Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen |
Citeertitel | Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Wijzigingen Maatregelenverordening.pdf Toelichting Maatregelenverordening WWB IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen.pdf In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen. Raadsvoorstel en raadsbesluit.pdf Wijzigingen nav Inspraak en Participatieraad.pdf |
In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2013 | 01-01-2013 | 07-01-2015 | gewijzigde regeling | 14-10-2013 Digitaal gemeenteblad Heerenveen, 10-01-2014 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 23-10-2013 | GF13.20090 GF13.20062 |
29-03-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2013 | gewijzigde regeling | 12-03-2012 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 21-03-2012 | GF12.20012 |
01-01-2005 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 30-09-2004 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 20-10-2004 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Heerenveen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2013,
Gelet op artikel 8, eerste lid sub b en h, artikel 9a, twaalfde lid en artikel 18, eerste, tweede en derde lid van de Wet werk en bijstand,
Gelet op artikel 20 en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze medewerkers,
Gelet op artikel 20 en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,
Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
maatregel: het verlagen van de bijstand als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de WWB, het verlagen van de uitkering als bedoeld in artikel 20, tweede lid van de IOAW en artikel 20, eerste lid van de IOAZ, alsmede het blijvend weigeren van een uitkering in de zin van artikel 20, eerste lid van de IOAW en artikel 20, tweede lid van de IOAZ.
Artikel 6. Ingangsdatum en tijdvak van een maatregel
Een maatregel wordt toegepast op de uitkering respectievelijk de bijzondere bijstand die is verleend met toepassing van artikel 12 WWB over de kalendermaand volgend op de maand waarin het besluit tot het toepassen van de maatregel aan een belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de op dat tijdstip voor die belanghebbende geldende bijstandsnorm.
Artikel 7. Recidive, samenloop en geïndividualiseerd maatregeloplegging
De duur van de maatregel wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit, waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie, dan wel er sprake is van een benadelingsbedrag wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 10 van deze verordening, dan wel zich schuldig maakt aan een zeer ernstige misdraging als bedoeld in artikel 12 van deze verordening. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd, wordt gelijkgesteld het besluit om:
Indien een belanghebbende zich, na een besluit als bedoeld in het eerste lid, wederom schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie, dan wel met eenzelfde of een hoger benadelingsbedrag en die plaatsvindt binnen een periode van twaalf maanden na het laatste maatregel-recidivebesluit, kan het college al individualiserend de hoogte en duur van de op te leggen maatregel vaststellen.
Indien een belanghebbende zich schuldig maakt aan meer dan één verwijtbare gedraging, zoals genoemd in artikel 2, eerste lid van deze verordening en de gedragingen binnen een korte periode van maximaal twee maanden plaatsvinden, kan het college al individualiserend de hoogte en duur van de op te leggen maatregel vaststellen met als maximum de som van de maatregelen, die voor elke afzonderlijke maatregel worden opgelegd.
Hoofdstuk 2. Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling
Gedragingen van een belanghebbende waardoor algemeen geaccepteerde arbeid niet wordt behouden of één van de verplichtingen op grond van artikel 9 WWB, artikel 9a WWB, artikel 55 WWB respectievelijk artikel 37 IOAW, artikel 38 IOAW, artikel 37 IOAZ en artikel 38 IOAZ niet of onvoldoende worden nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het niet of onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 onderdeel b WWB en artikel 10 lid 1 WWB respectievelijk artikel 36 lid 1 IOAW en artikel 37 lid 1 onderdeel e IOAW en artikel 36 lid 1 IOAZ en artikel 37 lid 1 onderdeel e IOAZ, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening;
het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 onderdeel b WWB respectievelijk artikel 37 lid 1 onderdeel e IOAW en artikel 37 lid 1 onderdeel e IOAZ niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 9a lid 1 WWB respectievelijk 38 lid 1 IOAW en artikel 38 lid 1 IOAZ;
het niet of onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 onderdeel b WWB en artikel 10 lid 1 WWB respectievelijk artikel 36 lid 1 IOAW en artikel 37 lid 1 onderdeel e IOAW en artikel 36 lid 1 IOAZ en artikel 37 lid 1 4 van 17 onderdeel e IOAZ, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening.
Artikel 9. Hoogte en duur van de maatregel bij een eerste verwijtbare gedraging
Indien sprake is van een gedraging van de eerste categorie als bedoeld in artikel 8 van deze verordening wordt afgezien van het opleggen van een maatregel en wordt volstaan met het geven van een waarschuwing, tenzij de gedraging plaatsvindt binnen een jaar na de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is gegeven of een eerdere maatregel is opgelegd.
Hoofdstuk 3. Overige gedragingen die leiden tot een maatregel
Artikel 10. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Indien een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, anders dan het niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in artikel 8, derde lid onder b van deze verordening, artikel 55 en 57, lid a WWB, wordt een maatregel opgelegd conform het tweede lid.
Artikel 11. Maatregel bij verlies van een passende en toereikende voorliggende voorziening door toepassing van een bestuurlijke boete
Indien belanghebbende geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete in het kader van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht wordt in afwijking van het bepaalde in artikel 10 gedurende de eerste maand gerekend vanaf de ingangsdatum van de uitkering WWB een maatregel opgelegd van 100% van de bijstandsnorm. Gedurende de tweede en derde maand wordt een dusdanige maatregel (tot maximaal 100%) opgelegd, dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Artikel 12. Zeer ernstige misdragingen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren en medewerkers van andere organisaties, die zijn belast met de uitvoering van de WWB, IOAW en/of IOAZ, onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de WWB, IOAW of IOAZ, kan een maatregel worden opgelegd van minimaal 50% van de bijstandsnorm gedurende één maand.
Hoofstuk 4. Overige bepalingen
Artikel 13. Citeertitel, inwerkintreding en overgangsrecht
Op gedragingen, anders dan bedoeld in het derde lid van dit artikel, die plaatsvonden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening, is de op het moment van de gedraging geldende verordening van toepassing, tenzij de huidige verordening leidt tot een minder zware maatregel.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Heerenveen in zijn openbare vergadering van 14 oktober 2013.
Wijzigingen Maatregelenverordening.pdf
Toelichting Maatregelenverordening WWB IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen.pdf
In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.