Artikel 1. Begripsbepalingen
Deze beleidsregel verstaat onder:
- a.
Besluit: besluit over schulddienstverlening
- b.
College: het college van Burgemeester en Wethouders van Hollands Kroon
- c.
Inwoner: persoon die in de Basis Registratie Personen (BRP) is ingeschreven in de gemeente Hollands Kroon
- d.
NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de branchevereniging voor Schuldhulpverleners in Nederland
- e.
Plan van aanpak: plan van aanpak voor de schulddienstverlening als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
- f.
Saneringskrediet: krediet voor het afkopen van problematische schulden
- g.
Schulddienstverlening: het integrale hulp- en ondersteuningsaanbod voor natuurlijke personen met betalingsachterstanden en schulden, hierbij is begeleiding om schulden in de toekomst te voorkomen inbegrepen (nazorg)
- h.
Verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening
- i.
Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)
- j.
Zelfstandig ondernemer: inwoner die eigenaar is van een Eenmanszaak of Vennootschap onder Firma (VOF).
Artikel 2. Uitvoering
Het gemeentelijke team Schulddienstverlening voert de schulddienstverlening uit namens het college.
Artikel 3. Aanvraag en toekenning
- 1.
Inwoners die geldzorgen hebben, kunnen bij het college een gesprek aanvragen.
- 2.
Als verzoeker wordt aangemerkt:
- a)
een natuurlijk persoon die,
- b)
inwoner is van de gemeente , en
- c)
- d)
niet wordt uitgesloten op basis van artikel 3 lid 4 van de wet.
- 3.
Als verzoekers worden ook aangemerkt ondernemers die een eenmanszaak of VOF hebben.
- 4.
Als verzoeker tijdens een gesprek met een schulddienstverlener vraagt om hulp bij het voorkomen of oplossen van geldproblemen, waaronder problematische schulden, is er sprake van een aanvraag schulddienstverlening.
- 5.
Als het college het nodig vind geeft het verzoeker een schulddienstverleningstraject. Verzoeker krijgt dit te weten via een schriftelijk besluit met een plan van aanpak.
- 6.
Het schulddienstverleningstraject kan bestaan uit alle producten die de NVVK beschrijft in modules. Wanneer die producten of trajecten niet voldoende blijken, kan gekeken worden naar de inzet van andere vormen van dienstverlening als dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
- 7.
Het college kan in bijzondere situaties afwijken van lid 2 sub b.
Artikel 4. Verplichtingen
Verzoeker is verplicht om mee te werken aan alle begeleiding die nodig is om duurzaam schuldenvrij te worden. Onder meewerken wordt verstaan:
- a.
- b.
geen nieuwe schulden aangaan of laten ontstaan,
- c.
zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst en het plan van aanpak.
- d.
de schulddienstverlener op tijd informeren als er wijzigingen zijn in de financiële situatie, woonsituatie of gezinssituatie,
- e.
het actief meedoen aan budgetcoaching of ander aanbod om duurzaam schuldenvrij te worden,
- f.
zoveel mogelijk afloscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit gebruiken ter afbetaling van de schulden,
- g.
inkomsten verwerven naar zijn volledige arbeidscapaciteit, passende arbeid aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs van hem gevraagd kan worden.
Artikel 5. Beëindigen
- 1.
Het schulddienstverleningstraject kan worden beëindigd als:
- a.
verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4 van deze beleidsregels,
- b.
verzoeker zijn beschikbare afloscapaciteit of vermogen niet volledig wil gebruiken voor de aflossing van schulden,
- c.
op grond van onjuiste gegevens schulddienstverlening aan betrokkene is toegekend;
- d.
verzoeker zich intimideren, dreigend of agressief gedraagt tegen de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schulddienstverleningstraject,
- e.
verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren,
- f.
de geboden dienstverlening, gelet op de persoonlijke situatie van verzoeker, niet (langer) passend of noodzakelijk is,
- g.
de inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker dermate onzeker is dat schulddienstverlening (nog) niet mogelijk is,
- h.
verzoeker daar om vraagt,
- i.
verzoeker verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldbemiddeling of lopend saneringskrediet,
- j.
het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond.
- 2.
Als de schulddienstverlening wordt beëindigd op grond van lid 1, sub leden a, b, c, d, f en/of h, kan het college de verzoeker een uitsluitingstermijn van één jaar opleggen.
Artikel 6. Weigeren
- 1.
Een verzoek om schulddienstverlening kan worden geweigerd wanneer de verzoeker geen inwoner is van de gemeente Hollands Kroon.
- 2.
Wanneer de verzoeker op grond van artikel 5, lid 2 een uitsluitingstermijn heeft gekregen, kan het verzoek om schulddienstverlening gedurende deze termijn worden geweigerd.
- 3.
Het college kan hier van de in lid 2 bedoelde weigering afzien als:
- a.
de verzoeker in een crisissituatie verkeert, zoals een dreigende huisuitzetting of afsluiting van gas, water of elektriciteit, of
- b.
als de oorzaak van de uitsluiting als bedoeld in artikel 5, lid 2 inmiddels is weggenomen.
- 4.
Een herhaald verzoek om schulddienstverlening wordt geweigerd wanneer:
- a.
minder dan één jaar voor het verzoek, door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk en/of wettelijk) succesvol is doorlopen, of
- b.
minder dan zes maanden voor het verzoek, door toedoen van verzoeker het opstarten van een traject schuldregeling is mislukt.
- 5.
Het college kan hier van de in lid 4 bedoelde weigering afzien als:
- a.
de verzoeker in een crisissituatie verkeert, zoals een dreigende huisuitzetting of afsluiting van gas, water of elektriciteit, of
- b.
er sprake is van gewijzigde situatie.
Artikel 7. Standaard saneringskrediet
Als een verzoeker problematische schulden heeft streeft het college ernaar om deze zo snel mogelijk namens de verzoeker af te kopen met behulp van een saneringskrediet. Wanneer de persoonlijke situatie daartoe aanleiding geeft kan het college ervoor kiezen om een ander instrument in te zetten.
Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
- 1.
Het college kan in situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien of onduidelijk zijn en/of sprake is van gevallen waarin toepassing van de beleidsregels leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de belanghebbende, in het voordeel van verzoeker afwijken van deze regels.
- 2.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Artikel 9. Intrekking, naam en inwerkingtreding
- 1.
De beleidsregels “Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020” van 2 februari 2021 en de beleidsregels “Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020” van 28 mei 2020 van de gemeente Hollands Kroon worden ingetrokken.
- 2.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregels Schulddienstverlening gemeente Hollands Kroon 2024”.
- 3.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.