Overheidsorganisatie | Gemeente Heerenveen |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Tarievenwijziging m.i.v. 1 januari 2014
Gemeentewet, art. 223
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2013 | 11-01-2014 | Gewijzigde regeling | 09-12-2013 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 11-12-2013 | GF13.20086 | |
28-12-2012 | 01-01-2014 | Tarieven zijn aangepast m.i.v. 1-1-2013 | 17-12-2012 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 27-12-2012 | GF12.20104 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | gewijzigde regeling | 08-12-2011 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 15-12-2011 | GF11.20104 | |
01-01-2011 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 13-12-2010 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 22-12-2010 | GF10.20109 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 13-12-2010 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 22-12-2010 | GF10.20109 |
De raad van de gemeente Heerenveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt is vastgesteld.
In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
Als geen heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
De belasting bedraagt bij een waarde van:
minder dan € 70.000,-: € 394,84;
€ 70.000,00 of meer, maar minder dan € 140.000,00: € 491,26;
€ 140.000,00 of meer, maar minder dan € 210.000,00: € 593,78;
€ 210.000,00 of meer, maar minder dan € 280.000,00: € 688,17;
€ 280.000,00 of meer: € 794,75.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later op de laatste (werk)dag van de betreffende maand.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van ingang van heffing, worden de volgende verordeningen ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:
de ‘verordening forensenbelasting 2013’, vastgesteld door de raad van de gemeente Heerenveen op 17 december 2012;
de ‘verordening forensenbelasting 2013’, vastgesteld door de raad van de gemeente Boarnsterhim op 6 november 2012, voor zover dit het grondgebied betreft dat in het kader van de gemeentelijke herindeling vanaf 1 januari 2014 onderdeel wordt van de (nieuwe) gemeente Heerenveen;
alle eventuele andere verordeningen en beleidsregels betreffende de forensenbelasting, van de gemeente Boarnsterhim, voor zover dit het grondgebied betreft dat in het kader van de gemeentelijke herindeling vanaf 1 januari 2014 onderdeel wordt van de (nieuwe) gemeente Heerenveen.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als: verordening forensenbelasting 2014.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2013.
De griffier, De voorzitter,