Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning |
Citeertitel | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2024 | nieuwe regeling | 27-02-2024 |
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
CIMOT: Centrale toegang tot maatschappelijke opvang en beschermd wonen Twente: het loket van centrale toegang tot opvang en beschermd wonen Twente waar de inwoner gemeld kan worden voor maatschappelijke ondersteuning voor opvang en beschermd wonen en die deze melding verder in behandeling kan nemen.
Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning (uitwerking artikel4 verordening)
Het college zorgt ervoor dat inwoners een beroep kunnen doen op gratis cliëntondersteuning, waarbij het belang van de inwoner het uitgangspunt is.
Artikel 4 Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan
Voor of tijdens het onderzoek verschaft de inwoner het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Bij het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid van de wet, stelt het college de identiteit van de inwoner vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Het college doorloopt in een onderzoek de volgende stappen:
Stap 1 – Inventariseren van de hulpvraag
Samen met de inwoner wordt besproken welke behoefte aan hulp er is. Deze kan anders zijn dan de vraag die in de melding is aangegeven.
Stap 2 – De onderliggende problematiek onderbouwd in kaart brengen
Vervolgens zal het college samen met de inwoner vaststellen welke beperkingen deze ervaart en wat de gevolgen van deze beperkingen zijn.
Stap 3 – De aard en de omvang van de noodzakelijke hulp vaststellen
Als de problemen voldoende concreet in kaart zijn gebracht, kan worden bepaald welke ondersteuning naar aard en omvang nodig is om een passende bijdrage te leveren aan de zelfredzaamheid en/of participatie van de inwoner.
Stap 4 – Vaststellen hoe de ervaren problemen opgelost kunnen worden
Onderzocht wordt in hoeverre in hoeverre de eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp, mantelzorg, ondersteuning door andere personen uit het sociale netwerk en voorliggende (algemene) voorzieningen de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden.
Stap 5 – Vaststellen wat ter compensatie overblijft voor de Wmo
Wanneer er geen andere oplossingen voorhanden zijn kan het college een maatwerkvoorziening afgeven.
Het college onderzoekt met de inwoner, of de persoon namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie of onafhankelijk cliëntondersteuner, welke beperkingen worden ervaren, zoals genoemd in stap 2. Is de inwoner niet bekend bij de Noaberpoort dan vindt het onderzoek bij voorkeur plaats in de thuissituatie.
Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek en verstrekt dit aan de inwoner.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening.
Artikel 9 Beschermd wonen en opvang
Indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 blijkt dat de inwoner opvang of beschermd wonen nodig heeft, meldt het college deze situatie bij het CIMOT. Vanuit het CIMOT wordt, samen met de melder, de noodzaak beoordeeld. Indien een voorziening in de vorm van opvang of beschermd wonen noodzakelijk is, realiseert het CIMOT bij voorkeur een plek in de gemeente van herkomst.
Hoofdstuk 4 Nadere regels waardering mantelzorgers (uitwerking artikel 19 van de verordening)