Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Gebiedskaart reclamebelasting 2014.pdf Raadsbesluit belastingverordeningen (def).pdf |
In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.
Gemeentewet, art. 227
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2014 | 07-01-2015 | Gewijzigde regeling | 02-01-2014 Digitaal gemeenteblad Heerenveen, 10-01-2014 | GF13.20092 | |
12-12-2013 | 11-01-2014 | Gewijzigde regeling | 09-12-2013 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 11-12-2013 | GF13.20086 | |
28-12-2012 | 01-01-2014 | Tarieven zijn aangepast m.i.v. 1-1-2013 | 17-12-2012 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 27-12-2012 | GF12.20104 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | gewijzigde regeling | 08-12-2011 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 15-12-2011 | GF11.20104 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 13-12-2010 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 22-12-2010 | GF10.20109 |
Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van de gemeente Heerenveen zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven voor reclameobjecten zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging behoren, worden bij elkaar opgeteld. Indien een vestiging tezamen met een bouwwerk of deel daarvan wordt gebruikt door één belastingplichtige, worden de oppervlakten van alle reclameobjecten die bij de vestiging en deze bouwwerken of delen daarvan behoren bij elkaar opgeteld.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor reclameobjecten:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze zijn geplaatst in een voorziening of anderszins waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn.
Artikel 8 Berekening van de reclamebelasting
De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:
als de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de kant van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte, de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;
als het reclameobject bestaat uit het reclamevoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte, de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp aan 2 kanten omsluit;
als de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte, de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als een toename van de oppervlakte van het reclameobject gedurende de rest van het belastingtijdvak leidt tot indeling in een hogere tariefklasse, leidt dat tot een nieuw belastbaar feit en wordt een aanslag opgelegd voor het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het belastingtijdvak.
Als vermindering van de oppervlakte van de reclameobjecten gedurende de rest van het belastingtijdvak leidt tot indeling in een andere tariefklasse, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het belastingtijdvak.
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later op de laatste (werk)dag van de betreffende maand.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Met ingang van de in artikel 16 genoemde datum van ingang van heffing, wordt de in de raadsvergadering van 9 december 2013 vastgestelde Verordening Reclamebelasting 2014 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan: