Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit bijzondere bijstand gemeente Smallingerland 2024 |
Citeertitel | Besluit Bijzondere Bijstand 2024 Gemeente Smallingerland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit Bijzondere Bijstand gemeente Smallingerland.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2024 | nieuwe regeling | 12-03-2024 | 2024-003567 |
Artikel 2. Recht op bijzondere bijstand
Inwoners hebben recht op bijzondere bijstand voor medische- en zorgkosten en niet-medische kosten. Dit recht bestaat wanneer bijzondere omstandigheden in het individuele geval leiden tot noodzakelijke bestaanskosten die niet betaald kunnen worden uit het inkomen, de studietoeslag en het in aanmerking te nemen vermogen.
Hoofdstuk 2. Draagkracht inkomen en vermogen
Artikel 5. Draagkracht inkomen
Bij het vaststellen van de draagkracht in het inkomen geldt het volgende:
Bij personen die zijn toegelaten tot een Msnp- of een Wsnp- of schuldhulp-verleningstraject houdt het college rekening met de schuld. Het deel van het inkomen dat hoger is dan de beslagvrije voet én aantoonbaar wordt gebruikt voor aflossing van schulden, telt niet mee bij het vaststellen van het inkomen. Hetzelfde geldt voor de periode die voorafgaat aan het treffen van een Msnp- of Wsnp- of schuldhulpverleningstraject.
Artikel 6. Draagkracht vermogen
Bij het vaststellen van de draagkracht in het vermogen geldt het volgende:
In afwijking van het eerste lid telt het vermogen dat bestemd is voor de kosten van een uitvaart niet mee voor aanvragers die AOW gerechtigd zijn en geen dekkende uitvaartverzekering hebben afgesloten. De vrijlating is per persoon € 7.500.
Voor overige aanvragers geldt de vrijlating onder de voorwaarde dat zij dit vermogen gebruiken om een uitvaartverzekering af te sluiten.
Hoofdstuk 5. Herziening, intrekking, terugvordering en boete
Artikel 12. Herziening, intrekking, terugvordering en boete
Op de bijzondere bijstand zijn de bepalingen over herziening, intrekking en terugvordering en boetes als bedoeld in de artikelen 54, 58, 59 en 18a van de wet en de het Besluit Terugvordering, boete en verhaal Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Bbz gemeente Smallingerland 2020 van toepassing.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in dit besluit, wanneer strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.
Artikel 18. Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist het college.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland op 12 maart 2024 (Zaaknummer 2024-003567).
de secretaris,
Siebren van der Berg
de burgermeester,
Jan Rijpstra
Er zijn twee soorten bijstandsverlening op grond van de Participatiewet, namelijk:
Soms hebben inwoners extra kosten, door bijvoorbeeld ziekte of sociale redenen, die zij nergens vergoed krijgen en niet zelf kunnen betalen. Onder bepaalde voorwaarden komen deze inwoners dan in aanmerking voor bijzondere bijstand voor de kosten. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in dit Besluit.
Het verstrekken van bijzondere bijstand is maatwerk, maar er is wel behoefte aan kaders voor de uitvoering. Het college heeft beleidsvrijheid om deze kaders op te stellen. In dit besluit is uitgewerkt hoe het college invulling geeft aan deze beleidsvrijheid. Dit besluit vervangt het huidige besluit dat dateert van 2004.
Het beoogde maatschappelijke resultaat van het besluit is dat minder inwoners geldzorgen en financiële problemen hebben. Dit sluit aan bij de ambitie 'Zeker bestaan' uit de Sociale Koers.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Dit artikel geeft aan wat onder de verschillende begrippen moet worden verstaan.
Artikel 2. Recht op bijzonder bijstand
Het recht op bijzondere bijstand is vastgelegd in artikel 35 van de Participatiewet. Hierin staat dat een alleenstaande of een gezin recht heeft op bijzondere bijstand wanneer deze de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan betalen uit het eigen inkomen en/of vermogen. Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand wanneer kosten of diensten op een andere manier vergoed kunnen worden of wanneer de wetgever er bewust voor heeft gekozen dat deze kosten niet vergoed kunnen worden. Dit vloeit voort uit artikel 15 van de Participatiewet.
Hoofdstuk 2. Draagkracht inkomen en vermogen
De draagkrachtperiode is 12 maanden. Afhankelijk van de soort kosten is een langere of kortere draagkrachtperiode mogelijk. Daarnaast is het mogelijk om de draagkracht te herzien wanneer wijzigingen in het inkomen en vermogen daartoe aanleiding geven.
Artikel 4.Inkomens- en vermogensgrenzen
De inkomensgrens om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand is 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bijzonder inkomen telt mee bij de berekening van het inkomen. Het gaat dan om:
De geldende vermogensgrenzen zijn vastgelegd in artikel 34 van de Participatiewet.
Artikel 5. Draagkracht inkomen
Heeft de aanvrager een inkomen dat lager of gelijk is aan 115% van de toepasselijke bijstandsnorm, dan is er geen sprake van draagkracht in het inkomen. Is het inkomen hoger, dan telt 50% van dit hogere inkomen mee bij de vaststelling van de draagkracht. In lid 6 tot en met 8 is aangeven welke inkomensbestanddelen wel of niet worden meegerekend bij de vaststelling van de draagkracht in het inkomen. Om te bepalen of de woonlasten een te zware last vormen in verhouding tot het inkomen en vermogen (lid 6 onderdeel d) wordt aangesloten bij de berekeningssystematiek voor huurtoeslag zoals opgenomen in Schulinck. Voor personen die in een schuldtraject zitten geldt dat er geen draagkracht in het inkomen aanwezig. Dat is bepaald in lid 9 van dit artikel.
Artikel 6. Draagkracht vermogen
Voor het vermogen dat hoger is dan het wettelijk vrij te laten vermogen geldt een draagkrachtpercentage van 100%. In het tweede en derde lid van dit artikel zijn de uitzonderingen op deze regel benoemd. De waarde van een auto, motor, caravan, camper, of boot telt niet mee bij het vaststellen van het vermogen wanneer de gezamenlijke waarde lager is dan € 5.0001. Voor vermogen dat is bestemd voor de kosten van een uitvaart geldt een vrijlating voor AOW-gerechtigden van € 7.5002 per persoon die geen dekkende uitvaartverzekering hebben afgesloten. In het vierde lid staat dat de waarde van een woning hoger dan de wettelijke vrijlating volledig meetelt bij het vaststellen van het vermogen. Dat geldt niet wanneer er voor het verstrekken van een bijstandsuitkering een krediethypotheek is gevestigd.
Het college heeft de bevoegdheid bijzondere bijstand te weigeren wanneer de kosten op jaarbasis een bepaald “drempelbedrag” niet te boven gaan. Dit is vastgelegd in artikel 35 lid 2 van de Participatiewet. Het college maakt geen gebruik van deze bevoegdheid.
Hoofdstuk 3.Vormen van bijstand
Artikel 8.Bijstand om niet of in de vorm van een lening
Het uitgangspunt van de Participatiewet is dat bijzondere bijstand om niet wordt verstrekt. Dit betekent dat de verstrekte bijzondere bijstand in principe niet terugbetaald hoeft te worden.
In de Participatiewet zijn een aantal situaties genoemd waarin bijstand, dus ook bijzondere bijstand, kan worden verstrekt in de vorm van een geldlening. Wanneer bijstand in de vorm van een geldlening wordt verstrekt is het belangrijk om een goede belangenafweging te maken. Zie ECLI:NL:RVS:2022:285, Raad van State, 202002668/1/A3 (rechtspraak.nl) en vng.nl/sites/default/files/2023-11/factsheet_evenredigheidstoets.pdf
De looptijd van de lening is maximaal 36 maanden. Na deze termijn kan de lening worden omgezet in bijstand om niet. Er moet dan wel volledig aan de aflossingsverplichting zijn voldaan. Blijft de inwoner in gebreke bij het aflossen van de lening, dan moet de (restant)lening volledig worden terugbetaald. De bijstandsnormen worden twee keer per jaar verhoogd, namelijk op 1 januari en 1 juli. Deze verhoging werkt door in de maandelijkse aflossing. Na de inwerkingtreding van de gewijzigde beslagvrije voet is de aflossingscapaciteit vastgesteld op 5% van de toepasselijke bijstandsnorm + de eventuele draagkracht op grond van het inkomen, inclusief vakantietoeslag.
