Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bonaire

Uitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid Bonaire 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBonaire
OrganisatietypeCaribisch openbaar lichaam
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid Bonaire 2020
CiteertitelUitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid Bonaire 2020
Vastgesteld doorBestuurscollege
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageA.B. 2023 no. 14

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wegenverkeersverordening Bonaire

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-2023hoofdstuk 6A, artikel 9, 10, 15, 23, 31a

05-06-2023

A.B. 2023 no. 14

A.B. 2023 no. 14
07-05-202006-06-2023nieuwe regeling

09-04-2020

A.B. 2020 no. 5

A.B. 2020 no. 5

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid Bonaire 2020

EILANDSBESLUIT , VAN ALGEMENE STREKKING van 2 9 APR 2020 no. 1

Ter uitvoering van artikel 103 van de Wegenverkeersverordening Bonaire (AB 2019, no.4) en tot intrekking

van het Uitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid (A.B. 1992, no. 5) (Uitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid Bonaire 2020).

 

HET BESTUURSCOLLEGE VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE;

 

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1  

Voor de toepassing van dit eilandsbesluit ,van algemene strekking wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een examen aanvraagt;

  • b.

    aanvullend theorie-examen: theoretische toets waarbij het verkeersinzicht dat relevant is voor het besturen van voertuigen waarvoor een rijbewijs van de categorieën C, D en E van belang is, wordt getoetst;

  • c.

    afdeling Bureau Rijbewijzen: de instantie zoals bedoeld in artikel 3;

  • d.

    bedrijfsrem :reminrichting die alle wielen van het motorvoertuig met gelijke kracht afremt;

  • e.

    CBR rijprocedure :de door partners in de mobiliteitsbranche in Europees Nederland samengestelde rijprocedure waarin hetmeest wenselijk rijgedrag en uitvoering van bijzondere manoeuvres en bijzonder verrichtingen op grond van wettelijke exameneisen zijn beschreven

  • f.

    coördinator: de functionaris die de afdeling Bureau Rijbewijzen coördineert;

  • g.

    examenvoertuigen : motorvoertuigen die ter beschikking gesteld worden aan de afdeling Bureau Rijbewijzen om rijexamens af te nemen;

  • h.

    examinator: de medewerker van de afdeling Bureau Rijbewijzen, die de bevoegdheid heeft het theorie­ examens en het praktijkexamens af te nemen;

  • i.

    hoofd: het hoofd van de afdeling Bureau Rijbewijzen ;

  • j.

    . kijkgedrag : het onderscheid tussen breed en ver vooruit waarnemen ,op de juiste manier de spiegels gebruiken, dode hoek verkleinen door bewust naast en achter het voertuig het blikveld verruimen om gevaarlijke situaties te voorkomen;

  • k.

    motorvoertuig :een gemotoriseerd voertuig, niet zijnde een bromfiets en een invalidenvoertuig, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen ;

  • l.

    praktijkexamen: praktische beoordeling van rijvaardigheid door middel van een {korte) rit onder toezicht van een examinator van de afdeling Bureau Rijbewijzen;

  • m.

    theorie-examen: theoretische toets waarbij het verkeersinzicht van kandidaten die aan het examen deelnemen, wordt getoetst ;

  • n.

    wegenverkeersverordening: Wegenverkeersverordening Bonaire (A.B. 2019, no.7);

Artikel 2  

Een verklaring als bedoeld in artikel 102,onderdeel b, van de Wegenverkeersverordening wordt afgegeven aan de aanvrager die met voldoende resultaat een examen heeft afgelegd dat bestaat uit een theorie­ examen en een praktijkexamen.

HOOFDSTUK 2 HET BUREAU RIJBEWIJZEN

Artikel 3  

  • 1.

    Er is een afdeling Bureau Rijbewijzen.

  • 2.

    Het bestuurscollege benoemt en ontslaat de medewerkers van deze afdeling. Deze medewerkers zijn bevoegd het theorie-examen en het praktijkexamen at te nemen.

  • 3.

    Het bestuurscollege wijst een coördinator aan.

  • 4.

