Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veendam

Verordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 81k van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2024Nieuwe regeling

25-03-2024

gmb-2024-142665

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024

Besluit van de raad van de gemeente Veendam tot vaststelling van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024

 

De raad van de gemeente Veendam;

gelet op de artikelen 81k en 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van het seniorenconvent;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

  • voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

 

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter.

 

Artikel 3. Klankbordgroep

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

  • 2.

    De klankbordgroep bestaat uit drie raadsleden.

 

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal 2 keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

 

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris. 

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen de ambtelijk secretaris aan, alsmede ook een of meer plaatsvervangers, op voordracht van de voorzitter van de rekenkamer. 

 

Artikel 6. Budget

  • 1.

    De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer. 

  • 2.

    De rekenkamer heeft een onderzoeksbudget aangevuld met de kosten voor vergoeding van de leden van de rekenkamer. De hoogte van het budget wordt jaarlijks door de raad vastgesteld.

 

Artikel 7. Vergoeding

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding.

     

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter 25% en voor gewone leden 20% van de vergoeding voor raadsleden.

  • 3.

    De vergoedingen, genoemd in het tweede lid, zijn inclusief reis-, verblijf- en overige kosten.

 

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1.

    Besluiten, genomen krachtens Verordening Rekenkamercommissie voor de gemeente Veendam 2012, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2024.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke rekenkamer Veendam 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 25 maart 2024.

De voorzitter,

De griffier,  

Toelichting

 

Algemeen

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).

 

Artikel 3. Klankbordgroep

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van de raad. Voor vragen als wat leeft er binnen de raad en hoe is de organisatie van de raad geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken. De raad kan een klankbordgroep (of andere benaming) instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. Ook is het mogelijk een al ingesteld gremium, zoals een auditcommissie, als aanspreekpunt aan te wijzen. De raad kan zelf het aantal leden en de taken van de klankbordgroep bepalen, maar is niet verplicht een klankbordgroep in te stellen. Hij kan het bijvoorbeeld ook aan de rekenkamer overlaten. De raad van de gemeente Veendam kiest ervoor om een klankbordgroep in te stellen, bestaande uit drie raadsleden.

 

Artikel 4 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

 

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning 

In de Gemeentewet is geregeld dat burgemeester en wethouders op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid).

Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris en plaatsvervangend secretaris(sen) voor de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken. Het jaarlijkse budget wordt jaarlijks in de programmabegroting vastgesteld. De raad heeft op 18 december 2023 uitgesproken dat het uitgangspunt is om hiervoor jaarlijks € 20.000 te reserveren.

 

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

 

 

Artikel 8. Slotbepalingen

Het eerste lid zorgt ervoor dat besluiten genomen vóór de inwerkingtreding van de Wet versterking decentrale rekenkamers hun rechtskracht behouden als de constructie van rekenkamers wijzigt als gevolg van deze wet.

 

 

 

De griffier,