Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

Beleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en 35 Alcoholwet gemeente Goes

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en 35 Alcoholwet gemeente Goes
CiteertitelBeleidsregel ontheffingen artikel 4 lid 4 en artikel 35 Alcoholwet gemeente Goes
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Goes.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet
  2. artikel 35 van de Alcoholwet
  3. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-2024nieuwe regeling

26-03-2024

gmb-2024-148065

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en 35 Alcoholwet gemeente Goes

De burgemeester van de gemeente Goes;

 

gelezen het voorstel voor besluitvorming voor d.d. 26 maart 2024

 

gelet op artikel 4 lid 4 en artikel 35 van de Alcoholwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

  • de Alcoholwet (hierna AW) per 1 juli 2021 in werking is getreden;

  • de burgemeester op grond van artikel 4 lid 4 AW de bevoegdheid heeft ontheffing te verlenen van het gestelde in artikel 4 van die wet en krachtens artikel 2:34b van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV);

  • de regels bij of krachtens artikel 4 AW zijn gesteld ter voorkoming van oneerlijke mededinging waardoor dat belang moet worden gewogen bij de afweging om ontheffing te verlenen;

  • de burgemeester op grond van artikel 35 AW de bevoegdheid heeft ontheffing te verlenen voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank van het in artikel 3 AW voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen (bijvoorbeeld het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens een evenement).

  • de burgemeester in beginsel geen ontheffing wenst te verlenen van het verbod op het verstrekken van sterke drank in inrichtingen van paracommerciële rechtspersonen die zich in hoofdzaak richten op sportactiviteiten (sportclubs);

  • de burgemeester de belangenafweging om al dan niet ontheffing te verlenen op grond van de artikelen 4 AW en 35 AW daartoe in beleidsregels wil vastleggen;

  • de gemeente Goes één van deelnemers is aan de Zeeuwse aanpak Jeugd en Alcohol;

  • de deelnemende Zeeuwse gemeenten zich hebben voorgenomen gezamenlijk te werken aan het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en het verantwoord alcohol gebruik vanaf 18 jaar;

  • de mate van de mogelijkheid tot verkrijging van alcoholhoudende drank hierin een belangrijke pijler is;

  • door de vele evenementen in de gemeente Goes waarbij alcoholhoudende drank buiten een inrichting beschikbaar wordt gesteld de mogelijkheid tot verkrijging groot is;

  • de burgemeester het vanwege de komst van de nieuwe AW noodzakelijk acht nieuw beleid vast te stellen waaraan aanvragen om een ontheffing als bedoeld in artikel 4 en artikel 35 van de AW worden getoetst, waarbij het beleid zo veel als mogelijk uniform is ten opzichte van de omliggende gemeenten.

besluit vast te stellen de:

 

‘Beleidsregel ontheffingen artikel 4 lid 4 en artikel 35 Alcoholwet gemeente Goes’

 

Betreffende regels voor het toetsen van aanvragen voor ontheffing ingevolge artikel 4 Alcoholwet ten behoeve van alcoholverstrekking in paracommerciële instellingen en

 

artikel 35 Alcoholwet, betreffende zwak-alcoholverstrekking tijdens bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard (evenementen).

 

Inleiding

 

Op grond van artikel 4 lid 4 van de AW heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van dit artikel en van de in artikel 2:34b van de APV gestelde regels voor alcoholschenktijden en voor de verschillende soorten bijeenkomsten in paracommerciële inrichtingen. Het gaat om bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard.

 

De ontheffingverlening voor bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet, of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, komt bijvoorbeeld aan de orde bij het organiseren van de Koningsdagspelen en -activiteiten van de plaatselijke Oranjeverenigingen welke op de sportvelden worden georganiseerd.

 

De paracommerciële vergunninghouder mag dan middels een ontheffing van het verbod uit de APV gebruik maken ten behoeve van die activiteiten. De burgemeester wenst geen ontheffing te verlenen van het verbod om alcohol te kunnen schenken bij bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen.

 

Op grond van artikel 35 AW heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van het verbod om buiten een horeca-inrichting alcoholhoudende dranken te verstrekken. Het gaat meestal om evenementen en de ontheffing geldt alleen ten aanzien van zwak alcoholhoudende dranken die ter plaatse moeten worden genuttigd.

 

Beleidsregels:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Bevoegd bestuursorgaan: burgemeester van de gemeente Goes

 

Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard (art. 4 AW): een kortdurende activiteit van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen die gebonden is aan de activiteit van de paracommerciële rechtspersoon zoals een vrijwilligersavond of een kampioensfeest. Zie verder artikel 6.

 

Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard (art. 35 AW): een evenement zoals bedoeld in art. 2:24 van de APV of overige bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen, dit naar oordeel van de burgemeester.

 

Ontheffing art. 4 AW: tijdelijke ontheffing van de in de APV gestelde regels op basis van art. 4 AW voor een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 12 dagen. Dit geldt enkel voor artikel 2:34b in de APV.

 

Ontheffing art. 35 AW: tijdelijke ontheffing van het verbod om alcohol te schenken zonder vergunning op grond van art. 3 AW voor een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 12 dagen.

 

Paracommerciële rechtspersonen: rechtspersonen zoals genoemd in art. 1 AW.

Artikel 2 Termijnen

  • 1.

    De beslistermijn op een verzoek voor ontheffing betreft 8 weken (gelijk aan art. 1:2 APV).

  • 2.

    De burgemeester kan de termijn voor ten hoogste 8 weken verdagen (gelijk aan art. 1:2 APV).

  • 3.

    Indien een aanvraag wordt ingediend minder dan 8 weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 4.

    Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 3 Wijze van aanvragen

De aanvraag om ontheffing kan uitsluitend schriftelijk worden ingediend via het hiervoor vastgestelde formulier welke te vinden is op de gemeentelijke website www.goes.nl.

Artikel 4 ontheffingsmogelijkheid artikel 4 AW

  • 1.

    Van de ontheffingsmogelijkheid op grond van artikel 4 lid 4 AW maakt de burgemeester slechts gebruik in het geval van:

    • a.

      de alcoholschenktijden (art. 2:34b leden 1a, 1b, 1c en 2 APV);

    • b.

      voor bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, zijnde Koningsdag;

    • c.

      alleen bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard;

    • d.

      en voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen.

  • 2.

    Geen gebruik wordt gemaakt van de ontheffingsmogelijkheid indien in ieder geval:

    • a.

      er andere bijeenkomsten zijn die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn (vergelijk art. 2:34b lid 3 APV);

    • b.

      voor bijeenkomsten van persoonlijke aard.

Artikel 5 Sterk alcoholhoudende drank

Van artikel 2:34b lid 5 van de APV (verbod op het schenken van sterke drank) wordt geen ontheffing verleend voor sportverenigingen en wordt ontheffing terughoudend verleend, afhankelijk van de leeftijd van de doelgroep.

Artikel 6 Bijzondere gelegenheid op grond van artikel 4 AW

In beginsel worden de volgende situaties gezien als bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard die voor een ontheffing in aanmerking zouden kunnen komen:

  • De viering van Koningsdag indien de paracommerciële rechtspersoon medeorganisator is en verstrekt vanuit hun lokaliteit.

  • Een lustrumfeest van de paracommerciële instelling/vergunninghouder.

  • Een activiteit in verband met een wedstrijd tegen een betaald voetbalorganisatie.

  • Een vrijwilligersavond.

  • Een kampioensfeest van en voor seniorenteams.

  • Een nieuwjaarsreceptie.

  • Een eindactiviteit in verband met de afsluiting van het speelseizoen.

Deze opsomming is niet limitatief, doch bedraagt het maximum aan te verlenen ontheffingen per jaar 8. Eventuele festiviteiten die hebben plaatsgevonden zonder ontheffing worden alsnog gerekend tot het aantal maximum toegestane ontheffingen.

Artikel 7 Ontheffingsmogelijkheid art. 35

  • 1.

    Onder bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard zoals bedoeld in artikel 35 AW wordt onder meer verstaan: dansfeest, kermis, jaarmarkt, buitentap bij festiviteit.

  • 2.

    De schenktijden kunnen beperkt worden in de voorschriften van een ontheffing naar gelang het programma en/of de doelgroep van de activiteit hier aanleiding voor geven.

  • 3.

    Voor de laatste 15 minuten van de activiteit wordt geen ontheffing verleend voor het verstrekken van alcoholhoudende drank.

Artikel 8 weigerings- en intrekkingsgronden

  • 1.