    Het bestuurscollege wijst een hoofd en een waarnemend hoofd aan.

  • 5.

    Het hoofd kan huisregels voor de afdeling Bureau rijbewijzen vast stellen.

Artikel 4  

  • 1.

    Het hoofd wijst voor het theorie-examen en het praktijkexamen een of meer examinatoren aan, belast met het afnemen van deze examens en het beoordelen van de resultaten daarvan.

  • 2.

    De examinator ziet er op toe dat tijdens het theorie-examen en het praktijkexamen de van toepassing zijnde bepalingen van dit besluit stipt worden nageleefd.

  • 3.

    De examinator onthoudt zich van op- of aanmerkingen, die enige invloed kunnen hebben op de uitslag van het theorie-examen en het praktijkexamen .

  • 4.

    Eventueel gevraagde uitleg bij het schriftelijk of digitaal theorie-examen wordt duidelijk hoorbaar voor iedere aanwezige gegeven.

Artikel 5  

  • 1.

    De afdeling Bureau Rijbewijzen is belast met het opstellen van de schriftelijke of digitale theorie­ examens overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vragen die op het mondeling theorie-examen worden gesteld.

  • 3.

    Het hoofd wijst medewerkers aan die de werkzaamheden uitvoeren vermeld in het eerste en tweede lid en bepaalt daarbij desgewenst hun specifieke taak .

HOOFDSTUK 3 INSCHRIJVING EXAMEN EN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

Artikel 6  

  • 1.

    Het bestuurscollege wijst bij eilandsbesluit:

    • a.

      de lokaliteiten aan waar de administratie van de afdeling Bureau Rijbewijzen zich bevinden: en,

    • b.

      de lokaliteiten aan waarin en van waaruit het theorie-examen en het praktijkexamen uitsluitend worden afgenomen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde lokaliteiten dienen op duidelijk zichtbare wijze te worden aangeduid.

Artikel 7  

  • 1.

    Het theorie-examen en het praktijkexamen worden op werkdagen van maandag tot en met donderdag tussen 8.00 en 17.00 uur en op vrijdag tussen 08.00 en 16.00 uur afgenomen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan het hoofd bepalen dat het theorie-examen en het praktijkexamen op zaterdag of in de avonduren worden afgenomen .

Artikel 8  

  • 1.

    Het theorie-examen en het praktijkexamen worden naar keuze van de aanvrager in het Papiamentu of het Nederlands afgenomen .

  • 2.
    • a.

      Het hoofd kan de aanvrager op diens schriftelijk verzoek toestaan het theorie-examen en het praktijkexamen af te leggen in de door deze gewenste andere taal dan die in het eerste lid genoemd.

    • b.

      lngeval het theorie-examen en het praktijkexamen worden afgenomen in een andere taal dan het Papiamentu of het Nederlands, dient de aanvrager zich tijdens deze examens voor eigen rekening te laten bijstaan door een beëdigd tolk.

Artikel 9  

  • 1.

    De inschrijving voor het theorie-examen en het praktijkexamen geschieden bij de administratie van de afdeling Bureau Rijbewijzen.

  • 2.

    Bij de inschrijving voor het theorie-examen dient de aanvrager te overleggen:

    • a.

      een geldig betalingsbewijs van het bedrag voor de betaling van het theorie-examen; en

    • b.

      een geldige identiteitskaart van het openbaar lichaam Bonaire conform de Wet identiteitskaarten BES.

  • 3.

    Bij de inschrijving verifieert de met de inschrijving belaste functionaris of:

    • a.

      de aanvrager is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van Bonaire; en

    • b.

      de personalia die vermeld staan op het betalingsbewijs overeenkomen met de gegevens op het identiteitsbewijs.

  • 4.

    De functionaris die belast is met de inschrijving noteert de naam, het geslacht, het adres en verdere gegevens als bedoeld in het tweede lid in de daarvoor bestemde administratie.

  • 5.

