Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2024 | nieuwe regeling | 12-03-2024 |
De individuele inkomenstoeslag (IIT) is een toeslag voor inwoners die al een langere tijd een laag inkomen hebben en geen uitzicht hebben op verbetering. Voor de toekenning van deze toeslag moet beide criteria aanwezig zijn.
Het doel van de aanpassing is het versimpelen van de uitvoering. In de huidige beleidsregels zit een lid dat in de praktijk lastig uit te voeren is. Dit lid vroeg namelijk om een inschatting of iemand de komende 12 maanden nog een laag inkomen zal hebben. Hiervoor is ook een check nodig bij de Binnenbaan. Dit lid is in de nieuwe versie geschrapt. Volgens de nieuwe beleidsregels mogen we aannemen dat iemand geen uitzicht heeft op verbetering van het inkomen als het de afgelopen drie jaar laag is geweest.
In de nieuwe beleidsregels is bovendien een uitsluitingsgrond toegevoegd, namelijk als een inwoner in de afgelopen 12 maanden een verwijtbare maatregel heeft gehad. Dit sluit aan bij de werkwijze van andere gemeenten.
Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 12 maart 2024 besloten:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer;
Gelet op de Participatiewet en de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2015;
Besluit vast te stellen de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2024.
Artikel 1 - Uitzicht op inkomensverbetering
Het college is van oordeel dat sprake is van ‘uitzicht op inkomensverbetering’ als de aanvrager:
Artikel 2 - Geen uitzicht op inkomensverbetering
Het college is van oordeel dat er sprake is van ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ als de aanvrager:
Artikel 3 – Geen inkomstentoeslag
Het college verleent in de volgende gevallen geen individuele inkomenstoeslag:
Burgemeester en wethouders van Zoetermeer, 12 maart 2024
de secretaris,
B.J.D. Huykman
de burgemeester,
drs. M.J. Bezuijen
Op grond van de Participatiewet (artikel 36) kan iemand van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering, gelet op die omstandigheden van die persoon, individuele inkomenstoeslag krijgen van het college.
Het wetsartikel stelt ook dat tot de omstandigheden in ieder geval moet worden gerekend:
In de verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2015 wordt bepaald dat:
Met de voorliggende beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Zoetermeer 2023 geeft het college van de gemeente Zoetermeer aan:
Het college kan tot het oordeel komen dat iemand, vanwege de mate van arbeidsgeschiktheid, wel de krachten en bekwaamheden heeft om (voldoende) te kunnen werken en zo zijn inkomen te verbeteren en boven het voor hem geldende bijstandsniveau uit te komen (onderdeel a).
In het geval van studenten wordt principieel verondersteld dat zij perspectief hebben op inkomensverbetering. Voor studenten die in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag geldt dat zij in aanmerking kunnen komen voor de vrijlating van inkomen uit arbeid op grond van artikel 31 lid 2 onder z Participatiewet als zij worden aangemerkt als medisch urenbeperkt. Daarnaast is het zo dat deze groep ook in aanmerking kan komen voor de individuele studietoeslag. Er is dus geen aanleiding om studenten in aanmerking te brengen voor een individuele inkomenstoeslag.
Het college kan tot het oordeel komen dat iemand, vanwege de mate van arbeidsongeschiktheid, niet de krachten en bekwaamheden heeft om (voldoende) te kunnen werken en zo zijn inkomen te verbeteren en boven het voor hem geldende bijstandsniveau uit te komen (onderdeel a). Geen uitzicht op inkomensverbetering geldt in ieder geval voor mensen die een langdurig laag inkomen hebben gehad niet hoger dan 100 procent van de bijstandsnorm (onderdeel b). De aanvrager kan een hoger inkomen hebben dan bijstandsniveau, maar door een minnelijke schuldenregeling of WSNP een besteedbaar inkomen hebben op het bijstandsniveau.
Een maatregel wordt opgelegd als iemand verwijtbaar de arbeids- en/of re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. In lid b is geregeld dat ook in bijzondere individuele situaties, anders dan in de algemene bepalingen van deze beleidsregels, een inkomenstoeslag kan worden geweigerd indien wordt vastgesteld dat er sprake is van uitzicht op inkomensverbetering. Deze laatste afwijzingsgrond vergt echter altijd een zorgvuldige individuele beoordeling en zal niet lichtvaardig worden toegepast.
Het college is bevoegd om ten gunste van de belanghebbende af te wijken van de beleidsregels (art. 4:84 Awb).
Geeft de datum weer waarop de beleidsregels in werking treden.
De citeertitel geeft aan hoe de beleidsregels kunnen worden aangehaald.