Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Programma Stedelijk Water 2024-2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProgramma Stedelijk Water 2024-2028
CiteertitelProgramma Stedelijk Water 2024-2028
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-147313

933266

Tekst van de regeling

Intitulé

Programma Stedelijk Water 2024-2028

De raad van de gemeente Barendrecht;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders op 19 december 2023;

 

gezien het advies van Commissie Ruimte op 6 februari 2024;

 

gelet op Wet milieubeheer, Wet gemeentelijke watertaken, Omgevingswet, Gemeentewet en Waterwet;

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    Het Programma Stedelijk Water 2024-2028 vast te stellen.

  • 2.

    Toekomstige rioolvervanging uit te voeren conform variant 1 'Klimaat- en toekomstgericht: alleen nog vervangen, niet meer relinen'.

  • 3.

    De financiële gevolgen om vanaf 2025 structureel € 1 .020.000 extra investeringsbudget beschikbaar te stellen voor rehabilitatie/vervanging wegen en de daarbij behorende afschrijvingslasten van € 34.000 in 2026 oplopend tot € 136.000 in 2029 te verwerken in de Begroting 2025.

Samenvatting

Voor u ligt het Programma Stedelijk Water (PSW) van de gemeente Barendrecht voor de periode 2024-2028. Het PSW is opgesteld in samenwerking met het Waterschap Hollandse Delta.

 

Riolering wordt door de meeste mensen als vanzelfsprekend ervaren. Toch is de aanleg van riolering in de 20e eeuw een van de belangrijkste ontwikkelingen geweest bij de verbetering van de volksgezondheid. Het aantal sterftes door ziektes als cholera en tyfus is door de aanleg van riolering drastisch verminderd. Het is daarom dat de riolering een aparte positie inneemt binnen het gemeentelijk takenveld en de gemeente een aparte heffing voor de riolering kan innen.

 

EVALUATIE

Het PSW start met een evaluatie van de activiteiten in de afgelopen planperiode. De afgelopen 6 jaar is 11.000 meter riolering vervangen en gerelined. In het GRP was opgenomen dat jaarlijks 2.800 meter riolering vervangen moest worden. We hebben het doel van 16,8 km vervangen of relinen niet gehaald, omdat we onder andere hebben geïnvesteerd in waterbergende fundering op het Binnenhof en op het parkeerterrein bij het station.

 

De afgelopen planperiode is het inzicht in het functioneren van het stelsel bij neerslag verder vergroot door het uitvoeren van de klimaatstresstest. In 2022 is de strategie klimaatadaptatie door de gemeenteraad vastgesteld.

 

Door het riool eens in de 7 jaar preventief te reinigen en eens in de 14 jaar te inspecteren, is het aantal verstoppingen afgenomen en is een beter inzicht verkregen in de kwaliteit van het riool.

 

BELEID

Belangrijkste aandachtspunt voor de komende periode is klimaatadaptatie. Bij ontwerp van een nieuw rioolstelsel wordt getoetst met zwaardere buien en moet een ruime berging aanwezig zijn in de openbare ruimte, zodat overlast in woningen en winkels wordt voorkomen. Bij reconstructies is het streven minimaal 20 mm berging te realiseren. Bij nieuwbouwontwikkelingen wordt het convenant klimaatadaptief bouwen gevolgd (ondertekend december 2020) en moet tenminste 50 mm neerslag tijdelijk vastgehouden kunnen worden.

 

AREAAL

De gemeente beheert totaal 337 kilometer vrijverval riolering. Door nieuwbouw is de lengte vrijverval riolering ten opzichte van het GRP 2018-2022 met 15 kilometer toegenomen. Het stelsel van de gemeente heeft een gespreide leeftijdsopbouw, met een piek in de jaren 1990 tot 2010. Kenmerkend voor Barendrecht is dat vrijwel overal in de gemeente het hemelwater en vuilwater gescheiden wordt ingezameld.

 

Naast de vrijverval riolering is er in de gemeente 61 kilometer mechanische riolering aanwezig. De gemeente beheert daarnaast nog 71 gemalen en 201 drukrioleringsgemalen.

 

Bij de parkeerplaatsen aan de Binnenhof is waterberging onder de weg aanwezig. Hierbij heeft de wegfundering een grove structuur met minimaal 30% holle ruimte. In deze waterbergingen kan neerslag tijdelijk geborgen worden, waarna het afgevoerd wordt naar het oppervlaktewater. Bij de Devel zijn wadi’s aanwezig. Een wadi is een groene greppel in het stedelijk gebied. Een wadi bergt regenwater en zuivert het, waarna het water infiltreert in de ondergrond.

 

In de gemeente ligt in totaal 733.000 m2 watergang. Langs deze watergangen ligt ruim 90 kilometer oeverbeschoeiing, 4 kilometer natuurvriendelijke oever en 30 kilometer natuurlijke oever.

 

STRATEGIE

De komende jaren ligt de focus op het vervangen van bestaande riolering. Complicerende factor hierbij is dat het vuilwaterriool vaak van veel slechtere kwaliteit is dan het naastgelegen hemelwaterriool. Daarnaast is er sprake van een grote vervangingspiek in 2055-2074 door de aanleg van Carnisselande eind vorige eeuw. De huidige strategie, waarbij in 50% van de projecten het vuilwaterriool wordt gerelined, zal deze vervangingspiek in 2055-2074 vergroten. Voor de vervangingsprojecten zijn daarom twee varianten uitgewerkt. In de eerste variant wordt riolering alleen nog vervangen in integrale projecten met weg- en groenbeheer. Er wordt gekozen voor een inrichting die klimaatbestendig is, maar ook zorgt voor veilige en fijne verblijfsplekken en robuuste groenstructuren. In de tweede variant wordt de huidige strategie doorgezet waarbij 50% van het riool wordt gerelined en 50% van het riool wordt vervangen. De rioolkosten voor de eerste variant zijn hoger, daarnaast moet ook vanuit wegbeheer budget beschikbaar zijn om jaarlijks 1,7 kilometer weg te reconstrueren.

 

Voor de periode 2024-2029 zijn de projecten Noord IV, Oude Dorp / Oude Haven, Paddewei en Talmaweg in voorbereiding. Bij variant 1 wordt in alle wijken de riolering volledig vervangen en worden de wijken toekomstbestendig ingericht. Bij variant 2 worden Talmaweg, Oude Dorp, Oude Haven en Noord IV volledig vervangen. In de Paddewei wordt het riool grotendeels (75%) gerelined, er blijft echter ruimte om 25% van het riool te vervangen en hydraulische verbeteringen aan te brengen.

 

Klimaatmaatregelen worden soms in combinatie met rioolvervanging uitgevoerd, soms als zelfstandig project. Voorbeeld van een zelfstandig project is de aanleg van waterbergende wegfundering in het centrum van Barendrecht. Omdat de aanleg van waterbergende wegfundering een uitbreiding is van het areaal (en geen vervanging) wordt op deze kosten ook afgeschreven. Voor het uitvoeren van klimaatmaatregelen wordt de komende 10 jaar jaarlijks een investeringsbedrag opgenomen van € 250.000. Met dit budget wordt onder andere waterberging aangelegd tussen het Achterom en de Mr. Lohmanstraat en ’t Vlak om het risico op wateroverlast in de toekomst te verminderen.

 

Het onderhoud aan de verschillende voorzieningen wordt de komende jaren doorgezet conform het GRP 2018-2022. Door sterk gestegen eenheidsprijzen zijn sommige budgetten verhoogd.

 

PERSONEEL

In 2024 is het ‘taakveld riolering’ weer ondergebracht in de eigen ambtelijke organisatie van gemeente Barendrecht. Het PSW gaat uit van de huidige 6,1 fte die werkzaam is voor het stedelijk water in Barendrecht. Gedurende de looptijd van het PSW monitoren we of deze capaciteit bijstelling behoeft.

 

RIOOLHEFFING

De afgelopen jaren is in de rioolheffing niet gecorrigeerd voor inflatie. Door de stijgende kosten voor onder andere onderhoud en energie is het tekort in de huidige begroting € 1,4 miljoen per jaar. De heffing moet daarom de komende jaren aanzienlijk stijgen.

 

Bij keuze voor variant 1 (100% vervangen) stijgt de heffing in 2024 met 3% (conform begroting 2024), in 2025 met 22%, in 2026 met 21%, in 2027 4% en in 2028 2%. Deze stijging is exclusief inflatiecorrectie voor de komende jaren.

 

In variant 2 stijgt de heffing in 2024 met 3% (conform begroting 2024), in 2025 tot en met 2027 met 12% en in 2028 2% (exclusief inflatie). Op de lange termijn komt de rioolheffing bij variant 1 10% tot 13% hoger uit dan bij variant 2.

 

Naast de hogere kosten voor riolering zijn er bij beide varianten kosten vanuit wegbeheer. De kosten vanuit wegbeheer bedragen bij variant 1 € 1.020.000, bij variant 2 is dit € 510.000.

 

Ondanks de hogere kosten wordt vanwege de kwaliteitsimpuls voor de buitenruimte voorgesteld te kiezen voor variant 1. Variant 1 heeft het voordeel dat de wijken volledig opnieuw worden ingericht zodat gekozen kan worden voor een inrichting die bij extreme neerslag, langdurige droogte en hittegolven bijdraagt aan het voorkomen van overlast en schade. Maar ook een inrichting die zorgt voor veilige en fijne verblijfsplekken en robuuste groenstructuren. De integrale vervanging geeft buurten gebouwd tussen de jaren ’60 en ’80 weer een inrichting en uitstraling die voldoet aan de wensen van nu.

 

De heffing (exclusief inflatie) bij voorkeursvariant 1 is voor de komende jaren als volgt:

 

De berekende rioolheffing in dit PSW is voorlopig. De heffing wordt ieder jaar bepaald op basis van actuele cijfers en gecorrigeerd voor inflatie.

 

De rioolheffing in Barendrecht is ondanks de stijging de komende jaren relatief laag. Landelijk was de gemiddelde heffing in 2023 voor een meerpersoonshuishouden € 224, voor een eenpersoonshuishouden was de gemiddelde heffing € 207. Barendrecht heeft op dit moment het laagste tarief voor een eenpersoonshuishouden van heel Nederland.

Inleiding

Dit hoofdstuk gaat in op de ontstaansgeschiedenis van de riolering, de verwachte toekomstige ontwikkelingen, de wettelijke achtergrond van het Programma Stedelijk Water (PSW) en de wijze waarop dit tot stand is gekomen.

 

AANLEIDING

Riolering neemt een aparte positie in binnen het gemeentelijk takenveld. Gemeenten innen een aparte heffing voor riolering. De inkomsten van deze heffing mogen alleen ingezet worden voor de drie zorgplichten ten aanzien van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.

 

Met de invoering van de Omgevingswet (1 januari 2024) is de gemeente niet meer wettelijk verplicht tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP of in de nieuwe benaming PSW). Wel behoudt zij haar drie zorgplichten. Binnen het stelsel van de Omgevingswet worden in de Omgevingsvisie voor de gehele fysieke leefomgeving de ambities en beleidsdoelen op hoofdlijnen beschreven. De Omgevingsvisie wordt op dit moment opgesteld.

 

Waterbeheer is geen zaak van één partij, maar een samenspel van alle bestuurslagen in Nederland (bijlage 1). Hoe de gemeente invulling geeft aan de gemeentelijke watertaken wordt in dit PSW verder uitgewerkt. Met het invoeren van de Omgevingswet wordt de besluitvormingsprocedure anders. Voorheen werd het GRP vastgesteld door de gemeenteraad. In het nieuwe stelsel van de Omgevingswet wordt de Omgevingsvisie vastgesteld door de gemeenteraad. Omgevingsprogramma’s kunnen worden vastgesteld door het college. Vanwege de financiële impact en de bepaling van de rioolheffing is er voor gekozen het PSW ook vast te laten stellen door de gemeenteraad.

 

HISTORIE RIOLERING NEDERLAND

Riolering wordt door de meeste mensen als vanzelfsprekend ervaren. Toch is het rioolstelsel in de westerse wereld een relatief jonge uitvinding. De Romeinen kenden weliswaar riolering, maar daarna is het rioolstelsel tot eind 19e eeuw volledig uit beeld geweest. Afvalwater werd tot eind 19e eeuw geloosd waar dat uitkwam, in de sloot, op een mesthoop of gewoon op straat. In de 19e eeuw was er in de gehele westerse wereld sprake van een enorme bevolkingsgroei. Het lozen van afvalwater in sloten werd vanaf dat moment een serieus probleem. Niet alleen was de stank uit de sloten ondraaglijk, veel mensen overleden aan cholera of tyfus door besmetting van het drinkwater.

 

Ondanks het hoge sterftecijfer was het eind 19e eeuw nog zeker niet vanzelfsprekend dat de overheid een functie had bij de afvoer van het afvalwater. Veel mensen betwijfelden of de overheid zich mocht bemoeien met de gezondheid van burgers. Afvalwater had daarnaast een economische waarde. Het menselijk afval werd nog vaak verkocht als mest of ingezet in de industrie. Afstand doen van je afval was dan ook zeker niet vanzelfsprekend. Pas begin 20e eeuw werd een omslag in denken zichtbaar. Gemeenten begonnen rond deze tijd met het inzamelen en afvoeren van het afvalwater. In sommige gemeenten werd het afvalwater opgehaald in tonnen, in andere gemeenten werden rioolstelsels aangelegd die het afvalwater buiten de gemeentegrenzen bracht. De aanleg van rioolstelsels was echter tot ver in de 20e eeuw geen gemeengoed. In 1978 verdwenen bijvoorbeeld pas de laatste tonnen uit Goes.

 

Met de komst van het rioolstelsel was het afvalwater vaak wel uit de stad, maar buiten de stad veroorzaakte het afvalwater nog steeds grote milieuproblemen. Het werd geloosd op vloeivelden of grotere wateren, waarvan de capaciteit vaak onvoldoende bleek. Met de komst van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in 1970 moest voor de lozing op een oppervlaktewater vergunning worden aangevraagd. Afvalwater wordt sinds die tijd ingezameld en getransporteerd naar een rioolwaterzuivering om gezuiverd te worden, waarna het weer terugkomt in het oppervlaktewater.

 

Met de klimaatverandering zijn we in een nieuwe fase beland. Regenbuien worden steeds intensiever en deze intensieve buien komen steeds vaker voor. De riolering alleen kan deze zeer intensieve buien niet verwerken en simpelweg vergroten van de rioolbuizen biedt geen uitkomst. De komende jaren staan daarom in het teken van het aanpassen van de openbare en particuliere ruimte, op een zodanige wijze dat overlast zoveel als mogelijk wordt voorkomen.

 

HISTORIE RIOLERING BARENDRECHT

De geschiedenis van de riolering in Barendrecht weerspiegelt de landelijke ontwikkelingen. Begin vorige eeuw was van een rioleringsstelsel nog geen sprake. Dat deze situatie steeds meer problemen opleverde, blijkt onder meer uit de diverse klachten gericht aan Burgemeester en Wethouders. In 1934 schreef de Gezondheidscommissie Barendrecht aan het gemeentebestuur:

 

Aan de Pieterseliedijk, hoek Hordijk staan een viertal huisjes, welke niet zijn voorzien van eenige afvoer van faecalien. De betreffende bewoners hebben blijkbaar zelf een w.c. gelegenheid getimmerd en deponeeren den inhoud daarvan in de nabij gelegen sloot of ook wel in den berm van den weg. Een en ander is uit hygienisch zoowel als uit aesthetisch oogpunt een onhoudbare toestand temeer waar de naaste omgeving sinds eenigen tijd bijna geheel bewoond wordt. Wij verzoeken u dan ook maatregelen te willen doen treffen, opdat aan deze ongewenschte toestand spoedig een eind komt.

 

Naar aanleiding van een uitbreidingsplan van de gemeente werd in 1931 door de Commissie voor Gewestelijke Uitbreidingsplannen gewezen op het ontbreken van riolering in dit plan. Aangedrongen werd om behalve voor dit plan tevens voor een groot gedeelte van de gemeente een rioleringsplan op te zetten. Door de ‘slechte toestand van de gemeente-financien’ werd dit rioleringsplan pas in 1935 afgerond. Het plan bestond uit de aanleg van een aantal verzamelleidingen in straten en sloten. De afvoer van het vuilwater bestond uit lozing op het polderwater met als enige voorziening een bezinkbak bij het lozingspunt. De uitvoering van dit plan kwam langzaam op gang. Dit blijkt uit een opgave van de gemeente uit 1938 gedaan aan het Centraal Bureau voor Statistiek, waarbij slechts 28 woningen werden aangegeven als ‘aangesloten op riolering’.

 

Na de Tweede Wereldoorlog werd het rioleringsvraagstuk opnieuw opgepakt. In 1948 verscheen een nieuw rioleringsplan. Gekozen werd voor een gemengd rioleringsstelsel (afvalwater en hemelwater worden in één en dezelfde rioolbuis afgevoerd) met een afvoer naar een zuiveringsinrichting nabij de begraafplaats Scheldestraat.

 

In 1949 werd het rioleringsplan herzien. De zuivering werd verplaatst naar het Barendrechtse Veer en nieuwe doorrekeningen wezen uit dat een gescheiden stelsel (hemelwater en afvalwater worden in verschillende leidingen afgevoerd) toch goedkoper was. Vanaf dit plan is daarom gekozen voor een gescheiden stelsel in Barendrecht. De wijken Smitshoek en Carnissebuurt hadden een aparte positie in het rioleringsplan. Aansluiten op het ‘rioleringsnet’ van de gemeente werd te duur geacht. In deze wijken werd daarom een vuilwaterriool achter de woningen gelegd. Het rioolwater werd verzameld in een bezinkput en stortte over in een polderwatergang.