    De oproep voor het theorie-examen die de aanvrager ontvangt bij inschrijving bevat:

    • a.

      de datum, het tijdstip en de plaats van het theorie-examen,

    • b.

      de wijze waarop het theorie-examen wordt afgelegd,

    • c.

      de categorie van het gewenste rijbewijs,

    • d.

      de datum van inschrijving, en

    • e.

      het examennummer.

Artikel 10  

  • 1.

    Bij de inschrijving voor het praktijkexamen dient de aanvrager te overleggen:

    • a.

      een geldig betalingsbewijs van het bedrag voor de betaling van het praktijkexamen;

    • b.

      een geldige identiteitskaart van het openbaar lichaam Bonaire conform de Wet identiteitskaarten BES;

    • c.

      het bewijs dat de aanvrager niet langer dan een jaar geleden het theorie-examen met goed resultaat heeft afgelegd; en

    • d.

      een verklaring als bedoeld in artikel 102, onderdeel c, van de Wegenverkeersverordening. Bij een geconstateerd lichamelijk of geestelijk gebrek kan het hoofd in belang van de verkeersveiligheid besluiten dat een door een keuringsarts medisch deskundig advies dient te worden overlegd.

  • 2.

    Bij de inschrijving verifieert de met de inschrijving belaste functionaris of:

    • a.

      de aanvrager is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van Bonaire; en

    • b.

      de personalia die vermeld staan op het betalingsbewijs overeenkomen met de gegevens op het identiteitsbewijs.

  • 3.

    De oproep voor het praktijkexamen die de aanvrager ontvangt bij inschrijving bevat:

    • a.

      de datum, het tijdstip en de plaats van het praktijkexamen;

    • b.

      de categorie van het gewenste rijbewijs;

    • c.

      de eisen waaraan het voertuig dat wordt gebruikt voor het praktijkexamen technisch en anderszins moet voldoen;

    • d.

      de datum van inschrijving; en

    • e.

      het examennummer.

Artikel 11  

Voor toelating tot het praktijkexamen voor de categorieën C, D,en E dient de aanvrager in het bezit te zijn van een verklaring zoals bedoel in artikel 102, onderdeel b. van de Wegenverkeersverordening voor categorie B en een verklaring dat de aanvrager met goed resultaat het aanvullend theorie-examen als bedoeld in artikel 20 heeft afgelegd.

Artikel 12  

De aanvrager dient zich op het tijdstip waarop het praktijkexamen aanvangt, te meldenop de daartoe door het hoofd aangewezen plaats en toont zijn oproep en geldig legitimatiebewijs.

Artikel 13  

  • 1.

    De aanvrager die verhinderd is aan een theorie- of praktijkexamen deel te nemen, dient dit uiterlijk 24 uren voor het tijdstip van het examen aan de administratie van de afdeling Bureau Rijbewijzen te melden.

  • 2.

    De aanvrager ,die zich zonder tijdige kennisgeving niet of te laat meldt op de aangewezen plaats, wordt van deelname aan het theorie- of praktijkexamen uitgesloten ,tenzij naar het oordeel van het hoofd, en bij diens afwezigheid de coördinator, sprake is van overmacht

  • 3.

    lndien de examinator op het vastgestelde tijdstip van de aanvang van het theorie- of praktijkexamen daartoe nog niet in de gelegenheid is, dient de aanvrager te wachten en zich, zodra de examinator beschikbaar is, aan te melden.

Artikel 14  

De kandidaat, die tijdens het theorie-examen oneerlijke of bedrieglijke handelingen verricht , wordt van deelname aan of voortzetting van dat examen uitgesloten .

Artikel 15  

  • 1.

    Op grond van de Retributie- en legesverordening Bonaire wordt eenmaal leges geheven voor het afleggen van twee examens, te weten één theorie-examen en één praktijkexamen.

  • 2.

    Indien een herexamen wordt gedaan, komt dit te gelden als tweede examen. Indien de aanvrager meer dan twee examens wenst af te leggen, worden opnieuw leges geheven en kunnen er opnieuw twee examens worden afgelegd.

  • 3.

    Onder het afleggen van een examen wordt mede verstaan de uitsluiting van een examen als bedoeld in artikel 13, tweede lid, of artikel 14.

HOOFDSTUK 4 HET THEORIE-EXAMEN

Artikel 16  

  • 1.

    Het theorie-examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen , volgens het zogenaamde meerkeuze­ systeem.

  • 2.

    Het theorie-examen wordt mondeling afgenomen:

    • a.

      indien de aanvrager daarom verzoekt wegens onvoldoende lees- en schrijfvaardigheid of om andere dringende redenen, en naar het oordeel van het hoofd op grond van de aangevoerde omstandigheden hiertegen geen bezwaar bestaat, of;

    • b.

      ingeval het examen wordt afgenomen in een andere taal dan het Papiamentu of Nederlands.

Artikel 17  

  • 1.

    lndien het theorie-examen schriftelijk of digitaal wordt afgenomen , geschiedt dit klassikaal, onder surveillance van een daartoe door het hoofd aangewezen examinator.

  • 2.
    • a.

      lndien het theorie-examen mondeling wordt afgenomen wordt dat gedeelte afgenomen door maximaal twee examinatoren, die daartoe zijn aangewezen door het hoofd.

    • b.

      lndien het theorie-examen wordt afgenomen door twee examinatoren ,wijst het hoofd een van hen aan als rapporteur.

  • 3.

    De duur van het theorie-examen bedraagt ten hoogste twintig minuten indien het schriftelijk wordt afgenomen en dertig minuten indien het mondeling wordt afgenomen.

  • 5.

    De in het derde lid vermelde tijden worden verlengd met lien minuten, indien uit een door een psycholoog of orthopedagoog afgegeven verklaring blijkt dat de examenkandidaat lijdt aan dyslexie of dat er sprake is van leesproblemen

Artikel 18  

Bij het theorie-examen dient de aanvrager blijk te geven van voldoende kennis van de bepalingen van de wegenverkeersverordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten zoals:

  • a.

    begrippen;

  • b.

    maatregelen, bevelen, aanwijzingen en aanduidingen inzake het wegverkeer, zoals:

    • -

      de verkeersborden en -aanwijzingen;

    • -

      de verkeerstekens ,en;

    • -

      de voorrangsregels , met dien verstande dat te ingewikkelde situaties worden vermeden ;

  • c.

    gedragsregels van weggebruikers, zoals:

    • -

      het algemeen gedrag van de bestuurder en de voetganger ;

    • -

      het rijden onder invloed van en het gebruik van alcoholhoudende drank of andere bedwelmende middelen;

    • -

      het rijden terwijl men door ouderdom, ziekte, zwakte, vermoeidheid of wegens andere oorzaken klaarblijkelijk daartoe onbekwaam is;

    • -

      het houden van wedstrijden op de weg met voertuigen of dieren;

    • -

      het door- of wegrijden na een ongeval te hebben veroorzaakt , waarbij een mens is gedood of gekwetst of de gezondheid is benadeeld of schade is toegebracht aan een ander dan een inzittende van het door- of weggereden voertuig;

    • -

      het rijden ondanks een daartoe strekkend door of vanwege de gezaghebber opgelegd rijverbod op grond van overmatig gebruik van alcoholhoudende drank of andere bedwelmende middelen;

    • -

      het veranderen van rijrichting door bestuurders;

  • d.

    eisen ten aanzien van de inrichting, belading en verlichting van voertuigen;

  • e.

    het rijbewijs;

  • f.

    andere rechten en verplichtingen van weggebruikers, zoals de bepalingen betreffende de motorrijtuigenbelasting , de verplichte aansprakelijkheidsverzekering en de bevoegdheden van de opsporingsambtenaar.

Artikel 19  

  • 1.

    Elk theoretie-examen omvat:

    • a.

      10 vragen over gedragsregels en eisen ten aanzien van de inrichting, belading en verlichting van voertuigen ;

    • b.

      7 vragen over voorrangssituaties, en;

    • c.

      9 vragen over afbeeldingen van verkeerstekens .

  • 2.

    Voor elk goed antwoord krijgt de aanvrager :

    • a.

      2 punten indien het betreft een vraag als bedoeld onder a van het eerste lid;

    • b.

