Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Subsidieregeling Natuurvriendelijk isoleren Fryslân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling Natuurvriendelijk isoleren Fryslân
CiteertitelSubsidieregeling Natuurvriendelijk isoleren Fryslân
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze subsidieregeling vervalt op 1 juli 2027.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-202401-07-2027nieuwe regeling

26-03-2024

prb-2024-4537

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Natuurvriendelijk isoleren Fryslân

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân van 26 maart 2024 houdende regels omtrent subsidie voor activiteiten die gericht zijn op het voorbereiden, opstellen, implementeren, uitvoeren of monitoren van soortenmanagementplannen en het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen voor beschermde diersoorten.

 

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

overwegende dat het wenselijk is om subsidies te kunnen verstrekken om het instrument soortenmanagementplan te stimuleren, ten behoeve van de bescherming, behoud en versterking van populaties inheemse diersoorten in het stedelijk gebied, evenals de voortzetting van de verduurzamingsopgave;

 

besluiten vast te stellen de:

 

Subsidieregeling Natuurvriendelijk isoleren Fryslân

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • -

    alternatieve verblijfplaats: een plaats die geschikt is voor verblijf door een beschermde diersoort, die is ingericht ter vervanging van een plaats geschikt voor verblijf door een beschermde diersoort die door verduurzaming van een gebouw ongeschikt is geworden of zal worden;

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    beschermde diersoort: in het wild levende:

    • a.

      dieren van soorten, genoemd in:

      • 1°.

        bijlage IV bij Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 206);

      • 2°.

        bijlage II van het op 19 september 1979 te Bern tot stand gekomen Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijke leefmilieus (Trb. 1980, 60);

      • 3°.

        bijlage I bij het op 23 juni 1979 te Bonn tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (Trb. 1980, 145);

      • 4°.

        artikel 11.46, eerste lid, onderdelen a en e van het Besluit activiteiten leefomgeving; of

      • 5°.

        onderdeel A van bijlage IX bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bedoeld in artikel 11.54, eerste lid, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

    • b.

      vogelsoorten, als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20);

  • -

    college: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân;

  • -

    soortenmanagementplan (SMP): een beleidsplan gericht op het versterken van de staat van instandhouding van beschermde diersoorten binnen een gemeente, berustend op ecologisch onderzoek, dat wordt opgesteld met als doel het dienen als onderbouwing voor het aanvragen van een ontheffing, vergunning of vrijstelling van een verbod ten aanzien van beschermde diersoorten, als bedoeld in artikel 3.3, 3.8 en artikel 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, artikel 2.6 van de aanvullingswet natuur Omgevingswet en artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g van de Omgevingswet, dan wel ten aanzien van hun voorplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren, ter versnelling van de energiebesparende isolatie van de thermische schil van gebouwen in de gebouwde omgeving;

  • -

    stedelijk gebied: een toegelaten stedenbouwkundig samenstel van bebouwing voor wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel en horeca, en de daarbij behorende openbare of sociaal-culturele voorzieningen en infrastructuur, met uitzondering van stedelijk groen aan de rand van die bebouwing en lintbebouwing langs wegen, waterwegen of waterkeringen, toegelaten op grond van:

    • a.

      een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Omgevingswet, een projectbesluit als bedoeld in artikel 5.2 van de Omgevingswet of een maatwerkregel als bedoeld in artikel 4.6 van de Omgevingswet; of,

    • b.

      een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Artikel 2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bevorderen dat gemeenten een soortenmanagementplan opstellen en alternatieve verblijfsplaatsen voor beschermde gebouwbewonende soorten realiseren. Hiermee kan de gewenste samenhangende aanpak voor het behoud van de beschermde flora en fauna en de verduurzamingsopgave worden gerealiseerd.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt:

 

  • a.

    ten behoeve van activiteiten die gericht zijn op het voorbereiden, opstellen, implementeren, uitvoeren of monitoren van soortenmanagementplannen die ten minste het stedelijk gebied van de gemeente beslaan, op een manier die naar het oordeel van het college bijdraagt aan een doelmatige versnelling van de isolatie van gebouwen.

  • b.

    ten behoeve van activiteiten voor het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in de provincie Fryslân.

Artikel 5 Aanvraagperiode

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3 onder a kan worden ingediend van 5 april 2024 tot en met 30 juni 2025.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3 onder b kan worden ingediend van 5 april 2024 tot en met 30 juni 2027.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten ter beschikking gesteld aanvraagformulier en gaat in ieder geval vergezeld van de in het derde lid genoemde verplichte bijlagen.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie kan ingediend worden voor zowel afzonderlijke als gezamenlijke activiteiten genoemd in artikel 3 onder a en b.

  • 3.

    De verplichte bijlagen bij de subsidieaanvraag zijn in ieder geval:

    • a.

      een offerte van een ecologisch adviesbureau voor de kosten van de activiteit, voor een aanvraag als bedoeld in artikel 3 onder a;

    • b.

      een projectplan voor een aanvraag als bedoeld in artikel 3 onder a met daarin:

      • 1°.

        om omschrijving van de uit te voeren activiteiten;

      • 2°.

        een kaart en een beknopte beschrijving van het onderzoeksgebied, inclusief een verdeling in deelgebieden;

    • c.

      een sluitende projectbegroting voor een aanvraag als bedoeling in artikel 3 onder a;

    • d.

      De gebruikte berekening voor het benodigde aantal alternatieve verblijfplaatsen voor de aanvraag als bedoeld in artikel 3 onder b;

    • e.

      een offerte voor het realiseren van de alternatieve verblijfplaatsen, voor een aanvraag als bedoeld in artikel 3 onder b.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:25 en 4:35 Awb en artikel 2.7 Asv wordt subsidie in ieder geval geweigerd indien:

 

  • a.

    de aanvrager geen gemeente in de provincie Fryslân is;

  • b.

    de activiteit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet of onvoldoende voldoet aan de in artikel 2 genoemde doelstelling van de subsidieregeling of een of meerdere van de in artikel 9 bedoelde toetsingscriteria;

  • c.

    aan de aanvrager op het moment van ontvangst van de aanvraag reeds subsidie is verstrekt op grond van deze subsidieregeling voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • d.

    voor 1 januari 2021 reeds is begonnen met de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • e.

    als het onderzoeksgebied niet het volledige stedelijk gebied van de gemeente omvat;

  • f.

    het soortenmanagementplan niet voldoet aan de eisen aan de inhoud van een soortenmanagementplan als benoemd in bijlage II van deze regeling;

  • g.

    het aantal alternatieve verblijfplaatsen dat zal worden gerealiseerd, dan wel reeds zijn gerealiseerd, hoger is dan op basis van het ‘beleidskader natuurvriendelijk isoleren onder het preSMP’ en de landelijke werkwijze voor natuurvriendelijk isoleren redelijkerwijs nodig is;

  • h.

    de alternatieve verblijfplaatsen waarvoor subsidie wordt aangevraagd reeds zijn gerealiseerd door of namens de provincie.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 3, onder a van deze regeling bedraagt in totaal € 1.556.107,-.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 3, onder b van deze regeling bedraagt in totaal € 332.086,80.

  • 3.

    Per gemeente geldt voor de subsidiabele activiteit als bedoeld onder het eerste lid een subsidieplafond zoals vermeld in Bijlage I van deze regeling.

Artikel 9 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende toetsingscriteria:

 

  • a.

    het projectplan behandelt in ieder geval de onderwerpen als genoemd in bijlage II van deze regeling;

  • b.

    het onderzoeksgebied voor het onderzoek ten behoeve van het soortenmanagementplan omvat het volledige stedelijk gebied van de gemeente; en

  • c.

    het aantal alternatieve verblijfplaatsen, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, is berekend volgens het ‘beleidskader natuurvriendelijk isoleren onder het preSMP’ en/of de landelijke werkwijze natuurvriendelijk isoleren.

Artikel 10 Subsidiabele kosten en niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen voor subsidie in aanmerking onderstaande kosten indien deze rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het uit te voeren project en binnen de periode van het project worden gemaakt:

    • a.

      de kosten voor de activiteiten die gericht zijn op het voorbereiden, opstellen, implementeren of monitoren van soortenmanagementplannen die ten minste het volledige stedelijk gebied van een gemeente beslaan, waaronder de kosten voor:

      • 1°.

        het benodigde ecologisch onderzoek voor het opstellen van het SMP;

      • 2°.

        het opstellen van een SMP;

      • 3°.

        het opleiden en begeleiden van vrijwilligers ten behoeve van inventarisatie of monitoring van de betrokken beschermde soorten;

      • 4°.

        de implementatie en monitoring van het soortenmanagementplan.

    • b.

      kosten die gemoeid zijn met het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen, voor zover het kosten betreft voor:

      • 1°.

        het bepalen van de locaties voor de alternatieve verblijfplaatsen;

      • 2°.

        de aanschaf en het plaatsen van de alternatieve verblijfplaatsen en kosten die daar direct mee samenhangen, waaronder veldcontrole, reistijd en bevestigingsmateriaal.

  • 2.

    Niet-subsidiabele kosten zijn:

    • a.

      BTW verschuldigd over kosten voor de activiteiten voor zover het bedrag van de BTW in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds;

    • b.

      loonkosten van de aanvrager;

    • c.

      legeskosten;

    • d.

      kosten voor onvoorziene omstandigheden.

Artikel 11 Subsidiehoogte en subsidiepercentage

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Voor wat betreft de activiteiten als bedoeld in artikel 3 onder a geldt een subsidiehoogte tot een maximum per gemeente zoals genoemd in bijlage I van deze regeling.

Artikel 12 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de Asv 2013, is de subsidieontvanger verplicht om:

 

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit conform de aanvraag uit te voeren;

  • b.

    de besteding van de subsidie door de subsidieontvanger vindt plaats uiterlijk 31 december 2027.

  • c.

    de voor het soortenmanagementplan verzamelde ecologische data worden in de Nationale Databank Flora en Fauna ingevoerd, danwel eventuele opvolgers daarvan;

Artikel 14 Prestatieverantwoording

  • 1.

    De subsidieontvanger dient gedurende de looptijd van de subsidie jaarlijks financiële verantwoordingsinformatie over de voortgang van de gesubsidieerde kosten te verstrekken middels de SISA-bijlage in de jaarrekening van de subsidieontvanger met de SISA-codering C 117B.

  • 2.

    De subsidieontvanger verstrekt desgevraagd aanvullende informatie aan het college over de activiteit of de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, waaronder een uiteenzetting van de gerealiseerde kosten per activiteit.

  • 3.

    De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld nadat de subsidieontvanger het gesubsidieerde project heeft afgerond en de verantwoording als bedoeld in het eerste lid heeft plaatsgevonden.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 1 juli 2027 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.

Artikel 16 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Natuurvriendelijk isoleren Fryslân.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 26 maart 2024.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris drs. ing. J.J. Algra

Algemene toelichting

In het Klimaatakkoord heeft Nederland zich ten doel gesteld om tot 200.000 bestaande woningen te isoleren woningen in 2030. Bij particuliere na-isolatie initiatieven wordt echter zelden rekening gehouden met de in de Omgevingswet beschermde gebouwbewonende soorten (huismus, gierzwaluw en verschillende gebouwbewonende vleermuissoorten). De provincie Fryslân is als regionale overheid betrokken in het stimuleren van de verduurzamingsslag, ook bij particuliere initiatieven. Het Bestuursakkoord 2023-2027 stelt dat wij werken aan een schone provincie zonder energiearmoede. De provincie speelt daarmee dus een rol in het stimuleren van handelingen die mogelijk overtreding van verbodsbepalingen van de Omgevingswet tot gevolg hebben.

 

Om de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van soorten en hun leefgebieden op grond van de Omgevingswet (OW) goed in te kunnen vullen en tegelijkertijd uitvoering te kunnen geven aan de ambities op het gebied van de energietransitie en woningbouw, kan er worden gewerkt met gemeente-brede, gebiedsgerichte vergunningen. Gebiedsgerichte vergunningen kunnen aangevraagd worden op basis van een gemeentelijk soortenmanagementplan (SMP), dat minimaal jaarrond onderzoek naar beschermde soorten vraagt. De kosten voor het opstellen en monitoren van gemeentelijke SMP’s kunnen behoorlijk hoog oplopen met als gevolg dat de meerderheid van gemeenten niet voldoende financiële middelen hebben om een SMP op te stellen voor een gebiedsgerichte vergunning.

 

In december 2023 heeft het Rijk financiële middelen beschikbaar gesteld aan provincies om gemeenten te ondersteunen bij het voorbereiden, opstellen, implementeren en monitoren van SMP’s. Daarnaast is ook er ook een budget voor het realiseren van de alternatieve verblijfplaatsen. Via deze subsidieregeling worden de financiële middelen die de provincie Fryslân ontvangen heeft van het Rijk beschikbaar gesteld aan de Friese gemeenten.

BIJLAGE I Maximaal subsidiebedrag per gemeente voor activiteiten als bedoeld in artikel 3 onder a.

 

Naam gemeente

Maximaal subsidiebedrag

Gemeente Achtkarspelen

€ 145.828,-

Gemeente Ameland

€ 63.634,-

Gemeente Dantumadiel

€ 113.418,-

Gemeente De Fryske Marren

€ 229.891,-

Gemeente Harlingen

€ 100.173,-

Gemeente Heerenveen

€ 204.259,-

Gemeente Leeuwarden

€ 426.376,-

Gemeente Noardeast-Fryslân

€ 221.087,-

Gemeente Ooststellingwerf

€ 144.036,-

Gemeente Opsterland

€ 157.202,-

Gemeente Schiermonnikoog

€ 54.363,-

Gemeente Smallingerland

€ 226.151,-

Gemeente Súdwest-Fryslân

€ 361.011,-

Gemeente Terschelling

€ 68.698,-

Gemeente Tytsjerksteradiel

€ 175.043,-

Gemeente Vlieland

€ 52.649,-

Gemeente Waadhoeke

€ 227.554,-

Gemeente Weststellingwerf

€ 140.841,-

BIJLAGE II Eisen aan inhoud soortenmanagementplan conform de "handreiking soortenmanagementplan”

 

Het soortenmanagementplan bevat in ieder geval de volgende informatie:

 

  • 1.

    Juridische kaders en wettelijke vereisten;

  • 2.

    Nulmeting;

  • 3.

    Effectbepaling;

  • 4.

    Mitigatie- en compensatieplan;

  • 5.

    Monitoringsplan;

  • 6.

    Management- en administratieplan;

Het document “Handreiking soortenmanagementplan” is te vinden en te downloaden op de webpagina www.fryslan.frl/natuurvriendelijkisoleren. Hierin staat een uitgebreide omschrijving van bovenstaande punten.