Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | SUBSIDIEREGELING ERFGOED VALKENBURG AAN DE GEUL 2024 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 2 lid 1 onder m Algemene subsidieverordening Valkenburg aan de Geul 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2024 | Nieuwe publicatie | 12-03-2024 |
Besluit van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul tot vaststelling van de Subsidieregeling Erfgoed Valkenburg aan de Geul 2024
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul
-overwegende dat het gemeentebestuur de wens heeft het cultureel erfgoed in de gemeente Valkenburg aan de Geul te behouden en beschermen en dit wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;
-gelet op artikel 2 lid 1 onder m van de Algemene subsidieverordening Valkenburg aan de Geul 2023;
besluit vast te stellen de Subsidieregeling Erfgoed Valkenburg aan de Geul 2024:
In deze regeling en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:
In het belang van het beschermen van de cultuurhistorische waarde en het verbeteren van historische beeldkwaliteit, met inachtneming van het bepaalde in de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening, de ASV, en de regels in deze subsidieregeling kunnen burgemeester en wethouders subsidie verlenen ten behoeve van:
De behandeling van de aanvragen, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders. Als aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvullende aanvraag is ingediend.
De subsidie kan, naast de in artikel 10 ASV en artikelen 4:25 en 4:35 Awb genoemde gronden, in ieder geval (deels) geweigerd worden indien:
Artikel 9 Subsidiegrondslag en -bedrag
Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten om vanwege geconstateerde ernstige, gecompliceerde of omvangrijke gebreken, hoogwaardige karakteristiek en het gevergde specialisme een extra subsidie ter beschikking te stellen. De hoogte van de subsidie wordt in dit geval vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, gehoord de Adviescommissie.
Paragraaf 3 Subsidie voor het opheffen van verstoringen aan de voorgevel van een gemeentelijk monument
Artikel 11 Algemene bepalingen opheffen verstoringen
Voor subsidiëring komt alleen een gemeentelijk monument in aanmerking waarvan de architectonische waarden aan de voorgevel zijn verstoord.
Artikel 13 Subsidiegrondslag en -bedrag
De bijdrage in de planvorming voor het opheffen van verstoringen aan de voorgevel van een gemeentelijk monument bestaat uit een subsidie van 50 % in de kosten van een onderzoek naar de oorspronkelijke situatie en/of situaties vóór de aanwezigheid van verstoringen en het opstellen van een verbeterplan.
Het college van burgemeester en wethouders heeft aan de hand van het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde budget bepaald dat per beschermd monument een maximumbedrag van € 2.500,-- aan subsidie kan worden verstrekt voor het opheffen van verstoringen, terwijl de subsidie als bijdrage in de planvorming maximaal € 500,-- bedraagt.
Artikel 15 Algemene bepalingen voor klein erfgoed
Voor subsidiëring komt alleen klein erfgoed in aanmerking dat:
Artikel 19 Algemene bepalingen voor niet-rendabele rijksmonumenten
De subsidie geldt alleen voor niet-rendabele rijksmonumenten.
Artikel 22 Vaststelling en bevoorschotting
Ten behoeve van de vaststelling van de gemeentelijke subsidie moet de eigenaar binnen 13 weken na ontvangst van het besluit van de RCE betreffende de vaststelling van de daadwerkelijk gemaakte subsidiabele kosten, een kopie van dit besluit indienen bij burgemeester en wethouders evenals een berekening van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul van 12 maart 2024.
mr. G.S. Reehuis D.M.M.T. Prevoo
algemeen directeur/gemeentesecretaris burgemeester
TOELICHTING SUBSIDIEREGELING ERFGOED VALKENBURG AAN DE GEUL 2024
Ruimtelijk erfgoed en monumenten zijn overblijfselen uit het verleden en vertellen iets over de geschiedenis van een stad of dorp. Hierdoor draagt dit erfgoed in hoge mate bij aan de belevingswaarde van de bebouwde omgeving en aan het karakter en de identiteit van stad en dorp. De gemeente draagt dit cultureel erfgoed een warm hart toe. Naast de door het Rijk aangewezen en op grond van de Erfgoedwet beschermde rijksmonumenten zijn er in de gemeente ook cultuurhistorisch waardevolle gebouwen of ander erfgoed gelegen, die weliswaar niet van rijksbelang zijn, maar wel een beeld geven van de plaatselijke ontwikkelingen, historie en geschiedenis.
Om deze voor de historie en het karakter van de gemeente belangrijke gebouwen en bouwwerken voor het nageslacht te kunnen behouden, is gestart met de totstandkoming van een gemeentelijke monumentenlijst. Met de plaatsing van panden en objecten op de gemeentelijke monumentlijst vindt een publieke erkenning plaats van stedenbouwkundige, architectonische en bouw- en cultuurhistorische waarden van deze panden en objecten. Eveneens wordt hiermee een publieke waardering uitgesproken in de richting van de eigenaren van gemeentelijke monumenten voor de wijze waarop zij in het verleden met hun (maar ook voor de gemeenschap) waardevolle bezit zijn omgegaan. Deze subsidieregeling voorziet in de ondersteuning en subsidiëring van gemeentelijke monumenten. Daarnaast is in deze regeling de mogelijkheid opgenomen om ook een subsidiebijdrage te kunnen verstrekken aan klein erfgoed en niet-rendabele rijksmonumenten. Indien niet anders vermeld, is voor de uitvoering van de subsidieregeling de algemene subsidieverordening Valkenburg aan de Geul 2023 van toepassing.
Subsidie voor gemeentelijke monumenten
Het belang van de monumenteigenaren
Veel eigenaren zijn in de veronderstelling dat aan een gemeentelijk monument niets meer mag worden veranderd. Deze veronderstelling is echter niet juist. Als de monumentale waarden van een pand worden gerespecteerd, bestaat er in principe geen enkel bezwaar om wijzigingen aan een gemeentelijk monument aan te brengen. In sommige gevallen kan het wijzigen van een monument zelfs wenselijk zijn. Hedendaagse monumentenzorg streeft immers naar een (functioneel) gebruik van monumenten, omdat dit de beste garantie is voor de instandhouding. Dit impliceert dat voor de functionele bruikbaarheid van het monument verantwoorde aanpassingen mogelijk moeten zijn, mits deze worden ingepast binnen de monumentale waarde. Het is belangrijk dat hierover op de juiste wijze met monumenteneigenaren wordt gecommuniceerd. In de praktijk blijken de belangen van de monumenteigenaren en van de gemeente niet tegengesteld te zijn. Het is van maatschappelijk belang dat de monumentale waarden van gemeentelijke monumenten behouden blijven. De meeste eigenaren van gemeentelijke monumenten hebben in het verleden al blijk gegeven dat zij op zorgvuldige wijze omgaan met de monumentale waarden van hun pand. Was dit niet het geval geweest, dan waren de waarden van het object verloren gegaan en was het pand niet voor aanwijzing in aanmerking gekomen. De eigenaar van een historisch pand kan trots zijn op zijn bezit. Het feit dat hij of zij aan dat historische pand gehecht is, brengt met zich mee dat handhaving in goede staat ook in zijn of haar belang is.
Daarnaast heeft de eigenaar ook een economisch belang om zijn bezit in goede staat te houden. De primaire verantwoordelijkheid voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten is dan ook gelegen bij de monumenteneigenaren zelf. Het is belangrijk om zich te realiseren dat iedere eigenaar er een persoonlijk belang bij heeft om zijn onroerend goed in behoorlijke staat van onderhoud te bewaren. Aanwijzing van een gebouw als gemeentelijk monument betekent dan ook niet dat de gemeenschap een morele taak heeft de instandhouding van dat object voor haar rekening te nemen. Wel kan men de eigenaren steunen in de zorg voor hun pand door de drempel tot systematisch onderhoud te verlagen. Dat is enerzijds mogelijk door te voorzien in informatie en expertise die voor het uitvoeren van het noodzakelijke werk van effectieve betekenis zijn en anderzijds door een regeling te treffen voor een financiële impuls.
Ondersteunen van monumenteigenaren
De gemeente wil de eigenaar adviseren over eventuele wijzigingen van het monument. Hierbij geeft de gemeente advies omtrent de waardevolle onderdelen van het gemeentelijk monument. De ervaring leert dat juist karakteristieke ‘details’ als authentieke deuren, raamkozijnen, haarden, dakpannen et cetera, in de loop van de tijd onnadenkend verdwijnen en vervangen worden door iets nieuws dat afbreuk doet aan het totaalbeeld en het oorspronkelijke karakter van het monument. Dit wordt vaak veroorzaakt doordat monumenteigenaren niet op de hoogte zijn van de waarde van deze specifieke onderdelen van hun monument. Het is dus van elementair belang om eigenaren te attenderen op deze bijzondere onderdelen van hun bezit. Daarnaast wil de gemeente de monumenteigenaar met raad en daad bijstaan bij de instandhouding (onderhoud en restauratie) van zijn pand.
Subsidie voor gemeentelijke monumenten
Indien er al sprake is van lastenverzwaring voor de eigenaren van gemeentelijke monumenten ontstaat deze met name ten aanzien van de instandhouding van bijzondere (monumentale) onderdelen van een gemeentelijk monument.
Bijzondere onderdelen zijn beschermingswaardige onderdelen van een monument:
Voorbeelden van bijzondere onderdelen van het exterieur zijn o.a.:
knipvoegwerk, vakwerk, natuursteenelementen, decoratieve gepleisterde ornamenten, oorspronkelijke ramen en deuren en kozijnen, glas in lood, decoratief hout- en lijstwerk (goten etc.), dakbekroningen of sierelementen;
monumentale kap- balk- en vloerconstructies, monumentale schoorsteenmantels, decoratieve stucplafonds en ornamenten, decoratief schilderwerk etc.
De financiële ondersteuning van de gemeente in de vorm van de subsidie richt zich dan ook op deze onderdelen. Hiermee wordt bijgedragen aan de effectiviteit van de gemeentelijke monumentenzorg. In het kader van behoud van cultuurhistorisch erfgoed zijn immers veelal de details van belang, die in eerste instantie onbelangrijk lijken of over het hoofd worden gezien. Door bijvoorbeeld het vervangen van vensters kunnen historische detaillering en waarden verloren gaan en kan ook de architectuur en het historische karakter van een pand sterk worden aangetast. Door de subsidie juist op deze onderdelen te concentreren kan worden bewerkstelligd dat zorgvuldig met deze onderdelen wordt omgegaan.
Daarnaast bestaat er een aantal monumenten die in het geheel als bijzonder zijn aan te merken. Het gaat over het algemeen om kleinere objecten, die (ook na herbestemming) geen (economisch rendabele) gebruiksfunctie hebben, maar bijvoorbeeld als landmark of historische relict van algemeen maatschappelijk belang zijn. Voorbeelden van bijzondere objecten zijn: wegkruisen, bidkapellen en herdenkingsmonumenten.
Verbetering kwaliteit en belevingswaarde gemeentelijke monumenten:
Eveneens is het wenselijk om met gerichte financiële impulsen de kwaliteit en belevingswaarde van cultuurhistorisch erfgoed te verbeteren. Vooral in het centrum van Valkenburg is een aantal gemeentelijke monumenten aanwezig waarvan de begane grond (meestal door plaatsing van een winkelpui of reclames) is verstoord. Deze subsidieregeling voorziet in een bijdrage in de planvorming voor het opheffen van verstoringen en anderzijds in een stimuleringsbijdrage voor het daadwerkelijke opheffen van de verstoringen. Subsidiabel is alleen het opheffen van verstoringen van de compositie en de architectonische waarden van de voorgevel van een gemeentelijk monument.