      3 punten indien het betreft een vraag als bedoeld onder b van het eerste lid;

    • c.

      1 punt indien het betreft een vraag als bedoeld onder c van het eerste lid.

  • 3.

    De aanvrager is geslaagd indien deze in totaal tenminste 40 punten heeft behaald, waarvan tenminste 14 punten voor de vragen als bedoeld onder a van het eerste lid, tenminste 15 punten voor de vragen als bedoeld onder b van het eerste lid, en tenminste 6 punten voor de vragen als bedoeld onder c van het eerste lid.

  • 4.

    De aanvrager is niet voor het theorie-examen geslaagd indien:

    • a.

      minder dan 40 punten zijn behaald;

    • b.

      minder dan 14 punten zijn behaald voor de vragen als bedoeld onder a van het eerste lid;

    • c.

      minder dan 15 punten zijn behaald voor de vragen als bedoeld onder b van het eerste lid.

    • d.

      minder dan 6 punten zijn behaald voor de vragen als bedoeld onder c van het eerste lid.

Artikel 20  

  • 1.

    Om toegelaten te warden tot een praktijkexamen voor de categorieën C, D, of E, dienen aanvragers in aanvulling op het door hen reeds afgelegde theorie-examen voor categorie B, voorafgaande aan het praktijkexamen een aanvullend theorie-examen af te leggen.

  • 2.

    De duur van dit aanvullend theorie examen bedraagt ten hoogste 10 minuten indien dit schriftelijk wordt afgenomen en 15 minuten indien dit mondeling wordt afgenomen.

  • 3.

    Het aanvullend theorie-examen omvat 10 vragen over gedragsregels ,inrichting, belading, verlichting van voertuigen , verkeerstekens , voertuigkennis en voertuigbeheersing.

  • 4.

    Voor elk goed antwoord krijgt de aanvrager 2 punten.

  • 5.

    De aanvrager is niet voor het aanvullend theorie-examen geslaagd indien er minder dan 14 punten zijn behaald.

Artikel 21  

  • 1.

    Bij het schriftelijk theorie-examen heeft de aanvrager per vraag de keuze uit drie antwoorden, waarvan slechts een antwoord het goede antwoord is.

  • 2.

    Het antwoord wordt goed gerekend, als de aanvrager in het hokje voor het goede antwoord een kruisje heeft geplaatst.

  • 3.
    • a.

      lndien de aanvrager per vraag meer dan een kruisje plaatst, is het antwoord fout.

    • b.

      Een eventuele vergissing kan hersteld worden door het ingevulde hokje helemaal zwart te maken en daarna een kruisje te zetten voor het gewenste antwoord.

Artikel 22  

  • 1.

     

    • a.

      De examinator belast met het afnemen van het theorie-examen maakt hiervan een verslag in tweevoud op, volgens bijlage A van dit eilandsbesluit.

    • b.

      Het hoofd van de afdeling Bureau Rijbewijzen beslist naar aanleiding van het in het eerste lid bedoelde verslag over het resultaat van het theorie-examen.

  • 2.

    Het resultaat van het theorie-examen wordt uiterlijk de eerste werkdag nadat het examen is afgenomen bekend gemaakt.

  • 3.

    De aanvrager ontvangt een afschrift van het verslag van het theorie-examen .

Artikel 23  

  • 1.

    De examen kandidaat die het theorie-examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt toegelaten tot het praktijkexamen . Hij wordt in de gelegenheid gesteld dit zo spoedig mogelijk af te leggen.

  • 2.

    De examen kandidaat die het theorie-examen of praktijkexamen niet met goed gevolg heeft afgelegd, kanzich conform artikel 9 opnieuw inschrijven .

  • 3.

    De verklaring dat het theorie-examen met goed gevolg is afgelegd is een jaar geldig.

HOOFDSTUK 5 HET PRAKTIJKEXAMEN

Artikel 24  

  • 1.

    De examen kandidaat stelt voor het praktijkexamen een motorvoertuig van de categorie waarvoor hij het examen aflegt verlangt, ter beschikking van de examinator.

  • 2.