    De burgemeester weigert of trekt de ontheffing art. 4 AW in als:

    • a.

      de bijzondere gelegenheid zich hoofdzakelijk richt op jongeren onder de 18 jaar;

    • b.

      de bijzondere gelegenheid duidelijk tot oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca leidt;

    • c.

      de aanvrager niet beschikt over een geldige Alcoholvergunning en een exploitatievergunning;

    • d.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet overeenkomt met hetgeen in de aanvraag wordt gesteld;

    • e.

      als de exploitant of aanvrager bekend is met herhaaldelijke overtredingen volgens de AW of exploitatievergunning binnen een tijdsperiode van 2 jaar vóór indiening van de aanvraag;

    • f.

      als naar zijn/haar oordeel dit noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid, in het belang van de openbare orde en/of ter bevordering van de naleving van art. 20 AW;

    • g.

      voor het kalenderjaar waarop de aanvraag van toepassing is, al het maximaal toegestane ontheffingen aan de vergunning- /ontheffinghouder is verleend of het maximaal aantal toegestane bijeenkomsten is gehouden;

    • h.

      deze in strijd is met de sluitingstijden op grond van artikel 2:29 APV.

  • 2.

    De burgemeester weigert of trekt de ontheffing art. 35 AW in als:

    • a.

      de in de AW genoemde weigerings- of intrekkingsgronden van toepassing zijn;

    • b.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet overeenkomt met hetgeen in de aanvraag wordt gesteld;

    • c.

      indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning intrekking of wijziging noodzakelijk is;

    • d.

      de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard is gericht op een doelgroep grotendeels jonger dan 18 jaar;

    • e.

      aannemelijk is dat er een leidinggevende aanwezig is die niet voldoet aan art. 35 lid 1;

    • f.

      de leidinggevende niet in het bezit is van een diploma sociale hygiëne (SVH);

    • g.

      er gebruik wordt gemaakt van mobiele tappunten. Mobiele tappunten zijn verboden (dat wil zeggen het tappunt dient (vast) te staan op de plek die op de situatietekening is aangeven); daaronder ook begrepen de zogenaamde “rugzaktap” en de “navulslang” waarbij met een lange slang vanaf het tappunt de klanten op enige afstand van het vaste tappunt kunnen worden bediend, de bierfiets en andere soortgelijken;

    • h.

      het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank kennelijk een op zichzelf staande activiteit is waarbij de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard wordt misbruikt om het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank mogelijk te maken;

    • i.

      de begintijd van de ontheffing eerder is dan de begintijd van de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard;

    • j.

      als er geen toestemming is verleend door de organisatie van het gerelateerde evenement. De aanvrager van de ontheffing dient schriftelijk toestemming te hebben van de organisatie of moet kunnen aantonen dat de ontheffing gerelateerd is aan het evenement (bijvoorbeeld door middel van betaling aan de organisatie).

Artikel 9 Overgangsbepalingen

Een aanvraag welke is ingediend voor inwerkingtreding van deze nieuwe beleidsregels maar waar nog geen besluit op is genomen wordt beoordeeld op basis van deze nieuwe beleidsregels.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel ontheffingen artikel 4 lid 4 en artikel 35 Alcoholwet gemeente Goes’.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 3.

    Met inwerkingtreding van deze nieuwe beleidsregels worden de oude ‘Beleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Goes’ vastgesteld in 2017 ingetrokken.

Vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Goes op 26 maart 2024

De burgemeester voornoemd,

Ing. C.H. van den Bos

Algemene toelichting

 

  • a.

    Aanleiding en probleem

Alcohol is het meest gebruikte genotmiddel in ons land. Het gebruik is sociaal en economisch diep in onze samenleving geworteld. De gevolgen van het gebruik van alcohol zijn niet te overzien. De risico’s zijn groot voor alle leeftijden, zowel ongeboren kinderen als voor ouderen. Voor jongeren en jongvolwassenen zijn de risico’s van alcoholgebruik echter groter dan voor volwassenen (Expertisecentrum Alcohol, 2020). Niet alleen zijn de acute gevolgen voor hen vaak ernstiger, zij raken bijvoorbeeld eerder bewusteloos en kunnen onder invloed over bijvoorbeeld hun (seksuele) grenzen heen gaan. Ook heeft drinken op jonge leeftijd gevolgen voor de lange termijn. Denk aan verstoring van de hersenontwikkeling en een grotere kans op verslavingsproblemen. Agressief, asociaal en delinquent gedrag komt bovendien vaker voor bij jongeren die drinken dan bij hun niet drinkende leeftijdgenoten.

