Organisatie | Veiligheidsregio Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling studiefaciliteiten Veiligheidsregio Fryslân |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2024 | nieuwe regeling | 21-03-2024 |
Artikel 1 Doel en uitgangspunten
De regeling heeft betrekking op de procedure voor het aanvragen en toekennen van studiefaciliteiten bij verschillende scholingsactiviteiten. De regeling heeft tot doel om te komen tot een eenduidig aanbod van studiefaciliteiten aan alle medewerkers (exclusief vrijwilligers en crisisfunctionarissen) in dienst van Veiligheidsregio Fryslân. Uitgangspunt hierbij is dat al het personeel onder gelijke omstandigheden in beginsel gelijk wordt behandeld.
De opleidingen van de 24-uursdienst van de Brandweer in het kader van het tweede loopbaanbeleid staan los van deze regeling. Medewerkers van de 24-uursdienst hebben faciliteiten die gekoppeld zijn aan het tweede loopbaanbeleid. Ook kunnen zij in de periode voorafgaand aan de eerste activiteiten rondom een tweede loopbaan (oriëntatiefase), gebruik maken van deze regeling.
Bij de toekenning van studiefaciliteiten wordt onderscheid gemaakt in functienoodzakelijke opleidingen, functiepassende opleidingen en loopbaanpassende opleidingen.
Artikel 2 Verantwoordelijkheden
Het managementteam (MT) van een afdeling/kolom is verantwoordelijk voor het budget en de toekenning van studiefaciliteiten conform deze regeling. Er wordt in het MT een integrale afweging gemaakt. De uiteindelijk gemaakte afspraken met de medewerker worden bij toekenning van studiefaciliteiten vastgelegd in het digitale personeelsdossier.
P&O is verantwoordelijk voor de advisering over en bewaking van de juiste uitvoering van de studiefaciliteitenregeling.
De medewerker is verantwoordelijk voor het indienen van een beargumenteerde aanvraag indien het MT hierom verzoekt. In de aanvraag wordt de studie vergeleken met een vergelijkbare alternatieve studie. Indien de studie meer dan een jaar aan studietijd omvat of de kosten hoger zijn dan € 10.000, wordt te allen tijde een beargumenteerde aanvraag ingediend. Verder heeft de medewerker de verantwoordelijkheid de studie naar het beste vermogen te verrichten en deel te nemen aan alle (eind)opdrachten en examens, zijn leidinggevende op de hoogte te houden van de voortgang, en tenslotte dat er een kopie van het behaalde diploma, getuigschrift, certificaat of verklaring opgenomen wordt in het digitale personeelsdossier.
Opleidingstijd: als opleidingstijd geldt de benodigde tijd voor het volgen van lessen en het afleggen van examens. Het bestuderen van les- of leerstof, het maken van opdrachten en het voorbereiden van examens wordt niet als opleidingstijd gezien. Ook eventuele reis- en/of verblijftijd wordt niet als opleidingstijd aangemerkt.
Artikel 4 Functienoodzakelijke opleidingen
Terugbetalingsverplichting: gelet op de Wet Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden geldt er géén terugbetalingsverplichting. Het maakt niet uit of de medewerker de opleiding wel of niet met goed gevolg afgerond heeft of dat de medewerker ontslag neemt tijdens de opleiding.
Een uitzondering hierop betreft een opleiding voor een gereglementeerd beroep (overheid.nl): voor deze opleidingen kan wel een terugbetalingsverplichting worden afgesproken.
Artikel 5 Functiepassende opleidingen
Opleidingstijd binnen de reguliere werktijd van de medewerker wordt aangemerkt als werktijd. Opleidingstijd buiten de reguliere werktijd van de medewerker (bijvoorbeeld in de avond) wordt aangemerkt als eigen tijd. De leidinggevende kan in afwijking van het voorgaande en op basis van de belasting voor de medewerker besluiten om (een deel van) de opleidingstijd buiten de reguliere werktijd van de medewerker aan te merken als werktijd.
Er is een terugbetalingsverplichting van toepassing indien sprake is van opleidingskosten gelijk aan, dan wel hoger dan het jaarlijks wettelijk vastgestelde voltijd collegegeld voor hogescholen en universiteiten (Rijksoverheid.nl).
De terugbetalingsverplichting is als volgt:
In afwijking van bovenstaande uitgangspunten geldt geen terugbetalingsverplichting bij het verlaten van de organisatie indien de opleiding als doel had om een functie buiten de organisatie te kunnen aanvaarden en dit schriftelijk is vastgelegd in het personeelsdossier.
Artikel 6 Loopbaanpassende opleidingen
Opleidingskosten worden afhankelijk van de (toekomstige) meerwaarde voor de organisatie vergoed. De volgende richtlijn is van toepassing:
Meerwaarde voor de organisatie:
Opleidingstijd binnen de reguliere werktijd van de medewerker wordt aangemerkt als werktijd. De leidinggevende kan in afwijking van het voorgaande besluiten om (een deel van) de opleidingstijd binnen de reguliere werktijd aan te merken als eigen tijd. Opleidingstijd buiten de reguliere werktijd van de medewerker (bijvoorbeeld in de avond) wordt aangemerkt als eigen tijd.
Geen meerwaarde voor de organisatie:
Opleidingskosten voor loopbaanopleidingen die geen meerwaarde hebben voor de organisatie maar die wel bijdragen aan de inzetbaarheid van de medewerker op de arbeidsmarkt, worden voor maximaal 50% vergoed. De medewerker kan, indien wordt voldaan aan de daarvoor gestelde voorwaarden, zijn IKB inzetten voor de eigen bijdrage aan de opleidingskosten.
Er is een terugbetalingsverplichting van toepassing indien sprake is van opleidingskosten gelijk aan, dan wel hoger dan het jaarlijks wettelijk vastgestelde voltijd collegegeld voor hogescholen en universiteiten (Rijksoverheid.nl).
De terugbetalingsverplichting is als volgt:
In afwijking van bovenstaande uitgangspunten geldt geen terugbetalingsverplichting bij het verlaten van de organisatie indien de opleiding als doel had om een functie buiten de organisatie te kunnen aanvaarden en dit schriftelijk is vastgelegd in het personeelsdossier.
Faciliteiten worden verleend voor de vooraf vastgestelde duur van de studie. Deze termijn kan op verzoek van medewerker worden verlengd:
De verleende studiefaciliteiten kunnen -al dan niet tijdelijk- ingetrokken worden als de direct leidinggevende van oordeel is dat de medewerker zich niet voldoende heeft ingespannen met als risico dat de toegekende studietermijn overschreden wordt.