Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntparticipatie gehandicaptenbeleid + toelichting |
Citeertitel | Verordening cliëntparticipatie gehandicaptenbeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Verordening cliëntparticipatie gehandicaptenbeleid + toelichting |
Geen.
Gemeentewet art. 150<br />Wet voorzieningen gehandicapten art. 1a
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2003 | 01-01-2007 | Vervallen van rechtswege | 19-12-2002 Nieuwsbode, 31-12-2002 | B&W voorstel 12-11-2002 |
De raad van de gemeente Haaren;in zijn vergadering van 19 december 2002;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2002;gelet op het advies van de commissie Burgerzaken van 25 november 2002;gelet op artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten;gelet op artikel 150 van de Gemeentewet.BESLUIT:Vast te stellen de navolgende Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid
In dit besluit wordt verstaan onder:
mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening: mensen, die ten gevolge van een langdurige lichamelijke, of verstandelijke beperking, of blijvende gezondheidsproblemen, belemmeringen ondervinden in het inrichten van hun eigen leven of in hun mogelijkheden tot maatschappelijke participatie.
De cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid heeft de volgende doelstellingen: het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wvg en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde beleid;
In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid wordt de adviesraad tevens betrokken bij het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid, bestaande uit beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid ten behoeve van mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening.
De taak van de adviesraad bestaat uit het behartigen van collectieve belangen van Haarense ingezetenen, die aanspraak (kunnen) maken op een voorziening ingevolge de door de gemeente uit te voeren Wvg dan wel op enigerlei wijze betrokken (kunnen) raken bij het integrale gehandicaptenbeleid. Hieraan wordt uiting gegeven door het gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college van burgemeester en wethouders.
Deze adviezen betreffen onderwerpen overeenkomstig de doelstellingen zoals vermeld in artikel 3. Tot de onderwerpen behoren echter geen klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en richtlijnen. Evenmin behoren tot de bemoeienis voorschriften over de uitvoering van wettelijke taken voor zover bij deze uitvoering geen ruimte is gelaten voor gemeentelijk beleid.
De adviesraad ontvangt jaarlijks een subsidie voor de bestrijding van de noodzakelijkerwijs te maken onkosten. Met deze subsidie moet de adviesraad redelijkerwijze in staat kunnen worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening. Op deze subsidie is de Algemene subsidieverordening van toepassing.
1 Toelichting op de Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid
Met ingang van 1 april 2000 zijn gemeentebesturen verplicht om bij verordening regels vast te stellen inzake cliëntenparticipatie met betrekking tot het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten (hierna te noemen Wvg). Deze verordening is een uitwerking van genoemde wettelijke verplichting.ArtikelsgewijsDe artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht.Artikel 1Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de definitie van het begrip adviesraad volgt dat burgemeester en wethouders een bestaande organisatie als zodanig aanwijzen. Het moet daarbij gaan om een externe adviescommissie, bestaande uit de betrokkenen zelf en niet een door de gemeente ingesteld orgaan, die in de gemeente actief is en die zich ten doel stelt om de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening.Artikel 3Dit artikel omschrijft de twee doelstellingen van de verordening. De verordening beoogt in beginsel geen ruimere werking te hebben dan de wetgever voor ogen stond bij het opnemen van de verplichting in artikel 1a van de Wvg tot het regelen van cliëntenparticipatie inzake het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid.Artikel 4Dit artikel geeft de beleidsterreinen aan waarbij de adviesraad wordt betrokken. Een en ander volgt uit de wettelijke verplichting tot het regelen van cliëntenparticipatie in artikel 1a van de Wvg. De aspecten van het beleid (op de genoemde terreinen) waarbij de adviesraad wordt betrokken zijn:
Artikel 5Dit artikel geeft aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk wordt vormgegeven, met uitzondering van het ter beschikking stellen van middelen. Dit laatste is geregeld in artikel 6.Het derde lid van artikel 5a betreft de wettelijke verplichting tot het tijdig informeren (op grond van de Wvg artikel 1b). De omschrijving houdt in ieder geval in dat:
Het vijfde lid van artikel 5a draagt burgemeester en wethouders op om de adviesraad te voorzien van de voor de uitoefening van hun taak benodigde informatie. Burgemeester en wethouders bepalen zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien de adviesraad burgemeester en wethouders verzoekt om de informatie elektronisch (op diskette of via e-mail) aan te leveren dan zullen zij indien redelijkerwijze mogelijk aan dit verzoek voldoen.Het derde lid van artikel 5b spreekt over een "redelijke termijn" waarbinnen burgemeester en wethouders schriftelijk reageren naar aanleiding van overleg met en adviezen van de adviesraad. Hiermee wordt een termijn bedoeld van maximaal acht weken.Artikel 6Het platform ontvangt subsidie voor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening.