Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatschappelijke ondersteuning
CiteertitelNadere regels maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. Gemeentewet
  3. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-145725

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning

Wettelijke basis:

Bepaling[en] van Wet maatschappelijke ondersteuning, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Burgemeester en wethouders van Haaksbergen

 

Besluiten:

Vast te stellen de nadere regels.

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    CIMOT: Centrale toegang tot maatschappelijke opvang en beschermd wonen Twente: het loket van centrale toegang tot opvang en beschermd wonen Twente waar de inwoner gemeld kan worden voor maatschappelijke ondersteuning voor opvang en beschermd wonen en die deze melding verder in behandeling kan nemen.

  • b.

    inwoner: inwoner die behoefte heeft aan hulp;

  • c.

    melding: melding aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de Wmo 2015;

  • d.

    onderzoek: onderzoek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de Wmo 2015;

  • e.

    verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen;

Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning (uitwerking artikel4 verordening)

Artikel 2 Melding hulpvraag

  • 1.

    Een inwoner kan een behoefte aan hulp melden bij het college.

  • 2.

    Een melding is een hulpvraag waarvoor nader onderzoek nodig is.

  • 3.

    Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk, tenzij met de inwoner is besproken dat dit negatieve gevolgen zou kunnen hebben.

Artikel 3 Cliëntondersteuning

Het college zorgt ervoor dat inwoners een beroep kunnen doen op gratis cliëntondersteuning, waarbij het belang van de inwoner het uitgangspunt is.

Artikel 4 Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan

  • 1.

    Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de Wmo 2015, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de inwoner en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek

  • 2.

    Voor of tijdens het onderzoek verschaft de inwoner het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Bij het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid van de wet, stelt het college de identiteit van de inwoner vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 3.

    Als de inwoner genoegzaam bekend is bij de gemeente, kan het college in overeenstemming met de inwoner afzien van een vooronderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Het college brengt de inwoner op de hoogte van de mogelijkheid om een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van de Wmo 2015 op te stellen en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het plan te overhandigen.

Artikel 5 Onderzoek

Het college doorloopt in een onderzoek de volgende stappen:

 

Stap 1 – Inventariseren van de hulpvraag

Samen met de inwoner wordt besproken welke behoefte aan hulp er is. Deze kan anders zijn dan de vraag die in de melding is aangegeven.

 

Stap 2 – De onderliggende problematiek onderbouwd in kaart brengen

Vervolgens zal het college samen met de inwoner vaststellen welke beperkingen deze ervaart en wat de gevolgen van deze beperkingen zijn.

 

Stap 3 – De aard en de omvang van de noodzakelijke hulp vaststellen

Als de problemen voldoende concreet in kaart zijn gebracht, kan worden bepaald welke ondersteuning naar aard en omvang nodig is om een passende bijdrage te leveren aan de zelfredzaamheid en/of participatie van de inwoner.

 

Stap 4 – Vaststellen hoe de ervaren problemen opgelost kunnen worden

Onderzocht wordt in hoeverre in hoeverre de eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp, mantelzorg, ondersteuning door andere personen uit het sociale netwerk en voorliggende (algemene) voorzieningen de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden.

 

Stap 5 – Vaststellen wat ter compensatie overblijft voor de Wmo

Wanneer er geen andere oplossingen voorhanden zijn kan het college een maatwerkvoorziening afgeven.

 

Het college onderzoekt met de inwoner, of de persoon namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie of onafhankelijk cliëntondersteuner, welke beperkingen worden ervaren, zoals genoemd in stap 2. Is de inwoner niet bekend bij de Noaberpoort dan vindt het onderzoek bij voorkeur plaats in de thuissituatie.

Artikel 6 Onderzoeksverslag

Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek en verstrekt dit aan de inwoner.

Artikel 7 Advisering

Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Een inwoner of zijn gemachtigde of vertegenwoordiger kan een aanvraag om een maatwerkvoorziening schriftelijk indienen bij het college. Met schriftelijk wordt tevens een digitale indiening bedoeld.

  • 2.

    Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 9 Beschermd wonen en opvang

Indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 blijkt dat de inwoner opvang of beschermd wonen nodig heeft, meldt het college deze situatie bij het CIMOT. Vanuit het CIMOT wordt, samen met de melder, de noodzaak beoordeeld. Indien een voorziening in de vorm van opvang of beschermd wonen noodzakelijk is, realiseert het CIMOT bij voorkeur een plek in de gemeente van herkomst.

Hoofdstuk 3 Regels voor pgb (uitwerking artikel 8 van de verordening)

Artikel 10 Pgb-plan

  • 1.

    De inwoner die in aanmerking wenst te komen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb, dient een pgb-plan in bij het college.

  • 2.

    Een pgb-plan wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld model pgb-plan.

  • 3.

    Het pgb plan voldoet minimaal aan de volgende vereisten:

    • a.

      De inwoner motiveert waarom hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen;

    • b.

      De inwoner toont aan dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en/of andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt en dat ze geschikt zijn voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt;

    • c.

      De inwoner toont de prijs van de maatwerkvoorziening, de inzet en geeft aan welk resultaat daarmee wordt behaald;

    • d.

      De inwoner noemt de aanbieder van de maatwerkvoorziening en toont aan dat de aanbieder bereid is de maatwerkvoorziening tegen de genoemde prijs te leveren;

    • e.

      De inwoner toont aan dat de aanbieder van deze maatwerkvoorziening daartoe is opgeleid en of de aanbieder van de maatwerkvoorziening behoort tot het sociaal netwerk van de inwoner.

    • f.

      In het geval van een passend opgeleide aanbieder levert de inwoner een recente Verklaring omtrent Gedrag (VOG) aan bij het college. Een VOG mag bij een nieuwe melding niet ouder zijn dan 6 maanden. De kosten behorend bij een VOG zijn voor de inwoner.

Hoofdstuk 4 Nadere regels waardering mantelzorgers (uitwerking artikel 19 van de verordening)

Artikel 11 Nadere regels waardering mantelzorgers

De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van inwoners van de gemeente Haaksbergen kan bestaan uit – onder meer – :

  • a.

    een uitnodiging voor de dag van de mantelzorg;

  • b.

    gezamenlijke bijeenkomst;

  • c.

    het verstrekken van een cadeaubon of boeket bloemen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als: nadere regels maatschappelijke ondersteuning

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Op het moment dat deze nadere regels in werking treden, worden de op 28 november 2018 vastgestelde nadere regels maatschappelijke ondersteuning ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare collegevergadering van 27 februari 2024

dr. R. Toet

secretaris

mr. drs. R.G. Welten

burgemeester