Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berkelland

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2024
CiteertitelRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 44 van de Gemeentewet
  2. artikel 66 van de Gemeentewet
  3. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  4. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  5. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  6. artikel 3.8 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-202401-01-2024nieuwe regeling

19-03-2024

gmb-2024-130022

860858

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2024

Burgemeester en wethouders van Berkelland;

 

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

 

B E S L U I T E N :

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

REGELING RECHTSPOSITIE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BERKELLAND 2024

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • b.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Een verzoek om niet-partijpolitieke scholing (deels) te vergoeden kan ten laste komen van de gemeente als de prijs/kwaliteitsverhouding van de desbetreffende scholing redelijk is en passend binnen de begroting.

  • 4.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen een maand na de reisbeweging, factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder digitaal ingediend via het declaratiesysteem bij de secretaris.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    De Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berkelland 2024.

19 maart 2024,

Burgemeester en wethouders van Berkelland,

de secretaris,

drs. G. Koudijs.

de burgemeester,

drs. J.H.A. van Oostrum.