In vergelijking met de rest van Nederland is de problematiek rondom jeugd en alcohol in Zeeland ernstiger dan die in de rest van Nederland: het Zeeuwse percentage jongeren dat drinkt is hoger dan het gemiddelde landelijke percentage. En als jongeren eenmaal gaan drinken, drinken ze vaak snel in grote hoeveelheden.

 

Dit heeft geleid tot de volgende hoofddoelstellingen van de Zeeuwse aanpak Jeugd en Alcohol (‘Laat ze niet (ver)zuipen!’):

  • Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar;

  • Het tegengaan van risicovol/schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 tot en met 23 jaar;

  • Het tegengaan van risicovol/schadelijk alcoholgebruik bij risicogroepen, zoals de licht verstandelijke beperking doelgroep.

Een van de middelen om de doelen van het programma te halen is, naast voorlichting, preventie en handhaving van regels, consequent uitvoering te geven aan de ontheffingsregeling op grond van artikel 4 en 35 AW en dit in het evenementen- en/of ontheffingenbeleid op te nemen.

 

Zie voor informatie Ghor bijlage 2.

 

  • b.

    Bijzondere aandachtspunten

Let op; Ten aanzien van de ontheffing artikel 4 en/of 35 AW moet er ten tijde van een activiteit naast alcoholhoudende drank ook altijd alcoholvrije drank verkrijgbaar zijn.

In het kader van de Zeeuws campagne om alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan, worden er aanvullende vragen gesteld. Deze aanvullende vragen worden gesteld bij verzoeken om een ontheffing op grond van artikel 35 van de Alcoholwet (t.b.v. een evenement). Deze aanvullende vragen zijn onderdeel van deze beleidsregels zijnde bijlage 1.

 

  • c.

    Handhaving

Ter handhaving van de voorschriften hanteert de burgemeester een handhavingstappenplan dat vanuit de Zeeuwse aanpak Jeugd en Alcohol is opgesteld dan wel de algemene handhavingsstrategie en de daarbij behorende protocollen van de gemeente Goes.

Dat kan betekenen dat een ontheffing kan worden ingetrokken of worden geweigerd als de aan de ontheffing verbonden voorschriften niet of niet voldoende worden nageleefd of als gehandeld wordt in strijd met de bepalingen gesteld bij of krachtens de Alcoholwet. Het niet-naleven van de wet en van de voorschriften beschouwt de burgemeester als een gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

 

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 1

Afbakening begrip ‘Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard’ art 4 AW

De term ‘Bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard’ wordt ook gebruikt bij artikel 35 van de Alcoholwet. De achtergrond is echter anders.

 

Bij de ontheffingsmogelijkheid op grond van artikel 4 lid 4 AW wordt gedoeld op veelal onvoorziene en/of zeer bijzondere gebeurtenissen die een direct verband houden met de stichting of vereniging zelf. Artikel 35 ziet veelal op evenementen in algemene zin.

Een ontheffing wordt verleend wanneer de burgemeester het wenselijk of nodig acht om in een individueel geval een uitzondering te maken op de schenktijden voor paracommerciële instellingen (2:34b APV). Hiertoe wordt uitsluitend overgegaan indien het gaat om een bijzondere gelegenheid die maximaal 12 dagen voortduurt. Daarnaast mag een ontheffing er niet toe leiden dat alsnog sprake zal zijn van onaanvaardbare concurrentieverhoudingen. Immers, de regels voor paracommerciële bedrijven hebben als primair doel om juist oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Tot slot geldt dat een ontheffing niet als ongewenst neveneffect mag hebben dat jongeren onder de 18 jaar onnodig in aanraking komen met alcoholconsumptie en de bijzondere gelegenheid moet wel samenhangen met de doelstellingen van de stichting of vereniging. Dus geen “feestje om het feestje”. Het kan om deze redenen niet zo zijn dat op iedere aanvraag automatisch ontheffing wordt verleend.

 

Het afgeven van een ontheffing is niet de regel maar uitzondering. Dat is ook het karakter van de rechtsfiguur “ontheffing”. De aanvrager van een ontheffing dient goed te motiveren waarom er in het desbetreffende geval sprake is van een bijzondere gelegenheid. Het simpelweg omschrijven van de gelegenheid als “verenigingsfeest” voldoet niet.

 

Aanvullingen zijn ook nog te vinden in toelichting artikel 6 van het beleid.

 

Ten aanzien van 2:34b van de APV betreft dit niet automatisch het verruimen van de sluitingstijden. In de gemeente Goes is hier een apart verzoek voor mogelijk.

 

Afbakening begrip ‘Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard’ art 35 AW

De burgemeester heeft, als het gaat om het verlenen van ontheffingen, een grote beleidsvrijheid en dat is ook absoluut noodzakelijk, omdat de wet geen definitie geeft van het begrip ‘Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard’. In de toelichting op de wet is een bijzondere gelegenheid omschreven als: een kermis, braderie, muziekfeest, jaarmarkt en andere manifestaties die eenmalig, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar voorkomen. Het gaat dus om incidentele gevallen. Let wel, dit is een toelichting en geen definitie. De burgemeester maakt per geval een afweging wat onder ‘Bijzondere gelegenheid’ dient te worden verstaan. Wat de wet heeft bepaald is dat ‘tijdelijk’ nooit langer mag duren dan 12 aaneengesloten dagen. Het is mogelijk dat de ontheffing afgegeven wordt ter gelegenheid van een evenement of activiteit die langer duurt dan 12 dagen, maar toch mag de ontheffing maar een periode van 12 dagen betreffen. De ontheffing mag niet worden opgesplitst in afzonderlijke perioden. Daarnaast is het ook niet mogelijk meerdere ontheffingen te verlenen voor één evenement of activiteit.

 

Artikel 4

Op grond van artikel 4, vierde lid, AW heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor ten hoogste twaalf aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van de in de artikelen 2:34b APV gestelde regels voor alcoholschenktijden en voor de verschillende soorten bijeenkomsten. Het gaat om bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Uit deze bewoordingen van de wet blijkt dat hier zeer terughoudend mee moet worden omgegaan. In dit artikel zijn de grenzen opgenomen waarbinnen de burgmeester een ontheffing kan afgeven.

 

Artikel 4 lid 1 onder a:

De schenktijden zijn reeds vastgelegd in de APV. Voor zover aan de paracommerciële organisatie verbonden activiteiten plaatsvinden binnen de reguliere schenktijden is geen ontheffing nodig. Dat kan alsnog wel het geval zijn als binnen die reguliere schenktijden er sprake is van een bijeenkomst die gericht is op personen die niet of niet rechtstreeks bij die rechtspersoon zijn betrokken. Bijvoorbeeld Koningsdag.

 

Artikel 4 lid 1 onder b en Artikel 4 lid 2 onder a:

In veel gemeenten, ook in Zeeland, vinden de Koningsdagvieringen/activiteiten deels of geheel plaats op de sportvelden. Gezien het landelijke maatschappelijke belang van deze viering zien wij deze bijzondere gelegenheid wel passen binnen ons beleid om ontheffing te verlenen aan de exploitant van (bijvoorbeeld) de sportkantine voor deze bijeenkomst die gericht is op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Voor andere bijeenkomsten dan Koningsdagviering, die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wordt geen ontheffing verleend. Bij bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn kan worden gedacht aan: activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven (voor niet-leden van de vereniging of niet-betrokkenen bij de stichting).

 

Artikel 4 lid 2 onder b:

Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op: bijeenkomsten, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea (niet gekoppeld aan de vereniging), verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Dergelijke bijeenkomsten kunnen in de commerciële horeca worden gehouden. Dit zijn bijeenkomsten die geen direct verband houden met de hoofdactiviteit van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.

Voor duidelijke incidentele, clubgebonden bijeenkomsten zoals een kampioensfeest, feestavond voor vrijwilligers, een jubileumfeest voor de voorzitter of een ander bestuurslid etc. geldt dat deze activiteiten niet als een bijeenkomst van persoonlijke aard worden gezien. Meestal vinden die buiten de reguliere schenktijden plaats en is een ontheffing nodig van de schenktijden.

 

Artikel 5

In artikel 2:34b lid 5 APV is het verbod op het schenken van sterke drank opgenomen. Deze heeft verbinding met artikel 25a AW. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod op het schenken van sterke drank door paracommerciële rechtspersonen welke geen sportverenigingen zijn. Van de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing van het verbod op het schenken van sterke drank (indien dit verbod is opgenomen in de APV) wordt terughoudend gebruik gemaakt. Er wordt bij de beoordeling van de aanvraag om een ontheffing onder andere meegewogen wat de aard van de activiteit is waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. Daarbij wordt ook naar het bezoekersprofiel gekeken. Als er overwegend jeugdigen van onder de 18 jaar aanwezig zijn, wordt in ieder geval geen ontheffing verleend.

 

Artikel 6

De genoemde opsomming van bijzondere gelegenheden werkt op twee niveaus. Ten eerste bij de beoordeling van een aanvraag voor ontheffing van schenktijden maar ook ten aanzien van een bijeenkomst die gericht is op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Van belang is ook of de activiteit past binnen de doelstelling van de commerciële rechtspersoon. Hierbij is het raadplegen van de statuten bij de toetsing van de ontheffing aan te raden.

 

Artikel 7

De burgemeester kan aan een ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden. Eén van de beperkingen kan zijn het beperken van de tijden waarop alcoholhoudende drank mag worden verstrekt. Als er sprake is van een programma en/of doelgroep waarbij voornamelijk sprake is van jonger dan 18 jaar dan is het niet gewenst dat daar alcoholhoudende drank beschikbaar is. Dit is in lijn met de Zeeuwse aanpak Jeugd en Alcohol.

 

Als voorbeeld geven we dat er een dag- en avondprogramma is. Overdag zijn er voornamelijk speelactiviteiten te doen voor personen jonger dan 18 jaar. In de avonduren is er een programma gericht op volwassenen. Op dat moment kan de burgemeester bepalen dat er pas alcoholhoudende drank verstrekt wordt vanaf een bepaalde tijd.

 

Als tweede voorbeeld geven we dat het terrein van het evenement is ingericht in delen. Een bepaald gedeelte is enkel voor volwassenen (met het daarbij behorende programma) en een ander gedeelte is voor iedereen of meer geschikt voor personen jonger dan 18 jaar. Er kan dan de voorwaarde gesteld worden dat enkel in een bepaald gebied alcoholhoudende drank verstrekt en genuttigd mag worden. Dit gebied zal dan afgebakend moeten zijn van het andere gebied.

Let op dat bij het stellen van een dergelijke beperking ook opgelegd wordt dat passende maatregelen getroffen worden om te voldoen aan deze beperking. Dit kan zijn het afgesloten houden van de voorzieningen voor het verstrekken van de alcoholhoudende drank (zoals een koelkast) of het plaatsen van een toegangscontrole tussen de twee delen in van het evenement.

 

Het verplichte controleren van de leeftijd is aan de bar vaak ondoenlijk. Creëer een eenmalig moment waarbij jongeren gecontroleerd kunnen worden en verstrek dan bijvoorbeeld een polsbandje. Doe dit op een logische plek, bijvoorbeeld daar waar toegangsbewijzen of consumptiemunten worden verkocht. Om de doorstroming en goede controle van identiteitsbewijzen te waarborgen is het aan te bevelen om gebruik te maken van hulpmiddelen:

  • Geautomatiseerde leeftijdscontrole door middel van een apparaat als de ID-swiper.

  • Posters, leeftijdschecker of de kalender van NIX met daarop de minimale geboortedatum van de bezoeker.

 

Als de leeftijd van de bezoeker eenmaal is vastgesteld aan de hand van een geldig legitimatiebewijs, is het van belang bezoekers die oud genoeg zijn om alcohol te mogen kopen en te nuttigen, zichtbaar te maken.

Een voorbeeld is het systeem om alle bezoekers die alcohol mogen kopen en nuttigen te voorzien van een polsbandje. Er geldt dan: géén bandje = géén alcohol.

 

De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen voor een verantwoord alcoholgebruik. Daarnaast treft hij/zij maatregelen om het alcoholgebruik onder de 18 jaar te voorkomen (18+ /18- polsbandjes).

 

Bijlage 1  

 

Aanvullende vragen (in het kader van de Zeeuwse brede campagne om alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan www.laatzenietverzuipen.nl)

 

  • 1.

    Kruis aan welke leeftijdsgroepen u verwacht op het evenement?

  • Leeftijdsopbouw

    • 0-10 jaar (zonder aanwezigheid ouders)

    • 0-10 jaar (met aanwezigheid ouders)

    • 10-18 jaar (zonder aanwezigheid ouders)

    • 10-18 jaar (met aanwezigheid ouders)

    • 18-30 jaar

    • 30-45 jaar

    • >45 jaar

* meerdere antwoorden mogelijk

  • 2.

