Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Verordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg
CiteertitelVerordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad der gemeente Geertruidenberg, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-2002Nieuwe regeling

31-01-2002

Gemeentekrant 2002, nr. 4

2002-01-31 nr. 17

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg

Nr. 17De raad der gemeente GEERTRUIDENBERG;gelezen het bij brief d.d. 31 mei 2001 door Groen Links fractie Geertruidenberg, gedane initiatiefvoorstel inzake de vaststelling van een "Verordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg";mede gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg van 22 januari 2002;gelet op het bepaalde in artikel 36 van het "Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad der gemeente Geertruidenberg" alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;BESLUIThet door Groen Links fractie Geertruidenberg gedane initiatiefvoorstel te ondersteunen, zulks met uitzondering van het bepaalde inzake de initiatiefgerechtigde leeftijd van 16 jaar, en derhalve vast te stellen de volgende: "Verordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg"

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad te plaatsen.

Artikel 2 Plaatsing op de agenda

  • 1.

    De gemeenteraad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

     

  • 2.

    Ongeldig is een verzoek dat: a. niet wordt ondersteund door tenminste een aantal initiatiefgerechtigden dat gelijk is aan het aantal kiesgerechtigden dat op grond van de Tijdelijke referendumwet nodig is voor het indienden van een inleidend verzoek voor het houden van een referendum in deze gemeente; b. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat; c. niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.

     

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

     

Artikel 4  

  • 1.

    Een burgerinitiatief houdt niet in: 1. onderwerpen die privébelangen betreffen; 2. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad; 3. een vraag over het gemeentelijk beleid; 4. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur; 5. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur; 6. een onderwerp waarover korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatief- voorstel door de gemeenteraad een besluit is genomen of onderwerpen die een wijziging van beleid betreffen dat al in een ver gevorderd stadium van ontwikkeling of reeds in uitvoering is.

Artikel 5  

Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de gemeenteraad.2. Het verzoek bevat tenminste: a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel; b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel; c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger; d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruikt gemaakt van de door burgemeester en wethouders vast te stellen formulieren.

 

Artikel 6  

  • 1.

    De gemeenteraad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat tenminste twee weken gelegen is tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de gemeenteraad over het verzoek beslist.

     

  • 2.

    Indien de gemeenteraad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.

     

  • 3.

    Indien de gemeenteraad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

     

  • 4.

    De voorzitter van de gemeenteraad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de gemeenteraadsvergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel nader toe te lichten.

     

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de gemeenteraad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekend gemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag‑, nieuws‑ of huis‑aan‑huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

     

  • 6.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking van het besluit wordt van het besluit mededeling gedaan aan de verzoeker.

     

Artikel 7  

  • 1.

    De voorzitter van de gemeenteraad brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

     

Artikel 8  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag nadat door burgemeester en wethouders bekend is gemaakt dat met betrekking tot dit besluit geen referendum zal worden gehouden dan wel op de eerste dag nadat door burgemeester en wethouders bekend is gemaakt dat de raad een beslissing heeft genomen met betrekking tot een gehouden referendum en daarbij heeft bepaald dat dit besluit in stand blijft. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg".

Geertruidenberg, 31 januari 2002.

De raad, voornoemd,De secretaris, de voorzitter,

H.P.F. Stijnen M.J.A. Meijer