Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerenveen

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerenveen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen 2011
CiteertitelVerordening begrafenisrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening begrafenisrechten 2010 van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 26 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art.229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012gewijzigde regeling

08-12-2011

Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 15-12-2011

GF11.20104
01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

13-12-2010

Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 22-12-2010

GF10.20109

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b., van de Gemeentewet,

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.recht van eigen graf:
 het uitsluitend recht om in een grafruimte te begraven, zoals het recht is omschreven in artikel 3 der Verordening op de inrichting en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Heerenveen;
b.recht tot het plaatsen van een asbus:
 het uitsluitend recht om in een urnentuintje een asbus te plaatsen, zoals dat recht is omschreven in artikel 3a van de Verordening op de inrichting en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Heerenveen;
c.de algemene begraafplaatsen van de gemeente Heerenveen:
 de gemeentelijke begraafplaatsen te Heerenveen, De Knipe en Nieuweschoot.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam van begrafenisrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen van de gemeente Heerenveen.

Tarieven

Artikel 3

  • 1.

    Voor het recht van eigen graf wordt van de rechthebbende voor een voor 20 jaar uitgegeven graf een bedrag geheven van € 1.125,00.

  • 2.

    Indien op een begraafplaats afdelingen of regels speciaal zijn bestemd voor kindergraven kan daarop het recht van eigen graf worden verkregen tegen betaling van de helft van het in het eerste lid omschreven tarief.

Artikel 4

Voor het recht tot het plaatsen van een asbus wordt van de rechthebbende voor een voor 20 jaar uitgegeven urnentuintje of nis, een bedrag geheven van € 512,00.

Artikel 5

Voor de verlenging van een recht op eigen graf voor een periode van 10 jaar wordt de helft van de in artikel 3 genoemde bedragen geheven.

Artikel 6

Voor de verlenging van het recht tot het plaatsen van een asbus voor een periode van 10 jaar wordt de helft van het in artikel 4 genoemde bedrag geheven.

Artikel 7

Voor iedere akte van afgifte, overschrijving of verlenging wordt een bedrag van € 2,20. geheven.

Artikel 8

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het plaatsen van permanente voorwerpen op een graf wordt een recht geheven van € 157,50.

Artikel 9

1.Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het stichten van een grafkelder wordt een recht geheven.
2.Het in het eerste lid bedoelde recht bedraagt:

 voor een enkel graf€ 296,00;
 voor een dubbel graf€ 593,00.

Artikel 10

Het schoonhouden van de in artikel 8 genoemde voorwerpen kan aan de gemeente worden opgedragen. Het daarvoor geheven recht bedraagt € 174,50 per graf, per kalenderjaar.

Artikel 11

Het recht als bedoeld in artikel 10 kan worden afgekocht voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag, bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van de afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor:

Aantal jaren waarvoorVermenigvuldigings-  
wordt afgekocht.factor.  

2010,1945  
199,9591  
189,7060  
179,4340  
169,1415  
158,8271  
148,4892  
138,1259  
127,7353  
117,3154  
106,8641  
96,3789  
85,8573  
75,2966  
64,6939  
54,0459  
43,3494  
32,6005  
21,7956  
10,9303  

Artikel 12

  • 1.

    Voor het begraven van een lijk wordt een recht geheven van € 295,00.

  • 2.

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van één jaar wordt een recht geheven van € 75,50.

  • 3.

    Voor het begraven van een lijk van een kind van één jaar en ouder, maar beneden de leeftijd van twaalf jaar wordt een recht geheven van € 147,50.

  • 4.

    Indien het begraven plaats heeft buiten de bij plaatselijke verordening vastgestelde tijd, wordt het vorenbedoelde recht verdubbeld, tenzij het begraven buiten de vastgestelde tijd door de burgemeester is gelast.

Artikel 13

  • 1.

    Voor het bijzetten van een asbus bedoeld in het Crematoriumbesluit wordt een recht geheven van € 79,50.

  • 2.

    Indien het bijzetten van een asbus buiten de bij plaatselijke verordening voor begraven vastgestelde tijd geschiedt, wordt het vorenbedoelde recht verdubbeld.

Artikel 14

  • 1.

    Voor het opgraven van een lijk, niet door het openbaar gezag bevolen, wordt een recht geheven dat gelijk is aan het in artikel 12 vermelde recht.

  • 2.

    Voor het opgraven van een lijk, niet door het openbaar gezag bevolen en het overplaatsen van dat lijk naar een ander graf op dezelfde begraafplaats wordt het dubbele van het in artikel 12 geregelde recht geheven.

Artikel 15

Voor het gebruik van de aula wordt een recht geheven van € 96,80 voor elke keer dat van de aula gebruik wordt gemaakt.

Artikel 16

Voor de plaatsing van een lijk in het lijkenhuis wordt voor elk etmaal een recht van

€ 19,48 geheven. Een gedeelte van een etmaal wordt voor een geheel gerekend.

Artikel 17

Voor het luiden van de klok op de begraafplaats gedurende de begrafenis, wordt een recht geheven van € 20,30.

Artikel 18

Voor het na ruiming van een graf afzonderen van een lijk ten behoeve van crematie of herbegraven € 146,70.

Artikel 19

  • 1.

    De rechten bedoeld in de artikelen 3 en 4 worden geheven van hen, die het uitsluitend recht om in een bepaald graf te doen begraven verkrijgen, danwel het uitsluitend recht verkrijgen een asbus te plaatsen.

  • 2.

    De rechten bedoeld in de artikelen 5 en 6 worden geheven van hen, wiens recht wordt verlengd.

  • 3.

    Het recht bedoeld in artikel 7 wordt geheven van degene op wiens naam de akte is gesteld.

  • 4.

    De rechten bedoeld in de artikelen 8 tot en met 17 worden geheven van hen, die een aanvraag tot de in die artikelen genoemde diensten hebben gedaan.

Artikel 20

  • 1.

    Ten aanzien van de rechten als bedoeld in artikel 3 en 4 van deze verordening wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik van de algemene begraafplaats, op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende, ontheffing verleend over zoveel twintigste gedeelten van het verschuldigde recht als na het tijdstip van beëindiging nog volle jaren overblijven, met dien verstande dat de ontheffing maximaal 50% van het verschuldigde recht bedraagt.

  • 2.

    Wordt met de in artikel 10 van deze verordening bedoelde diensten in de loop van het belastingjaar begonnen, dan wordt de heffing, als bedoeld in artikel 10 geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de werkzaamheden nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

Artikel 21

Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 22

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of ander schriftuur.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt in de kennisgeving vermeld.

  • 3.

    De rechten moeten binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving worden betaald.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.

Artikel 23 Kwijtschelding

Van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 24 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 25 Overgangsbepaling

De "Verordening begrafenisrechten 2010" van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 26 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begrafenisrechten 2011".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2010.

De griffier,De voorzitter,