Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inkoop- en aanbestedingsbeleid |
Citeertitel | Inkoop- en aanbestedingsbeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Inkoop- en aanbestedingsbeleid |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-04-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 15-02-2024 | 66758-2023 |
De gemeente Raalte koopt jaarlijks voor miljoenen euro’s in. Van lantaarnpalen tot pennen. En van het verstrekken van opdrachten voor het aanleggen van straten tot de inkoop van middelen om langer thuis te kunnen blijven wonen. Daarbij kijken we naar kwaliteit en prijs. Waar het kan proberen we lokaal zaken te doen. We zetten de komende jaren in op verdere professionalisering van inkoop en aanbesteden in het licht van de doelmatigheid, rechtmatigheid en integriteit. Inkoop draagt niet alleen bij aan mogelijke besparingen, maar zorgt ook voor zichtbare verbeteringen van de kwaliteit van opdrachten. Denk daarbij aan het inkopen van efficiënte, innovatieve en duurzame oplossingen.
De gemeente Raalte heeft in 2017 in samenwerking met gemeenten in het inkoopplatform Stedendriehoek generiek inkoopbeleid ontwikkeld. Dit inkoopbeleid, het zogenaamde generieke deel, is een uitwerking van generieke bepalingen zoals opgenomen in wet- en regelgeving en standaard inkoopprocessen en -werkwijzen. Het VNG-model voor inkoopbeleid diende hiervoor als basis. Voor de actualisatie van het beleid is gebruik gemaakt van de herijkte versie van het VNG-model. Hierdoor zullen de generieke bepalingen ook voor een deel herkend worden in inkoop- en aanbestedingsbeleid van andere gemeenten. De actualisatie specifiek voor de gemeente Raalte heeft plaatsgevonden op basis van gesprekken met onder andere (lokale) ondernemers, bestuurders, ondernemersverenigingen, budgethouders en (beleids)medewerkers.
Dit beleid is een middel om zo optimaal mogelijk in te kopen, zowel binnen als buiten de gemeentegrenzen. Het zorgt voor transparantie en geeft inzicht in de keuzes en ambities van de gemeente. Lokale ondernemers zijn belangrijk voor de gemeente en zij hebben om deze reden ook een belangrijke stem gekregen binnen dit beleid. We danken hen voor hun inzet in deze.
Van belang is dat het beleid ook zichtbaar wordt. We zullen om deze reden (continue) met elkaar in gesprek blijven over de werking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid en nodigen ondernemers van harte uit ons te blijven voorzien van feedback.
De gemeente spant zich continu in voor een (verdere) professionalisering van de Inkoop- en aanbestedingspraktijk. Aangezien inkopen plaatsvindt in een dynamische omgeving, dient de gemeente continu bezig te zijn met het doorvoeren van verbeteringen in de inkoopprocessen. De gemeentelijke doelstellingen zijn hierbij leidend. Dit Inkoop- en aanbestedingsbeleid sluit zoveel mogelijk aan op het algemene beleid van de gemeente.
De gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte werken op een aantal vlakken nauw met elkaar samen. Dit geldt ook voor de inkoopadviesfunctie welke verantwoordelijk is voor de totstandkoming van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid bestaat uit twee onderdelen; het generieke-deel dat geldt voor alle drie de gemeenten en het voor de gemeente Raalte specifieke-deel. In het specifieke deel zijn de generieke bepalingen nader uitgewerkt en beleidsspeerpunten opgenomen. Het generieke deel is gebaseerd op het VNG model welke op onderdelen is aangepast en aangevuld. Het specifieke deel is in de tekst aangeduid met 'specifiek voor gemeente Raalte geldt'. De beleidsspeerpunten zijn de voor de gemeente Raalte belangrijke onderwerpen waar zij middels dit inkoop- en aanbestedingsbeleid aan wil bijdragen.
De opbouw van het inkoop- en aanbestedingsbeleid is als volgt:
Hoofdstuk 1 van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid gaat in op de reikwijdte van dit beleid en bevat de definities. De volgende uitgangspunten worden nader uitgediept in de volgende hoofdstukken: gemeentelijke doelstellingen (hoofdstuk 2), juridische uitgangspunten (hoofdstuk 3), ethische en ideële uitgangspunten (hoofdstuk 4), economische uitgangspunten (hoofdstuk 5) en organisatorische uitgangspunten (hoofdstuk 6).
Dit inkoop- en aanbestedingsbeleid ziet toe op de opdrachten die worden verstrekt door de gemeente Raalte. Gelieerde organisaties, denk bijvoorbeeld aan uitvoeringsorganisaties voor afvalinzameling, sportbedrijf, OD (omgevingsdienst) maar ook DOWR-werkorganisaties voor bedrijfsvoeringsactiviteiten, voor zover deze bij een andere gastheergemeente zijn ondergebracht, kennen hun eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Indien gewenst kan het naleven van het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Raalte worden doorgelegd aan een derde partij. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer de gemeente Raalte een bepaalde opdracht voor een groot deel of volledig financiert.
In dit Inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt verstaan onder:
Drempelwaarde(n): gemeenten moeten rekening houden met Europese drempelbedragen. Een overheidsopdracht met een opdrachtwaarde die evenveel of meer dan het drempelbedrag bedraagt, moet Europees worden aanbesteed. De belangrijkste Europese drempelwaarden zijn vastgelegd in art. 4 richtlijn 2014/24. In art. 5 wordt de wijze waarop drempelwaarden moeten worden berekend aangegeven. De drempelbedragen worden iedere twee jaar opnieuw door de Europese Commissie herzien aan de hand van de gemiddelde dagwaarde van de Euro.
Concessieovereenkomst voor werken of diensten: een concessieovereenkomst is een overeenkomst met een ondernemer voor de uitvoering van een werk of dienst. Denk bijvoorbeeld aan de exploitatie van een gemeentelijke parkeergarage door een onderneming of het uitvoeren van de catering bij een overheidsdienst.
3.4 Grensoverschrijdend belang
Overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten met een duidelijk grensoverschrijdend belang zijn overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten waarbij buiten Nederland gevestigde ondernemers interesse hebben of kunnen hebben. Dit kan blijken uit de uitgevoerde marktanalyse. Bij overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten met een duidelijk grensoverschrijdend belang past de gemeente de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht toe. Of een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst een duidelijk grensoverschrijdend belang heeft, zal afhangen van verschillende omstandigheden. De aard van de opdracht, de (geografische) plaats van uitvoering en de waarde van de opdracht (dicht bij de Europese drempelwaarde) zijn daarbij richtinggevend. Voor overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten met een duidelijk grensoverschrijdend belang zal de gemeente een passende mate van openbaarheid in acht nemen. Dit vloeit voort uit het transparantiebeginsel.
4. ETHISCHE EN IDEËLE UITGANGSPUNTEN
De gemeente heeft hoog in het vaandel staan dat haar bestuurders en ambtenaren integer handelen. De bestuurders en ambtenaren houden zich aan de vastgestelde gedragscodes. Zij handelen zakelijk en objectief, waardoor bijvoorbeeld belangenverstrengeling wordt voorkomen.
De gemeente wil enkel zaken doen met integere ondernemers die zich niet bezighouden met criminele of illegale praktijken. Een toetsing van de integriteit van ondernemers is bij inkopen (en aanbestedingen) in beginsel mogelijk, bijvoorbeeld door de toepassing van uitsluitingsgronden of het hanteren van de ‘Gedragsverklaring Aanbesteden’. De gemeente kan bij twijfel over de integriteit ook het Bureau Bibob om advies vragen.
4.2 Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI)
a Bij Inkopen neemt de gemeente sociale, ecologische en economische aspecten in acht.
Bij inkopen kijkt de gemeente naar sociale, ecologische en economische aspecten. Daarnaast kijkt de gemeente naar de effecten op people, planet en profit. Dit noemen we Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI). Zo kan de gemeente een maatschappelijke bijdrage leveren.
De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Door als opdrachtgever en inkoper het goede voorbeeld te geven, hoopt de gemeente een positieve maatschappelijke verandering teweeg te brengen. Zo kan de gemeente vooruitstrevende eisen stellen om duurzaamheid te stimuleren bij ondernemers.
Duurzame en sociale aspecten worden vroegtijdig in de besluitvorming betrokken en, indien nodig, door middel van een marktanalyse op uitvoerbaarheid getoetst. In alle stappen van het inkoopproces worden weloverwogen keuzes gemaakt ten aanzien van de balans tussen de sociale, ecologische en economische aspecten.
MVOI-thema’s op basis van sociale, ecologische en economische aspecten:
De gemeente onderschrijft het Klimaatakkoord van Parijs (2015) waarin 195 landen afspraken om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden. De gemeente wil stappen maken naar een klimaat neutrale bedrijfsvoering (zoals in energie, mobiliteit en materiaalgebruik). Daarnaast worden ook ondernemers aangespoord tot CO2-reductie.
Bij biobased Inkopen worden producten ingekocht die geheel of gedeeltelijk van hernieuwbare grondstoffen zijn gemaakt. Het gebruik van fossiele grondstoffen wordt teruggedrongen, waardoor de transitie naar een koolstofarme economie wordt ondersteund. De gemeente streeft ernaar daar waar mogelijk en gewenst biobased producten in te kopen.
Bij circulair Inkopen wordt het inkoopinstrument ingezet om productie en (her)gebruik van producten en diensten te stimuleren en daarmee de transitie naar een circulaire economie te bevorderen. De gemeente kan bij inkopen en aanbestedingen bijvoorbeeld het hergebruik van materialen en afvalreductie vereisen.
Internationale Sociale Voorwaarden
De Internationale Sociale Voorwaarden (ISV), gebaseerd op de fundamentele arbeidsnormen van de International Labour Organisation (ILO), vereisen dat leveranciers analyseren of er risico’s zijn op schendingen van arbeidsnormen en mensenrechten in hun productieketen (zoals kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie van werknemers, niet-betaling van leefbaar loon). Als er risico’s zijn, dan moeten ondernemers zich inspannen om deze risico’s te voorkomen of te verkleinen. Hiertoe kan de gemeente bij inkopen en aanbestedingen de ISV van toepassing verklaren. In de offerteaanvraag kan de gemeente de ISV opnemen als uitvoeringseisen.
Social Return is het principe dat ondernemers naast het uitvoeren van de reguliere opdracht iets terugdoen voor de gemeente, op maatschappelijk of sociaal vlak. De gemeente wil dat haar inkopen ook een sociale opbrengst (return) opleveren voor de maatschappij.
Bij inkopen en aanbestedingen kan worden gekozen voor sociale uitgangspunten en wordt nagedacht over de kansen die er zijn voor social return bij een specifieke werk, dienst en eventueel levering. De gemeente kan social return inzetten voor:
• Het bevorderen van de participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
• Het stimuleren van sociaal ondernemen.
• Het bereiken van andere doelen in het sociaal domein, zoals armoedebestrijding, onderwijs en zorg.
c Inkopen draagt bij aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN.
Door Maatschappelijk Verantwoord Inkopen draagt de gemeente bij aan het verwezenlijken van de duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) van de Verenigde Naties.
De gemeente acht het van belang om de markt te kennen door – indien mogelijk – een product en/of markt analyse uit te voeren. Een productanalyse leidt tot inzicht in de aard van het ‘product’ en de relevante markt(vorm). Een marktanalyse leidt tot het inzicht in de relevante markt(vorm), de ondernemers die daarop opereren en hoe de markt- en mogelijke machtsverhoudingen zijn (bijvoorbeeld: kopers- of verkopersmarkt).
Door een product- en/of marktanalyse kan daarnaast worden geïnventariseerd welke duurzame en innovatieve oplossingen door de markt kunnen worden geboden. Een marktconsultatie met ondernemers kan onderdeel uitmaken van de marktanalyse. De Gemeente kan contact opnemen met MVO Nederland voor ondersteuning bij het zoeken naar duurzame oplossingen.
5.2 Onafhankelijkheid en keuze voor de ondernemersrelatie
De gemeente streeft naar onafhankelijkheid ten opzichte van ondernemers (contractanten) zowel tijdens als na de contractperiode. De gemeente moet in beginsel vrij zijn in het maken van keuzes bij haar Inkopen (waar onder de keuze van ondernemer(s) en contractant(en), maar ook vanwege de naleving van de (Europese) wet en regelgeving.
Gedurende de contractperiode kan bij de contractant afhankelijkheid ontstaan van de gemeente door bijvoorbeeld de te behalen doelstellingen, resultaten, productontwikkelingen (innovatie) of het creëren van prikkels.
De gemeente kiest in dat geval voor de meest aangewezen ondernemersrelatie. De mate van (on)afhankelijkheid in een ondernemersrelatie wordt onder andere bepaald door de financiële waarde van de opdracht, switchkosten, mate van concurrentie in de sector (concentratiegraad) en beschikbaarheid van alternatieve ondernemers.
In gevallen waar een enkelvoudig onderhandse offerteaanvraag en/of een meervoudig onderhandse offerteaanvraag volgens de geldende wet- en regelgeving is toegestaan, wordt rekening gehouden met de lokale economie en lokale ondernemers. De gemeente laat daarbij niet onnodig regionale, nationale, Europese of mondiale kansen liggen. ‘Local sourcing’ kan bijdragen aan de doelmatigheid van inkoop.
Uitgangspunt is dat alle ondernemers gelijke kansen moeten krijgen. De gemeente houdt bij haar inkoop ook de mogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf in het oog. Dit kan de gemeente doen door gebruik te maken van percelen in aanbestedingen, het toestaan van het aangaan van combinaties en onderaanneming, het verminderen van de lasten en het voorkomen van het hanteren van onnodig zware selectie- en gunningscriteria.
Bij inkopen kan de gemeente opdrachten voorbehouden aan sociale werkplaatsen of sociale ondernemingen die werk bieden aan kwetsbare doelgroepen. Door oog te hebben voor deze ondernemingen kan aan alle onderdelen van Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen worden bijgedragen.
Artikel 2.82 Aanbestedingswet biedt de mogelijkheid deelname aan aanbestedingsprocedures voor te behouden aan sociale werkplaatsen en sociale ondernemingen die de maatschappelijke en professionele integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt als belangrijkste doel hebben.
5.4 Uitnodigingsbeleid en leveranciersevaluatie (past performance)
De gemeente zal voor onderhandse opdrachten de selectie van ondernemer(s) objectiveren volgens de Aanbestedingswet 2012. Een belangrijk onderdeel van het uitnodigingsbeleid kan de leveranciersevaluatie zijn.
Leveranciersevaluatie is een onderdeel van de uitvoering van het contractmanagement. De prestaties van gecontracteerde ondernemers worden periodiek geëvalueerd. Een frequentie en moment worden bepaald door de aard van de opdracht (looptijd van het contract, financiële risico’s, is er sprake van een project, etc.). De methode van beoordeling is objectief en transparant. De informatie uit de leveranciersevaluaties wordt gebruikt voor besluitvorming betreffende contractverlenging en mogelijke uitnodigingen in nieuwe aanbestedingen. Slecht presteren kan leiden tot (tijdelijke) uitsluiting van één of meer ondernemers bij onderhandse aanbestedingen.
De volgende onderhandse aanbestedingen worden onderscheiden:
- De enkelvoudig onderhandse aanbesteding houdt in dat één ondernemer wordt gevraagd een inschrijving te doen. De wijze van selecteren van ondernemers is beschreven onder Lokale economie;
- de meervoudig onderhandse aanbesteding is een aanbesteding waarbij een beperkt aantal van minimaal drie en maximaal vijf ondernemers tot inschrijving worden uitgenodigd. Indien de gemeente overgaat tot een meervoudig onderhandse aanbesteding dan selecteert de gemeente de uit te nodigen ondernemers, indien mogelijk, op basis van onderstaande criteria:
- De selectie verloopt op basis van hetgeen is opgenomen onder Lokale economie waarbij:
De gemeente moedigt – daar waar mogelijk– innovatiegericht Inkopen (en aanbesteden) aan. Bij innovatiegericht Inkopen wordt gezocht naar een innovatieve oplossing of laat de gemeente ruimte aan de ondernemer om een innovatieve oplossing aan te bieden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een volledig nieuwe innovatieve oplossing, maar ook om de verdere ontwikkeling van de eigenschappen van een bestaand ‘product’ of een innovatieve contractvorm of procedure.
De Gemeente hanteert als uitgangspunt dat zij oog heeft voor samenwerking bij Inkopen. Dit geldt zowel voor samenwerkingen binnen de eigen organisatie als voor samenwerkingen met andere gemeenten of aanbestedende diensten. Deze samenwerkingsverbanden kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op inkoopsamenwerking, milieuactiviteiten, werkvoorzieningsschappen, belastingen en sociale regelgeving.
5.7 Bepalen van de inkoopprocedure
De Gemeente heeft de vrijheid om zelf zorg te dragen voor haar taken (zelfvoorziening) of deze taken uit te besteden aan de markt. Indien de Gemeente kiest voor een bepaalde inkoopprocedure, hanteert zij (onder meer) het onderstaande uitgangspunt.
Bij deze afweging is onder meer het type Werk, Dienst of Levering en de markt van belang.
5.9 Raming en financiële budget
Inkopen vindt plaats op basis van een deugdelijke en objectieve voorafgaande schriftelijke raming van de opdracht. De raming is ook van belang om de financiële haalbaarheid van de opdracht te bepalen. De gemeente wil immers niet het risico lopen dat zij verplichtingen aangaat die zij niet kan nakomen.
5.10 Eerlijke mededinging en commerciële belangen
De gemeente bevordert eerlijke mededinging. De betrokken ondernemers moeten een eerlijke kans krijgen om de opdracht gegund te krijgen. Door in principe objectief, transparant en non-discriminerend te handelen, bevordert de gemeente een eerlijke mededinging. Dit zal bijdragen aan het in standhouden van een gezonde marktwerking (ook op de lange termijn). De gemeente wenst geen ondernemers te betrekken in haar inkoopproces die de mededinging vervalsen.
6 Organisatorische uitgangspunten
Inkopen wordt concreet uitgevoerd door het ambtelijk apparaat. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Inkoop- en aanbestedingsbeleid. Voor een succesvolle toepassing van dit Inkoop- en aanbestedingsbeleid is betrokkenheid van bestuurder, budgethouder/opdrachtgever en inkoper essentieel.
Bijlage1: Bouwblokkenmethodiek
(Versie november 2023, de meest recente versie is intern beschikbaar via de Inkooptoolkit)
Als SROI-activiteit telt alles mee wat een ondernemer doet om mensen uit de doelgroepen verder te helpen op - of richting - de arbeidsmarkt. Dat kan gaan om betaald werk, maar bijvoorbeeld ook om (meeloop)stages, werkervaringsplekken, het bieden van opleidingsmogelijkheden, of andere vormen van begeleiding of support.
Werkervaringsplek: Met toestemming van de uitkerende instantie (gemeente)
Proefplaatsing: Met toestemming van het UWV. Proefplaatsingen tellen alleen mee voor SROI wanneer er een betaald dienstverband van minimaal 6 maanden op volgt. In dat geval mag 50% van de periode van de proefperiode worden meegeteld.
MVO-activiteiten: Omvat een scala aan activiteiten. Voorwaarde is dat deze activiteit een relatie heeft met de arbeidsmarkt en/of het onderwijs. Denk bijv. aan het geven van gastcolleges bij opleidingsinstituten en de sponsoring van een beroepsgerichte opleiding van iemand uit de doelgroep. Ook kan worden gedacht aan organisaties zoals De Raalter Uitdaging met als doel (niet aanvullend gecreëerd) aanbod en vraag op sociaal vlak bij elkaar te brengen, om zo toegevoegde waarde te brengen in de regio, door het doneren van restpartijen/afgeschreven doch bruikbare producten aan stichtingen en organisaties die een steuntje in de rug verdienen.
Sociale inkoop betreft dienstenafname van:
Een sociale onderneming (Sociale ondernemingen streven primair en expliciet een maatschappelijk doel na. Dat wil zeggen dat zij een maatschappelijk probleem willen oplossen. Daarnaast is een sociale onderneming financieel zelfvoorzienend en sociaal in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd); De sociale onderneming moet deelnemer zijn van de “Code Sociale Ondernemingen”/ www.codesocialeondernemingen.nl of lid zijn van “Social Enterprise NL”/ www.social-enterprise.nl
Een PSO-30+ gecertificeerde organisatie. (Indien niet gecertificeerd dient minimaal 30% van de werknemers van een dergelijke onderneming gehandicapt of kansarm te zijn, zie art. 20 lid 1 van de aanbestedingsrichtlijn 2014/24.