Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Ontheffing vaarbeleid Zoetermeer |
Citeertitel | Beleidsregel Ontheffing vaarbeleid Zoetermeer |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-03-2024 | nieuwe regeling | 05-03-2024 |
Het college kan alleen een ontheffing op het vaarbeleid verlenen in verband met één of meer van de volgende door de aanvrager aan te dragen gronden:
De aanvraag om een ontheffing mag digitaal of per fysieke post worden ingediend.
Het emailadres is: m.j.janssen@zoetermeer.nl.
De Vaarwegenverordening van het Hoogheemraadschap van Rijnland bevatte een vaarverbod voor het Noord-Aa. Om daar te mogen varen moest een vergunning worden aangevraagd. Op 13 maart 2019 heeft voornoemd Hoogheemraadschap de regels met betrekking tot het Noord-Aa uit de Vaarwegenverordening geschrapt. In plaats daarvan bevat de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer (kortweg: Apv) een artikel dat het vaarbeleid voor de Zoetermeerse wateren 1 regelt. Dit vaarbeleid is als volgt:
De raad heeft het college de bevoegdheid gegeven af te wijken van het vaarbeleid. Op basis van artikel 5:23a, lid 5 van de Apv kan het college een ontheffing op het vaarbeleid verlenen. Een ontheffinghouder mag dan varen met een niet-elektrisch aangedreven motor en/of harder varen dan 6 km per uur en/of een verbrandingsmotor op het vaartuig voorhanden hebben.
In deze beleidsregel ligt vast hoe het college omgaat met de aanvragen voor een ontheffing.
De bescherming van het milieu is een belangrijke reden geweest om de vaarregels op te stellen. Voor meer informatie daarover klik hier. De gemeente zet in op de energietransitie: een overgang van het gebruik van fossiele brandstoffen naar het gebruik van elektriciteit. Een verbod op het gebruik van verbrandingsmotoren op vaartuigen levert een bijdrage aan de energietransitie én aan de duurzaamheid. De overlast en de milieubelasting van elek-trisch aangedreven motoren zijn beduidend minder. Het gebruik van verbrandingsmotoren leidt tot geluidsoverlast, stank en uitstoot.
Het uitgangspunt is dat wordt gevaren met elektrisch aangedreven motoren. Dat ligt vast in het eerste artikel. Dat betekent dat het college zeer terughoudend is bij het verlenen van een ontheffing. De verzoeker moet zeer zwaarwegende argumenten hebben, wil het college een ontheffing verlenen.
De belangenafweging bij het beoordelen van de ontheffing vindt plaats op basis van een toetsingskader. Er kan uitsluitend een ontheffing op de vaarregels worden verleend op basis van de volgende twee gronden het verkeer en/of de veiligheid.
De aanvrager beargumenteert waarom hij op basis van één of twee van deze gronden een ontheffing nodig heeft. Door het woord ‘’uitsluitend’ te gebruiken, kan het college op basis van geen enkele andere grond een ontheffing verlenen. De reden daarvoor is het hierboven genoemde uitgangspunt.
Daar staat tegenover dat het college een ruime beleidsvrijheid heeft om binnen het kader van die gronden een besluit te nemen. De gronden zijn immers niet nader omschreven of uitgewerkt. Specifiek maatwerk is daardoor mogelijk.
Bij de toetsing van de aanvraag weegt het college het belang van de gronden af tegen het milieu- en duurzaamheidsbelang. De ontheffingaanvrager motiveert waarom hij van mening is dat hij zich niet aan de vaarregels hoeft te houden. Het moet om zwaarwegende redenen gaan. Het milieu dient immers beschermd te worden. Het college beoordeelt per aanvraag welk belang het zwaarst weegt: het belang van de ontheffingaanvrager of het milieu- en duurzaamheidsbelang.
De ontheffing wordt altijd voor één concreet vaartuig aangevraagd en eventueel verleend. Heeft een eigenaar meer dan één vaartuig, dan vraagt hij per vaartuig een ontheffing aan. Het is mogelijk om in één aanvraag voor meer dan één vaartuig een ontheffing aan te vragen. Dan wordt het aantal vaartuigen met een omschrijving ervan in de aanvraag vermeld. Ondersteunende documenten zoals foto’s en tekeningen mogen worden aangeleverd.
De ontheffing wordt voor een bepaalde duur verleend. De looptijd van de ontheffing wordt per geval bepaald. Hierdoor is een tussentijdse toetsing mogelijk.
Als het vaartuig wordt vervangen, komt de ontheffing niet te vervallen. Hij wordt dan verbonden aan het nieuw aangeschafte vaartuig. Mits de vervanging binnen vier weken na de aankoopdatum bij het college is gemeld.