Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen 2012 |
Citeertitel | Verordening begrafenisrechten 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | raadsbesluit belastingverordeningen.pdf raadsvoorstel belastingverordeningen.pdf |
Geen.
Gemeentewet, art.229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | gewijzigde regeling | 08-12-2011 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 15-12-2011 | GF11.20104 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 13-12-2010 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 22-12-2010 | GF10.20109 |
Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012
De raad der gemeente Heerenveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2011;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b., van de Gemeentewet,
Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen 2012.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Onder de naam van begrafenisrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen van de gemeente Heerenveen.
Voor het recht tot het plaatsen van een asbus wordt van de rechthebbende voor een voor 20 jaar uitgegeven urnentuintje of nis, een bedrag geheven van € 519,60.
Voor de verlenging van een recht op eigen graf voor een periode van 10 jaar wordt de helft van de in artikel 3 genoemde bedragen geheven.
Voor de verlenging van het recht tot het plaatsen van een asbus voor een periode van 10 jaar wordt de helft van het in artikel 4 genoemde bedrag geheven.
Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het plaatsen van permanente voorwerpen op een graf wordt een recht geheven van € 159,80.
Het schoonhouden van de in artikel 8 genoemde voorwerpen kan aan de gemeente worden opgedragen. Het daarvoor geheven recht bedraagt per graf, per kalenderjaar € 177,10.
Het recht als bedoeld in artikel 10 kan worden afgekocht voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag, bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van de afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor:
Voor het gebruik van de aula wordt voor elke keer dat van de aula gebruik wordt gemaakt een recht geheven van € 98,20.
Voor de plaatsing van een lijk in het lijkenhuis wordt voor elk etmaal een recht geheven van € 19,70. Een gedeelte van een etmaal wordt voor een geheel gerekend.
Voor het luiden van de klok op de begraafplaats gedurende de begrafenis, wordt een recht geheven van € 20,60.
Voor het na ruiming van een graf afzonderen van een lijk ten behoeve van crematie of herbegraven € 148,90.
Ten aanzien van de rechten als bedoeld in artikel 3 en 4 van deze verordening wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik van de algemene begraafplaats, op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende, ontheffing verleend over zoveel twintigste gedeelten van het verschuldigde recht als na het tijdstip van beëindiging nog volle jaren overblijven, met dien verstande dat de ontheffing maximaal 50% van het verschuldigde recht bedraagt.
Van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.
Artikel 24 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.
De "Verordening begrafenisrechten 2011" van 13 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 26 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.