Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolrechten 2009 (9.13a) |
Citeertitel | Verordening rioolrechten 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Regeling gemeentelijke belastingen 2002
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2008 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 17-12-2008 Haaksberger Koerier, 23-12-2008 | Onbekend | |
24-12-2008 | nieuwe regeling | 17-12-2008 Haaksberger Koerier, 23-12-2008 | Onbekend |
Onderwerp: Verordening rioolrechten 2009
De Gemeenteraad van Haaksbergen;
gelezen het voorstel van het college d.d. 18 november 2008 ;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef onder a en volgende van de Gemeentewet, en de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht;
Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2009.
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven terzake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Het rioolrecht als bedoel in artikel 2, eerste lid, wordt niet geheven voor:
eigendommen die in hoofdzaak bestemd zijn voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag - andere dan kerkgenootschappen - die rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zijn voor het gezamenlijke beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging.
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
onder a, in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode minder bedraagt dan 60 m³ op jaarbasis, bedraagt het tarief per kalenderjaar € 145,00.
De rioolrechten worden bij wege van aanslag geheven.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen over aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het tijdvak.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het rioolrecht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het rioolrecht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 12,29 .
In gevallen bedoeld in het eerste lid geldt in afwijking van het aldaar bepaalde, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 1.815,00 , dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolrechten.