aanvullende eisen kunnen er op worden geformuleerd, maar ook de waarde in punten kan gewijzigd worden. Ook kunnen er nieuwe maatregelen worden toegevoegd en in de praktijk slecht functionerende maatregelen worden verwijderd.
Door de koppeling met de Biomorfologische kaart met de vermenigvuldigingsfactor is er de mogelijkheid om maatregelen uit bepaalde thema’s voorrang te geven door er een waarde aan te geven. Per deelgebied is in concept een waardering gegeven. Deze kan bijgesteld worden, bijvoorbeeld als een bepaald type maatregel al veelvuldig is toegepast en daardoor weinig meerwaarde heeft bij nieuwe initiatieven.
Voor de bijsturing op de korte termijn (proefperiode) is het van belang om te registreren welke maatregelen waar worden toegepast. Voor de bijsturing op de langere termijn is dit ook van belang. Indien in een bepaald gebied alleen gekozen wordt voor maatregelen uit één thema, bijvoorbeeld “bebouwing”, kan het van belang zijn om het thema “tuinen en erven” te stimuleren. Dit kan door de vermenigvuldigingsfactor voor “bebouwing” op 1 te zetten en die voor “tuinen en erven” op 3.
Voorbeeld particulier initiatief in Bennekom (S62), sloop en nieuwbouw: Te behalen 25 punten
Ambassadeur: gewone dwergvleermuis.
Inzet is in eerste instantie op bebouwing en tuinen.
Ik ga de spouw toegankelijk maken voor vleermuizen = 2 punten x 3 = 6, tevens ambassadeur
Ik ga 10 meter vogelschroot omhoog verplaatsen = 4 punten
Ik ga een drinkplaats voor mussen aanleggen = 1 punt
De toelichting op het scoresysteem en de maatregelen zijn opgenomen in het maatregelenboek.
Voorbeeld groot initiatief in Maanderbroek (B47), agrarische functie naar wonen met sloop en nieuwbouw: minimaal 125 punten
Meeste punten te behalen in de in groene buitenruimte:
Ik ga een strook van 100 x 5 meter zadenrijke kruiden inzaaien = 5 punten
Ik ga 50 meter houtwal aanleggen = 25 punten
Ik ga kerkuilenkast ophangen = 2 punten
Ik ga 5 boerenzwaluwnesten ophangen = 5 punten
Ik ga 2 zwarte roodstaartkasten ophangen = 2 punten
Natuurvriendelijke tuinvijver = 5 punten
De toelichting op het scoresysteem en de maatregelen zijn opgenomen in het maatregelenboek.