    Hoeveel bezoekers worden in totaal verwacht?

 

  • 3.

    Welke maatregelen treft u tijdens het evenement om schadelijk alcoholgebruik oftewel overmatige consumptie tegen te gaan?

  •  

    Maatregelen

    Beschrijving

    Het alcoholbeleid wordt kenbaar gemaakt bij het personeel

    Er is ruime keuze in alcoholvrije dranken

    Er wordt gecontroleerd op doorschenken en dronkenschap

    Hoeveel gratis waterpunten zijn er aanwezig (1 punt per 500 bezoekers)

    Anders, namelijk

 

Vraag 4 en 5 alleen voor evenementen waar ook jongeren onder de 18 jaar komen

Op grond van artikel 20 van de Alcoholwet is het verboden alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Om het vaststellen van leeftijdsgrenzen bij alcoholverkoop goed uit te kunnen voeren is het belangrijk om barpersoneel te ondersteunen bi deze (vaak lastige) taak. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor zoals bijvoorbeeld het werken met polsbandjes, (UV) stempels, het hanteren van een minimum toegangsleeftijd, de leeftijdschecker van NIX18 of de inzet van leeftijdscontrole apparatuur zoals bijvoorbeeld de ID-swiper.

 

In de volgende 2 vragen kunt u aangeven volgens welke systematiek de leeftijdscontrole tijdens uw evenement zal plaatsvinden. Zonder deze informatie, of wanner de gemeente twijfelt aan de effectiviteit van de leeftijdscontrole op uw evenement, dan zal er sprake zijn van extra toezicht door de gemeente of de NVWA.

 

  • 4.

    Welke leeftijdscontrole systeem gebruikt u in het kader van de wettelijke leeftijdscontroleplicht?

Omschrijf het eigen systeem aan de hand van de volgende zaken:

Kenmerken van het systeem (concrete maatregelen)

 

Wijze waarop personeel wordt geïnformeerd

 

Bevordering naleving van de regels

 

 

  • 5.

    Op welke wijze wordt dit aan bezoekers jonger dan 18 jaar kenbaar gemaakt?

 

Voorafgaand aan het evenement:

 

Tijdens het evenement:

 

 

  • 6.

    Geef op de plattegrond van het evenemententerrein aan waar de tappunten zich bevinden en welk assortiment er per tappunt te verkrijgen is (niet alcoholhoudend en zwak alcoholhoudend)

Bijlage 2  

 

Voor de nieuwste versie verwijzen wij naar het GHOR Zeeland.

Document: DoGHadv Regionale toepassing evenementen Alcohol

 

Publicatiedatum: 17-10-2019

Revisiedatum: 09-10-2020

Versie: 4.0

 

Evenementen en alcohol

Richtlijnen voor het gebruik van alcohol bij met name jongeren bij evenementen

 

Het gebruik van alcohol is in de huidige maatschappij een gewoon en alledaags fenomeen. In heel Nederland is het alcoholgebruik zeker onder jongeren hoog te noemen. Alcohol heeft een verslavende werking en te veel en vaak drinken is, zeker bij jongeren, ongezond. Er zijn veel alarmerende berichten bekend uit de evenementenwereld en het uitgaansleven over bovenmatig alcoholgebruik bij jongeren. Het kan gepaard gaan met comazuipen en agressie en geweld. Ook met vergaande medische situaties. Juist in combinatie met soft- en harddrug gebruik wat ook een gewoon en alledaags fenomeen is. Vanwege het bovenstaande gaan veel gemeenten in Nederland steeds meer over op een alcoholmatigingsbeleid.

 

Gezondheidsrisico’s van alcohol bij jongeren

  • Het drinken van alcohol is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen en andere organen die in de groei zijn.

  • Het drinken van alcohol op jonge leeftijd kan leiden tot alcohol problemen op latere leeftijd (verslaving).

  • Jongeren lopen sneller het risico om een alcoholvergiftiging te krijgen.

  • In combinatie met soft- en harddrugs gebruik kan alcoholgebruik leiden tot excessieve medische bedreigingen.

  • Alcohol speelt een grote rol bij agressie, geweld en ongevallen in het verkeer.

Wet- en regelgeving

Per 1 januari 2014 is het op basis van de Drank- en Horecawet verboden om alcohol te verkopen aan jongeren onder 18 jaar. Bovendien zijn zij strafbaar als zij alcohol bij zich hebben. Dit geldt voor alle voor publiek toegankelijke plekken, zoals op straat, in winkelcentra, in een stationshal of in/op parken. Maar ook in cafés, restaurants en dergelijke en bij evenementen. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen zwak- of sterk alcoholistische dranken.

Openbare dronkenschap en openbare ordeverstoring als gevolg van dronkenschap is strafbaar op basis van het Wetboek van Strafrecht.

De Wegenverkeerswet bepaalt dat bestuurders niet meer dan 0,5 promille alcohol in het bloed mogen hebben. Voor beginnende bestuurders (zij die hun rijbewijs korter dan 5 jaar hebben) of voor bestuurders van bromfietsen jonger dan 24 geldt een promillage van 0,2).

 

Preventieve maatregelen

  • Maak het alcoholbeleid bekend via de website, toegangskaart en huisregels bij evenementen.

  • Zorg dat de huisregels goed en duidelijk zichtbaar zijn tijdens het evenement (tenminste bij de ingang en bij de (alcohol) bars).

  • Neem op voorhand maatregelen, bijvoorbeeld door middel van polsbandjes, waardoor jongeren onder de 18 jaar geen alcohol kunnen verkrijgen.

  • Visiteer bij binnenkomst op aanwezigheid van alcohol en laat geen flesjes en flacons toe (daar kan ook alcohol in zitten).

  • Laat aangeschoten/onder invloed verkerende jongeren niet toe op het evenemententerrein. Controleer dit zo nodig middels een blaastest (er zijn alcoholtesters in de handel voor particulier gebruik).

  • Start zo laat mogelijk met de verkoop van alcohol op een evenement, bijvoorbeeld pas een uur na aanvang van het evenement en stop een uur voor het einde van het evenement.

  • Beperk het aantal verkooppunten waar men alcoholische dranken kan kopen.

  • Zorg dat er bij alle verkooppunten waar alcohol wordt verkocht een goed gekwalificeerde leidinggevende/supervisor van tenminste 21 jaar aanwezig is die toezicht houdt op de verkoop van alcohol onder de 18 jaar.

  • Zorg voor bars waar alleen non-alcoholische dranken worden verkocht en geef deze bars duidelijk aan. Gratis waterbars zijn een optie.

  • Controleer bij de aankoop bij twijfel de leeftijd van de bezoeker via het identiteitsbewijs (volgens de wet behoort een ieder vanaf 14 jaar enige vorm van identiteitsbewijs bij zich te hebben).

  • Verwijder bezoekers die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren. Zorg daarbij wel voor afdoende vervoer. In de uitgave: "Alcohol en drugs bij evenementen" van het Trimbos instituut van maart 2016 wordt bij hoofdstuk 7 hierop verder ingegaan. Zie: www.trimbos.nl/webwinkel artikelnummer: AF1448

  • Zorg voor zogenoemde sfeerteams (teams vanuit de organisatie, die naast de beveiliging ook toezicht houden), die jongeren aanspreken op het gebruik van (bovenmatig) alcohol en op hun gedrag.

  • Hanteer een streng alcoholbeleid v.w.b. het verkopen en/of verstrekken van alcohol aan personen onder de 18 jaar. Handhaaf dit beleid ook voor hen die ouder zijn dan 18 jaar en alcohol verstrekken aan <18 jarigen.

Meer informatie

Relevante artikelen uit de drank en horecawet zijn te vinden in artikel 20, 35, 41, en 45.

Informatie

Proceseigenaar

Specialist Advisering

Inhoudelijk verantwoordelijke

Specialist Advisering

Voor wie bestemd

Medewerkers GHOR bureau verantwoordelijk voor de advisering van evenementen en vergunningverlenende ambtenaren van de Zeeuwse gemeenten

Materialen

Definities- Afkortingen

 

Revisie

Jaarlijks

 

Versiebeheer

Versie

Aanpassingen t.o.v. vorige versie

Aanpassing door

1.0

Document opgesteld.

FN/WvdD

2.0

Wijziging naamgeving van ‘Alcoholpreventie’ naar ‘Alcohol’. Daarnaast nog enkele tekstuele wijzigingen.

WdK/FN

3.0

Toevoeging combinatie alcohol en drugs.

WdK/FN

4.0

Na controle op actualiteit geen wijzigingen.

WdK/FN

 

digitale leidraad evenementenbeleid