 

DELTABESLISSING RUIMTELIJKE ADAPTATIE

Belangrijk aandachtspunt voor de komende periode is klimaatverandering en de wijze waarop beleid en uitvoering hierop worden aangepast. Extreme buien komen steeds vaker voor en kunnen zorgen voor grote economische schade, een gevoel van onveiligheid bij bewoners en imagoschade voor de verantwoordelijke partijen. Perioden van langdurige droogte en hitte nemen naar de toekomst ook verder toe. Naast economische schade heeft klimaatverandering en extreem weer ook impact op de ecologie en gezondheid van mensen.

 

De afgelopen jaren heeft de gemeente stresstesten uitgevoerd, risicodialogen gevoerd en de Klimaatvisie opgesteld. De Klimaatvisie is uitgewerkt in een Strategie Klimaatadaptatie met een uitvoeringsagenda.

 

BESTUURSAKKOORD WATER

In 2011 hebben vertegenwoordigers van het Rijk, drinkwaterbedrijven, provincies, gemeenten en waterschappen het Bestuursakkoord Water ondertekend. In dit Bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt om de doelmatigheid in de waterketen te verhogen. De doelen van het akkoord zijn beperking van kostenstijging, vermindering van de kwetsbaarheid en vergroting van de kwaliteit. De afgelopen jaren is invulling gegeven aan deze doelen en dit wordt de komende periode voortgezet. Voorbeeld is het gezamenlijk meten in het riool, om inzicht te krijgen in het functioneren van het riool en daarna dit functioneren te verbeteren.

Evaluatie

In het GRP 2018-2022 waren de volgende doelen opgenomen:

 

Zorg voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater.

Zorg voor inzameling en verwerking van hemelwater (dat een particulier niet redelijkerwijs zelf kan verwerken).

Zorg voor het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand, voor de aan de grond gegeven bestemming, zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

 

Om de doelen te bereiken is in het GRP 2018-2022 een strategie opgesteld. In de onderstaande paragrafen worden de maatregelen uit de strategie geëvalueerd.

 

PLANNEN EN ONDERZOEKEN

In het GRP 2018-2022 was een aantal onderzoeken opgenomen om de afgelopen periode uit te voeren. De belangrijkste onderzoeken worden onderstaand besproken.

  • Afvalwaterketenvisie. De afvalwaterketenvisie beschrijft de gezamenlijke ambities van de gemeente en het waterschap op lange termijn. De afgelopen periode is deze afvalwaterketenvisie niet opgesteld, omdat de nadruk lag op beheer en onderhoud. De komende periode zal hier op het gebied van klimaat wel invulling aan gegeven worden. De gezamenlijke ambities ten aanzien van klimaat staan in dit PSW.

  • Stresstest (klimaat). In 2020 is de stresstest klimaat uitgevoerd. Hierbij is de kwetsbaarheid voor wateroverlast in beeld gebracht. Het rioolstelsel is niet ingericht op het verwerken van zeer extreme neerslag. Het regenwater dat niet via de riolering afgevoerd kan worden, zal over het maaiveld de laagste punten in het terrein vinden. Om te bepalen waar het regenwater zich bij zeer extreme regen verzamelt, bij welke panden risico op water in het pand aanwezig is en welke wegen onbegaanbaar worden, is een integraal model gemaakt van de riolering, het terrein en het oppervlaktewater. De berekende wateroverlastlocaties zijn voor de gemeente bekende locaties en betreffen vaak oudere (niet onderheide) laaggelegen woningen. Het betreft onder andere het Oude Dorp, het Onderlangs, het Achterom en de Oranjewijk. Ook de wijken Meerwede en Paddewei zijn gevoeliger voor wateroverlast. Bij een aantal van deze locaties zijn de afgelopen periode al maatregelen uitgevoerd om de situatie te verbeteren, of worden hiervoor op dit moment onderzoeken uitgevoerd (zie hiervoor de evaluatie van de projecten). Door de lage ligging zullen de locaties echter altijd kwetsbaar blijven bij extreme neerslag.

     

    Naast de kwetsbaarheden voor wateroverlast zijn in de stresstest ook de kwetsbaarheden voor droogte, hitte, overstroming en bodemdaling in beeld gebracht (www.bar.klimaatatlas.net).

     

    Na uitvoering van de stresstest zijn met bewoners en andere belanghebbenden risicodialogen gevoerd. De uitkomsten van deze risicodialogen zijn input geweest voor de Strategie klimaatadaptatie.

  • Strategie klimaatadaptatie. In 2022 is de strategie klimaatadaptatie door de gemeenteraad vastgesteld. In de klimaatstrategie zijn 2 kerndoelen geformuleerd. 1. We zijn waterrobuust en klimaatbestendig en 2. We hebben een leefbare en gezonde leefomgeving. Om de doelen te realiseren zijn 6 handelingsperspectieven geformuleerd:

    • Werken aan een waterrobuuste omgeving. We verkleinen de risico’s op overstromingen en gaan voldoen aan landelijke normen. In de openbare ruimte houden we rekening met mogelijke overstromingen. Waar nodig passen we die ruimte aan. We zetten in op bewustwording bij onze inwoners om meer zelfredzaam te zijn bij wateroverlast.

    • Een natuurlijkere waterkringloop. De waterkringloop wordt gevormd door rivieren, oude kreken, hoofdwatergangen, sloten, singels, waterplassen en vijvers. Onze huidige waterkringloop kenmerkt zich door verstening van het omliggende oppervlak. Hierdoor functioneert de waterkringloop minder goed als afvoersysteem van het (regen)water. Waar mogelijk herstellen we de verstoorde kringloop zodat we wateroverlast door extreme buien aan kunnen. Dit doen wij samen met het waterschap Hollandse Delta.

    • Alle nieuwbouw klimaatadaptief. Er ligt een enorme opgave voor het realiseren van nieuwe woningen. We bouwen deze woningen zowel energieneutraal als klimaatadaptief (‘klimaatproof’).

    • Klimaatadaptief inrichten van stedelijk gebied. We gaan de openbare ruimte klimaatadaptief inrichten. We stimuleren beheerders van bedrijventerreinen om ook die oppervlakten anders in te richten. We stimuleren inwoners om hun eigen tuin van meer groen te voorzien, om een regenton te plaatsen en om regenbuis van rioolbuis te scheiden.

    • Een klimaatbestendig landelijk gebied. Door de uitdijende wijken is veel natuurlijk landschap verloren gegaan. Dit komt de waterrobuustheid en klimaatbestendigheid niet ten goede. We creëren ruimte voor activiteiten in het groen. Dit moeten koele plekken worden waar inwoners kunnen recreëren. Hiermee wordt ook de biodiversiteit versterkt en vergroot.

    • Werken aan een gezonde leefomgeving. De klimaatverandering heeft gevolgen voor onze gezondheid. Hittestress zorgt ervoor dat de gevoelstemperatuur sterk stijgt, waardoor meer inwoners last ervaren. Het kan zelfs leiden tot een tijdelijke oversterfte. We leren omgaan met hittestress en maken daarvoor een lokaal hitteplan.

  • De handelingsperspectieven worden onder andere in dit PSW nader uitgewerkt. Bijvoorbeeld in de eisen die gesteld worden aan nieuwbouw en herstructurering ten aanzien van klimaatadaptatie.

  • Uitwerking effect gestuurd beheer. Bij het reinigen van de riolering wordt sinds een paar jaar het slibgehalte in het riool gemeten. De gemeten hoeveelheid slib wordt opgeslagen in het beheersysteem. Door het opbouwen van gegevens over meerdere jaren kunnen in de toekomst langzaam vervuilende riolen minder vaak gereinigd worden dan snel vervuilende riolen.

  • Calamiteitenplan. In het calamiteitenplan worden procedures beschreven bij incidenten als persleidingbreuk, instortende riolen of lozingen van gevaarlijke stoffen. De afgelopen periode is het calamiteitenplan niet opgesteld, omdat de nadruk lag op beheer en onderhoud. De komende planperiode wordt het calamiteitenplan opgesteld.

  • Kennisbijeenkomsten. Aan het begin van afgelopen GRP periode zijn diverse kennisbijeenkomsten met het waterschap georganiseerd. Door corona en de daardoor geldende beperkingen zijn er de laatste jaren geen bijeenkomsten meer georganiseerd.

  • Samenwerking afvalwaterketen. Het afvalwaterakkoord is opgesteld en ondertekend in november 2022. Het PSW is in overleg met het waterschap opgesteld en bij het meten en monitoren wordt veel samengewerkt. Binnen het traject meten en monitoren is het functioneren van de wervelventielen geanalyseerd. De wervelventielen beperken de afvoer van regenwater naar de gemalen en daarmee naar de zuivering. Veel wervelventielen bleken niet goed te functioneren omdat ze losgeraakt waren. De afgelopen periode zijn deze wervelventielen vastgezet. De komende periode wordt beoordeeld of de wervelventielen de afvoer nu beter reguleren.

  • Wateroverlast Oranjestraat. In overleg met de bewoners van de Oranjestraat is een plan ontwikkeld om wateroverlast te verminderen. Dit is feitelijk een deelplan in de totale aanpak voor wateroverlast in de Oranjewijk. De gemeente heeft riolering aangebracht waarop de bewoners kunnen aansluiten. In 2023 (na afronding werkzaamheden nutsbedrijven) wordt de openbare ruimte opnieuw ingericht, met als doel hier meer water te kunnen bergen. Omdat de woningen aan de Oranjestraat zeer laag liggen, blijft dit echter een kwetsbaar gebied.

PROJECTEN

Vervanging van riolering

De afgelopen jaren is op verschillende locaties de riolering vervangen of gerelined (figuur 1). Omdat in Barendrecht al sprake is van een systeem waarbij hemelwater en vuilwater apart worden ingezameld, is (extra) afkoppelen van verharding niet aan de orde. Wel wordt bij rioolvervanging standaard drainage aangelegd en bepaald hoe de buitenruimte klimaatadaptief kan worden ingericht. Bij de vervanging van riolering wordt met behulp van bewonersavonden en gerichte communicatie invulling gegeven aan participatie.

 

De afgelopen 6 jaar is 11.000 meter riolering vervangen of gerelined. In het GRP was opgenomen dat jaarlijks 2.800 meter riolering vervangen moest worden, zodat een achterstand ontstaan is van 5.800 meter. Het doel van 16,8 km relinen of vervangen is niet gehaald, omdat onder andere geïnvesteerd is in waterbergende fundering op het Binnenhof en op het parkeerterrein bij het station. Daarnaast was in de projecten veel afstemming noodzakelijk om de projecten integraal en duurzaam in te richten. De ervaring leert dat de doorlooptijd van een project, inclusief voorbereiding, circa 3 jaar is. Tot slot heeft ook de krapte op de arbeidsmarkt voor vertraging gezorgd. Door capaciteitsgebrek en personeelsverloop heeft de voorbereiding van projecten soms langer geduurd dan gehoopt. De vertraging leidt niet direct tot extra risico’s. Jaarlijks worden inspecties uitgevoerd, waarna grote schades worden gerepareerd. De volgende projecten zijn in de periode 2018-2023 uitgevoerd:

 

  • Dierenstein. Binnen het project revitalisering Bedrijventerrein Oost / Dierenstein is een deel van de riolering vervangen en een deel is gerenoveerd. Daarnaast is de afvoerstructuur van de riolering verbeterd door het plaatsen van een nieuw rioolgemaal.

  • Binnenhof. Het plein voor het gemeentehuis is van waterbergende fundering voorzien. Regenwater wordt hier tijdelijk vastgehouden zodat de rest van de riolering ontzien wordt.

  • Oranjewijk. In de Oranjewijk is een deel van de riolering vervangen. Twee rioolgemalen zijn opgeheven en er is één gemaal voor in de plaats gekomen. Hiermee is de afvoerstructuur verbeterd.

  • Carnisseweg. De aanwezige drukriolering in de Carnisseweg is vervangen door vrijverval riolering.

  • Centrumgebied. Er is een plan uitgewerkt om wateroverlast in het centrumgebied te verminderen. In dat kader zijn maatregelen uitgevoerd aan het Onderlangs. Maatregelen aan het Achterom zijn in uitvoering.

  • NS-station. Bij het NS station is een waterbergende fundering aangebracht op het stationsdek om wateroverlast te voorkomen.

  • Overige rioolvervangingen. Er is riolering vervangen in de Boeier, Schouw, Gaffelaar, Linge en Vecht. Daarnaast zijn aansluitingen vervangen in de Boomgaard, Kruizemunthof, Vederhaven en zijn aanpassingen uitgevoerd in de Schaatsbaan.

  • Reliningen. Bij een relining wordt de riolering gerenoveerd door aan de binnenzijde een kunststof kous aan te brengen. De afgelopen jaren is ruim 7,7 km riool gerelined in onder andere Buitenoord en het Willem-Alexanderplantsoen.

Figuur 1. Aangelegde / gerenoveerde riolering 2018-2023

 

Vervanging gemalen en pompen

Jaarlijks worden de gemalen conform de Beoordelingsrichtlijn van het KIWA geïnspecteerd. Uit deze inspectie volgt welke onderdelen van de gemalen vervangen moeten worden. De gemalen Gebroken Meeldijk en Smitshoek zijn gerenoveerd. Daarnaast is een deel van de minigemalen (drukriolering) gerenoveerd. De afgelopen periode zijn nieuwe gemalen gebouwd in Dierenstein en de wijk Bevershof. Gemaal Marijkesingel en gemaal Margrietsingel zijn vervangen voor 1 nieuw gemaal aan de Margrietsingel.

 

Aanleg grondwatermeetnet

In 2022 is het grondwatermeetnet vernieuwd. Op dit moment heeft de gemeente 30 actieve peilbuizen.

 

Subsidie regentonnen

In 2021 heeft de gemeente inwoners een subsidie gegeven voor de aanschaf van een regenton. Daardoor was het voor inwoners mogelijk om voor € 10 een regenton af te halen. De subsidie was een succes. In totaal zijn 1.000 regentonnen afgehaald.

 

ONDERHOUD

Reiniging, inspectie en inmeting riolering

Jaarlijks wordt 1/7e deel van het riool gereinigd. Dit komt overeen met circa 45 kilometer. Circa 50% van het te reinigen riool wordt geïnspecteerd, behalve in 2019 omdat deze riolering al recent geïnspecteerd was. In tabel 1 zijn de totalen van de afgelopen jaren weergegeven. Gelijktijdig met de inspectie worden de maaiveldhoogten van de putten en de hoogteligging van de buizen ingemeten. Zo ontstaat een volledig beeld van de kwaliteit en afstroming van het riool. In figuur 2 is de geïnspecteerde riolering in de afgelopen planperiode weergegeven.

 

Tabel 1. Gereinigde en geïnspecteerde riolering

Jaar

Reiniging (km)

Inspectie (km)

2018

51

24

2019

46

10

2020

45

22

2021

46

19

2022

44

18

2023

47

22

 

Figuur 2. Geïnspecteerde en gereinigde riolering 2018-2023

 

Onderhoud gemalen

De gemalen worden jaarlijks gereinigd en geïnspecteerd. Bij deze inspectie wordt beoordeeld of de gemalen die de theoretische levensduur bereikt hebben ook daadwerkelijk vervangen moeten worden en of kleine reparaties noodzakelijk zijn. Ook de drukgemalen worden jaarlijks gereinigd.

 

Dagelijks onderhoud riolering

Op basis van klachten en meldingen zijn de nodige reparaties uitgevoerd aan kapotte kolkaansluitingen, verstopte en vervuilde leidingen en verzakkingen in de weg door lekke riolering. Na beoordeling van rioolinspecties is gebleken dat in een aantal strengen reparaties noodzakelijk waren. De reparaties zorgen er voor dat de buis de levensduur van 60 jaar kan halen. Het budget voor klein onderhoud was de afgelopen jaren voldoende.

 

Baggeren

In onderstaand overzicht is te zien hoeveel meter watergang is gebaggerd en in welke wijk. Omdat in de winterperiode wordt gebaggerd ontstaat altijd een overlap in jaren. Het baggerprogramma is afhankelijk van het programma van het waterschap en de slibaanwas.

  • 2018 - 2019 2.775 m Zuidpolder en Kilweg

  • 2019 - 2020 4.515 m Reijerwaard, Riederhoek, Voordijk en Bijdorp

  • 2020 - 2021 661 m Dierenstein, Noord, Oranjewijk

  • 2021 - 2022 3.047 m Carnisseland en Centrum

  • 2022 - 2023 1.618 m Kilweg en Zuidpolder

Onderhoud beschoeiingen

Beschoeiingen worden op basis van inspecties vervangen. De afgelopen jaren is 1.400 m beschoeiing vervangen:

  • 2018 Carnisseweg en damwand Schouw Buitenoord (250 m)

  • 2019 Jacoba Pompevliet en Voordijk (150 m)

  • 2020 Grondmolen (200 m)

  • 2021 Geen werkzaamheden uitgevoerd

  • 2022 Scheldestraat (800 m)

Reiniging kolken en goten

Jaarlijks zijn de kolken en goten gereinigd. Het beschikbare budget van € 70.000 bleek niet voldoende en is in 2020 verhoogd naar € 100.000 na een nieuwe aanbesteding. De kolken zijn de afgelopen periode in het beheersysteem opgenomen. Door het betere inzicht in de ligging van de kolken worden jaarlijks ook meer kolken gereinigd. In de gemeente liggen 25.900 kolken en 4.200 meter lijngoot.

