Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woudenberg

Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Woudenberg 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoudenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijtincidenten honden gemeente Woudenberg 2024
CiteertitelBeleidsregels bijtincidenten honden gemeente Woudenberg 2024
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet
  6. artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet
  7. Algemene Plaatselijke Verordening 2023
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-2024nieuwe regeling

29-02-2024

gmb-2024-117500

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Woudenberg 2024

De burgemeester van de gemeente Woudenberg,

 

Overwegende:

  • -

    dat er in de gemeente een bijtincident met honden heeft plaatsgevonden;

  • -

    dat het gewenst is om beleid vast te stellen over de uitleg van artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening;

gelet op:

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, 4:83 en 5:31;

  • -

    de Gemeentewet (GW), artikelen 125, derde lid, en 172, derde lid;

  • -

    de Algemene plaatselijke verordening gemeente Woudenberg 2023 (APV), artikel 2:59;

besluit:

de Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Woudenberg 2024 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Licht bijtincident: van een licht bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon, hond of ander dier bijt of in plaats daarvan een voorwerp bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

 

Ernstig bijtincident: van een ernstig bijtincident is sprake:

  • 1.

    wanneer het bijtincident ernstige gevolgen heeft, doordat een persoon, hond of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

  • 2.

    wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, hond of ander dier;

  • 3.

    wanneer de hond zich dusdanig gedraagt tegenover een andere hond of een ander dier dat in ieder geval gesproken kan worden van prooischudden of het niet willen loslaten, ook niet bij dwang (door derden);

  • 4.

    wanneer meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een licht bijtincident plaatsvindt;

  • 5.

    in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.

Ernstig letsel: van ernstig letsel is sprake wanneer bij een persoon, hond of ander dier medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident. Het gaat daarbij bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, om open wonden, inwendig letsel, letsel waarbij het slachtoffer niet in staat is om te werken of de normale dagelijkse activiteiten uit te voeren of chirurgisch letsel.

 

Gevaarlijke hond: een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

 

Hinderlijke hond: een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

 

Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke, niet-elastische lijn met een lengte, die, gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

 

Muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

Artikel 2 Hinderlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond hinderlijk, in de zin van artikel 2:59 APV, als een hond een persoon of een ander dier bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. Indien de burgemeester een hond hinderlijk acht, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen conform tabel I.

  • 2.

    Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als hinderlijk, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij tabel I.

     

Tabel I

Incident met een persoon

Incident met een ander dier/ voorwerp

1e incident

Waarschuwing

Waarschuwing

2e incident

Aanlijn-, muilkorf of aanlijn- en muilkorfgebod

Aanlijngebod

3e incident

Zie artikel 6 lid 3 t/m 7 (last onder bestuursdwang)

Aanlijn- en muilkorfgebod

4e incident

-

Zie artikel 6 leden 3 t/m 7 (last onder bestuursdwang)

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59 APV, als er sprake is van een ernstig bijtincident. Indien de burgemeester een hond gevaarlijk acht, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen conform tabel II.

  • 2.

    Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als gevaarlijk, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij tabel II.

  • 3.

    Indien op grond van tabel II een aanlijn- en muilkorfgebod dient te worden opgelegd, de burgemeester van oordeel is dat het opleggen van dit gebod niet toereikend is en door de aanwezigheid van de hond sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan de burgemeester gebruikmaken van zijn lichte bevelsbevoegdheid op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet en de hond tijdelijk in beslag nemen.

  • 4.

    In het geval sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid, legt de burgemeester bij de terugkeer van de hond aan de eigenaar of houder hiervan alsnog een aanlijn- en muilkorfgebod op.

  • 5.

    Het aanlijn- en muilkorfgebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 5 derde lid.

     

Tabel II

Incident met een persoon

Incident met een ander dier

1e incident

Aanlijn- en muilkorfgebod

Waarschuwing

2e incident

Zie artikel 6 leden 3 t/m 7 (last onder bestuursdwang)

Aanlijn- en muilkorfgebod

3e incident

-

Zie artikel 6 leden 3 t/m 7 (last onder bestuursdwang)

Artikel 4 Duur opgelegde sanctie

  • 1.

    De opgelegde sanctie geldt in beginsel voor onbepaalde tijd, doch minimaal voor 2 jaar.

  • 2.

    Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde sanctie worden opgeheven, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest als bedoeld in artikel 5 aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 3.

    De burgemeester kan besluiten dat de opgelegde sanctie alleen wordt opgeheven wanneer uit een risico-assessment als bedoeld in artikel 6, zesde lid, blijkt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 4.

    De burgemeester gaat in verband met het herstel van de openbare orde in beginsel niet eerder tot opheffing van de sanctie over dan nadat 6 maanden zijn verstreken sinds het opleggen van de sanctie.

Artikel 5 Gedragstest

  • 1.

    In opdracht van de eigenaar of houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De burgemeester gaat alleen tot heroverweging van zijn (voornemen tot het opleggen van een) sanctie over, indien deze gedragstest is afgenomen door een gedragstherapeut die is aangesloten bij de Gedragsklinkiek voor Dieren van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een gedragstest komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

  • 3.

    De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar/houder van de hond de opgelegde maatregel(en) opheffen, wanneer de eigenaar/houder van de hond door middel van de in het eerste lid genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet meer hinderlijk of gevaarlijk is.

Artikel 6 Overtreding opgelegde sanctie

  • 1.

    Overtreding van de opgelegde sanctie is strafbaar en kan op grond van artikel 2:59 juncto 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening Woudenberg 2023 gestraft worden met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Indien na het opleggen van een aanlijn-, muilkorf- of aanlijn- en muilkorfgebod deze sanctie wordt overtreden en met de hond opnieuw een bijtincident plaats vindt, dan kan de burgemeester besluiten om de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.

  • 3.

    Indien de burgemeester de eigenaar of houder van de hond heeft gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond en de eigenaar of houder te kennen heeft gegeven dit niet te willen, kan de burgemeester besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van de hond door middel van toepassing van bestuursdwang zoals omschreven in titel 5.3.1. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4.

    Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid en de situatie hiertoe aanleiding geeft, kan de burgemeester ook besluiten tot onvrijwillige inbeslagname door middel van (zeer) spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5.

    Indien de burgemeester over gaat tot onvrijwillige inbeslagname van de hond als bedoeld in het derde of vierde lid, wordt de hond onderworpen aan een risico-assessment uitgevoerd door de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

  • 6.

    Indien uit het risico-assessment blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten niet kan worden voorkomen, wordt besloten de hond te laten euthanaseren door een daartoe bevoegde dierenarts.

  • 7.

    De kosten die in het kader van bestuursdwang zijn gemaakt, komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag volgende op die van publicatie.