Artikel 10. Collectieve ziektekostenverzekering
Met de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 kan het college alleen nog categoriale bijzondere bijstand verlenen voor een collectieve aanvullende zorgverzekering en/of een tegemoetkoming in de kosten van de premie van zo’n verzekering. In onze gemeente maken we gebruik van de collectieve zorgverzekering AV Frieso van De Friesland. Om hiervoor in aanmerking te komen gelden dezelfde inkomens- en vermogensgrenzen als voor de individuele bijzonder bijstand. Maken deelnemers aan de AV Frieso ook gebruik van andere minimaregelingen met een inkomensgrens van 115% van de toepasselijke bijstandsnorm, dan hoeft de draagkracht niet opnieuw te worden vastgesteld.
Artikel 11.Bestedingsverplichting
Het is vanzelfsprekend dat de aanvrager de bijstand moet gebruiken, waarvoor deze is verstrekt. Uit het opleggen van een bestedingsverplichting volgt ook dat wanneer de bijstand voor andere doeleinden wordt gebruikt, de toekenning wordt ingetrokken en de verstrekte bijstand wordt teruggevorderd.
Hoofdstuk 5.Herziening, intrekking, terugvordering en boete
Artikel 12.Herziening, intrekking, terugvordering en boete
Het niet nakomen van de inlichtingenplicht genoemd in artikel 17 van de wet en de bestedingsplicht genoemd in artikel 12 kan leiden tot herziening, intrekking en/of terugvordering van de verstrekte bijzondere bijstand. In dat geval zijn de regels van toepassing die zijn vastgelegd in het Besluit Terugvordering, boete en verhaal Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Bbz gemeente Smallingerland 2020.
Hoofdstuk 6.Aanvraag, beschikking en uitbetaling
Artikel 13. Moment en wijze van indienen aanvraag bijzondere bijstand
In dit artikel staat dat de bijzondere bijstand door middel van een aanvraagformulier moet worden aangevraagd voordat de kosten zijn gemaakt.
Artikel 14.Beoordeling aanvraag
In dit artikel is de beoordeling van een bijzondere bijstandsaanvraag vastgelegd. Kosten moeten onontkoombaar zijn. Met andere woorden, de aanvrager moet er niet omheen kunnen en de kosten moeten niet het gevolg zijn van een vrijwillig gemaakte keuze. Bij het bepalen van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt uitgegaan van de goedkoopste toereikende oplossing. Wanneer het nodig is kan extern advies worden ingewonnen. Bij een eventuele adviesaanvraag moet nadrukkelijk worden gevraagd wat de goedkoopst toereikende oplossing is.
Een beslissing op een bijzondere bijstandsaanvraag wordt per beschikking medegedeeld. In dit artikel is bepaald wat er in ieder geval in de beschikking moet staan.
De hoofdregel is dat de bijstand wordt uitbetaald aan de hand van een betalingsbewijs. Als het nodig is (bijvoorbeeld omdat de aanvrager het bedrag niet kan voorschieten) kan het bedrag van de bijstand op basis van een offerte of proforma nota rechtstreeks aan de leverancier worden betaald.
Dit artikel hoeft niet nader te worden toegelicht.
Artikel 18. Onvoorziene situaties
Dit artikel hoeft niet nader te worden toegelicht.
Gebaseerd op Een tweedehands auto voor elk budget | ANWB
Gebaseerd op Nibud Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting)