Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen 2010 |
Citeertitel | Inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-07-2010 | nieuwe regeling | 08-07-2010 De Jutter/ De Hofgeest, 15-7-2010 | R10.070 |
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
betreffende de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Artikel 6 Onderwerp van samenspraak
Het betrokken bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of een samenspraakproces wordt aangegaan; over samenspraak ter voorbereiding van een raadsvoorstel van het college of de burgemeester besluit het college dan wel de burgemeester.
Artikel 8 Samenspraakprocedure
Het betrokken bestuursorgaan maakt voorafgaand aan de samenspraakprocedure het voornemen hiertoe bekend op de voor die samenspraak gepaste wijze. In deze kennisgeving wordt ingegaan op de in het eerste lid, onder a t/m f, bedoelde punten. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijk inhoud.
Algemene toelichting bij inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen
Versterking van burgerbetrokkenheid is een speerpunt in het beleid van de gemeente Velsen. Bij goede burgerparticipatie horen duidelijke regels, eenvoudige en doelmatige procedures en goed 'verwachtingsmanagement". Deze verordening voorziet daarin. Gekozen is voor een raamregeling die veel ruimte laat voor maatwerk. Inspraak en samenspraak kunnen alleen goed uit de verf komen als de zorgvuldigheid, de redelijkheid en de billijkheid steeds voorop staan. Dat verdraagt zich slecht met een al te gedetailleerde regeling. De verordening behandelt twee vormen van burgerbetrokkenheid die goed van elkaar ge- en onderscheiden moeten worden: inspraak en samenspraak. De gemeente Velsen hecht veel waarde aan samenspraak, als het instrument bij uitstek om burgers en eventueel maatschappelijke organisaties aan te spreken op hun mede-verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de stad. Samenspraak doet een beroep op hun oplossingsgerichtheid en creativiteit. De Velsense samenspraakpraktijk zoals deze zich de laatste jaren heeft ontwikkeld krijgt nu een formele basis in de verordening.
Belanghebbenden kunnen via inspraak hun mening geven over een plan dat gereed is voor bestuurlijke besluitvorming, zodat het eventueel nog kan worden aangepast voordat het betreffende bestuursorgaan erover beslist. Of inspraak wordt verleend beslist elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden. Inspraak wordt echter altijd verleend indien de wet of een gemeentelijke verordening daartoe verplicht. Het betreffende bestuursorgaan kan ook anderen dan belanghebbenden aan de inspraak laten deelnemen als het bestuursorgaan veronderstelt dat daardoor een kwalitatief beter en/of een breder gedragen beleid tot stand komt. Inspraak moet worden onderscheiden van de andere mogelijkheden die men heeft om zich tot het gemeentebestuur te wenden. Te denken valt hierbij aan het inspreekrecht bij raads- en commissievergaderingen. Andere mogelijkheden die buiten de verordening vallen zijn: het schrijven van brieven, het bezoeken van spreekuren, het houden van informatiebijeenkomsten enz.
Daarnaast moet inspraak ook worden onderscheiden van samenspraak, ook wel interactieve beleidsvorming genoemd. Het uitwisselen van ideeën tussen burgers en gemeente (tweerichtingsverkeer) is het belangrijkste kenmerk van samenspraak. Samenspraak is een werkwijze waarbij het bestuursorgaan, veelal voordat er sprake is van een concreet beleidsvoornemen, actoren (zoals burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven, deskundigen of andere overheden) bij de beleidsontwikkeling betrekt. In een samenspraakproces wordt getracht om in een open en evenwichtige samenwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, uitvoering of evaluatie van beleid te komen. Samenspraak mobiliseert daarbij de kennis en steun van betrokkenen bij beleidsproblemen waarvan het bestuursorgaan op voorhand niet weet - of nog niet wil bepalen - hoe deze opgelost zullen worden. Bij samenspraak wordt vaak een aantal keren van gedachten gewisseld.
Het betreffende bestuursorgaan kan ook anderen dan belanghebbenden aan de samenspraak laten deelnemen als het bestuursorgaan veronderstelt dat daardoor een kwalitatief beter en/of een breder gedragen beleid tot stand komt.
In beginsel geen dubbeling inspraak en samenspraak
Om nodeloze vertraging in beleidsprocessen te voorkomen geldt als hoofdregel dat er in beginsel geen dubbeling van inspraak en samenspraak plaatsvindt. Dit houdt in dat als inspraak (wettelijk voorgeschreven of niet) wordt toegepast, er in beginsel geen samenspraak wordt gehouden.
Bij zowel inspraak als samenspraak kunnen verschillende middelen worden ingezet om mensen te bereiken. Internet is daarbij een belangrijk medium. Het biedt, naast de gebruikelijke manier van publiceren, extra mogelijkheden om de Velsense bevolking te bereiken zodat burgers aan inspraak of samenspraak kunnen deelnemen op momenten die hen uitkomen. Daarnaast bereikt de gemeente met internet ook doelgroepen die niet zo gauw naar een bijeenkomst gaan, zoals jongeren. Beide aspecten dragen bij aan de toegankelijkheid van inspraak en samenspraak.
Artikelgewijze toelichting bij inspraak- en samenspraakverordening gemeente Velsen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
beleidsvoornemen: het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het zal duidelijk zijn dat het hierbij niet gaat om de vaststelling van concrete besluiten, maar om de vorming van het gemeentelijk beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd;
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
Het begrip bestuursorgaan is gedefinieerd in artikel 1:1, eerste lid, van de Awb. Het omvat in elk geval de raad, het college en de burgemeester. Elk bestuursorgaan van de gemeente kan zijn eigen beleidsvoornemens aan inspraak onderwerpen; indien inspraak echter onderdeel is van de voorbereiding door het college of de burgemeester van een raadsvoorstel, is het doelmatig als het college dan wel de burgemeester ook de inspraakbesluiten neemt. Het besluit om al dan niet inspraak te verlenen is een besluit in de zin van de Awb. Hiertegen kan dus bezwaar worden gemaakt. In het tweede lid is bepaald dat inspraak altijd wordt verleend, indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht. Hieronder is opgesomd welke wettelijke verplichtingen thans in ieder geval gelden:
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Op grond van deze verordening zijn belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 Awb inspraakgerechtigd. Het bestuursorgaan kan bepalen dat ook aan anderen dan belanghebbenden de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar voren te brengen (zie ook de algemene toelichting bij inspraak).
In het eerste lid is afdeling 3.4 Awb van toepassing verklaard op de inspraak. Uit afdeling 3.4. Awb volgt dat na ter inzage legging en bekendmaking van het beleidsvoornemen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren kunnen brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast. Zo kan het zijn dat bijvoorbeeld de genoemde zes-weken-termijn in bepaalde gevallen door het bestuursorgaan te lang wordt bevonden. Deze termijn zou dan kunnen worden aangepast bij besluit van het bestuursorgaan op grond van het tweede lid.
Artikel 5 Eindverslag inspraakprocedure
Met betrekking tot het eindverslag van de inspraakprocedure geldt in de verordening een ruimere regeling dan in afdeling 3.4 Awb (artikel 3:17 Awb) is voorgeschreven. Daarin is namelijk slechts bepaald dat verslag wordt gedaan van hetgeen tijdens de inspraakprocedure mondeling naar voren is gebracht. In de verordening is gekozen voor een uitgebreider eindverslag van de inspraakprocedure. Onder het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde verslag van de gevolgde inspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 Awb onverkort toegepast? Wanneer en hoe lang is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd enz.? Bij het overzicht bedoeld onder b van het tweede lid, volstaat een zakelijke weergave van de inspraakreacties. De schriftelijke inspraakreacties kunnen eventueel ook aan het verslag worden gehecht. In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Dit betekent dat degenen die hebben ingesproken een exemplaar van het eindverslag ontvangen, tenzij het aantal insprekers omvangrijk is, dan wordt volstaan met een algemene bekendmaking in de periodiek waarin de inspraakprocedure over het betrokken onderwerp werd aangekondigd.
In het vierde lid wordt de burgemeester verplicht om het eindverslag te vermelden in zijn burgerjaarverslag overeenkomstig artikel 170, tweede lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet. Ten behoeve hiervan draagt het betrokken bestuursorgaan zorg voor een adequate registratie van de gehouden inspraakprocedures en de eindverslagen.
Artikel 6 Onderwerp van samenspraak
In het algemeen zijn belanghebbenden het meest geïnteresseerd in deelname aan samenspraak als het gaat over onderwerpen binnen hun directe leefomgeving - buurt en wijk - en in mindere mate bij plannen op woonkern- of stedelijk niveau. Om die reden is het aan te raden samenspraak bij onderwerpen met een beperkte reikwijdte in te zetten. Als er redenen zijn om ook over stedelijke onderwerpen samenspraak te houden, dan kan overwogen worden alleen een groep intermediairen of een digitaal burgerpanel in te zetten. De hoofdregel is dat er geen samenspraak plaatsvindt als inspraak wettelijk is voorgeschreven. Het bestuursorgaan kan daar echter van afwijken. Het is alleen zinvol als dat gebeurt als een samenspraakproces een duidelijke meerwaarde heeft bij de voorbereiding van het conceptbesluit waar vervolgens nog inspraak op plaats moet vinden.
Artikel 7 Samenspraakgerechtigden
Zie de toelichting bij artikel 3.
Artikel 8 Samenspraakprocedure
Het verantwoordelijke bestuursorgaan besluit bij iedere samenspraak expliciet over de in het eerste lid van dit artikel genoemde punten:
In het tweede lid staat dat het voornemen om samenspraak te houden op gepaste wijze bekend wordt gemaakt. Wat "gepast" is, is afhankelijk van de reikwijdte van de samenspraak. De wijze van bekendmaking kan variëren van publicatie in een krant, een huis-aan-huisblad of bijvoorbeeld een persoonlijke brief.
Artikel 9 Eindverslag samenspraakprocedure
Onder het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde verslag van de gevolgde samenspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Bij het overzicht bedoeld onder b van het tweede lid, volstaat een korte zakelijke weergave van de inbreng van de deelnemers aan de samenspraak. Onderdeel c van het tweede lid schrijft voor dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de inbreng in de samenspraakprocedure wordt gedaan. In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Degenen die hebben deelgenomen aan de samenspraak ontvangen in beginsel een exemplaar van het eindverslag, tenzij dit aantal omvangrijk is, dan wordt volstaan met een algemene bekendmaking in de periodiek waarin de samenspraakprocedure werd aangekondigd. Ten behoeve van de in het vierde lid opgenomen vermelding in het burger- jaarverslag draagt het betrokken bestuursorgaan zorg voor een adequate registratie van de gehouden samenspraakprocedures en de eindverslagen.
Deze verordening treedt, conform artikel 142 Gemeentewet, in werking op de vierde dag na bekendmaking.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
Met deze bepaling wordt de bestaande inspraakverordening ingetrokken. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de verordening in werking treedt.