Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Treasurystatuut gemeente Oudewater 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut gemeente Oudewater 2024
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Oudewater 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 212 van de Gemeentewet
  2. Wet financiering decentrale overheden
  3. Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
  4. Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-03-2024nieuwe regeling

14-03-2024

gmb-2024-124848

D/23/126917 Z/23/064854

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut gemeente Oudewater 2024

De raad van de gemeente Oudewater;

 

gelezen het voorstel d.d. 23 november 2023 van:

  • burgemeester en wethouders

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden;

 

b e s l u i t:

 

het Treasurystatuut gemeente Oudewater 2024 vast te stellen;

 

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begrippenkader

In dit Treasurystatuut wordt verstaan onder:

 

Daggeldlening

Opgenomen of uitgezette middelen voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kunnen worden.

Deposito

Geldbedrag dat aan een financiële instelling wordt toevertrouwd voor een bepaalde periode tegen een bepaalde rentevergoeding. Gedurende de afgesproken periode kan niet vrij over dat geld worden beschikt.

Derivaten

Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

Indicatieve termsheet

Een indicatief overzicht van rente, aflossing, termijnen, looptijd en rentepercentage bij het aangaan van een lening. Dit is een intern document dat helpt bij besluitvorming bij het aantrekken van een vaste geldlening.

Intern liquiditeitsrisico

De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjareninvesteringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

Kasgeldlening

Niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en voor een vaste periode (van maximaal 12 maanden) tegen een vooraf overeengekomen rentepercentage.

Kasgeldlimiet

Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietrisico

De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.

Liquiditeitsbeheer

Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

Liquiditeitsplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.

Ratingagencies

Ratingagencies verzamelen informatie over ondernemingen. Op basis van die informatie zijn zij in staat de kredietwaardigheid van die ondernemingen te analyseren en daar een kwalificatie aan te verbinden. Deze kwalificaties worden gepubliceerd, o.a. via het internet en zijn voor vermogensverschaffers feitelijk een onmisbaar instrument bij het afwegen van partijen in geval van het uitzetten van middelen.

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

Renterisiconorm

Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden.

Rentetypische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

Saldobeheer

Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

Treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.

Uitzetting

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Vaste geldlening

Een geldlening met een looptijd van langer dan één jaar.

Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen marktconforme condities;

  • 2.

    Het beschermen van vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals rente-, koers-, krediet-, valuta- en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut;

  • 5.

    Het financieren van de gemeentelijke uitgaven op basis van totaalfinanciering.

HOOFDSTUK 2: RISICOBEHEERSING

Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer

Voor risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit treasurystatuut, de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de Wet houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden in acht te worden genomen;

  • 2.

    Leningen, garanties en kapitaalverstrekkingen mogen uitsluitend uit hoofde van de “publieke taak” worden verstrekt, waarbij vooraf advies van team Strategie, Financiën & Control wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij;

  • 3.

    Uitzettingen in het kader van de treasuryfunctie hebben een prudent karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen en limieten van de in lid 1 opgesomde wetten, regelingen en het treasurystatuut.

  • 4.

    Voor uitzettingen in het kader van treasury worden alleen producten gebruikt waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is;

  • 5.

    De treasuryactiviteiten worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning. De liquiditeitsplanning bestaat uit een planning op korte termijn (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige planning met een looptijd van minimaal vier jaar;

  • 6.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

  • 7.

    Financieringstransacties en garanties vinden uitsluitend plaats in euro’s.

Artikel 4. Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform Wet Fido.

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform Wet Fido.

  • 3.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van een lening of uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

  • 4.

    Nieuwe leningen, uitzettingen of vervroegde aflossingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;

  • 5.

    De rentevisie is gebaseerd op de visie van de huisbank en van drie Nederlandse banken (ABN AMRO, ING en Rabobank) en wordt verwoord in de financiële paragraaf in de begroting en jaarrekening.

  • 6.

    De gemeente streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen, zodat een gelijkmatige renterisicospreiding binnen de gehele leningenportefeuille ontstaat.

HOOFDSTUK 3: GEMEENTEFINANCIERING

Artikel 5. Financiering

Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden alleen aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak en dus niet ten behoeve van het realiseren van rendement.

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren.

  • 3.

    Toegestane geldmarktinstrumenten zijn rekening-courant krediet bij banken, daggeld- en kasgeldleningen. Daggeld- en kasgeldleningen worden afhankelijk van de prijs rechtstreeks bij een bank of door inschakeling van een geldmakelaar afgesloten. Toegestane kapitaalmarktinstrumenten zijn onderhandse leningen.

  • 4.