 

Indirecte lozingen

Een indirecte lozing is een lozing die niet direct op het oppervlaktewater uitkomt, maar wordt geloosd via een bedrijfsriolering of ander tussenliggend (zuiverings)werk. Lozingen op rioolstelsels, zowel vuilwaterriolen als hemelwaterstelsels, vallen daarmee onder de Wet milieubeheer met de gemeente als bijbehorend bevoegd gezag. DCMR Milieudienst Rijnmond voert deze taak uit voor de gemeente bij de bedrijven in Barendrecht.

 

Gegevensbeheer

Het beheersysteem riolering van de gemeente is actueel en volgens de GWSW (Gegevenswoordenboek Stedelijk Water) standaard ingericht. Het GWSW is een verplichte open standaard die uitwisseling van bestanden tussen organisaties vereenvoudigt. Revisies en inspecties worden direct na ontvangst verwerkt. Ook het gemalen beheerbestand is actueel.

 

METEN EN MONITORING

Monitoring overstorten en gemalen

In Barendrecht worden de gemalen continue gemonitord. Bij het bergbezinkbassin in Smitshoek en een aantal overstorten zijn sensoren geplaatst die het waterniveau in het riool en soms ook het oppervlaktewater meten. Een monitoringsprogramma wordt opgezet. Hierbij worden de gegevens van de sensoren maandelijks beoordeeld op volledigheid en betrouwbaarheid. Indien de meetgegevens daar aanleiding voor geven, wordt extra onderzoek of onderhoud uitgevoerd. Jaarlijks worden de belangrijkste conclusies opgenomen in een jaarrapport. De afgelopen periode is onderzoek gedaan naar het functioneren van gemaal Drechtwaard. Het gemaal krijgt bij hevige neerslag meer water binnen dan het kan verpompen. Uit het onderzoek volgt dat een aantal aanvoerende gemalen op dit moment te veel water verpompen. De komende periode wordt de capaciteit van deze gemalen teruggeschroefd.

 

Monitoring grondwater

Het grondwatermeetnet is in 2022 vernieuwd en uitgebreid. Vanaf 2023 wordt jaarlijks een rapportage opgesteld over de grondwatermonitoring. Op deze wijze wordt zicht gehouden op locaties waar overlast kan ontstaan door hoge grondwaterstanden, maar ook waar potentieel problemen ontstaan door droogte.

 

PERSONEEL EN FINANCIËN

Personeel

De werkdruk wordt als hoog ervaren. Dit bevestigen de medewerkerstevredenheidonderzoeken die in de afgelopen periode twee maal zijn afgenomen. Naast het dagelijks beheer is er een groot aantal nieuwbouwontwikkelingen, waarbij betrokkenheid van de beheerder aan het begin van het proces gewenst is. Dit heeft de afgelopen jaren meer personeelsinzet gevraagd.

 

Financiën

De rioolheffing in Barendrecht is afhankelijk van de grootte van het huishouden. De rioolheffing bedraagt voor 2023:

  • Eenpersoonshuishouden: € 65,40

  • Tweepersoonshuishouden: € 125,76

  • Drie- of meerpersoonshuishouden: € 193,20

Conform het GRP 2018-2022 was de verwachte heffing voor een drie- of meerpersoonshuishouden € 193,41 in 2023. In het GRP 2018-2022 is echter expliciet geen rekening houden met inflatie. Met een inflatie van 35% tussen januari 2018 en januari 2023 is de huidige heffing daarom aanzienlijk lager dan in het GRP 2018-2022 was bepaald. Er zijn geen grote uitschieters geweest in de kosten. De prijzen zijn wel gestegen door een algehele prijsstijging van brandstof en materialen. Hier staat tegenover dat de rente op de kapitaallasten lager is.

Beleid

Net als in het GRP 2018-2022 zijn in het PSW doelen opgenomen gebaseerd op de drie zorgplichten ten aanzien van afvalwater, hemelwater en grondwater. Aan deze doelen is een doel toegevoegd ten aanzien van het stedelijk oppervlaktewater. Daarnaast is een doel toegevoegd om focus te leggen op de gewenste aanpassingen ten behoeve van klimaatveranderingen. Omdat het klimaatdoel een overlap kent met de doelen voortkomend uit de zorgplichten, is met een symbool aangegeven wanneer het beleid zich richt op een klimaateffect:

 

Zorg voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater

Zorg voor inzameling en verwerking van hemelwater (dat een particulier niet redelijkerwijs zelf kan verwerken)

Zorg voor het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand, voor de aan de grond gegeven bestemming, zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

Zorg voor het stedelijk oppervlaktewater

Voorbereid op een veranderend klimaat.

Binnen dit PSW wordt beleid vastgelegd voor het terugdringen van wateroverlast en droogte. Vaak hebben maatregelen tegen wateroverlast en droogte tevens een positief effect op de hittebestendigheid van de wijk. Het omgaan met toenemende risico’s op overstromingen is primair belegd bij andere overheden (Veiligheidsregio, waterschap en provincie).

 

Om de doelen te kunnen realiseren is beleid opgesteld. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het GRP 2018-2022 zijn groen gearceerd.

 

BELEID STEDELIJK AFVALWATER

Riolering is in de basis aangelegd om de volksgezondheid te beschermen. Daarom moet het afvalwater probleemloos ingezameld en getransporteerd worden naar de afvalwaterzuivering, of dient het afvalwater lokaal gezuiverd te worden.

 

Zorgplicht

De gemeente maakt onderscheid tussen de bebouwde kom en buitengebied en tussen huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater.

 

In de bebouwde kom geldt een aansluitplicht voor het lozen van huishoudelijk afvalwater op de riolering. De gemeente zorgt voor inzameling van huishoudelijk afvalwater en transport naar een zuiveringstechnisch werk. Dat kan via een traditioneel gemeentelijk rioolstelsel of een andere voorziening (zoals een IBA: Individuele Behandeling Afvalwater) die ervoor zorgt dat er geen ongezuiverd afvalwater in het milieu terecht komt.

 

Voor het buitengebied geldt dat de gemeente huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, dat daar qua biologische afbreekbaarheid op lijkt, inzamelt en afvoert, tenzij er sprake is van specifieke omstandigheden, zoals een ontoereikende capaciteit van het bestaande collectieve systeem.

 

Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de gemeente afvalwater dat qua biologische afbreekbaarheid vergelijkbaar is met huishoudelijk afvalwater inzamelt. Ook ander bedrijfsafvalwater dat niet lokaal kan worden teruggebracht in het milieu wordt ingezameld, tenzij dit ten koste gaat van het doelmatig functioneren van de vuilwaterriolering of de rioolwaterzuivering. Het waterschap geeft hierbij advies. De gemeente kan nadere voorwaarden verbinden aan nieuwe of bestaande aansluitingen van bedrijven of deze weigeren of beëindigen.

 

Aansluiting percelen

Alle percelen binnen het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een voorziening. In het stedelijk gebied zijn panden aangesloten op het vrijverval stelsel. In het buitengebied wordt het huishoudelijk afvalwater hoofdzakelijk ingezameld via drukriolering.

 

De huisaansluitingen zijn tot aan het hoofdriool eigendom van de perceeleigenaar. De gemeente onderhoudt de huisaansluiting vanaf de erfgrens tot aan het hoofdriool. Bewoners kunnen een melding over een huisaansluiting telefonisch doorgeven of via de gemeentelijke website.

 

Geen ongewenste lozingen

Om de inzameling goed te laten verlopen is het noodzakelijk dat geen ongewenste lozingen plaatsvinden. Dit kunnen lozingen zijn van chemische stoffen die het riool (en zuivering) aantasten. Controle op bedrijfsmatige lozingen vindt in opdracht van de gemeente plaats door DCMR. Jaarlijks vraagt de gemeente lijsten op met de uitgevoerde werkzaamheden. De samenwerking met DCMR is de afgelopen jaren verbeterd.

 

Rioolvreemd water bestaat uit grondwater dat lekke rioolbuizen instroomt en oppervlaktewater dat bij peilstijgingen via de overstorten het riool inloopt. De hoeveelheid rioolvreemd water wordt beperkt door overstortdrempels ten minste 15 cm boven oppervlaktewaterpeil te houden. Lekwater wordt beperkt doordat oude verzakte rioolbuizen in het vervangingsprogramma zijn opgenomen.

 

De objecten zijn in goede staat

Storingen aan gemalen en pompunits komen direct binnen op de centrale hoofdpost en deze storingen worden indien noodzakelijk binnen 24 uur verholpen. Video-inspecties geven een indicatie van de stabiliteit, afstroming en waterdichtheid van het riool. Wanneer uit de inspecties volgt dat de kwaliteit van het riool niet meer als ‘goed’ wordt beoordeeld, wordt door de gemeente op basis van de videobeelden (en eventuele extra informatie, zoals bijvoorbeeld meldingen van bewoners, boorkernen, hydraulisch functioneren en toestand van het wegoppervlak) de afweging gemaakt of ingrijpen daadwerkelijk noodzakelijk is.

 

Om de afstroming in het rioolstelsel goed te houden, wordt het rioolstelsel eens in de 7 jaar volledig gereinigd. Bij het reinigen wordt de vervuilingsgraad geregistreerd om in de toekomst gericht op vervuiling te reinigen.

 

De vervuiling van het oppervlaktewater is beperkt

De gemeente Barendrecht heeft maar een beperkte lengte gemengde riolering in de wijk Smitshoek en langs de Stationsweg. Het stelsel van Smitshoek is voorzien van een bergbezinkbassin. In een gemengd stelsel wordt afvalwater en hemelwater gemengd ingezameld. Bij hevige regen is de capaciteit van het rioolstelsel onvoldoende en komt een deel van het gemengde afvalwater tot overstort in oppervlaktewater. Wanneer deze zogenaamde overstortingen te vaak voorkomen en te veel verdund afvalwater in het oppervlaktewater komt, heeft dit nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Om het aantal overstortingen te beperken moet het gemengde rioolstelsel voldoende water kunnen bergen en afvoeren. Wanneer het oppervlaktewater door de riolering toch te zwaar belast wordt, wordt in overleg met het waterschap gezocht naar doelmatige oplossingen. De gemeente en het waterschap hebben maandelijks overleg om projecten en onderzoeken op het gebied van riolering en oppervlaktewater met elkaar af te stemmen.

 

Inzicht in de toestand en het functioneren van de riolering

De rioleringsgegevens zijn toegankelijk via het rioolbeheersysteem van de gemeente. Het beheersysteem is conform GWSW standaard ingericht. Jaarlijks wordt circa 1/14e deel van het vrijverval riool met een videocamera geïnspecteerd. De resultaten van de inspecties worden beoordeeld en opgenomen in het beheersysteem.

 

Het bergbezinkbassin, de gemalen en enkele putten in het stelsel zijn voorzien van sensoren zodat het waterniveau in het stelsel en in een aantal gevallen ook het oppervlaktewaterpeil inzichtelijk is. De gemeente heeft een actueel rioolmodel waarmee hydraulische berekeningen kunnen worden uitgevoerd.

 

Afvalwateraanbod richting de zuivering

Het door de gemeente ingezamelde afvalwater dient uiteindelijk door het waterschap bij de rioolwaterzuivering gezuiverd te worden. De capaciteit van de zuivering moet daarom overeenkomen met het actuele afvalwateraanbod vanuit de gemeente en eventuele toekomstige ontwikkelingen. De gemeente en het waterschap hebben op basis van het Basisrioleringsplan en de afvalwaterprognoses per zuivering van het waterschap, afspraken gemaakt over de af te voeren hoeveelheid afvalwater en hebben dit vastgelegd in het afvalwaterakkoord. Het afvalwaterakkoord is op 14 november 2022 door beide partijen ondertekend.

 

Punt van zorg is de hoeveelheid medicijnresten in het afvalwater. Het zuiveren van afvalwater is een natuurlijk proces waarin bacteriën, met behulp van zuurstof, verontreiniging uit het water halen. Chemische stoffen, waaronder medicijnen, blijven in (sterk) verdunde vorm aanwezig en komen terecht in het oppervlaktewater. Een deel van de werkzame stoffen uit medicijnen, blijft na gebruik werkzaam. Wanneer deze stoffen in hogere mate in het oppervlaktewater komen, is dat schadelijk voor vissen, planten en diertjes in het water. Van pijnstillers is bijvoorbeeld bekend, dat zij het weefsel van vissen beschadigen. Ook is er contact met de menselijke huid mogelijk als het om zwemwater gaat. In hogere concentraties hebben medicijnresten een negatief effect op waterdieren en op de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater. Medicijnresten in rivieren en meren dragen ook bij aan een verhoogd risico op antibioticaresistentie. De gemeente ondersteunt het waterschap bij de communicatie richting bewoners om hun oude medicijnen in te leveren bij de apotheek en dus niet door toilet of gootsteen te spoelen.

 

Voorkomen contact met afvalwater

Ten behoeve van een gezonde en veilige leefomgeving wordt contact met afvalwater zoveel mogelijk voorkomen. In Barendrecht wordt vuilwater en regenwater vrijwel altijd gescheiden ingezameld. De overstortingen en lozingen op het oppervlaktewater betreffen daarom altijd (schoon) regenwater. Ook bij water-op-straat is dit vrijwel altijd (schoon) regenwater en geen regenwater vermengd met afvalwater.

 

BELEID HEMELWATER

Het voorkomen van wateroverlast en het beperken van oppervlaktewatervervuiling zijn prioriteiten op het gebied van hemelwaterafvoer.

 

Zorgplicht

Het algemene uitgangspunt dat de gemeente hanteert, is dat gebouwen en percelen geen hemelwater lozen op de gemeentelijke riolering, tenzij dit in het belang van de leefbaarheid of volksgezondheid noodzakelijk is.

 

Voor bestaande gebouwen en percelen geldt dat de gemeente het hemelwater, als zij dat op het moment van het vaststellen van dit PSW al doet, blijft inzamelen. Het gescheiden aanleveren van te lozen regenwater en afvalwater op het gemeentelijk rioolstelsel en het verwerken van overtollig regenwater op het eigen perceel wordt door de gemeente en het waterschap gestimuleerd.

 

De gemeente kan het lozen van hemelwater op het vuilwater- of gemengde riool op enig moment verbieden, bijvoorbeeld in situaties van regelmatig optredende wateroverlast of bij rioolvervangingsprojecten, waarbij gemengde riolering wordt vervangen door een gescheiden riolering.

 

Bij nieuwbouwsituaties (en bij uitbreiding of vernieuwing van bebouwing) zamelt de gemeente geen regenwater in. De eigenaar van gebouwen en percelen verwerkt het regenwater zelf binnen de perceelgrens, tenzij dat technisch onmogelijk is. Voor extreme neerslaggebeurtenissen wordt voorzien in een overloop naar de openbare ruimte.

 

In het buitengebied zamelt de gemeente geen regenwater in. Dit geldt zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw.

 

Voorkomen wateroverlast

Het stelsel en de bovenliggende buitenruimte moeten voldoende capaciteit hebben om wateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen. Bij extreme neerslag is het acceptabel dat wanneer de maximale capaciteit van de riolering is bereikt er in bestaand gebied water op straat komt te staan, zolang de tijdsduur daarvan beperkt is en het water niet tot schade leidt op particuliere percelen of straten onbereikbaar worden.

 

Bij relatief laaggelegen particuliere percelen en gebouwen blijft er altijd een kans op overlast of schade op particulier terrein. Waar de gemeente op de hoogte is van deze kwetsbare locaties worden eigenaren en bewoners actief geïnformeerd over hun kwetsbaarheid bij extreme neerslag en over welke maatregelen zij kunnen nemen om het risico op wateroverlast te reduceren.

 

Riolering wordt gemiddeld na een periode van 60 jaar vervangen. Het straatpeil is gedurende die periode vaak tientallen centimeters verzakt. Dit lage straatpeil, ten opzichte van het oppervlaktewater en omliggende straten, vergroot de kans op wateroverlast. Bij reconstructies wordt het straatpeil daarom teruggebracht naar aanlegpeil. In de praktijk kan dit negatieve consequenties hebben voor de aanliggende particuliere percelen of de toekomstige bodemdaling. In deze gevallen wordt naar een optimum gezocht.

 

Bij ontwerp van een nieuw stelsel (dit stelsel is in principe een gescheiden stelsel) wordt getoetst met een bui van circa 30 mm in een uur (bui 09, herhalingstijd 5 jaar). Tevens wordt de water op straat situatie in beeld gebracht bij bui 10 (36 mm in 45 minuten). Bij ontwerp van een nieuw stelsel moet daarnaast een ruime berging aanwezig zijn in de openbare ruimte (laag gelegen groen of een wadi), zodat overlast in woningen en bedrijven wordt voorkomen. Bij reconstructies is het streven minimaal 20 mm berging te realiseren. Of dit daadwerkelijk haalbaar is, is afhankelijk van kabels en leidingen en de ruimtelijke inrichting.

 

Bij nieuwbouwontwikkelingen is het uitgangspunt het afvloeiend hemelwater van openbare verharding zoveel mogelijk vertraagd te laten afstromen naar het oppervlaktewater of te infiltreren in de ondergrond. De gemeente heeft in december 2020 het Convenant klimaatadaptief bouwen ondertekend. Dit betekent dat alle nieuwe ontwikkelingen natuur-inclusief, klimaatbestendig en water robuust worden gebouwd. Op eigen terrein moet conform het convenant tenminste 50 mm neerslag tijdelijk vastgehouden kunnen worden. Het nieuwbouwproject kan daarmee de neerslag die valt zelf verwerken en vormt daarmee geen extra belasting voor de omgeving. Wanneer infiltratie of vertraagde afvoer naar oppervlaktewater niet mogelijk is, kan aangesloten worden op bestaande openbare voorzieningen. Bij appartementengebouwen wordt het dakvlak afgekoppeld, balkons worden op het vuilwaterstelsel aangesloten om vervuiling van het oppervlaktewater met schoonmaakmiddelen te voorkomen.

 

Regenwater schoon houden

Bij rioolvervanging blijft gescheiden verwerken van regenwater en afvalwater het uitgangspunt. Dit houdt in dat neerslag niet via de riolering naar de zuivering wordt afgevoerd, maar zo mogelijk geborgen en vertraagd afgevoerd kan worden naar oppervlaktewater. Voor de verwerking van regenwater geldt de volgende voorkeursvolgorde:

  • 1.

    Benutten of infiltreren in de bodem (bijvoorbeeld via een wadi, zie pagina 30/31)

  • 2.

    Afvoer via het maaiveld naar het oppervlaktewater (bijvoorbeeld afvoer van regenwater van de weg naar de berm)

  • 3.

    Afvoer via een regenwaterriool

Daar waar de gemeente in de bestaande situatie hemelwater van particulieren inzamelt, blijft zij dit doen. De gemeente stelt vooralsnog geen voorwaarden aan bestaande hemelwaterlozingen vanaf particuliere percelen.

 

De komende periode wordt een pilot gestart om verbeterd gescheiden stelsels om te bouwen naar gescheiden stelsels. Bij een verbeterd gescheiden stelsel wordt in de praktijk nog zeer veel regenwater naar de zuivering verpompt. Door de ombouw naar een gescheiden stelsel wordt bespaard op energiekosten van gemalen en zuivering en worden de gemalen bij neerslag ook minder belast. Voorbeeld hiervan is gemaal Drechtwaard dat bij neerslag via de inprikkende gemalen meer water binnen krijgt dan het kan verpompen. Bij de pilot spelen de aspecten: foutaansluitingen, voorkomen van dood water en waterkwantiteit ook een belangrijke rol.

 

vanwege een slechte oppervlakte-waterkwaliteit) dan volgt nader onderzoek. Bij afkoppelen en aanleg van gescheiden stelsels wordt in overleg met het waterschap getoetst of het oppervlaktewater voldoende capaciteit heeft en kan aanvullende (oppervlaktewater) berging noodzakelijk zijn. Het afstromend regenwater mag de oppervlaktewaterkwaliteit niet nadelig beïnvloeden. Aan de hand van het gebruik van het verhard oppervlak wordt bepaald of het afstromend regenwater schoon genoeg is.

 

Vergroening buitenruimte

In 2023 wordt de Groenvisie en het Groenbeheerplan opgesteld. Klimaatadaptatie krijgt hierbij apart aandacht. Daarnaast wordt een Hitteplan opgesteld, waarbij in beeld gebracht wordt waar in de gemeente de gevoelstemperatuur en de kans op hittestress hoog is.

 

Instroming via de kolken

Door bladval en andere vervuiling kunnen kolken verstopt raken waardoor de kans op wateroverlast toeneemt. De gemeente reinigt daarom jaarlijks de kolken. Om vervuiling van de kolken en het riool te voorkomen, worden de straten en goten geveegd. De vervuilingsgraad van de kolken wordt vastgelegd om in de toekomst mogelijk meer gericht te kunnen reinigen.

 

BELEID GRONDWATER

Zorgplicht

De gemeente heeft de inspanningsplicht om te voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel belemmert. De gemeente is het eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven die vragen of klachten hebben over het grondwater. Meldingen komen binnen bij het klantcontactcentrum van Barendrecht (invulling grondwaterloketfunctie). De gemeente regisseert een zorgvuldige afhandeling bij de gemeente, waterschap of provincie. Wanneer een klacht of melding thuishoort bij het waterschap wordt de betreffende melder doorverwezen naar het waterschapsloket.

 

Verantwoordelijkheid particulier

Op particulier terrein is de perceeleigenaar zelf verantwoordelijk voor het tegengaan van grondwateroverlast of -onderlast. Dit geldt ook voor funderingsproblemen. Ondergrondse gebruiksruimtes van panden, zoals een kelder of een souterrain, moeten volgens de bouwregelgeving vochtdicht zijn. Van de perceeleigenaar wordt verwacht dat hij de vereiste (waterhuishoudkundige of bouwkundige) maatregelen neemt om grondwaterproblemen te voorkomen of te bestrijden, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van een ander; particulier of overheid. Dat geldt ook voor gebouwen met diepe kelders.

 

Structurele overlast

Als gevolg van de natuurlijke dynamiek kunnen grondwaterstanden fluctueren. Bij incidenteel hoge grondwaterstanden heeft de gemeente geen taak; dit zal de perceeleigenaar moeten accepteren of zal zelf maatregelen moeten nemen om de hinder te beperken.

 

Binnen de gemeente is sprake van structureel grondwateroverlast indien aan alle volgende aspecten wordt voldaan:

  • o

    De problematiek is ernstig, wat zich uit in een of meerdere van de volgende verschijnselen:

    • Risico op gezondheidsklachten (bijvoorbeeld, als gevolg van optrekkend vocht door water in de kruipruimte in woningen met houten vloeren)

    • Risico van serieuze funderingsschade (houten palen of fundering op staal) ten gevolge van te lage grondwaterstanden

  • o

    De problematiek dient aantoonbaar veroorzaakt te zijn door (verandering in) de grondwaterstand

Wanneer de overlast ontstaat door fouten in de constructie van de woning (lekke kelder, geen waterdichte vloer) is de bewoner zelf aan zet. De gemeente treft alleen maatregelen wanneer dit doelmatig is, bijvoorbeeld in combinatie met rioolvervanging. Wanneer de gemeente bij structurele overlast maatregelen treft, is dit een inspanningsplicht. De grondwaterstand is niet volledig te sturen.

 

Inzicht in het grondwaterpeil

Om vast te stellen of er in een gebied sprake is van structurele grondwateroverlast of grondwateronderlast (droogte) wordt het grondwaterniveau op verschillende locaties in de gemeente gemeten.

 

Nieuwbouw

Bij nieuwbouw dient de grondwatersituatie beoordeeld te worden. De beheerders worden betrokken bij nieuwbouwplannen en kunnen hierdoor adviseren over o.a. de aanwezigheid van open water en zo nodig aanleg van drainage. Wanneer meer inzicht nodig is in de grondwatersituatie dient een peilbuis geplaatst te worden, die opgenomen wordt in het gemeentelijke grondwatermeetnet.

 

Aanleg drainage

Bij rioolvervanging legt de gemeente drainage aan. Door het aanleggen van een robuust drainage systeem of het aanleggen van DT-riolering (hemelwaterriool dat tevens dienstdoet als drainage) of DIT-riolering (hemelwaterriool met drainerende werking, maar dat ook regenwater of oppervlaktewater kan infiltreren in de bodem) wordt het grondwater in openbaar gebied gereguleerd tot het niveau van het oppervlaktewater. In natte perioden wordt overtollig grondwater afgevoerd naar het oppervlaktewater. In droge perioden wordt water vanuit het oppervlaktewater de bodem ingebracht. Op deze wijze kunnen zettingen worden voorkomen. Om grondwateroverlast in de kruipruimten tegen te gaan wordt de mogelijkheid geboden om deze aan te sluiten op het betreffende drainage systeem.

 

Drainagewater wordt geïnfiltreerd of voert af naar het oppervlaktewater, tenzij dit aantoonbaar niet kan. Wanneer niet direct afgevoerd kan worden naar oppervlaktewater kan drainage aangesloten worden op het hemelwaterriool.

 

Grootschalige toepassing van DIT-riolen kan in perioden van droogte effect hebben op de hoeveelheid in te laten oppervlaktewater. Hierover vindt afstemming plaats met het waterschap.

 

BELEID STEDELIJK OPPERVLAKTEWATER

Goed onderhoud aan het oppervlaktewater zorgt voor gezond oppervlaktewater dat een verrijking is voor de omgeving. Het oppervlaktewater heeft daarnaast een belangrijke functie in de berging en afvoer van hemelwater en is van invloed op het grondwater. Een goed functionerend oppervlaktewatersysteem is daarmee een belangrijk onderdeel van een klimaatadaptieve stedelijke omgeving.

 

Onderhoud

Het waterschap is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de waterkwantiteit van al het water in de gemeente. Daarbij onderhoudt het waterschap de hoofdwatergangen. Het overige water wordt grotendeels door de gemeente onderhouden. Maar ook Rijkswaterstaat, de provincie, diverse natuurorganisaties en particulieren zijn deels verantwoordelijk voor het onderhoud van sommige watergangen. Op de Legger van oppervlaktewaterlichamen en kunstwerken is aangegeven wie verantwoordelijk is voor het onderhoud.

 

Het waterschap controleert of het onderhoud naar behoren wordt uitgevoerd. Zo mogen er bijvoorbeeld niet te veel bagger of waterplanten aanwezig zijn in het water. Het beleid van het waterschap is daarom sterk richtinggevend voor het waterbeheer van de gemeente. Op basis van metingen van de baggeraanwas op de waterbodem wordt bepaald welke watergangen worden gebaggerd. Het waterschap baggert zelf de hoofdwatergangen. Is de aanliggende grond van de gemeente, dan is de gemeente verplicht deze bagger te ontvangen. De gemeente betaalt dan ook voor het transporteren en afvoer ervan.

 

Beschoeiingen waarborgen het juiste profiel van de watergang. Vanaf een leeftijd van 15 jaar worden de beschoeiingen geïnspecteerd en zo nodig vervangen of lokaal hersteld. Daarbij is veiligheid vaak doorslaggevend.

 

Voordat over wordt gegaan tot vervanging wordt onderzocht of het mogelijk is een natuurlijke of natuurvriendelijke oever te realiseren. Een natuurlijke oever is een wat steilere oever zonder beschoeiing. Een natuurvriendelijke oever is een flauw aflopende oever met een plas-dras zone met een gevarieerde oevervegetatie.

 

Aanleg nieuw open water

Aanleg van nieuw open water moet aansluiten op het bestaande watersysteem, zodat geen 'snipperblauw' ontstaat. Bij toename van het verhard oppervlak moet oppervlaktewater of berging gerealiseerd worden. De regels hierover zijn opgenomen in de Keur van het waterschap.

 

Ecologie

Bij het onderhoud van de watergangen wordt zo veel mogelijk ecologisch beheer toegepast. Bij ecologisch beheer wordt gefaseerd gewerkt, waardoor altijd een deel van de vegetatie niet wordt gesnoeid of gemaaid. Zo blijft voor veel soorten de habitat behouden. Voorbeelden hiervan zijn:

  • o

    Maai niet alle slootkanten in één keer, laat altijd een van de kanten staan.

  • o

    Zorg bij het snoeien van beplanting dat een deel blijft staan.

  • o

    Maai bij kruidenrijke stukken slechts 40% per maaibeurt.

Om de ecologie te bevorderen zijn de volgende maatregelen mogelijk:

  • o

    Voldoende en schoon water, met een goede doorstroming en variatie aan dieptes.

  • o

    Beperking van het aantal riooloverstorten.

  • o

    Aanleg van natuurvriendelijke oevers. Deze zorgen door de variatie van nat naar droog voor veel verschillende (water) planten.

  • o

    Een variatie in waterplanten zorgt voor een beter leefklimaat van veel diersoorten, waaronder de snoek en de glassnijder.

  • o

    Voorkom kroos en drijvende algen door extensief en gefaseerd beheer.

  • o

    Aanleg van wadi’s voor extra waterberging en meer biodiversiteit.

  • o

    Voorkom doodlopende watergangen, zodat de doorstroming verbetert.

Viswater

In Barendrecht mag op verschillende plaatsen worden gevist. De voorwaarden en de benodigde vergunningen verschillen per visrechthebbende. De visrechten voor de gemeentewateren zijn verhuurd aan HSV Groot Rotterdam. In de huurovereenkomst is vastgelegd dat de vergunning wordt uitgegeven door HSV Groot Rotterdam en maximaal € 5,00 mag kosten voor inwoners.

 

De visrechthebbende (de huurder) draagt zorg voor een goede visstand. In de praktijk gaat dit altijd in overleg met de gemeente en het waterschap. Een aantrekkelijke visstand kan worden bereikt door het verbeteren van de waterkwaliteit, het waterbeheer en de leefomgeving van de vissen te verbeteren. Helaas komt een massale vissterfte wel eens voor, bijvoorbeeld door zuurstoftekort als gevolg van waterverontreiniging. In overleg wordt afgesproken of het nodig is om nieuwe vissen uit te zetten en hoe de kosten worden verdeeld.

 

Het viswater in Barendrecht is weergegeven op de website www.visplanner.nl.

 

Zwemwater

De rol van de gemeente bij zwemwater is beperkt. Wettelijk gezien heeft de gemeente alleen een verantwoordelijkheid ten aanzien van hygiëne en veiligheid voor badinrichtingen zoals openbare zwembaden en sauna-inrichtingen, met name de legionellacontrole. In Nederland mag men overal in oppervlaktewater zwemmen (op eigen risico) tenzij het expliciet is verboden. Om de veiligheid van het zwemmen in oppervlaktewater te vergroten, wijst de provincie formele zwemlocaties aan waar vervolgens de waterkwaliteit, hygiëne en veiligheid wordt gecontroleerd (en maatregelen worden genomen als iets niet in orde is). Het waterschap meet de waterkwaliteit en adviseert daarover aan de provincie. Voor de hygiëne en veiligheid is dat de omgevingsdienst.

 

 

Gemeente Barendrecht is geen beheerder van zwemwater binnen de gemeentegrens. De enige zwemlocatie binnen de gemeente is in beheer bij het Natuur en Recreatieschap IJsselmonde. Dit betreft de vijver Plas Vrijenburgbos. Speelvijver Barend Bos is een aantal jaar kandidaat locatie geweest. De afgelopen jaren is geconstateerd dat niet aan de waterkwaliteit kon worden voldaan, met name door de te grote concentraties E-coli door uitwerpselen van watervogels, honden en paarden. Barend Bos zal dus geen erkende zwemlocatie worden. Behalve bij de brug is het niet verboden om in de Gaatkensplas te zwemmen. De waterkwaliteit van de Gaatkensplas is momenteel echter niet goed genoeg om er een formele zwemlocatie van te maken. Eerste prioriteit van het waterschap is het verbeteren van de waterkwaliteit tot op ‘Kader Richtlijn Water niveau’. Als het zover is, kan de Gaatkensplas op de lijst van erkende zwemwaterlocaties komen. De zwemwaterlocaties in Barendrecht zijn terug te vinden op www.zwemwater.nl.

 

Invasieve exoten

In sloten, rivieren en plassen komen steeds vaker planten en dieren voor die van nature niet in Nederland thuishoren. Dit noemen we exoten. Ze verstoren het natuurlijke evenwicht en de waterhuishouding door hun snelle groei. Als ze zich snel vermeerderen noemen we het invasieve exoten. Binnen de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA, onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) wordt onderzoek gedaan naar de risico’s van invasieve exoten in Nederland.

 

Voorbeelden van invasieve waterplanten zijn de grote waternavel, waterteunisbloem, parelvederkruid, watercrassula, watersla, waterhyacint, waterwaaier, cabomba en de rode kroosvaren. Door grote hoeveelheden dezelfde waterplanten krijgen andere soorten minder kans en komt er onvoldoende licht in de sloot. Het ecologisch evenwicht wordt dan verstoord en het schoonhouden van de sloot is veel werk. Al deze soorten komen in meer of minder mate voor in Barendrecht en veroorzaken voornamelijk lokaal problemen bij gemalen, stuwen en duikers. Sommige soorten geven problemen bij het varen, anderen doordat ze dicht, soms egale bedekking van een waterpartij kunnen geven. Dit geeft zuurstofproblemen in het water en door het egale dek van waterplanten kunnen kinderen of huisdieren de sloot zien als een grasveld en bij de rode kroosvaren zelfs als verharding.

 

Een voorbeeld van een invasieve diersoort is de rode Amerikaanse rivierkreeft. Deze soort verplaatst zich vooral via het water, maar kruipt soms ook over het land. Hij heeft lange tijd geen natuurlijke vijanden gehad en vermenigvuldigde zich snel. De laatste jaren wordt steeds vaker waargenomen dat futen, meeuwen, meerkoeten en grote vissen de rivierkreeft eten. De rode Amerikaanse rivierkreeft is nog niet in grote getale waargenomen in Barendrecht. Rivierkreeften komen in grotere getalen voor in veenweidegebieden. Mogelijk omdat de grond daar zachter is dan de kleigrond in onze regio.

 

Het waterschap heeft als verantwoordelijke voor de waterkwaliteit weinig mogelijkheden om deze invasieve exoten aan te pakken. Effectieve bestrijdingsmogelijkheden zijn er nauwelijks. Landelijke ontwikkelingen en onderzoeken worden gevolgd. De gemeente kan op gebied van communicatie wel iets bijdragen. We kunnen bewoners bijvoorbeeld informeren over het vervangen van hun oude vijver of aquariumplanten. Deze mogen namelijk niet in de sloot worden gegooid omdat veel van deze planten exoten zijn. Voor het onderzoek naar de verspreiding van invasieve exoten helpt het als waarnemingen geregistreerd worden. We kunnen bewoners erop attenderen dat ze dit via waarneming.nl kunnen doen of bij de gemeente melden.

 

De muskusrat is een invasieve exoot die wordt bestreden door Muskusrattenbestrijding Rivierenland. Deze organisatie werkt voor vier waterschappen (waaronder Hollandse Delta) en wordt aangestuurd vanuit waterschap Rivierenland. Muskusratten graven onder meer holen in dijken, waardoor deze verzwakken. Dit is een gevaar voor de veiligheid omdat de kans op instorten en daardoor overstroming toeneemt. Ze graven ook holen in oevers van rivieren en vijvers. De oevers raken hierdoor verzwakt en kunnen instorten. De muskusrat wordt wel eens waargenomen in Barendrecht. Meldingen verlopen via het waterschap.

Areaal

Het afvalwater uit Barendrecht wordt via verschillende gemalen en persleidingen naar verschillende zuiveringen getransporteerd (bijlage 2). Het overgrote deel van de bemalingsgebieden in Barendrecht voeren af naar de zuiveringen in Barendrecht en Zwijndrecht.

 

AANGESLOTEN PANDEN

Binnen de gemeente zijn geen ongerioleerde panden aanwezig. Het laatste pand is in 2005 voorzien van een aansluiting op het riool.

 

VRIJVERVAL RIOLERING

In Barendrecht is in totaal 337 kilometer vrijverval riolering aanwezig. Circa 5 kilometer riolering is gemengd riool, 150 kilometer is vuilwater riool en 181 kilometer is hemelwater riool (figuur 3). Door nieuwbouw is de lengte vrijverval riolering ten opzichte van het GRP 2018-2022 met 15 kilometer toegenomen.

 

Het stelsel van de gemeente heeft een gespreide leeftijdsopbouw met een piek in de jaren 1990 tot 2010 (figuur 3). Circa 2% van het riool is 60 jaar of ouder, 13% van het riool is 50 jaar of ouder. Dit deel van de riolering moet de komende jaren vervangen worden. In figuur 4 is de leeftijd van het riool op kaart weergegeven.

 

Vanaf 2005 is 14 kilometer riolering gerelined. Bij een relining wordt de riolering gerenoveerd door aan de binnenzijde een kunststof kous aan te brengen.

 

Figuur 3. Stelseltypen en aanlegjaar vrijverval riolering

 

Figuur 4. Aanlegjaar van het riool

 

In het beheersysteem zijn de inspectiegegevens van de afgelopen jaren opgenomen. Met behulp van deze inspectiegegevens is een globale beoordeling gemaakt van de kwaliteit van het riool op het gebied van stabiliteit. Om de kwaliteit te bepalen is gebruik gemaakt van wegingscijfers (bijlage 3). Alle geïnspecteerde strengen hebben op deze wijze een score voor stabiliteit gekregen. 83% van de strengen kreeg hierbij een score tussen 0 tot 0,5. Dit zijn strengen met een redelijke tot goede kwaliteit. In figuur 5 is per leeftijdsgroep weergegeven hoe vaak een bepaalde score voorkomt. Uit de grafiek volgt dat de kwaliteit van het riool met de leeftijd achteruit gaat, maar dat na verloop van tijd de kwaliteit ook redelijk constant blijft. Mogelijk wordt dit veroorzaakt doordat de kwaliteit van de regenwaterriolen ook op lange termijn goed is, omdat er geen sprake is van aantasting door zwavelgassen.

 

Figuur 5. Verdeling scores stabiliteit per leeftijdsgroep

 

MECHANISCHE RIOLERING

De mechanische riolering bestaat uit gemalen en persleidingen. In Barendrecht zijn 54 rioolgemalen aanwezig. Naast de rioolgemalen beheert de gemeente nog 4 oppervlaktewatergemalen, 1 drainagegemaal, 12 tunnelgemalen, de pompinstallatie in het bergbezinkbassin en 201 drukgemalen.

 

De gemeente beheert 25 kilometer drukriolering en 36 kilometer persleiding. In drukriolering wordt het rioolwater van individuele huishoudens getransporteerd. In persleidingen wordt het afvalwater vanuit de grotere gemalen getransporteerd. Er zijn geen persleidingen met een leeftijd hoger dan 50 jaar, maar van veel persleidingen en drukriolering is het aanlegjaar onbekend. De komende periode wordt het aanlegjaar van deze mechanische riolering bepaald op basis van aanlegtekeningen of ingeschat op basis van de leeftijd van de gemalen.

 

Figuur 6. Jaar van aanleg mechanische riolering

 

OVERSTORTEN EN BERGBEZINKBASSINS

In de gemeente ligt vrijwel overal een (verbeterd) gescheiden stelsel, er zijn daarom nauwelijks gemengde overstorten. In het gemengde stelsel van Smitshoek is één overstort aanwezig. Deze overstort is voorzien van een bergbezinkleiding (120 m3). Daarnaast wordt bij een deel van de Stationsweg het hemelwater en vuilwater gemengd ingezameld. Dit water kan overstorten bij de kruising Boezemweg – Stationsweg. Deze overstort is onlangs opgehoogd naar een hoogte van -1,62 m NAP om instroom van oppervlaktewater te voorkomen. Bij de overstort zijn tevens sensoren geplaatst die het waterniveau in het riool en het oppervlaktewater monitoren. Hiermee kan gemonitord worden of er sprake is van een overstortgebeurtenis of inloop van oppervlaktewater.

 

Om de kans op wateroverlast bij het Onderlangs te verminderen is hier het verbeterd gescheiden stelsel omgebouwd naar een volledig gescheiden stelsel. Hiervoor zijn 6 overstorten verwijderd en vervangen door vrije uitlaten. Ook de overstort in het verbeterd gescheiden stelsel in Dierenstein is vervangen door een vrije uitlaat.

 

De gegevens van de overstorten zijn opgenomen in bijlage 5 en weergegeven op kaart in bijlage 6.

 

DRAINAGE EN GRONDWATERMEETNET

De drainage is nog niet opgenomen in het beheersysteem. Bij nieuwe revisies wordt de drainage wel ingevoerd in het beheersysteem. De komende periode zullen ook oude revisietekeningen worden opgezocht om deze alsnog toe te voegen.

 

In 2022 is het grondwatermeetnet van de gemeente vernieuwd. Het grondwatermeetnet bestaat uit 30 peilbuizen waarvan de metingen realtime kunnen worden uitgelezen.

 

KOLKEN EN LIJNGOTEN

In de gemeente zijn 25.900 kolken aanwezig. 19.800 kolken worden machinaal gereinigd, 6.100 kolken worden handmatig gereinigd. In totaal is er 4.200 meter lijngoot aanwezig. Ook de lijngoten worden jaarlijks gereinigd.

 

WATERBERGING EN WADI’S

Bij de parkeerplaatsen aan de Binnenhof is waterberging onder de weg aanwezig. Hierbij heeft de wegfundering een grove structuur met minimaal 30% holle ruimte. In deze waterbergingen kan neerslag tijdelijk geborgen worden, waarna het afgevoerd wordt naar het oppervlaktewater.

 

Bij de Devel zijn wadi’s aanwezig. Een wadi is een groene greppel in het stedelijk gebied. Een wadi bergt regenwater en zuivert het, waarna het water infiltreert in de ondergrond.

 

WATERSYSTEEM

In de gemeente ligt in totaal 733.000 m2 watergang. Langs deze watergangen staat 90 kilometer oeverbeschoeiing, ruim 4 kilometer natuurvriendelijke oever en 30 kilometer natuurlijke oever. Een natuurvriendelijke oever heeft een geleidelijke overgang van water naar land. Op de drassige bodem en in het ondiepe water groeien veel oeverplanten en onderwaterplanten. Voor vissen, vogels, amfibieën, kikkers, padden, insecten en kleine zoogdieren is zo'n oever een belangrijke plek. Bij een natuurlijke oever wordt geen beschoeiing aangelegd, maar is ook geen sprake van een flauw talud.

Strategie

In dit hoofdstuk wordt de strategie voor de komende jaren bepaald. Deze strategie bestaat deels uit het in stand houden van het bestaande stelsel. Hiervoor worden onderhoudsmaatregelen uitgevoerd zoals het reinigen, inspecteren en repareren van de riolering en de gemalen. Daarnaast worden plannen opgesteld om het stelsel te verbeteren en klaar te maken voor de toekomst.

 

De geplande onderzoeken, maatregelen en beheerwerkzaamheden voor de komende periode zijn in de onderstaande paragrafen uitgewerkt. In bijlage 7 is de volledige exploitatie opgenomen. Alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

 

PROJECTEN

VERVANGING VAN VRIJVERVAL RIOLERING

Bij de vervanging van riolering in Barendrecht spelen er twee complicerende factoren:

  • 1.

    Er is een groot verschil in kwaliteit tussen de naast elkaar liggende hemelwater- en vuilwaterbuizen.

    In Barendrecht is veel gescheiden riolering aangelegd, waarbij een hemelwaterriool en een vuilwaterriool naast elkaar in de weg liggen. Het vuilwaterriool is hierbij vaak van veel slechtere kwaliteit dan het hemelwaterriool. De oorzaak hiervan is dat het vuilwaterriool in Barendrecht voornamelijk bestaat uit buizen van beton of gres. Nadeel van betonnen buizen is dat zij zeer gevoelig zijn voor aantasting door H2S gassen in het afvalwater. Nadeel van gres buizen is dat zij zeer gevoelig zijn voor ongelijke zettingen en daardoor snel scheuren. De kans op een breuk is bij buizen van gres groter dan bij buizen van beton of pvc. In wijken zoals Buitenoord en Paddewei en het Willem Alexanderplantsoen is hierdoor het vuilwaterriool vaak aan vervanging toe, terwijl het hemelwaterriool nog van goede kwaliteit is.

Figuur 7. Kwaliteitsverschil hemelwater en vuilwaterriool in dezelfde weg (bovenste deel figuur afkomstig van Kennisbank Riolering)

 

  • 2.

    Er wordt een grote vervangingspiek verwacht in de periode 2054 tot 2073.

    Door de aanleg van Carnisselande eind vorige eeuw, begin deze eeuw was er altijd al sprake van een vervangingspiek in de periode 2054-2073. De afgelopen jaren is daarnaast veel vuilwaterriolering uit de jaren ’70 van de vorige eeuw gerelined (bij een relining wordt een kunststof kous aangebracht in het riool). Deze riolering was sterk aangetast waardoor op meerdere locaties sprake is geweest van instorting van het riool. Het naastgelegen hemelwaterriool was vaak nog wel van goede kwaliteit en is daarom niet gerelined. De verwachting is dat de levensduur van dit hemelwaterriool maximaal opgerekt kan worden van de huidige 60 jaar naar circa 80 tot 100 jaar. Dit betekent dat het riool in de periode 2054-2073 vervangen moet worden. Omdat alleen vervangen van het hemelwaterriool vaak niet mogelijk is, zal dan ook het gerelinede vuilwaterriool in deze periode vervangen moeten worden. De vervangingspiek in de periode 2054 tot 2073 wordt hierdoor nog groter.

Met het uitgangspunt dat riolering een theoretische levensduur heeft van 60 jaar en de levensduur van een hemelwaterriool naast een gerelined vuilwaterriool opgerekt kan worden naar 80 tot 100 jaar is een vervangingsplanning opgesteld. Deze vervangingsplanning is weergegeven in figuur 9. De jaarlijkse lengte stelsel (1 meter vuilwaterbuis + 1 meter hemelwaterbuis = 1 meter stelsel) dat vervangen moet worden is weergegeven in figuur 8. In 2024 geldt het bestaande budget voor rioolvervanging en relining van € 1.170.000. In de periode 2025-2034 moet jaarlijks 1,7 kilometer stelsel vervangen worden. Theoretisch moet in 2055-2064 jaarlijks 7 kilometer stelsel vervangen worden.

 

Figuur 8. Lengte te vervangen stelsel per periode van 10 jaar

 

Figuur 9. Vervangingsplanning lange termijn

 

Om de vervangingspiek in 2055 tot 2074 te beperken tot uitvoerbare proporties wordt voorgesteld om de vervanging te spreiden (figuur 10). In de periode 2055-2084 moet in dit geval jaarlijks 3,5 kilometer stelsel vervangen worden. Voor de periode 2025-2034 blijft de opgave ongewijzigd 1,7 kilometer stelsel per jaar.

 

Figuur 10. Lengte te vervangen stelsel per periode van 10 jaar met spreiding

 

Voor de periode 2024-2029 zijn de volgende projecten in voorbereiding:

  • o

    Noord IV 1.540 m stelsel

  • o

    Oude Dorp / Oude Haven 610 m stelsel

  • o

    Paddewei 7.240 m stelsel

  • o

    Talmaweg 910 m stelsel

Figuur 11. Vervangingsplan 2024-2029

 

Zoals eerder aangegeven leidt het enkel relinen van de vuilwaterriolering tot een nog grotere vervangingspiek in de periode 2055-2074. In dit PSW zijn daarom twee varianten uitgewerkt voor de vervanging van het riool.

 

1.Klimaat- en toekomstgericht: alleen nog vervangen, niet meer relinen

In deze toekomstgerichte variant wordt riolering alleen nog vervangen in integrale projecten met weg- en groenbeheer. Er wordt gekozen voor een inrichting die bij extreme neerslag, langdurige droogte en hittegolven bijdraagt aan het voorkomen van overlast en schade. Maar ook zorgt voor veilige en fijne verblijfsplekken en robuuste groenstructuren. De integrale vervanging geeft buurten gebouwd tussen de jaren ’60 en ’80 weer een inrichting en uitstraling die voldoet aan de wensen van nu. Bij reconstructies op een schaalniveau van buurten wordt voorafgaand aan het technisch ontwerp een ruimtelijke ontwerp opgesteld.

 

Voorbeeld van een klimaatadaptieve inrichting met wadi en grasbetonstenen

Door de keuze te maken voor alleen maar vervangen, wordt de vervangingspiek in 2054-2073 niet verder vergroot. Daarnaast ontstaan mogelijkheden om drainage aan te leggen en het stelsel hydraulisch te verbeteren waardoor de kans op water op straat afneemt. Door de rioolvervanging wijkgericht uit te voeren en af te stemmen met de reconstructie van wegen kan op kosten bespaard worden en verder ingezet worden op klimaatadaptatie. Indien mogelijk worden grasbetontegels in parkeerplaatsen toegepast, worden wadi’s aangelegd waarin het regenwater geborgen en geïnfiltreerd kan worden of wordt waterpasserende verharding toegepast met een DT-riool (drainage-transport), DIT-riool (drainage-infiltratie-transport) of waterbergende wegfundering.

 

Kiezen voor deze variant betekent een keuze voor een wijkgerichte vernieuwing van de boven- en ondergrondse buitenruimte, waarmee men weer 50 tot 60 jaar vooruit kan. Hier staat tegenover dat ook vanuit wegbeheer de komende jaren jaarlijks 1,7 kilometer weg gereconstrueerd moet worden en de kosten hoger zijn dan bij 50% relinen (huidig beleid).

 

De kosten voor het vervangen van een rond 400 mm hemelwaterbuis, een rond 400 mm vuilwaterbuis, vervangen van de aansluitleidingen en aanleg van drainage zijn geraamd op € 1.060/m (bijlage 8). Voor een enkele buis is dit € 717/m. De kosten voor de wegreconstructie zijn hierin niet meegenomen en worden vanuit wegbeheer bekostigd. De benodigde bijdrage vanuit wegbeheer is € 600/m. De kosten voor klimaatadaptatie worden vanuit een apart budget bekostigd.

 

De totale kosten voor rioolvervanging en aanleg van drainage bedragen bij deze variant de komende 10 jaar € 1,75 miljoen/jaar exclusief klimaatmaatregelen. Hierbij is uitgegaan van diameters van 400 mm voor het nieuw aan te leggen riool. De benodigde bijdrage vanuit wegbeheer bij de vervangingsprojecten is € 1.020.000/jaar.

 

Voor de komende 6 jaar betekent de strategie dat het riool in de Talmaweg, Oude Dorp, Oude Haven, Noord IV en Paddewei vervangen wordt. Alle wijken worden hierbij opnieuw toekomstbestendig ingericht.

 

2.Doorzetten huidig beleid: 50% relinen en 50% vervangen

De afgelopen jaren is de strategie gehanteerd dat 50% van de riolering gerelined wordt en 50% van de riolering vervangen wordt. Deze keuze is in het verleden voornamelijk gemaakt om de kosten en overlast voor de omgeving te beperken. Relinen is goedkoper dan vervangen omdat er niet gegraven hoeft te worden en de weg intact blijft. Nadeel van relinen is dat de huisaansluitingen niet vernieuwd worden. Deze moeten bij de eerstvolgende wegreconstructie alsnog vervangen worden. Ook is er bij een relining geen mogelijkheid om het functioneren van het stelsel te verbeteren en de wijk klimaatadaptief in te richten. Vaak is een hydraulische verbetering van het stelsel nog wel noodzakelijk, omdat het riool in het verleden met minder zware eisen (buien) ontworpen is.

 

Een belangrijk aandachtspunt bij deze variant is de omgang met het verschil in kwaliteit tussen het hemelwaterriool en het vuilwaterriool. Wanneer de keuze wordt gemaakt in dezelfde straat wel het vuilwaterriool te relinen en niet het hemelwaterriool, bestaat het risico dat beide buizen over 30 jaar alsnog vervangen moeten worden. Bij de kostenberekening is er daarom vanuit gegaan dat zowel de hemelwaterbuis als de vuilwaterbuis gerelined worden.

 

De kosten voor het relinen van een rond 400 mm hemelwaterbuis, een rond 400 mm vuilwaterbuis en het vervangen van de huisaansluitingen hemelwater en vuilwater zijn geraamd op totaal € 604/m (bijlage 8). Voor een enkele buis is dit € 302/m.

 

Bij deze variant wordt ook 50% van het riool vervangen. De kosten voor het vervangen van een rond 400 mm hemelwaterbuis, een rond 400 mm vuilwaterbuis, vervangen van de aansluitleidingen en aanleg van drainage zijn geraamd op € 1.060/m (bijlage 8). Voor een enkele buis is dit € 717/m. De kosten voor de wegreconstructie zijn hierin niet meegenomen en worden vanuit wegbeheer bekostigd. De benodigde bijdrage vanuit wegbeheer is € 600/m. De kosten voor klimaatadaptatie worden vanuit een apart budget bekostigd.

 

De totale kosten voor rioolvervanging en relining bedragen bij deze variant de komende 10 jaar € 1,37 miljoen/jaar exclusief klimaatmaatregelen. Hierbij is uitgegaan van diameters van 400 mm voor het nieuw aan te leggen riool. De benodigde bijdrage vanuit wegbeheer bij de vervangingsprojecten is € 510.000/jaar.

 

Voor de komende 6 jaar betekent de strategie dat het riool in de Talmaweg, Oude Dorp, Oude Haven en Noord IV vervangen wordt. In de Paddewei wordt het riool grotendeels (75%) gerelined, er blijft ruimte om 25% van het riool te vervangen en hydraulische verbeteringen aan te brengen.

 

MAATREGELEN KLIMAAT

Klimaatmaatregelen worden soms in combinatie met rioolvervanging uitgevoerd, soms als zelfstandig project. Voorbeeld van een zelfstandig project is bijvoorbeeld de aanleg van waterbergende wegfundering in het centrum van Barendrecht. Omdat de aanleg van waterbergende wegfundering een uitbreiding is van het areaal (en geen vervanging) wordt op deze kosten ook afgeschreven. Voor het uitvoeren van klimaatmaatregelen wordt de komende 10 jaar jaarlijks een investeringsbedrag opgenomen van € 250.000. Met dit budget wordt onder andere waterberging aangelegd tussen het Achterom en de Mr. Lohmanstraat en ’t Vlak om het risico op wateroverlast in de toekomst te verminderen. De bijdrage aan de waterbergende fundering bij ’t Vlak en Achterom wordt begin 2025 gedaan.

 

NIEUWBOUW

In Barendrecht worden de komende 10 jaar circa 3.700 woningen gebouwd. Het grootste deel hiervan wordt gebouwd in het project De Stationstuinen. Ook in Lagewei en Vrouwenpolder wordt de komende jaren nog gebouwd. In de Zeeheldenwijk worden door Patrimonium woningen gesloopt en nieuw gebouwd.

 

In De Stationstuinen wordt ingezet op een groene, duurzame stedelijke ontwikkeling. De groenstructuur is een aaneenschakeling van verschillende soorten groene ruimten, allen met een eigen karakter. Het groen is aanwezig in alle hoeken van het gebied en maakt de wijk klimaatbestendig en draagt bij aan de biodiversiteit.

 

De wijk moet ruimte hebben om piekbuien op te vangen en zo onderlopende straten en waterschade te voorkomen. Door de hoeveelheid dichte verharding te minimaliseren, kan hemelwater op veel plekken direct infiltreren. Er moet daarnaast voldoende ruimte zijn om minimaal 50 mm hemelwater te bufferen en vertraagd af te voeren. Dit kan in de openbare ruimte maar ook op eigen terrein. Maatregelen op en rondom gebouwen kunnen ook een bijdrage leveren. Een effectief voorbeeld zijn polderdaken: daken waar water tijdelijk opgeslagen wordt zodat het later weggevoerd kan worden.

 

VERVANGING GEMALEN EN DRUKGEMALEN

Voor de gemalen en drukgemalen is een meerjarenplanning opgesteld voor de vervanging bouwkundig (pompputten), mechanisch (pompen) en elektrisch (besturing). De geraamde kosten bedragen:

 

Jaar

Kosten

2024

€ 265.000

2025

€ 404.300

2026

€ 387.700

2027

€ 116.500

2028

€ 107.800

2029

€ 273.600

 

De vervangingen van de gemalen worden direct in het jaar van uitvoering bekostigd.

 

VERVANGING PERSLEIDINGEN

Van veel drukriolering en persleidingen is het aanlegjaar onbekend. De komende periode wordt met behulp van oude revisietekeningen het aanlegjaar bepaald.

 

Over het algemeen kan gesteld worden dat de drukriolering aangelegd is na de jaren tachtig van de vorige eeuw. Bij een theoretische levensduur van 60 jaar zijn hier de komende 5 jaar geen vervangingen te verwachten. De oudste persleiding is de persleiding vanuit Dorpsstraat-Oost / ZML De Rank met een aanlegjaar van 1979. Ook deze persleiding is met een levensduur van 60 jaar nog niet aan vervanging toe. Voor de lange termijn zijn kosten voor de vervanging van de persleidingen in de kostendekkingsberekening opgenomen.

 

VERVANGING WATERHUISHOUDING

Elk jaar wordt ongeveer een vijfde deel van de beschoeiing gecontroleerd op functionaliteit. Op basis daarvan worden vervangingen ingepland. Jaarlijks is € 94.000 beschikbaar voor de vervanging van beschoeiingen.

 

Duikers hebben een levensduur van 60 tot 70 jaar. Bij reconstructies worden de duikers geïnspecteerd en zo nodig meegenomen in de vervanging.

 

PILOT OMBOUW VGS NAAR GESCHEIDEN

De komende periode wordt als pilot een verbeterd gescheiden stelsel omgebouwd naar een gescheiden stelsel. De afvoer naar andere gemalen en de zuivering wordt hierdoor beperkt. Voor de ombouw zijn maatregelen in het stelsel nodig en is onderzoek noodzakelijk naar eventuele foutaansluitingen (vuilwateraansluitingen op het hemelwaterriool). Voor de pilot is € 20.000 in 2024 gereserveerd onder het budget advieskosten.

 

ONDERHOUD

REINIGING EN INSPECTIE RIOLERING

Het periodiek reinigen van het vrijverval stelsel gebeurt per onderhoudsblok. Hierbij wordt het riool eens in de 7 jaar gereinigd, circa 48 kilometer. Jaarlijks wordt 50% van het te reinigen riool geïnspecteerd. Het exacte te reinigen en te inspecteren areaal kan jaarlijks verschillen. De afgelopen jaren zijn de eenheidsprijzen voor reiniging en inspectie sterk gestegen. Het budget ‘Onderhoud schoonmaak en reinigingskosten’ is daarom vanaf 2023 verhoogd naar € 207.000. In 2023 is een nieuw inspectie- en reinigingsbestek aanbesteed. De kosten voor reinigen en inspectie zijn hierbij verder gestegen naar € 290.000 per jaar. Omdat ook het onderhoud van het grondwatermeetnet uit dit budget bekostigd wordt, is het budget in 2024 verhoogd naar € 300.000.

 

REINIGING KOLKEN

Jaarlijks worden de kolken gereinigd. Door stijgende prijzen is het budget in 2024 verhoogd naar € 123.000.

 

DAGELIJKS ONDERHOUD

Jaarlijks worden kleine reparaties uitgevoerd aan het riool. Het betreft reparaties van kolkaansluitingen of het ophalen van verzakte putten. Door stijgende prijzen is het budget in 2023 verhoogd naar € 335.000. In 2023 wordt het bestek ‘dagelijks onderhoud’ aanbesteed.

 

ONDERHOUD (DRUK)GEMALEN

Voor het beheer en onderhoud van de gemalen is een jaarlijks budget benodigd van € 147.600. In dit budget is een bijdrage (circa € 7.000) aan het waterschap opgenomen voor de persleiding van gemaal Drechtwaard naar het gemaal van het waterschap in Heerjansdam. Deze persleiding wordt door het waterschap onderhouden. De gemeente draagt jaarlijks bij aan de kosten voor dit onderhoud.

 

De energiekosten zijn aanzienlijk gestegen. Het budget voor energie is verhoogd van € 128.900 naar € 368.000. Tot slot worden jaarlijks kosten gemaakt voor het telemetriesysteem, waarin de werking van de gemalen wordt gemonitord. Het budget voor het telemetriesysteem is jaarlijks € 22.000.

 

STRAATVEGEN

Straatvegen (inclusief stortkosten) wordt voor een bedrag van € 163.000 (50%) doorbelast aan de rioolheffing. Deze keuze is te rechtvaardigen omdat vervuilde straten en kolken niet alleen leiden tot een ongewenst straatbeeld, maar ook leiden tot een vervuild riool. Ook neemt de kans op verstopping van de kolkaansluitingen af door de straat regelmatig te reinigen.

 

BAGGEREN EN ONDERHOUD WATERGANGEN

Baggeren en het onderhoud van de watergangen wordt voor een bedrag van € 171.400 (35%) doorbelast aan de rioolheffing. Goed onderhouden watergangen bevorderen de afvoer van hemelwater, daarnaast is een deel van de bagger afkomstig vanuit de riooloverstorten en uitlaten.

 

INKOMSTEN ANDERE GEMEENTEN EN WATERSCHAP

Het rioolwater van Portland wordt via het stelsel van Barendrecht naar de zuivering verpompt. Een deel van de beheerkosten wordt daarom doorbelast aan Albrandswaard. De verwachte inkomsten zijn € 6.600 per jaar.

 

Ook het afvalwater van Veren-Ambacht in Ridderkerk wordt geloosd op het stelsel van Barendrecht. De verwachte inkomsten zijn hiervoor € 6.700 per jaar.

 

Het eindgemaal Drechtwaard wordt onderhouden door de gemeente. Het waterschap Hollandse Delta draagt jaarlijks bij aan de onderhoudskosten. De verwachte inkomsten zijn € 14.700 per jaar.

 

De totale inkomsten zijn hiermee gelijk aan € 28.000 en worden geboekt op het budget ‘Werken voor derden’

 

ONDERZOEK EN PLANVORMING

Vanuit het budget ‘Advieskosten (€ 50.000)’ worden aanvullende onderzoeken gefinancierd. Bij de onderzoeken wordt onderscheid gemaakt in de gezamenlijke onderzoeken met het waterschap en gemeente Barendrecht, Ridderkerk en Albrandswaard (Meten en monitoren) en gemeentespecifieke onderzoeken. Voor de komende planperiode worden de volgende onderzoeken voorzien:

 

METEN EN MONITOREN

Meten en monitoring is een gezamenlijk project van Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk en het waterschap Hollandse Delta. Met behulp van meetgegevens wordt beter inzicht gekregen in het functioneren van het systeem en worden mogelijke optimalisaties onderzocht. Het project moet leiden tot meer inzicht, slimmere investeringen en daardoor besparingen op de investeringen. Een mogelijke optimalisatie is het verminderen van de afvoer van regenwater vanuit de gescheiden gerioleerde woonwijken. Onderdeel van het meten en monitoringstraject is ook het in beeld brengen en zo nodig terugdringen van rioolvreemd water. Rioolvreemd water is bijvoorbeeld lekwater of oppervlaktewater dat het riool instroomt. De jaarlijkse kosten voor meten en monitoren bedragen voor de gemeente Barendrecht maximaal € 15.000.

 

GEMEENTESPECIFIEKE ONDERZOEKEN

Voor gemeentespecifieke onderzoeken is jaarlijks € 35.000 beschikbaar. De volgende onderzoeken worden onder andere uitgevoerd:

  • o

    Beheerplan. In het beheerplan worden de in dit PSW beschreven maatregelen nader uitgewerkt, bijvoorbeeld in de vorm van een concreet vervangingsplan voor de komende jaren. Het vervangingsplan wordt afgestemd met het wegbeheerplan.

  • o

    Hydraulische berekeningen. Bij locaties waar wateroverlast is opgetreden of bij rioolvervangingen worden hydraulische berekeningen uitgevoerd.

  • o

    Maatregelplannen. Na uitvoering van de rioolinspecties worden de inspecties beoordeeld en wordt een maatregelplan opgesteld. In het maatregelplan zijn de gevolgen voor de vervangingsplanning opgenomen en de benodigde reparaties aan het riool.

  • o

    Calamiteitenplan. In het calamiteitenplan worden procedures beschreven bij incidenten als persleidingbreuk, instortende riolen of lozingen van gevaarlijke stoffen.

  • o

    Inventarisatie kleppen en schuiven. De komende periode worden de kleppen en schuiven geïnventariseerd. Hierbij wordt bepaald of de schuiven en kleppen moeten blijven functioneren. Voor de schuiven en kleppen die gehandhaafd blijven wordt een onderhoudsprogramma opgesteld.

  • o

    Aanlegjaren persleidingen. Met behulp van aanlegtekeningen of gegevens van de gemalen worden de aanlegjaren van de persleidingen bepaald en opgenomen in het beheersysteem.

  • o

    Aanpak wateroverlast. De afgelopen jaren is op verschillende locaties sprake geweest van wateroverlast en zijn al diverse onderzoeken en maatregelen uitgevoerd om de overlast te beperken. De komende jaren worden voor de volgende locaties verbetermaatregelen bepaald:

    • Oude Dorp (o.a. Doormanplein en Dorpsstraat). In 2023/2024 vindt een onderzoek plaats om het Oude Dorp klimaatbestendig in te richten. Naast wateroverlast wordt hierbij ook gekeken naar de klimaatthema’s hitte en droogte.

    • Oranjewijk (o.a. Marijkesingel en Oranjestraat). In 2024 vindt voor de Oranjewijk een vergelijkbaar onderzoek plaats als voor het Oude Dorp. De afgelopen periode zijn voor de Oranjestraat al een aantal praktische maatregelen uitgevoerd. Zoals het aansluiten van het achterpad en het aanbrengen van extra berging.

    • Centrum (o.a. Het Vlak, Onderlangs en Achterom). De afgelopen jaren zijn veel maatregelen uitgevoerd om wateroverlast in het centrum te beperken. Er is veel waterberging aangelegd en de afvoer naar het oppervlaktewater is verbeterd. Bij hevige neerslag stijgt het niveau van het oppervlaktewater echter nog sterk. Dit vormt een belemmering voor de afvoer van het regenwater. In 2024 wordt onderzocht of peilstijgingen in het oppervlaktewater beperkt kunnen worden, bijvoorbeeld door het vergroten van duikers of aanleg van oppervlaktewater.

    • Havenkwartier (o.a. Meeshaven). In het Havenkwartier wordt op meerdere locaties water op straat berekend en ervaren. In 2024 wordt een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke verbetermaatregelen.

De verbetermaatregelen worden zo mogelijk in combinatie met rioolvervanging (Oude Dorp) uitgevoerd. Bij relatief kleine ingrepen kunnen maatregelen vanuit de reguliere onderhoudsbudgetten bekostigd worden. Wanneer aanvullende financiering noodzakelijk is wordt de gemeenteraad hierover geïnformeerd.

  • o

    Pilot ombouw VGS naar GS. De komende periode wordt een pilot gestart om het verbeterd gescheiden stelsel om te bouwen naar een gescheiden stelsel. Door de ombouw naar een gescheiden stelsel wordt bespaard op energiekosten van gemalen en zuivering, en worden de gemalen bij neerslag ook minder belast. Bij de pilot spelen de aspecten: foutaansluitingen, voorkomen van dood water en waterkwantiteit ook een belangrijke rol.

  • o

    Evaluatie stresstest. De gevoelige locaties uit de stresstest worden nader uitgewerkt. Bij de gevoelige locaties wordt bepaald waar het water vandaan komt en welke maatregelen doeltreffend zijn.

  • o

    Carnisselande. In Carnisselande is sprake van grote zettingen. De aanwezige gresbuizen zijn hiertegen slecht bestand. Zeker bij aansluiting op onderheide putten, zoals bij de gemalen, leidt dit tot het afscheuren en instorten van de buizen. Onderzocht wordt of de zettingen in Carnisselande al enigszins tot rust zijn gekomen en hoe in de toekomst om te gaan met de diepliggende gres buizen.

  • o

    Kenmerkenbladen en systeemberekening. Na afronding van het ontwerp voor Stationstuinen worden de systeemberekening en de kenmerkenbladen geactualiseerd.

  • o

    Communicatie. Barendrecht heeft veel gescheiden riolering, waarbij hemelwater en afvalwater apart worden ingezameld. Dit vraagt van bewoners extra aandacht voor het gebruik van de straatkolken. De straatkolken staan immers in directe verbinding met het oppervlaktewater. Daarnaast moet voorkomen worden dat vuilwater wordt aangesloten op het hemelwaterriool, of andersom. In samenwerking met het waterschap worden bewoners hierover geïnformeerd.

GRONDWATERMEETNET

De gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk hebben een gezamenlijk grondwatermeetnet. De jaarlijkse onderhoudskosten voor dit grondwatermeetnet bedragen voor de gemeente Barendrecht circa € 10.000 en worden bekostigd vanuit het budget ‘Onderhoud, schoonmaak en reinigingskosten’.

 

GEGEVENSBEHEER RIOLERING

Het verwerken van revisie- en inspectiegegevens wordt in eigen beheer uitgevoerd. De komende periode wordt ook de drainage aan het beheersysteem toegevoegd en worden de aanlegjaren van de mechanische riolering geinventariseerd.

Middelen

De strategie zoals weergegeven in het vorige hoofdstuk is bepalend voor de benodigde personele capaciteit en financiële middelen. In dit hoofdstuk worden de consequenties van het beleid voor de personele capaciteit en de rioolheffing in beeld gebracht.

 

PERSONELE CAPACITEIT

In 2024 is het ‘taakveld riolering’ weer ondergebracht in de eigen ambtelijke organisatie van gemeente Barendrecht. Het PSW gaat uit van de huidige 6,1 fte die werkzaam is voor het stedelijk water in Barendrecht. Gedurende de looptijd van het PSW monitoren we of deze capaciteit bijstelling behoeft. Tabel 2 geeft een overzicht van de huidige formatie.

 

Voorbereiding en toezicht van vervangingsprojecten wordt deels door de eigen organisatie uitgevoerd en deels uitbesteed. Bij uitbesteding komen de kosten voor inhuur personeel ten laste van het project.

 

Tabel 2. Huidige formatie Stedelijk Water

Functieprofiel

Huidige formatie Stedelijk Water (fte)

Beheerder

2,8

Buitendienst

3,0

Gegevensbeheerder

0,1

Toezicht gemalen

0,2

Totaal

6,1

 

RIOOLHEFFING

Voor de berekening van de rioolheffing zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • o

    Het rentepercentage voor kapitaallasten bedraagt 1,0%.

  • o

    De vervangingsinvesteringen voor de riolering en gemalen worden direct bekostigd vanuit de voorziening vervanging riolering. De dotatie aan deze voorziening is afhankelijk van de werkelijke uitgaven.

  • o

    Verhoging van het budget voor vervanging van riolering en gemalen vindt pas in 2025 plaats.

  • o

    Aanleg van waterbergende wegfundering en wadi’s zijn een uitbreiding van het areaal, deze investeringen worden geactiveerd. De investeringen worden lineair afgeschreven met een afschrijvingstermijn van 20 jaar.

  • o

    Jaarlijkse overschotten of tekorten in de exploitatie worden opgevangen binnen de voorziening beklemde middelen riolering.

  • o

    De stand van de voorziening beklemde middelen per 1 januari 2023 bedraagt € 5.677.648.

  • o

    De rioolheffing wordt exclusief inflatie berekend.

  • o

    Er wordt rekening gehouden met een toename van het aantal aansluitingen de komende jaren. Hiervoor is het uitgangspunt de in de begroting 2024 opgenomen heffingseenheden voor de jaren 2024-2028.

  • o

    De rioolheffing bedraagt voor 2023: eenpersoonshuishouden € 65,40, tweepersoonshuishouden € 125,76, drie- of meerpersoonshuishouden € 193,20

  • o

    De rioolheffing wordt in 2024 verhoogd met 3% conform begroting 2024.

RIOOLHEFFING, TWEE VARIANTEN

Met bovenstaande uitgangspunten is de benodigde rioolheffing voor de korte en lange termijn bepaald. Hierbij zijn twee varianten uitgewerkt zoals aangegeven in de strategie.

 

1.Klimaat- en toekomstgericht: alleen nog vervangen, niet meer relinen

In de eerste variant wordt alle riolering vervangen in integrale projecten met weg- en groenbeheer, relining wordt niet meer op grote schaal toegepast. De totale kosten voor rioolvervanging bedragen bij deze variant de komende 10 jaar € 1,75 miljoen/jaar exclusief klimaatmaatregelen.

 

De afgelopen jaren is in de rioolheffing niet gecorrigeerd voor inflatie. Door de stijgende kosten voor onder andere onderhoud en energie is het tekort in de huidige begroting € 1,4 miljoen per jaar. De heffing moet daarom de komende aanzienlijk stijgen. In variant 1 stijgt de heffing in 2024 met 3% (conform begroting 2024), in 2025 met 22%, in 2026 met 21%, in 2027 4% en in 2028 2%. Deze stijging is exclusief inflatiecorrectie voor de komende jaren.

 

Figuur 12. Rioolheffing variant 1

 

2.Doorzetten huidig beleid: 50% relinen en 50% vervangen

In de tweede variant wordt de huidige strategie gehandhaafd waarbij in de projecten 50% van het riool gerelined wordt en 50% van het riool vervangen wordt. De totale kosten voor rioolvervanging en relining bedragen bij deze variant de komende 10 jaar € 1,37 miljoen/jaar exclusief klimaatmaatregelen.

 

In variant 2 stijgt de heffing in 2024 met 3% (conform begroting 2024), in 2025 tot en met 2027 met 12% en in 2028 2%. Deze stijging is exclusief inflatiecorrectie voor de komende jaren.

 

Omdat op lange termijn meer riolering vervangen en gerelined moet worden, zet de stijging zich ook daarna door, maar stijgt de heffing wel minder snel. In figuur 12 is de stijging van de heffing bij variant 1 weergegeven. In bijlage 10 is de volledige heffingsberekening opgenomen.

 

Figuur 13. Rioolheffing variant 2

 

AFWEGING

De kosten voor variant 1 (volledig vervangen) zijn hoger dan voor variant 2 (50% vervangen, 50% relinen). De rioolheffing komt bij variant 1 10% tot 13% hoger uit dan bij variant 2. In tabel 3 is het verschil in heffing in 2028 weergegeven, het einde van deze PSW periode.

 

Tabel 3. Verschil in heffing in 2028 bij variant 1 en variant 2

 

Het verschil in heffing tussen variant 1 en variant 2 voor de lange termijn is voor een meerpersoonshuishouden in figuur 14 weergegeven.

 

Figuur 14. Verschil in heffing meerpersoonshuishouden variant 1 en 2

 

Naast de hogere kosten voor riolering zijn bij beide varianten de kosten vanuit wegbeheer hoger. De kosten vanuit wegbeheer bedragen bij variant 1 € 1.020.000, bij variant 2 is dit € 510.000.

 

Ondanks de hogere kosten wordt vanwege de kwaliteitsimpuls voor de buitenruimte voorgesteld te kiezen voor variant 1. Variant 1 heeft het voordeel dat de wijken volledig opnieuw worden ingericht zodat gekozen kan worden voor een inrichting die bij extreme neerslag, langdurige droogte en hittegolven bijdraagt aan het voorkomen van overlast en schade. Maar ook een inrichting die zorgt voor veilige en fijne verblijfsplekken en robuuste groenstructuren. De integrale vervanging geeft buurten gebouwd tussen de jaren ’60 en ’80 weer een inrichting en uitstraling die voldoet aan de wensen van nu.

 

De heffing (exclusief inflatie) voor de komende jaren is hierbij als volgt:

 

Tabel 4. Rioolheffing 2023-2028 bij keuze variant 1

 

De berekende rioolheffing in dit PSW is voorlopig. De heffing wordt ieder jaar bepaald op basis van actuele cijfers en gecorrigeerd voor inflatie.

 

De rioolheffing in Barendrecht is ondanks de stijging de komende jaren relatief laag. Landelijk was de gemiddelde heffing in 2023 voor een meerpersoonshuishouden € 224, voor een eenpersoonshuishouden was de gemiddelde heffing € 207. Barendrecht heeft het laagste tarief voor een eenpersoonshuishouden van heel Nederland.

Aldus besloten in de vergadering van de gemeenteraad Barendrecht van 27 februari 2024.

Bijlage 1 Organisatie waterbeheer Nederland

 

Waterbeheer is geen zaak van één partij, maar een samenspel van alle bestuurslagen in Nederland. Er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarbij taken in medebewind worden uitgevoerd. Dit betekent dat een zo helder mogelijke vastlegging van verantwoordelijkheden van de verschillende bij het waterbeheer betrokken overheden van groot belang is. In de Waterwet heeft dit globaal als volgt plaats gevonden:

  • o

    De rijksoverheid is verantwoordelijk voor het nationale beleidskader en de strategische doelen voor het waterbeheer in Nederland en voor maatregelen die een nationaal karakter hebben.

  • o

    De provincie is verantwoordelijk voor de vertaling hiervan naar een regionaal beleidskader en voor strategische doelen op regionaal niveau. Daarbij heeft de provincie operationele taken voor een deel van het grondwaterbeheer. De provincie is geen waterbeheerder in de zin van de Waterwet.

  • o

    De waterbeheerder (de waterschappen voor de regionale watersystemen en het Rijk (Rijkswaterstaat) voor het hoofdwatersysteem) is verantwoordelijk voor het operationele waterbeheer. De waterbeheerder legt de condities vast om de strategische doelstellingen van het waterbeheer te realiseren, bepaalt de concrete maatregelen en voert deze uit.

  • o

    De gemeente heeft slechts enkele taken in het waterbeheer, met name in de vorm van de hemelwater- en grondwaterzorgplicht. De zorg voor de riolering behoort ook tot het takenpakket van de gemeente, maar deze opdracht is geregeld in de Wet milieubeheer. De wijze waarop de gemeente invulling geeft aan deze taken is beschreven in dit Programma Stedelijk Water.

Bron Organisatie waterbeheer - Kenniscentrum InfoMil geraadpleegd 21 februari 2023

 

Bijlage 2 Bemalingsgebieden naar zuivering

 

 

Bijlage 3 Wegingsfactoren bepalen stabiliteit

 

Om de kwaliteit van het riool te bepalen is gebruik gemaakt van de volgende wegingscijfers:

 

Deformatie (BAA), klasse 2

weging = 0,3

Deformatie (BAA), klasse 3:

weging = 0,7

Deformatie (BAA), klasse 4:

weging = 1,5

Deformatie (BAA), klasse 5:

weging = 2,0

Scheuren (BAB), klasse 2

weging = 0,2

Scheuren (BAB), klasse 4

weging = 0,3

Scheuren (BAB), klasse 5

weging = 0,6

Breuk/instorting (BAC), klasse 2

weging = 1,5

Breuk/instorting (BAC), klasse 3

weging = 2,0

Breuk/instorting (BAC), klasse 4

weging = 3,0

Aantasting (BAF), klasse 2

weging = 0,5

Aantasting (BAF), klasse 3

weging = 1,0

Aantasting (BAF), klasse 4

weging = 1,5

Aantasting (BAF), klasse 5

weging = 0,3

Defectieve lining (BAK), klasse 5

weging = 1,0

 

Bijlage 4 Overzichte gemalen (exclusief drukgemalen)

 

Code

Omschrijving

Soort

164

BBB Leerlooierij 47

Berg bezink voorziening

130

HG Drechtwaard

Hoofdgemaal

131

HG 2de Barendrechtse weg

Hoofdgemaal

138

HG Hamburg 196

Hoofdgemaal

148

HG Zwolseweg 39

Hoofdgemaal

152

HG Meerwedesingel 50

Hoofdgemaal

156

HG Middelweg 15

Hoofdgemaal

163

HG Kuilkant 87

Hoofdgemaal

171

HG Rietdekkerij 55

Hoofdgemaal

179

HG Sandelhout 12

Hoofdgemaal

180

HG Gemzenburg 1

Hoofdgemaal

189

HG Baanvakwei 1

Hoofdgemaal

191

OG Scheldestraat 3

Oppervlaktewater gemaal

196

OG Londen 15

Oppervlaktewater gemaal

197

OG Binnenlandse Baan 138 a

Oppervlaktewater gemaal

290-01

OG Noldijk 87

Oppervlaktewater gemaal

194

RW Maasstraat 34

Regenwater gemaal

100

RG Graaf Adolfstraat 16

Rioolgemaal

110

RG Eriks-akker 20

Rioolgemaal

111

RG 3e Barendrechtseweg 462

Rioolgemaal

112

RG Gebroken Meeldijk 30

Rioolgemaal

115

RG Zuideinde 76

Rioolgemaal

117

RG Bevershof 7

Rioolgemaal

128

RG 1e Barendrechtseweg 57

Rioolgemaal

132

RG Molenvliet

Rioolgemaal

136

RG Mandolinehof 15

Rioolgemaal

137

RG Bijdorp-Oost 59

Rioolgemaal

139

RG Noordersingel 30

Rioolgemaal

142

RG Talmaweg 1

Rioolgemaal

143

RG Notenhof 19

Rioolgemaal

144

RG De Notaris

Rioolgemaal

145

RG Karveel 7 a

Rioolgemaal

146

RG Spits 85

Rioolgemaal

151

RG Margrietsingel 18

Rioolgemaal

153

RG Smitshoek

Rioolgemaal

154

RG Reijerwaard

Rioolgemaal

155

RG Albert Schweitzerstraat 2

Rioolgemaal

158

RG Centrum

Rioolgemaal

160

RG Dorpsstraat-Oost 13 a

Rioolgemaal

161

RG Van Ravesteyndreef 58

Rioolgemaal

162

RG de Boom

Rioolgemaal

166

RG Zoommeer 19

Rioolgemaal

167

RG Zuidlaardemeer 22

Rioolgemaal

168

RG Sportpark Smitshoek

Rioolgemaal

169

RG Waaloever

Rioolgemaal

170

RG Schutleede 2

Rioolgemaal

172

RG Waddenring 86 a

Rioolgemaal

173

RG Van Duin-Akker 26

Rioolgemaal

174

RG Waterschoot

Rioolgemaal

175

RG Tumoba

Rioolgemaal

177

RG Reling 155

Rioolgemaal

178

RG Escudostraat 6

Rioolgemaal

Code

Omschrijving

Soort

182

RG Ebweg 58

Rioolgemaal

183

RG Van Hobokenhaven 3

Rioolgemaal

184

RG Swarttouwhaven 1

Rioolgemaal

186

RG Fennaweg 21

Rioolgemaal

187

RG Olijfhout 1

Rioolgemaal

188

RG Vrijenburglaan 300

Rioolgemaal

193

RG Brandsma-akker 2

Rioolgemaal

101

TG Gebroken Meeldijk 111

Tunnelgemaal

102

TG Klipper 44 a

Tunnelgemaal

103

TG Bark 88 a

Tunnelgemaal

104

TG Stationsweg 124

Tunnelgemaal

105

TG Bachlaan 4 a

Tunnelgemaal

106

TG Breslau 6

Tunnelgemaal

107

TG Smitshoeksebaan

Tunnelgemaal

108

TG Bergen 6 a

Tunnelgemaal

113

TG Zwolseweg 1

Tunnelgemaal

114

TG Heulweg 5

Tunnelgemaal

176

TG Vrijenburgweg 11

Tunnelgemaal

195

TG Kilweg 11

Tunnelgemaal

 

Bijlage 5 Overstorten

 

Overstort

Bemalingsgebied

Type

Drempel breedte (m)

Drempel hoogte (m NAP)

Zomerpeil ontvangend water (m NAP)

Waking (m)

Bergbezinkvoorziening (m3)

X

Y

110090

32. Riederhoek

Gemengd

1,50

-1,30

-1,60

0,30

120

92740

429940

231091

29. Oranjewijk

Gemengd

1,50

-1,62

-1,85

0,23

97944

429309

650147

15. Gaatkensoog

Gemengd

2,00

-1,10

-1,40

0,30

93499

429289

321504

25. Noord I, II en III

Dwa nooduitlaat

1,00

-1,76

-1,85

0,09

97003

430295

225001

1a. 1e Barendrechtseweg

VGS

1,00

-1,76

-2,00

0,24

96470

431255

225023

1b. 1e Barendrechtseweg

VGS

1,00

-1,37

-2,00

0,63

96652

431051

341723

2. 3e Barendrechtseweg

VGS

0,32

-1,37

-2,00

0,63

96363

428337

395001

3. Bijdorp

VGS

1,00

-1,40

-1,80

0,40

95476

430656

395022

3. Bijdorp

VGS

0,20

-1,54

-1,80

0,26

95831

430766

395036

3. Bijdorp

VGS

1,00

-1,49

-1,80

0,31

95480

430648

395058

3. Bijdorp

VGS

1,00

-1,72

-1,80

0,08

95498

430628

395066

3. Bijdorp

VGS

1,00

-1,48

-1,80

0,32

95707

430783

385002

4. Bedr. Bijdorp

VGS

1,00

-1,56

-2,00

0,44

95124

430726

385011

4. Bedr. Bijdorp

VGS

1,00

-1,53

-2,00

0,47

95580

430910

385014

4. Bedr. Bijdorp

VGS

1,00

-1,57

-2,00

0,43

95592

430906

385025

4. Bedr. Bijdorp

VGS

1,00

-1,38

-2,00

0,62

95123

430723

175832

6. Buitenoord I+II

VGS

1,00

-1,60

-1,70

0,10

96965

428788

185992

7. Buitenoord 3

VGS

0,90

-1,56

-1,70

0,14

97284

428787

186000

7. Buitenoord 3

VGS

1,50

-1,56

-1,70

0,14

97397

428812

445006

10. Cornelisland

VGS

1,50

-2,02

-2,40

0,38

97051

431836

405016

13. Dorpzicht

VGS

1,40

-1,60

-1,80

0,20

96001

430711

405043

13. Dorpzicht

VGS

2,00

-1,52

-1,80

0,28

96191

430509

405054

13. Dorpzicht

VGS

1,50

-1,60

-1,80

0,20

96092

430743

166375

6. Buitenoord I+II

VGS

0,90

-1,33

-1,52

0,19

96649

429733

167565

6. Buitenoord I+II

VGS

1,00

-1,41

-1,52

0,11

96381

429830

357351

16. Gebroken Meeldijk

VGS

0,80

-1,55

-1,90

0,35

98106

429866

357358

16. Gebroken Meeldijk

VGS

1,50

-1,55

-1,90

0,35

97951

430100

625257

17. Havenkwartier

VGS

1,50

-1,25

-1,40

0,15

93498

429294

625271

17. Havenkwartier

VGS

1,50

-1,30

-1,40

0,10

93687

429158

625294

17. Havenkwartier

VGS

1,50

-1,10

-1,40

0,30

93811

429001

625299

17. Havenkwartier

VGS

1,50

-1,25

-1,40

0,15

93709

429158

625305

17. Havenkwartier

VGS

1,50

-1,28

-1,40

0,12

93810

429020

345006

18b. Lagewei

VGS

1,00

-1,88

-2,00

0,12

96315

428506

725017

18b. Lagewei

VGS

1,00

-1,88

-2,00

0,12

96159

428537

725037

18b. Lagewei

VGS

1,45

-1,72

-2,00

0,28

96164

428930

725049

18b. Lagewei

VGS

1,45

-1,67

-2,00

0,33

95976

428982

725063

18b. Lagewei

VGS

1,45

-1,93

-2,00

0,07

95988

428668

725095

18b. Lagewei

VGS

1,70

-1,67

-2,00

0,33

95645

429095

725117

18. Vrouwepolder

VGS

1,50

-1,70

-2,00

0,30

95296

429088

725141

18b. Lagewei

VGS

1,00

-1,75

-2,00

0,25

96275

428737

645442

19. Meerwede Lintzone

VGS

1,00

-1,32

-1,60

0,28

93550

430029

645455

19. Meerwede Lintzone

VGS

1,00

-1,29

-1,60

0,31

94441

430058

645256

20. Meerwede

VGS

1,00

-0,91

-1,60

0,69

93666

429970

645275

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,50

-1,60

0,10

93645

429694

645279

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,20

-1,60

0,40

93826

429949

645291

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,20

-1,60

0,40

93871

429687

645300

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,40

-1,60

0,20

94327

430011

645329

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,48

-1,60

0,12

94137

429760

645333

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,34

-1,60

0,26

94085

429942

645103

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,36

-1,60

0,24

93625

429386

645119

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,40

-1,60

0,20

93863

429422

645137

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,45

-1,60

0,15

93646

429651

645162

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,50

-1,60

0,10

93867

429645

645174

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,32

-1,60

0,28

94275

429356

645190

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,32

-1,60

0,28

94066

429396

645208

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,41

-1,60

0,19

94412

429625

645239

20. Meerwede

VGS

1,00

-1,52

-1,60

0,08

94066

429693

645362

21a. Zoommeer

VGS

1,00

-0,97

-1,60

0,63

93771

429329

645372

21c. IJmeer

VGS

1,00

-1,49

-1,60

0,11

94354

429232

645402

21b. Reling

VGS

1,00

-1,34

-1,60

0,26

93784

429286

645420

21b. Reling

VGS

1,00

-1,37

-1,60

0,23

94096

429228

705101

22. Kilweg Noord

VGS

1,20

-1,87

-2,00

0,13

95163

428781

337207

23. Molenvliet

VGS

1,00

-1,54

-1,70

0,16

96173

429072

367617

24. Nieuweland

VGS

1,70

-1,16

-1,52

0,36

95250

429855

367629

24. Nieuweland

VGS

1,00

-1,31

-1,52

0,21

95340

429814

367630

24. Nieuweland

VGS

1,00

-1,30

-1,52

0,22

95341

429815

367705

24. Nieuweland

VGS

1,50

-1,25

-1,52

0,27

95148

430166

367736

24. Nieuweland

VGS

1,30

-1,20

-1,52

0,32

95666

430275

367743

24. Nieuweland

VGS

1,50

-1,23

-1,52

0,29

95635

430038

367755

24. Nieuweland

VGS

1,50

-1,31

-1,52

0,21

95371

430049

367794

24. Nieuweland

VGS

1,30

-1,16

-1,52

0,36

95679

430273

367903

23. Molenvliet

VGS

1,00

-1,17

-1,52

0,35

95736

429291

367905

23. Molenvliet

VGS

1,00

-1,27

-1,52

0,25

95338

429405

367906

23. Molenvliet

VGS

1,00

-1,25

-1,52

0,27

95337

429406

315004

28. Noord IV

VGS

1,00

-1,79

-1,85

0,06

97449

429696

236108

28. Noord IV

VGS

0,80

-1,37

-1,70

0,33

97270

429554

236222

29. Oranjewijk

VGS

1,00

-1,41

-1,70

0,29

97719

429358

237454

29. Oranjewijk

VGS

1,20

-1,47

-1,70

0,23

97379

429186

145347

30. Paddewei

VGS

0,20

-1,10

-1,52

0,42

96369

430076

145489

30. Paddewei

VGS

0,73

-1,18

-1,52

0,34

96368

429533

145494

30. Paddewei

VGS

0,73

-1,28

-1,52

0,24

96368

429538

145505

13. Dorpzicht

VGS

1,00

-1,77

-1,85

0,08

96386

430756

145515

25. Noord I, II en III

VGS

2,50

-1,38

-1,85

0,47

96412

430408

375104

31. Reijerwaard

VGS

1,50

-2,24

-2,40

0,16

97185

431666

375111

31. Reijerwaard

VGS

2,00

-2,02

-2,40

0,38

97343

431535

375131

31. Reijerwaard

VGS

1,50

-2,16

-2,40

0,24

97113

431321

375134

31. Reijerwaard

VGS

2,00

-2,20

-2,40

0,20

97004

431488

635114

32. Riederhoek

VGS

1,50

-1,34

-1,60

0,26

93409

430040

635119

32. Riederhoek

VGS

1,50

-1,48

-1,60

0,12

93116

430186

635161

32. Riederhoek

VGS

1,50

-1,30

-1,60

0,30

93215

429746

635215

35. Smitshoek gem

VGS

1,50

-1,43

-1,60

0,17

92755

430160

635242

32. Riederhoek

VGS

1,00

-1,42

-1,60

0,18

93013

430236

635249

32. Riederhoek

VGS

1,00

-1,44

-1,60

0,16

92842

429881

115041

35b. Heulweg O

VGS

1,00

-1,60

-2,00

0,40

92632

430605

115044

35b. Heulweg O

VGS

1,00

-1,60

-2,00

0,40

92633

430552

715002

37. Sportpark Smitshoek

VGS

0,50

-1,77

-2,00

0,23

93079

430576

415002

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,76

-2,00

0,24

96750

428505

415013

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,62

-2,00

0,38

96710

428822

415023

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,65

-2,00

0,35

96779

428706

415030

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,74

-2,00

0,26

96821

428622

415048

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,63

-2,00

0,37

96892

428703

415062

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,78

-2,00

0,22

96567

428862

415109

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,81

-2,00

0,19

96534

428623

415122

39. Ter Leede

VGS

1,00

-1,72

-2,00

0,28

96537

428841

625212

17. Havenkwartier

VGS

1,00

-1,27

-2,00

0,73

94602

429063

625216

17. Havenkwartier

VGS

1,00

-1,42

-2,00

0,58

94587

428908

615103

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,20

-1,60

0,40

94603

429267

615109

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,37

-1,60

0,23

94627

429492

615120

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,54

-1,60

0,06

94643

429658

615123

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,36

-1,60

0,24

94822

429812

615135

42. Vaanpark 2+3

VGS

0,80

-1,44

-1,60

0,16

94548

429813

615152

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,41

-1,60

0,19

94831

430140

615157

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,25

-1,60

0,35

94686

430076

615166

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,06

-1,60

0,54

94665

429876

615168

42. Vaanpark 2+3

VGS

1,50

-1,43

-1,60

0,17

94831

429848

695109

43. Vaanpark IV

VGS

1,00

-1,68

-2,00

0,32

94735

430801

695116

43. Vaanpark IV

VGS

1,00

-1,72

-2,00

0,28

94774

430347

685101

44. Vrijenburg O

VGS

1,00

-1,69

-2,00

0,31

94501

430670

685132

44. Vrijenburg O

VGS

1,50

-1,39

-2,00

0,61

94026

430121

685151

44. Vrijenburg O

VGS

1,00

-1,61

-2,00

0,39

94256

430271

685164

44. Vrijenburg O

VGS

1,00

-1,84

-2,00

0,16

94176

430706

685185

44. Vrijenburg O

VGS

1,00

-1,60

-2,00

0,40

94017

430374

685216

44b. Vrijenburg Noord

VGS

0,70

-0,42

-2,00

1,58

94153

430788

685228

44b. Vrijenburg Noord

VGS

0,70

-0,55

-2,00

1,45

94429

430762

675006

45. Vrijenburg W

VGS

1,00

-1,60

-2,00

0,40

93986

430352

675030

45. Vrijenburg W

VGS

1,20

-1,79

-2,00

0,21

93714

430301

675036

45. Vrijenburg W

VGS

1,50

-1,71

-2,00

0,29

93908

430822

675053

45. Vrijenburg W

VGS

1,00

-1,81

-2,00

0,19

93575

430601

675092

45. Vrijenburg W

VGS

1,00

-1,81

-2,00

0,19

94045

430747

675111

45. Vrijenburg W

VGS

1,00

-1,60

-2,00

0,40

93986

430385

675124

45. Vrijenburg W

VGS

1,00

-1,60

-2,00

0,40

93633

430323

665108

46b. Vrijheidsakker

VGS

1,00

-1,63

-2,00

0,37

93371

430706

665110

46b. Vrijheidsakker

VGS

1,10

-1,55

-2,00

0,45

93505

430541

665112

46b. Vrijheidsakker

VGS

1,50

-1,56

-2,00

0,44

93348

430349

665114

46b. Vrijheidsakker

VGS

1,00

-1,63

-2,00

0,37

93190

430372

665201

46c. Vrijheidsakker N

VGS

1,40

-1,69

-2,00

0,31

93499

430722

425104

48. Waaloever

VGS

1,00

-0,87

-1,00

0,13

97984

428207

625101

17. Havenkwartier

VGS

1,00

-1,23

-1,40

0,17

94103

429169

625118

17. Havenkwartier

VGS

1,00

-1,11

-1,40

0,29

94361

428944

625134

17. Havenkwartier

VGS

1,00

-1,23

-1,40

0,17

94049

429013

625170

17. Havenkwartier

VGS

1,00

-1,21

-1,40

0,19

94144

428859

295002

51. Ziedewij

VGS

2,00

-1,61

-1,90

0,29

98223

429635

295015

51. Ziedewij

VGS

2,00

-1,61

-1,90

0,29

98048

429446

367379A

23. Molenvliet

VGS

1,00

-1,22

-1,52

0,30

95711

429488

236198A

29. Oranjewijk

VGS

1,00

-1,44

-1,70

0,26

97543

429249

725103

18. Vrouwepolder

VGS

1,50

-1,70

-2,00

0,30

95531

428757

725157

18. Vrouwepolder

VGS

1,50

-1,70

-2,00

0,30

95473

429134

396043

3. Bijdorp

VGS

1,00

-1,72

-1,80

0,08

95863

430478

405064

13. Dorpzicht

VGS

1,00

-1,60

-1,80

0,20

96077

430509

635272

32. Riederhoek

VGS

1,00

-1,44

-1,60

0,16

92922

429928

 

Bijlage 6 Kaart overstorten

 

 

Bijlage 7 Exploitatie riolering

 

LASTEN

FCL

Omschrijving

Kostensoort

Omschrijving

Begroot 2024

PSW 2024

PSW 2025

672200

Riolering planmatig onderhoud

230000

Afschrijvingslasten

€ 209.600

€ 209.600

€ 210.000

672200

Riolering planmatig onderhoud

341000

Belastingen

€ 10.300

€ 10.300

€ 10.300

672200

Riolering planmatig onderhoud

343103

Onderhoud schoonmaak en reinigingskosten

€ 207.000

€ 300.000

€ 300.000

672200

Riolering planmatig onderhoud

343200

Verzekeringen

€ 500

€ 500

€ 500

672200

Riolering planmatig onderhoud

343401

Advieskosten

€ 50.000

€ 70.0001 

€ 50.000

672200

Riolering planmatig onderhoud

422201

Bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen

€ 74.000

€ 74.000

€ 74.000

672200

Riolering planmatig onderhoud

600751

BD Mutatie vz beklemde middelen riolering

€ -

€ -

€ -

672200

Riolering planmatig onderhoud

600905

BD Mutatie vz vervanging riolering

€ 1.435.000

€ 1.435.000

€ 2.154.0002

672200

Riolering planmatig onderhoud

610000

Rentetoerekening vanuit Activa

€ 28.300

€ 28.300

€ 26.000

672201

Riolering dagelijks onderhoud

343100

Onderhoudskosten

€ 335.000

€ 335.000

€ 335.000

672215

Overige gemalen

310000

Energiekosten

€ 368.000

€ 368.000

€ 368.000

672215

Overige gemalen

341000

Belastingen

€ 200

€ 200

€ 200

672215

Overige gemalen

343180

Onderhoud riolen en gemalen

€ 134.200

€ 147.620

€ 147.620

672215

Overige gemalen

343200

Verzekeringen

€ 4.600

€ 4.600

€ 4.600

672215

Overige gemalen

340407

Werken voor derden

€ -13.300

€ -28.000

€ -28.000

672220

Gemalenbeheerssysteem

343102

Onderhoud software

€ 4.000

€ 4.000

€ 4.000

672220

Gemalenbeheerssysteem

343500

Telefoonkosten en datacommunicatie

€ 18.000

€ 18.000

€ 18.000

 

 

 

Totaal directe begrote kosten

€ 2.865.400

€ 2.977.120

€ 3.674.220

 

 

 

 

TOEGEREKENDE KOSTEN

 

 

 

 

 

 

Kwijtschelding RIOG woningen

€ 106.300

€ 106.300

€ 106.300

 

 

 

Personeelskosten

€ 440.100

€ 440.100

€ 440.100

 

 

 

Overhead over personeel

€ 422.500

€ 422.500

€ 422.500

 

 

 

Materieel

€ 6.400

€ 6.400

€ 6.400

 

 

 

Kolkenreinigen

€ 111.000

€ 123.000

€ 123.000

 

 

 

Straatvegen

€ 163.100

€ 163.100

€ 163.100

 

 

 

Baggeren en onderhoud watergangen

€ 171.400

€ 171.400

€ 171.400

 

 

 

Compensabele BTW exploitatie 21%

€ 249.900

€ 276.500

€ 272.300

 

 

 

Compensabele BTW investeringen 21%

€ 295.600

€ 256.148

€ 384.4892 

 

 

 

Totaal toegerekende kosten

€ 1.966.300

€ 1.965.448

€ 2.089.589

 

 

 

 

TOTAAL LASTEN

€ 4.831.700

€ 4.942.568

€ 5.763.809

 

BATEN

672600

Baten rioolrecht

401010

Rioolrecht op niet woningen - gebruikersdeel

€ -684.600

€ -684.600

€ -835.0002 

672600

Baten rioolrecht

402000

Rioolrecht op woningen - gebruikersdeel

€ -2.757.400

€ -2.757.400

€ -3.365.0002 

 

 

 

TOTAAL OPBRENGST RIOOLHEFFING

€ -3.442.000

€ -3.442.000

€ -4.200.000

 

 

 

SALDO VERREKENEN MET VOORZIENING (- = aanwenden/ + = storten)

 

 

 

672200

Riolering planmatig onderhoud

600751

BD Mutatie vz beklemde middelen riolering

€ -1.389.700

€ -1.500.568

€ -1.563.809

 

  • 1.

    Eenmalig € 20.000 hoger vanwege Pilot ombouw VGS naar gescheiden

  • 2.

    Bij keuze voor variant 1

 

Bijlage 8 Eenheidsprijzen vervanging riolering

 

  • o

    Uitgangspunt zijn de eenheidsprijzen van Stichting Rioned (peiljaar 2015).

  • o

    De eenheidsprijzen zijn geïndexeerd met 63% (conform CBS 2015-2023)

  • o

    In de eenheidsprijzen is geen rekening gehouden met het opbreken en aanbrengen van de wegverharding. Uitgangspunt dat rioolvervanging in integrale projecten wordt uitgevoerd, waarbij deze kosten vanuit het budget ‘wegen’ worden bekostigd.

  • o

    De eenheidsprijzen voor 2023 bedragen:

Vervangen dubbel stelsel

Diameter

Rioolvervanging

Aanleg drainage

Totaal

300

€ 831

€ 98

€ 929

400

€ 962

€ 98

€ 1.060

500

€ 1.108

€ 98

€ 1.206

600

€ 1.304

€ 98

€ 1.402

700

€ 1.940

€ 98

€ 2.038

 

Vervangen enkel stelsel

Diameter

Rioolvervanging

Aanleg drainage

Totaal

300

€ 636

nvt

€ 636

400

€ 717

nvt

€ 717

500

€ 848

nvt

€ 848

600

€ 978

nvt

€ 978

700

€ 1.386

nvt

€ 1.386

 

Relinen (enkele buis en enkele aansluiting), bij dubbel stelsel prijzen x2

Diameter

Relining

Vervanging perceel-aansluiting

Totaal

300

€ 219

€ 29

€ 248

400

€ 274

€ 29

€ 302

500

€ 370

€ 29

€ 398

600

€ 452

€ 29

€ 481

700

€ 534

€ 29

€ 563

 

Bijlage 9 Investeringen

 

Investeringen

Jaar

Vrijverval variant 1

Vrijverval variant 2

Persleidingen

Gemalen

Klimaat

2023

€ 1.170.000

€ 1.170.000

€ 401.000

2024

€ 1.170.000

€ 1.170.000

€ 265.000

2025

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 404.000

€ 250.000

2026

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 388.000

€ 250.000

2027

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 117.000

€ 250.000

2028

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 108.000

€ 250.000

2029

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 281.000

€ 250.000

2030

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 281.000

€ 250.000

2031

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 281.000

€ 250.000

2032

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 281.000

€ 250.000

2033

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 281.000

€ 250.000

2034

€ 1.750.000

€ 1.370.000

€ 281.000

€ 250.000

2035

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2036

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2037

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2038

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 308.000

€ 281.000

2039

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2040

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2041

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2042

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2043

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2044

€ 2.240.000

€ 1.740.000

€ 281.000

2045

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 281.000

2046

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 281.000

2047

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 281.000

2048

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2049

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2050

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2051

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2052

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2053

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2054

€ 3.080.000

€ 2.410.000

€ 564.000

€ 281.000

2055

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 564.000

€ 281.000

2056

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 564.000

€ 281.000

2057

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 564.000

€ 281.000

2058

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 230.000

€ 281.000

2059

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 230.000

€ 281.000

2060

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 230.000

€ 281.000

2061

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 230.000

€ 281.000

2062

€ 3.610.000

€ 2.820.000

€ 230.000

€ 281.000

 

Bijlage 10 Rioolheffing

 

variant 1: 100% vervangen

 

variant 2: 50% vervangen 50% relinen