    Dit motorvoertuig dient aan de wettelijke voorschriften en te voldoen en voldoet aan de volgende vereisten :

    • a.

      bij afname van het praktijkexamen van de categorie A, moet het motorvoertuig een tweewielig motorvoertuig zijn met een minimale cilinderinhoud van 125cc;

    • b.

      voor een categorie B examen dient het motorvoertuig te zijn voorzien van vier portieren die elk toegang verschaffen tot een zitplaats;

    • c.

      het motorvoertuig dient te zijn ingericht met een stuurinrichting aan de linkerzijde;

    • d.

      voor de categorieën "B","C","D" en de motorvoertuigen die een aanhangwagen trekken tijdens het praktijkexamen "E", dient het motorvoertuig te zijn ingericht met dubbelbediening van de bedrijfsrem en koppeling;

    • e.

      motorvoertuigen met een automatische koppeling zijn uitgezonderd van de eis van dubbelbediening van de koppeling, zoals bedoeld in het tweede lid, onder d.

    • f.

      het motorvoertuig dien te zijn voorzien van extra binnen- en buitenspiegels, zodat de examinator vanuit zijn zitplaats voldoende kan ingrijpen en voldoende zicht naast en achter het motorvoertuig heeft;

    • g.

      de examenvoertuigen moeten verzekerd zijn als les- en examenvoertuig;

    • h.

      het motorvoertuig dient te zijn voorzien van een L bord met de afmetingen conform Bijlage D van dit eilandbesluit ;

    • i.

      de staat van onderhoud van het motorvoertuig moet zodanig zijn ,dat het rijden ermee geen gevaar oplevert en het verblijf erin aanvaardbaar kan worden geacht. Niet aanvaardbaar zijn onder andere een vuil interieur, een niet of slecht werkende airco en benzine-, gas- of uitlaatdampen die in het interieur doordringen;

    • j.

      het motorvoertuig mag niet zijn voorzien van politieke, godsdienstige en/of aanstootgevende opschriften;

    • k.

      Het motorvoertuig mag geen wiel gebruiken met een zogenaamde 'noodband' er dient een reservewiel aanwezig te zijn.

    • l.

      het motorvoertuig mag niet zijn voorzien van uitzicht belemmerende voorwerpen, zoals stickers op de ruiten, in of aan het voertuig aanwezige versierselen, luxaflex of zon- c.q. rolgordijnen, spoilers.

    • m.

      het motorvoertuig mag niet zijn voorzien van 'kindersloten' die tijdens het examen in werking zijn .

    • n.

      er mogen geen geluids-en of beeldopname apparatuur aanwezig zijn

    • o.

      aanhangwagens dienen voor tenminste 50 procent van het laadvermogen te zijn beladen. In geval van twijfel kan de examinator voor een weegbrief vragen;

    • p.

      aanhangwagens tot 1500 kg zijn voorzien van een losbreekvoorziening met een stalen losbreekkabel;

    • q.

      bij het uitvoeren van bijzondere verrichtingen zijn elektronische hulpmiddelen niet toegestaan tijdens het examen;

    • r.

      bromfietsen zijn voorzien van een spiegel aan de linkerzijde .

  • 3.

    Met een motorvoertuig dat niet voldoet aan de in het tweede lid opgenomen vereisten kan geen praktijk examen worden afgelegd.

Artikel 25  

  • 1.

    Ter voorbereiding op het praktijkexamen kan de examinator voorafgaand aan het praktijkexamen vragen stellen over het betreffende voertuig.

  • 2.

    De duur van het praktijkexamen bedraagt ten hoogste dertig minuten.

  • 3.

    Het praktijkexamen wordt gestaakt indien de examinator van oordeel is:

    • -

      dat door het rijgedrag van de examen kandidaat de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht;

    • -

      door gedragingen van de examen kandidaat voortzetting niet wenselijk is,of;

    • -

      indien buiten toedoen van de kandidaat voortzetting niet mogelijk is.

  • 4.

    Op verzoek van een examenkandidaat en na verkregen toestemming van het hoofd Bureau Rijbewijzen kan een rijopleider tijdens het praktijkexamen meerijden.

Artikel 26  

Bij het praktijkexamen dient de kandidaat blijk te geven van:

  • 1.

    Voldoende bedrevenheid in het bedienen van de inrichtingen van het motorvoertuig, zoals;

    • a.

      rijklaar maken, juiste wijze starten en afzetten van de motor volgens bedieningsvoorschriften, inschakelen en zonder schokken of stoten wegrijden conform de "CBR Rijprocedures hoofdstuk "Rijklaar maken, bediening/beheersing en Milieubewust rijgedrag" ;

    • b.

      het behoorlijk schakelen, zowel versnellend als vertragend en het op de juiste wijze regelen van de gastoevoer, indien het motorvoertuig is voorzien van een koppelingspedaal;

    • c.

      het goed bedienen van de pedalen conform de "CBR Rijprocedures Hoofdstuk Rijklaar maken, bediening/beheersing en Milieubewust rijgedrag ";

  • 2.

    Voldoende verkeersinzicht, zoals;

    • a.

      het deelnemen aan het verkeer op zodanige wijze dat nimmer de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht;

    • b.

      het met een zekere mate van besluitvaardigheid rijden met een aan de aard van de weg en het overige verkeer aangepaste snelheid;

    • c.

      het met voldoende stuurvastheid behoorlijk meester zijn van het motorvoertuig.

  • 3.

    Van voldoende toepassing van de wegenverkeersvoorschriften tijdens het rijden, zoals;

    • a.

      het op de juiste wijze voorsorteren;

    • b.

      het op de juiste wijze handelen en een juist kijkgedrag vertonen bij diverse soorten kruisingen en splitsingen conform de "CBR Rijprocedures hoofdstuk . Op juiste en veilige wijze deelnemen aan het verkeer en hoofdstuk "Onderdelen van verkeersdeelneming ";

    • c.

      het correct en tijdig geven van signalen en rekening houden met verkeerstekens , verkeersdeelnemers, signalen en verkeerslichten;

    • d.

      het zich op de juiste wijze gedragen bij inhalen, voorbijgaan en ingehaald worden;

  • 4.

    Het voldoende beheersen en uitvoeren van de bijzondere verrichtingen met het motorvoertuig, zoals:

    • a.

      achteruitrijden in bochten of om te parkeren;

    • b.

      neerzetten van het motorvoertuig op een aangegeven plaats;

    • c.

      vlot en zonder fouten keren op een niet te brede weg;

    • d.

      de hellingproef;

    • e.

      bij een examen van categorie A, wordt door de examinator een keuze gemaakt uit minimaal 4 opdrachten waaronder een parkeeropdracht conform de "CBR Rijprocedures A onderdeel "Examen Voertuigbeheersing" .

  • 5.

    Het op de juiste wijze gebruik maken van de invoeg- en uitrijstroken.

Artikel 27  

  • 1.

    De examinator van het praktijkexamen maakt hiervan een verslag op in tweevoud, conform Bijlage B van dit eilandbesluit.

  • 2.

    Het hoofd van de afdeling Bureau Rijbewijzen beslist direct na afloop van het examen naar aanleiding van het in het eerste lid genoemde verslag over het resultaat van het praktijkexamen.

  • 3.

    Het resultaat van het praktijkexamen wordt aan de aanvrager meegedeeld, zodra het hoofd hierover heeft beslist.

  • 4.

    . De aanvrager ontvangt desgevraagd een afschrift van het verslag.

Artikel 28  

  • 1.

    Een aanvrager is geslaagd voor het praktijkexamen, indien de vijf examenonderdelen genoemd in Bijlage B van dit besluit met een voldoende zijn beoordeeld .

  • 2.

    Een aanvrager is niet voor het praktijkexamen geslaagd indien:

    • a.

      minder dan vijf examenonderdelen genoemd in Bijlage B van dit besluit met een voldoende zijn beoordeeld;

    • b.

      indien tijdens het praktijkexamen de examinator op enige wijze heeft moeten ingrijpen om een dreigend gevaar voor andere weggebruikers te voorkomen, en dit dreigend gevaar door toedoen van de aanvrager is ontstaan;

    • c.

      bij toepassing van artikel 25,tweede lid.

Artikel 29  

  • 1.

    lndien het praktijkexamen met een motorvoertuig zonder koppelingspedaal of zonder handbediende koppelingshendel is afgenomen ,wordt dit als beperking op het rijbew ijs vermeld.

  • 2.

    Bezitters van een rijbewijs met de in het eerste lid bedoelde vermelde beperking, dienen een praktijkexamen met een motorvoertuig met een koppelingspedaal of met een handbediende koppelingshendel af te leggen indien zij een rijbewijs zonder vermelding wensen.

HOOFDSTUK 6 ONDERZOEK RIJVAARDIGHEID BROMFIETS

Artikel 30  

Een bromfiets rijvergunning, zoals bedoeld in artikel 100,lid 2,sub a, van de Wegenverkeersverordening Bonaire wordt verleend, nadat de kandidaat een theorie-examen en een rijproef met gunstig gevolg heeft afgelegd.

Artikel 31  

  • 1.

    Bij de inschrijving voor het bromfiets theorie-examen en rijproef dient de aanvrager het volgende te overleggen:

    • a.

      een betalingsbewijs voor de betaling van de leges ten behoeve van de vergunning voor het besturen van bromfietsen;

    • b.

      een geldig identificatiebewijs.

  • 2.

    De ambtenaar belast met de inschrijving van het bromfiets theorie-examen rijproef verifieert de overgelegde stukken, op juistheid en reserveert een examendatum voor de aanvrager.

  • 3.

    De aanvrager ontvangt bij het inschrijven van het theorie-examen en een rijproef een oproep met daarin vermeld de datum, het tijdstip , de locatie van het theorie-examen en rijproef en de huisregels van Bureau Rijbewijzen .

  • 4.

    Op de dag van het theorie-examen en de rijproef meldt de aanvrager zich met de oproep en het identiteitsbewijs op de locatie conform de oproep.

  • 5.

    De uitvoering van het theorie-examen geschiedt conform hoofdstuk 4 van dit besluit.

  • 6.

    De rijproef voor de bromfiets geschiedt conform hoofdstuk 5 van dit besluit.

  • 7.

    De bijzondere verrichtingen voor de bromfiets geschieden conform Bijlage C van dit besluit.

Hoofdstuk 6A BUITENLANDSE RIJBEWIJZEN

Artikel 31a  

In afwijking van artikel 2 is voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 102, onder b, van de Wegenverkeersverordening slechts vereist dat met voldoende resultaat een praktijkexamen is afgelegd voor een aanvrager met een buitenlands rijbewijs dat is afgegeven buiten Bonaire, indien:

  • a.

    het buitenlandse rijbewijs is afgegeven door het bevoegd gezag van een land als bedoeld in artikel 112, tweede lid, van de Wegenverkeersverordening, niet zijnde Nederland, Aruba, Curaçao, Sint maarten of de openbare lichamen Sint Eustatius of Saba;

  • b.

    het buitenlandse rijbewijs van de aanvrager geldig is ten tijde van de aanvraag; en

  • c.

    het buitenlandse rijbewijs tenminste een jaar oud is en de aanvrager binnen dat jaar tenminste zes maanden heeft gewoond in het land van afgifte.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 32  

Het Uitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid (AB 1992, no.5) wordt ingetrokken.

Artikel 32  

Dit eilandsbesluit, van algemene strekking treedt inwerking met ingang van de achtste dag na afkondiging.

Artikel 33  

Dit eilandsbesluit , van algemene strekking, wordt aangehaald als "Uitvoeringsbesluit onderzoek rijvaardigheid Bonaire 2020".

Aldus vastgesteld op de datum van dit eilandsbesluit, van algemene strekking.

Het bestuurscollege van openbaar lichaam Bonaire,

de gezaghebber

de eilandsecretaris wnd.

Dit eilandsbesluit, van algemene strekking, is door mij afgekondigd op 29 apr 2020

De gezaghebber.