    De gemeente vraagt voor financieringen met een looptijd van tenminste één jaar offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Hier geldt een vierogenprincipe met een tweede medewerker treasury. Deze offertes worden schriftelijk vastgelegd.

  • 5.

    Bij het aantrekken van financieringen wordt rekening gehouden met de overeenkomst financiële dienstverlening afgesloten bij de huisbankier.

Artikel 6. Uitzettingen

Overtollige liquide middelen, die niet meteen nodig zijn voor de uitoefening van de publieke taak, worden conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden aangehouden bij ‘s Rijksschatkist. De overtollige middelen aangehouden bij 's Rijksschatkist kunnen uitgezet worden op de rekening-courant en/of uitgezet worden in termijndeposito('s). In de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden is vastgelegd tot welk drempelbedrag overtollige middelen buiten de schatkist mogen blijven.

Artikel 7. Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de vijf jaar beoordeeld;

  • 2.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan een AA-rating, overeenkomstig met de Wet Fido, van twee erkende ratingagencies;

  • 3.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht (EER = lidstaten Europese Unie en Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;

  • 4.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

Artikel 8. Leningen en garanties aan derden

Bij het verstrekken van leningen en garanties aan derden dienen de regels en bepalingen van de geldende Financiële verordening in acht te worden genomen. De volgende aanvullende voorwaarden gelden bij het verstrekken van leningen en garanties aan derden:

  • 1.

    Zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders wordt geen uitstel van betaling gegeven.

  • 2.

    Bij niet voldoening van enige verplichting door de geldnemer wordt het college van burgemeester en wethouders daarvan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld.

HOOFDSTUK 4: KASBEHEER

Artikel 9. Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitsplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

HOOFDSTUK 5: ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE

Artikel 10. Uitgangspunten

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 2.

    Bij de uit te voeren treasury activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;

    • b.

      de uitvoering en de controle geschieden door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 3.

    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • a.

      de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • b.

      de treasury activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • c.

      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.

  • 4.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 5.

    De accountant toetst, in het kader van zijn algemene controleopdracht, de opzet en werking van de administratieve- en interne controlemaatregelen.

Artikel 11. Verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

 

Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad:

  • Het stellen van kaders en het uitoefenen van haar controlerende rol door middel van het vaststellen van de financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening;

  • Vaststellen van de Financiële Verordening waarin regels gesteld worden ten aanzien van de financiering en aan het college wordt opgedragen dit vorm en inhoud te geven;

  • Vaststellen van het treasurystatuut.

College van B&W:

  • Het informeren van de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid (d.m.v. de financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening).

Portefeuillehouder Financiën:

  • Is vanuit het college de eerstverantwoordelijke voor het opstellen van het treasurystatuut en de uitvoering van het treasurybeleid.

Teammanager SFC:

  • Adviseert en informeert het college op gebied van treasury;

  • Is verantwoordelijk voor de feitelijke uitvoering en inrichting van de treasuryfunctie;

  • Op basis van mandaat ondertekenen van financiële contracten voortvloeiend uit treasury;

  • Formeel eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatievoorziening over treasury in de Planning en Control instrumenten;

  • Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

  • Verantwoordelijk voor de inrichting van de administratieve organisatie;

  • Verantwoordelijk voor juiste registratie in financiële administratie van financiële transacties.

Concerncontroller:

  • Verantwoordelijk voor een interne memo aan wethouder financiën bij aantrekken van vaste geldleningen (>1 jaar);

  • Verantwoordelijk voor de verbijzonderde interne controle op treasurytaken.

Beleidsmedewerker Financieel Beleid:

  • Stelt het treasurystatuut en de financieringsparagraaf op;

  • Gevraagd en ongevraagd intern adviseren over treasury activiteiten en ontwikkelingen;

  • Verantwoordelijk voor het opstellen van een memo (overwegingen) incl. indicatieve termsheet bij aantrekken van vaste geldleningen (>1 jaar).

Medewerker treasury:

  • Uitvoering geven aan treasurytaken;

  • Het verwerken van informatie in een liquiditeitsplanning;

  • Het onderhouden van contacten met instellingen;

  • Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitsbeheer;

  • Het schriftelijk vastleggen van treasurytransacties.

Budgethouders:

  • Zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan medewerker treasury met het oog op de liquiditeitsplanning;

  • Het fiatteren van betalingen en ontvangsten ten laste of ten gunste van de budgetten van de budgethouders;

  • Zich laten ondersteunen door de businesscontroller.

Externe accountant:

  • In het kader van zijn reguliere taak controleren van het uitgevoerde treasurybeheer en waar nodig adviseren.

