Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling lokale aanpak isolatie gemeente Veenendaal |
Citeertitel | Subsidieregeling lokale aanpak isolatie gemeente Veenendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2024 | 31-12-2026 | Nieuwe regeling | 12-03-2024 |
Het TNO rapport “De feiten over energiearmoede in Nederland, Inzicht op nationaal en lokaal niveau” (TNO 2021 P11678 / 21 september 2021) stelt dat energiearmoede kan worden gedefinieerd in termen van gebrek aan het hebben of kunnen krijgen van een woning met een voldoende hoge energiekwaliteit. Als inwoners wonen in minder goed geïsoleerde huizen en daardoor Subte maken krijgen met gezondheidsklachten of een hoge energierekening, dan is de kern van het energiearmoede probleem niet de hoge energierekening maar de lage energiekwaliteit van de woning.
Deze subsidie maakt onderdeel uit van de lokale aanpak van het Nationaal Isolatie Programma (NIP) en heeft als doel de energiekwaliteit van woningen van eigenaar-bewoners te verbeteren. De subsidie is erop gericht juist eigenaar-bewoners die moeite hebben met het verduurzamen van hun woning te helpen via ondersteuning en extra financiële middelen (naast de al bestaande subsidies die voor woningeigenaren beschikbaar zijn).
Het streven is om via de subsidieregeling inwoners zoveel mogelijk te ontzorgen bij het proces voor het aanvragen en uitvoeren van maatregelen, waarbij zowel de lokale als landelijke subsidie de kosten voor isolatie grotendeels kunnen dekken. Om het energiearmoedevraagstuk structureel aan te pakken, krijgen de meest kwetsbare inwoners de hoogste subsidie om de energetische waarde van hun woning te verbeteren. Ook de "doe het zelvers" die geen gebruik kunnen maken van bestaande subsidies kunnen van deze lokale subsidieregeling gebruik maken.
De lokale aanpak, op grond waarvan onderhavige subsidieregeling is opgesteld, kenmerkt zich door een proactieve benadering van woningeigenaren, om hiermee eigenaar-bewoners te kunnen bereiken die de hulp het meeste nodig hebben. Dit zijn eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen met een lager inkomen en eigenaar-bewoners van slecht geïsoleerde woningen in een buurt die in de Transitievisie Warmte is aangewezen als buurt waarvoor voor 2025 een uitvoeringsplan of een gebiedsvisie is opgesteld (Spoor A en Spoor B), om versneld aardgasvrij te worden.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal,
gelet op artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Veenendaal,
besluit vast te stellen de Subsidieregeling lokale aanpak isolatie gemeente Veenendaal:
In aanvulling op de begripsomschrijvingen in de verordening wordt in deze subsidieregeling verstaan onder:
a. Awb: Algemene wet bestuursrecht;
b. ASV: Algemene Subsidieverordening
c. natuurlijk persoon: een eigenaar-bewoner van een woning;
d. woning: een bewoonbare bestaande grondgebonden woning in Veenendaal, voor permanente bewoning toegewezen, die is opgeleverd vóór de aanvraag in het kader van deze subsidieregeling;
e. energielabel: het energielabel van de woning zoals geregistreerd op https://www.Energielabel.nl/Woningen/zoek-je-Energielabel/
f. WOZ-waarde: WOZ-waarde van de woning met peildatum 01-01-2022
g. eigenaar-bewoner: de natuurlijk persoon die volgens de kadastrale gegevens eigenaar is van de woning én volgens de gemeentelijke basisregistratie staat ingeschreven op het adres van de woning;
h. zelfwerkzaamheid (doe het zelver): eigenaar-bewoner die de energiebesparende maatregelen zelf uitvoert;
i. energiebesparende maatregel(en): maatregelen binnen de bestaande thermische schil van de woning, zoals spouwmuurisolatie of HR++-glas;
j. bestaande thermische schil: de isolerende laag aan de buitenzijde van de woning zoals de vloer, het dak, de gevel en ramen.
k. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende het genoemde tijdvak maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van deze subsidieregeling;
l. het college: de burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal.
m. Maatregelenlijst: de lijst met energiebesparende maatregelen die onder de subsidiabele voorwaarden vallen.
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 5 bedoelde energiebesparende maatregelen.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijk persoon, een eigenaar-bewoner van een bestaande woning met energielabel D, E, F of G of minimaal twee slecht geïsoleerde bouwdelen en een WOZ-waarde (peildatum 01-01-2022) onder de NHG-grens (in 2023: € 429.300, -). Eigenaar-bewoners die de hulp het meest nodig hebben worden proactief benaderd.
1. De subsidieregeling geldt voor het nemen van energiebesparende maatregelen zoals vastgelegd in de meldcodelijsten van de landelijke ISDE-subsidie.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid dienen de energiebesparende maatregelen, die in bouwdelen toegepast worden, te voldoen aan de gestelde RD-waarde voor isolatiemateriaal of U-waarde in het geval van isolatieglas, zoals vastgelegd in de landelijke ISDE-subsidie.
3. Alle energiebesparende maatregelen moeten binnen de bestaande thermische schil worden uitgevoerd.
4. Wanneer een woning een WOZ-waarde (peildatum 01-01-2022) onder de dan geldende NHG grens (in 2023: € 429.300) en geen bekend energielabel D, E, F of G heeft, dan maakt de eigenaar-bewoner aanspraak op de subsidie wanneer de woning minimaal twee slecht/matig geïsoleerde bouwdelen bevat. Hieronder wordt het volgende verstaan;
5. Het aanbrengen van lokaal gespoten isolatie schuimen zoals PUR (polyurethaan) wordt niet gesubsidieerd.
6. De betreffende energiebesparende maatregel(en) mag of mogen pas worden uitgevoerd nádat de subsidie is aangevraagd via het aanvraagsysteem van het Duurzaam Bouwloket.
7. Er kan maximaal éénmaal subsidie worden aangevraagd per woning.
8. De aanvrager draagt zorgt voor de uitvoering van de energiebesparende maatregelen binnen twaalf maanden na subsidieverlening en uiterlijk voor afloop van de subsidiabele periode.
9. Indien er andere (subsidie)regelingen mogelijk zijn voor energiebesparende maatregelen, dan kan er alleen subsidie worden verkregen voor het deel van de kosten dat niet vergoed wordt door andere (subsidie)regelingen.
10. Bij zelfwerkzaamheid komen de eigen uren niet voor vergoeding in aanmerking.
11. Bij zelfwerkzaamheid worden de werkzaamheden aan de hand van advies en/of begeleiding veilig uitgevoerd, het Duurzaam Bouwloket en Milieucentraal (verbeterjehuis) stellen hiervoor factsheets beschikbaar.
12. Bij zelfwerkzaamheid moet de bewoner voor, tijdens en na het uitvoeren van de maatregel(en) foto’s maken.
13. Bij zelfwerkzaamheid dient voldaan te worden aan de actievoorwaarden gesteld door het Duurzaam Bouwloket.
14. Inwoners die een eigen gekozen isolatiebedrijf inschakelen, dienen te voldoen aan de actievoorwaarden gesteld door het Duurzaam Bouwloket.
Subsidie kan aangevraagd worden voor:
a. Categorie A: Voor eigenaar-bewoners van een woning die onder de NIP-voorwaarden valt, de woning heeft dus een slechte energetische prestatie en een WOZ-waarde (peildatum 1-1-2022), die kleiner dan, of gelijk is aan de NHG grens van 2023 (€ 429.300,-) en met een inkomen van maximaal 150% van het Wettelijk Minimum Inkomen (WMI). Een aanvraag voor deze categorie kan gedaan worden tot maximaal € 4.000,- voor één energiebesparende maatregel; of
b. Categorie B: Voor eigenaar-bewoners van een woning die onder de NIP-voorwaarden valt, de woning heeft dus een slechte energetische prestatie en een WOZ-waarde (peildatum 01-01-2022), die kleiner dan, of gelijk is aan de NHG-grens van 2023 (€429.300,-). Een aanvraag voor deze categorie kan gedaan worden tot maximaal € 1.185,- per woning.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 10, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college al uitgevoerd of gefinancierd worden door anderen.
Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikelen 3 en 5, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.