Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024
CiteertitelBeleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBeleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2024nieuwe regeling

25-03-2024

gmb-2024-139779

RIS318395 DSB/10725362

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024

Toelichting

Aanleiding voor het onderhavige voorstel tot aanpassing van de oude beleidsregel is dat er onduidelijkheid is ontstaan over de huidige regeling en we veel vragen kregen van ondernemers. Vervolgens zijn door de raad de moties ‘Eerlijke compensatie’ (RIS316500) waarmee een eenvoudige rekenmethode is uitgewerkt, met inachtneming van een eenduidig drempelbedrag en korting zonder ingewikkelde variabelen en ‘Compenseer schade waar deze geleden wordt’ (RIS317280) aangenomen, die als input zijn meegenomen voor het aanpassen van de regeling. Daarnaast is er ook afstemming geweest met andere gemeenten en zijn er meerdere experts geconsulteerd.

 

Vanwege de leesbaarheid als gevolg van de onderhavige wijzigingen wordt de beleidsregel integraal opnieuw vastgesteld.

 

De regeling is aangepast op 6 punten:

  • - het percentage omzetderving om in aanmerking te komen voor compensatie;

    - het toepassen van een vast kortingspercentage in plaats van een staffel;

    - de tekst over schade bij kostenverhoging is geschrapt;

    - de periode waarover de schade wordt berekend;

    - de zogenaamde concernregeling;

    - een verduidelijking van de voorzienbaarheid in relatie tot de schadeoorzaak.

 

Voor de goede orde merken wij op dat de onderhavige beleidsregel enkel nog betrekking heeft op oude situaties onder het recht dat gold voor 1 januari 2024. Dat heeft de volgende reden. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent vanaf 1 januari 2024 de nieuwe Titel 4.5. Voor de toepassing van titel 4.5 van de Awb is overgangsrecht bepaald. Daarin is vastgelegd dat het recht zoals dat gold voor 1 januari 2024 van toepassing blijft:

  • - op schade, veroorzaakt door een besluit dat werd bekendgemaakt of een handeling die werd verricht voor het tijdstip waarop die wet voor dat besluit of die handeling in werking is getreden;

    - op schade, veroorzaakt door een handeling ter uitvoering van een besluit dat werd bekendgemaakt voor het tijdstip waarop die wet voor dat besluit in werking is getreden, en

    - op schade, veroorzaakt door latere besluiten of andere handelingen ter uitvoering van diezelfde activiteit, als het eerste besluit tot uitvoering van een activiteit is genomen voor het tijdstip waarop deze wet voor dat besluit in werking is getreden.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit vast te stellen de volgende Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

college:

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

compensatie:

de vergoeding van onevenredige schade die de aanvrager lijdt als gevolg van een besluit van het college of rechtmatig feitelijk handelen door de gemeente als publiekrechtelijk rechtspersoon;

jaarbasis:

gebaseerd op een periode van 12 maanden;

normaal infrastructureel werk:

infrastructurele maatregel die als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden gezien, niet zijnde een infrastructurele maatregel die voortvloeit uit plotselinge en onvoorziene omstandigheden;

normbrutowinstmarge:

omzet minus de inkoopwaarde van de afzet op jaarbasis, uitgedrukt in een percentage van de omzet;

normomzet:

gemiddelde omzet over in beginsel de laatste drie jaren voorafgaand aan het begin van de schadeperiode, inclusief eventuele procentuele dalingen of stijgingen;

omzetdrempel:

het bedrag van de normomzet vermenigvuldigd met het drempelpercentage omzetdaling.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing op aanvragen om schadevergoeding waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door het college en het schadeveroorzakende besluit bekend is gemaakt of de schadeveroorzakende handeling is verricht vóór 1 januari 2024.

 

Artikel 3 Compensatie

  • 1.