Artikel 12. Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot de treasury activiteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering. Indien de treasury activiteit bekrachtigd wordt met een handtekening, dan is een handtekening van uitvoerende en geautoriseerde een voorwaarde. Als er geen handtekening vereist is, kan de autorisatie vooraf schriftelijk verkregen worden.

 

Treasury activiteiten

Uitvoering

Autorisatie

Aantrekken van kortlopende (<1 jaar) financieringsmiddelen

Medewerker treasury

Teammanager SFC

Aantrekken van langlopende (>1 jaar) financieringsmiddelen

Medewerker treasury

Teammanager SFC

Vervroegd aflossen van leningen

Medewerker treasury

Teammanager SFC

Vaststellen van renteherzieningen

Medewerker treasury

College B&W

Kortlopend (<1 jaar) uitzetten van overtollige middelen

Medewerker treasury

Teammanager SFC

Langlopend (>1 jaar) uitzetten van overtollige middelen

Medewerker treasury

Teammanager SFC

Verstrekken van leningen en/of garanties vanwege de publieke taak

Teammanager SFC

College B&W

Openen/wijzigen/sluiten van bankrekeningen/rekening-courant overeenkomsten

Medewerker treasury

Teammanager SFC

Artikel 13. Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasury-activiteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitsplanning

Per kwartaal

Budgethouders

Medewerker Treasury

Liquiditeitsplanning

Per kwartaal

Beleidsmedewerker Financieel Beleid

Concerncontroller

Treasurybeleid in paragraaf Financiering van begroting

Jaarlijks

College van B&W

Gemeenteraad

Memo bij aantrekken vaste geldlening (>1jaar) incl. indicatieve termsheet

Vóór aantrekken vaste geldlening

Beleidsmedewerker Financieel Beleid

Concerncontroller

Memo bij aantrekken vaste geldlening (> 1jaar)

Na aantrekken vaste geldlening

Concerncontroller

Wethouder Financiën

Evaluatie treasury activiteiten in paragraaf Financiering van jaarrekening

Jaarlijks

College van B&W

Gemeenteraad

Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet Fido

Jaarlijks

College van B&W

Derden

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit treasurystatuut treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Dit treasurystatuut wordt aangehaald als “Treasurystatuut gemeente Oudewater 2024”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering,

gehouden op 14 maart 2024,

mr. M.W. Bosma

griffier

drs. D.C. de Vries

voorzitter

Bijlage 1.  

 

Toelichting wettelijke kaders

De Gemeentewet

Deze wet regelt de bevoegdheden van de raad en het college. Op grond van artikel 212 is de gemeente verplicht tot het opstellen van een financiële verordening. In deze verordening zijn onder andere de regels vastgelegd die betrekking hebben op de financieringsfunctie en het Treasurystatuut.

 

Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido)

Naast de algemene bepalingen in de Gemeentewet dient de uitvoering van de financieringsfunctie bij gemeenten te voldoen aan specifieke kaders en eisen welke zijn vastgelegd in de Wet Fido. Hieruit vloeien ook een aantal uitvoeringsregelingen. Onderliggende regelingen van de Wet Fido zijn:

  • Regeling uitzetten derivaten decentrale overheden (Ruddo);

  • Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden (Bldo);

  • Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo);

  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden (Skb).

Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO)

Ruddo is een nadere uitvoeringsregeling van de wet Fido en ziet op het gebruik van financiële derivaten en op het uitzetten van middelen.

 

Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof)

In de Wet Hof is de wijze vastgelegd waarop de Nederlandse overheid de afspraken nakomt die in Europees verband gemaakt zijn over de ontwikkeling van het EMU-tekort en de schuld van de overheid. De meeste nadruk gaat daarbij uit naar tekortreductie. De wet heeft als doel het EMU-saldo en de EMU-schuld te beheersen.

 

Besluit Begroting Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV)

In de BBV zijn verslaggevingsregels opgenomen waaraan de begroting en het jaarverslag van gemeenten moeten voldoen. Daarnaast zijn er enkele specifieke zaken relevant voor treasury zoals de voorschriften rond (interne) rente en verplichte financiële kengetallen in begrotings- en jaarstukken. De treasury gerelateerde kengetallen zijn: solvabiliteit, netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen.

 

Europese regelingen aangaande staatssteun

De Europese regelingen aangaande staatssteun hebben als doel om oneerlijke concurrentie tussen lidstaten te voorkomen. Het verstrekken van leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak dient aan deze regels getoetst te worden.

 

Wet Markt en Overheid

In de Wet Markt en Overheid is vastgelegd dat de integrale kostprijs moet worden doorberekend voor economische activiteiten en dat overheden eigen bedrijven niet mogen bevoordelen ten opzichte van concurrerende bedrijven. Bij het verstrekken van leningen en garanties is deze wet van belang.