Het opheffen van verstoringen aan gemeentelijke monumenten komt overigens niet alleen ten goede aan het gemeentelijke monument. Het bevordert ook de esthetische kwaliteit en aantrekkelijkheid van de gemeente en draagt daarmee bij aan het kwaliteitstoerisme en de economie van de stad.
Wij hechten veel waarde aan het behoud van het zogenaamd klein erfgoed zoals kruisen, kapellen, muurtjes, bakhuisjes en gedenkstenen. Dit erfgoed heeft vaak een waardevolle betekenis voor de lokale samenleving en kent over het algemeen geen bescherming. Vaak zijn het buurtverenigingen, heemkundige vereniging of vrijwilligersorganisatie die zich het lot van het klein erfgoed aantrekken. Ten behoeve van het behoud van dit klein erfgoed willen we deze organisaties een steuntje in de rug geven. Ook de provincie kent een subsidieregeling voor klein erfgoed. Het is de bedoeling dat aanvragers eveneens van deze regeling gebruik maken.
De regeling staat ook open voor klein erfgoed dat de status rijksmonument heeft. Hiervoor is gekozen omdat door een lacune in de subsidieregeling van het rijk klein erfgoed met een herbouwwaarde minder dan € 200.000,-- niet voor subsidie in aanmerking komt.
Subsidie voor niet-rendabele rijksmonumenten
Ook is het wenselijk om subsidie te verlenen voor onderhoud en kleine restauratiewerkzaamheden aan onrendabele rijksmonumenten. Het betreft met name rijksmonumenten van stichtingen en kerkbesturen, die de restauratie en het onderhoud aan hun monument slechts moeizaam zelf kunnen bekostigen. De regeling betreft een aanvullende subsidie op de subsidies van het Rijk en de Provincie Limburg. Door stapeling van subsidies van rijk, provincie en gemeente ontvangen niet-rendabele rijksmonumentale kerken een totale subsidie van (60+15+10=) 85% en overige niet-rendabele rijksmonumenten een subsidie van (50+20+10=) 80%. De eigenaar van het onrendabele rijkmonument moet dus zelf een bijdrage doen van 15% of 20%.
Het college van burgemeester en wethouders heeft op basis van het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde budget het totale subsidieplafond voor de activiteiten als genoemd in artikel 2 onder a tot en met d bepaald voor de kalenderjaren 2024 en 2025. Ook kunnen burgemeester en wethouders voor de verschillende onderdelen van deze subsidieregeling afzonderlijke subsidieplafonds vaststellen. Vooralsnog is alleen gekozen voor een subsidieplafond voor het totaal aan activiteiten en voor een maximaal subsidiebedrag per aanvraag in een aanvraagcategorie. De hoogte van zowel het subsidieplafond als het maximumbedrag per aanvraag in een aanvraagcategorie wordt periodiek geëvalueerd en kan al naar gelang behoefte en beschikbaarheid van budget jaarlijks worden aangepast.
Voor gemeentelijke monumenten kan het college van burgemeester en wethouders incidenteel besluiten om een hogere subsidie dan de aangegeven maximale subsidie te verstrekken. Dat kan het geval zijn bij geconstateerde ernstige, gecompliceerde of omvangrijke gebreken, hoogwaardige karakteristiek en in verband met het gevergde specialisme. Als voorbeeld wordt aangehaald het vervangen van een leiendak van een kerk waarmee vaak hoge kosten gemoeid zijn. Door aanwijzing van de kerken tot gemeentelijk monument wordt echter ook de mogelijkheid geopend om subsidie van de Provincie te ontvangen. Dit soort aanvragen vragen maatwerk, dat op deze manier wordt geboden.