    Het college kan degene die schade lijdt op aanvraag compensatie toekennen als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    a. de schade is het gevolg van de rechtmatige uitoefening door of namens het college van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak, of rechtmatig feitelijk handelen door de gemeente als publiekrechtelijk rechtspersoon;

    b. de schade behoort redelijkerwijze niet of niet helemaal tot last te blijven van aanvrager, en;

    c. de schade is niet of niet voldoende op een andere manier verzekerd.

  • 2.

    De compensatie wordt betaald in geld.

  • 3.

    Het college kan besluiten de compensatie toe te kennen in een andere vorm dan de betaling van een geldsom.

 

Artikel 4 Bagatelschade

  • 1.

    Binnen het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico vallende schade komt niet voor compensatie in aanmerking.

  • 2.

    Onderstaande schadebedragen komen in ieder geval niet voor compensatie in aanmerking:

    a. schade voor particulieren die minder bedraagt dan € 500,-;

    b. schade voor ondernemingen die minder bedraagt dan € 1000,-.

 

Artikel 5 Omzetdrempel en kostendrempel

  • 1.

    Schade die het gevolg is van een normaal infrastructureel werk wordt niet gecompenseerd als de schade het gevolg is van een tijdelijke omzetdaling die niet meer is dan de omzetdrempel van 8 % op jaarbasis.

  • 2.

    Geleden nadeel minder dan het drempelpercentage komt niet voor compensatie in aanmerking.

 

Artikel 6 Kortingspercentage normaal maatschappelijk (ondernemers)risico

  • 1.

    Als de schade ten gevolge van een normale infrastructurele maatregel de omzetdrempel bedoeld in artikel 5 overstijgt, wordt ter bepaling van het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico een kortingspercentage gehanteerd ten aanzien van de schade op jaarbasis waarbij het kortingspercentage voor de eerste 12 maanden 25% bedraagt en voor de tweede periode van 12 maanden 12,5% bedraagt.

  • 2.

    Met ingang van het derde jaar waarin de schade wordt geleden wordt door het college geen kortingspercentage gehanteerd.

 

Artikel 7 Concern-benadering

Voor de afhandeling van aanvragen om schadevergoeding van een zelfstandige economische entiteit baseert het college zich op de door de aanvrager daarvoor aangeleverde gegevens. Aanvrager moet voor het normaal ondernemersrisico desgevraagd kunnen aantonen dat sprake is van een zelfstandige economische entiteit. Hiervoor is bepalend dat de onderneming voor rekening en risico van de aanvrager wordt gedreven.

 

Artikel 8 Voorschot

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen geldsom.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt maximaal 90% van de naar verwachting uit te betalen geldsom.

 

Artikel 9 Risicoaanvaarding en beperken van schade

  • 1.

    Schade door een oorzaak als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die voor de belanghebbende redelijkerwijs te verwachten (voorzienbaar) was op het moment dat de investeringsbeslissing werd genomen, wordt niet gecompenseerd.

  • 2.

    Voor de bepaling van de voorzienbaarheid als genoemd in het vorige lid onderzoekt het college welke openbare en concrete gegevens op het moment van investeren bekend waren over de schadeoorzaak.

  • 3.

    Schade wordt niet gecompenseerd als aanvrager niets of te weinig heeft gedaan om de schade te beperken of voorkomen.

 

Artikel 10 Advies deskundigen

  • 1.

    Het college kan een commissie instellen voor de advisering over aanvragen om compensatie.

  • 2.

    Het college kan een aanvraag om compensatie voorleggen aan een extern adviseur of een, door het college in te stellen commissie.

  • 3.

    Het college vraagt aan de extern adviseur dan wel de commissie advies indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is vanwege de complexiteit van de aanvraag.

  • 4.

    In elk geval is geen advies vereist, indien het college besluit een aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling te nemen.

 

Artikel 11 Kosten van deskundigenbijstand

Als bij de indiening van de aanvraag een vergoeding van de kosten van het inroepen van rechtsbijstand en/of deskundigenbijstand wordt gevraagd, en het maken van deze kosten en de hoogte van deze kosten redelijk zijn, kunnen deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Artikel 12 Vergoeding van wettelijke rente

Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen compensatie. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat wordt gesteld op de datum van ontvangst van een volledige aanvraag.

 

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022 wordt per 1 april 2024 ingetrokken.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

De Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024 treedt in werking met ingang van 1 april 2024.

 

Artikel 15 Overgangsbepaling

  • 1.

    De bepalingen van deze beleidsregel zijn toepassing op aanvragen waarop op 1 april 2024 nog niet is beslist.

  • 2.

    De bepalingen van de Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022 blijven van toepassing op aanhangige bezwaar- of beroepschriften die zijn ingediend voor 1 april 2024.

 

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2024.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 4

Het normaal maatschappelijk risico is een eigen risico of ondernemersrisico bij maatschappelijke ontwikkelingen. Het uitgangspunt hierbij is dat normale maatschappelijke ontwikkelingen die inherent zijn aan het leven in een samenleving voorzienbaar zijn en in beginsel voor eigen rekening dienen te blijven. Nadeelcompensatie betreft dus de compensatie van onevenredig nadeel. Daar hoort in ieder geval een minimumschadebedrag bij, waarvan duidelijk is dat dit in elk geval binnen het normaal maatschappelijk risico valt en dus niet voor vergoeding in aanmerking komt. Dit wordt de bagateldrempel genoemd. Het minimumschadebedrag is voor particulieren € 500,- en voor bedrijven € 1.000,-.

 

Artikel 5

De wijze van berekening van de omzetdrempel in de oude beleidsregel sloot aan bij de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen van het ministerie van BZK. Er was bewust niet gekozen voor een standaarddrempel, omdat een standaarddrempel ongelijk uitwerkt bij ondernemingen in verschillende branches. Met de oude beleidsregel werd maatwerk geleverd en rekening gehouden met de kostenstructuur van de aanvragende onderneming.

In de motie ‘Eerlijke compensatie’ (RIS316500) wordt uitgegaan van een drempel van 5%. In de rechtspraak en ook in andere steden wordt echter uitgegaan van een drempel van 8%. Het lijkt ons logisch om ook 8% aan te houden. Dit percentage komt overeen met een omzetverlies van een maand en achten wij daarom redelijk.

 

Artikel 7

De concernbenadering houdt in dat de schade die gedragen wordt door een onderneming, een zelfstandige economische entiteit dient te zijn. Of er sprake is van een zelfstandige economische entiteit wordt beoordeeld op de door de aanvrager daarvoor aangeleverde gegevens.

De aanvrager moet voor het normaal ondernemersrisico kunnen aantonen dat er sprake is van een zelfstandige economische entiteit. Hiervoor is bepalend dat de onderneming voor rekening en risico van de aanvrager wordt gedreven. De schade zal, door schade-experts worden beoordeeld per entiteit.

Het college wil met deze werkwijze invulling geven aan de in de motie ‘Compenseer schade waar deze geleden wordt’ (RIS317280) genoemde concernbepaling.

 

Artikel 8

De algemene bevoegdheid voor het college om een voorschot toe te kennen vloeit voort uit de artikelen 4:95 en 4:96 van de Awb. Op basis hiervan kan een voorschot worden verleend wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld. Dit betekent dat aanvragen om een voorschot in handen zullen worden gesteld van een schade-expert om ons te adviseren of het aannemelijk is dat de aanvraag voor toekenning in aanmerking komt. Voor de maximale hoogte van een voorschotbedrag is aangesloten bij het voorbeeldpercentage dat is opgenomen in de Model Verordening nadeelcompensatie van de VNG. Echter, wanneer de aanvrager aangeeft een lager bedrag te willen ontvangen, is dit natuurlijk ook mogelijk.

 

Artikel 9

Het moment vanaf wanneer voorzienbaarheid moet worden aangenomen laat zich niet eenvoudig in een vaste regel vatten. Per situatie zal dit moeten worden beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden.

Volgens de “Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn concrete beleidsvoornemens die door de overheid zijn gepubliceerd de belangrijkste bron van risicoaanvaarding.

 

Den Haag, 25 maart 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen