Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Verordening Commissie bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Commissie bezwaarschriften
CiteertitelVerordening Commissie bezwaarschriften
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-04-202401-04-2024nieuwe regeling

26-03-2024

gmb-2024-143027

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Commissie bezwaarschriften

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rheden, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2024;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen: de Verordening Commissie bezwaarschriften

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.

  • 3.

    De commissie is niet bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      die rechtstreeks betrekking hebben op de interne organisatie en/of de rechtspositie van personen in dienst van de gemeente;

    • b.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4.

    De voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet woonachtig in de gemeente Rheden.

Artikel 4 Instelling kamers

  • 1.

    De commissie is onderverdeeld in de volgende twee kamers, die zijn belast met de behandeling van bezwaarschriften:

    • a.

      Algemene Kamer;

    • b.

      Sociale Kamer.

  • 2.

    Elke kamer bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 3.

    Bij afwezigheid van de voorzitter bepalen de aanwezige leden in onderling overleg wie van hen als voorzitter zal fungeren.

  • 4.

    De leden van de commissie zullen elkaar over en weer bij afwezigheid vervangen.

  • 5.

    Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste twee leden van een kamer, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De secretarissen van de commissie worden door het college aangewezen.

  • 2.

    De secretarissen ondersteunen de commissie en haar kamers bij de uitoefening van haar taken.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk om eenmaal herbenoemd te worden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment schriftelijk ontslag nemen. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

  • 4.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De voorzitters oefenen de bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb namens het bestuursorgaan uit:

    • a.

      verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid);

    • b.

      stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);

    • c.

      verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);

    • d.

      ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);

    • e.

      al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid).

  • 2.

    De voorzitter kan deze bevoegdheden mandateren aan de secretaris.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Verstrekken informatie en verweerschrift

  • 1.

    Het verwerend orgaan verstrekt minimaal drie weken voor de hoorzitting alle stukken die betrekking hebben op het bezwaarschrift waaronder een schriftelijke reactie op het bezwaarschrift.

  • 2.

    In overleg met de voorzitter kan van deze termijn worden afgeweken.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de dag van verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de in het eerste tot en met derde lid genoemde termijnen.

Artikel 13 Horen minderjarige

  • 1.

    De Sociale Kamer stelt een minderjarige van twaalf jaar of ouder die bij een bezwaarschrift in h et kader van de Jeugdwet en daarop gebaseerde regelgeving is betrokken, in de gelegenheid zijn mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. De Sociale Kamer kan besluiten een minderjarige jonger dan 12 jaar te doen horen.

  • 2.

    De minderjarige wordt in beginsel voorafgaand aan de hoorzitting afzonderlijk gehoord door een deskundige die bij voorkeur een specifieke opleiding gevolgd heeft voor het horen van minderjarigen. Van dit horen wordt geen verslag gemaakt.

  • 3.

    Bij het horen is geen ander persoon aanwezig dan degene die hoort en de minderjarige die gehoord wordt; de minderjarige kan zich laten bijstaan.

  • 4.

    Tijdens de hoorzitting geeft de deskundige kort en zakelijk weer wat de minderjarige heeft verklaard. Aan belanghebbenden wordt geen kopie verstrekt van documenten van de minderjarige.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De hoorzitting van de Algemene Kamer is openbaar, tenzij de voorzitter of een van de leden het nodig oordeelt niet openbaar te horen. Ook het verwerend orgaan en belanghebbenden kunnen hiertoe een verzoek doen. Als de voorzitter vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen de openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten deuren.

  • 2.

    De hoorzitting van de Sociale kamer is niet openbaar.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat uit een digitale geluidsopname. Een opname kan op verzoek aan belanghebbende worden toegezonden per e-mail, gelijktijdig met de verzending van de beslissing op het bezwaar, waarvan het advies van de commissie ook onderdeel uitmaakt.

  • 2.

    De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijk verslag van het besprokene wanneer een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger)beroepsprocedure. Het verslag houdt in dat geval een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien tijdens de zitting dan wel na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

Artikel 19 Het advies

  • 1.

    Indien een hoorzitting heeft plaatsgevonden vermeldt het advies de namen van de aanwezigen en de hoedanigheid waarin zij de hoorzitting hebben bijgewoond.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het advies wordt onder meezending van de eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie uitgebracht aan het bestuursorgaan.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 20 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks voor 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2024, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Commissie bezwaarschriften, laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 24 september 2019.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie bezwaarschriften.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 26 maart 2024 nr. 9.

Arnhem, 26 maart 2024

De raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.