Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Elburg |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Gemeente Elburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting ASV Elburg |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2024 | Nieuwe regeling | 18-03-2024 |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
1. Bestemmingsreserve: het deel van het eigen vermogen waaraan een bepaalde bestemming is gegeven en waarbij wordt aangegeven wanneer deze bestemming wordt gerealiseerd.
2. De-minimissteun: steun die niet kwalificeert als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1 van het Verdrag, omdat voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in een door een EU orgaan vastgestelde rechtshandeling in de zin van artikel 288 van het Verdrag en die betrekking heeft op de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun waaronder:
De hiervoor bedoelde rechtshandelingen gelden steeds in de versie zoals toepasselijk op het moment dat steun wordt toegekend.
3. Europees steunkader: het geheel van Groepsvrijstellingen en Richtsnoeren;
4. Groepsvrijstelling, een door een EU orgaan vastgestelde rechtshandeling als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag waarbij, steunmaatregelen van voorafgaande melding als bedoeld in artikel 108 lid 2 van het Verdrag zijn vrijgesteld, waaronder:
Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Pb EU 2022 L 327/1);
Verordening (EU) nr. 2022/2473 van de Europese Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Pb EU 2022 L 327/82);
Besluit C(2011) 9380 van de Europese Commissie van 20 december 2011, betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen (Pb EU 2012, L 7/2);
De hiervoor bedoelde rechtshandelingen gelden steeds in de versie zoals toepasselijk op het moment dat steun wordt toegekend;
5. Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent bestaande uit het aanbieden van goederen en/of diensten op een markt;
6. Periodieke subsidie: een periodieke subsidie is een subsidie die per boekjaar of kalenderjaar of voor een aantal boekjaren of kalenderjaren aan een aanvrager wordt verstrekt voor de kosten van een activiteit met een voortdurend karakter;
7. Richtsnoer : een document hoe ook genaamd [zoals bijvoorbeeld richtsnoer, mededeling, kaderregeling] waarin de Europese Commissie:
8. Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
9. Voorziening: een reservepot op de balans, zijnde vreemd vermogen, ontstaan uit een jaarlijkse dotatie ten laste van de exploitatie ten behoeve van een kostenpost die zich eens in een aantal jaren zal voordoen en dus hieruit gedekt kan worden;
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.
2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:
3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.
Artikel 6. Niet-subsidiabele kosten
Niet-subsidiabele kosten zijn in ieder geval:
De aan de subsidie-aanvrager in rekening gebrachte BTW die door hem kan worden teruggevorderd of op enigerlei wijze aan hem kan worden terugbetaald of gecompenseerd voor zover deze kosten niet verrekend kunnen worden en voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op het BTW compensatiefonds, genoemd in artikel 2 van de Wet op het BTW compensatiefonds.
Hoofdstuk 2: Subsidieverlening
1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.
2. Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:
3. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.
Artikel 11. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de wet weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:
2. Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:
3. Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren:
Wanneer van de in het tweede lid bedoelde bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, wordt in de verleningsbeschikking aangegeven op welk bedrag de subsidieaanvrager voor elk jaar of gedurende de subsidieperiode aanspraak kan maken. Wanneer geen bedrag kan worden genoemd, wordt in de verleningsbeschikking de wijze waarop het bedrag wordt bepaald, aangegeven.
Artikel 13. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger
Een subsidieontvanger meldt en/of informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk:
Artikel 14. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de wet worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting bij de subsidieregeling wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. In de toelichting bij de subsidieregeling wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de wet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
Artikel 15. Reserves en voorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking voor periodieke subsidies van meer dan € 50.000 regels stellen over de vorming van een egalisatiereserve, bestemmingsreserve of voorziening. Dit betreft dan de maximale omvang hiervan en de uitgaven die met gebruikmaking van deze reserve kunnen worden gedaan.
Hoofdstuk 4: Vaststelling en verantwoording
Artikel 16. Wijze van verstrekking en eindverantwoording subsidies tot en met € 10.000
Als bij verleningsbeschikking de subsidieaanvrager wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, vindt de vaststelling plaats binnen 16 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Artikel 18. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000
1. Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.
Artikel 19. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 10.000
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, zoals bedoeld in artikel 9, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Als de aanvraag niet binnen deze termijn wordt ingediend, kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 5. Bijzondere bepalingen
Artikel 20. Bijzondere afwijkingsbevoegdheden
1. Burgemeester en wethouders kunnen naast de in de voorgaande artikelen van deze verordening genoemde mogelijkheden ook afwijken van de bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening, vast te leggen in nadere regels.
2. Bij het vaststellen van nadere regels als bedoeld in artikel 3 kunnen deze ten behoeve van uniformiteit zijn opgesteld in samenwerking met een ander bestuursorgaan. Het gaat daarbij om:
In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.