Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Peel en Maas

Wegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePeel en Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024
CiteertitelWegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Wegsleepverordening Peel en Maas, vastgesteld op 7 december 2009.

De tarieventabel is vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders op 26 februari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994
  4. Besluit wegslepen van voertuigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-2024nieuwe regeling

06-02-2024

gmb-2024-117404

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024

DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS,

 

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 december 2023

 

Gezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 6 februari 2024

 

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

Overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Wegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b. wet: de Wegenverkeerswet 1994 ;

  • c. besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen ;

  • d. voertuig: voertuig als bedoeld in artikel 1, RVV 1990;

  • e. motorrijtuig: motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet ;

  • f. het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • g. wegen: wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de wet.

Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3. Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: Autohulpdienst Broekmans aan de Columbusweg 11 te Venlo/Blerick

  • 2.

    De openingstijden van de bewaarplaats is op maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur. .

Artikel 4. Kostenoverbrenging en bewaring van voertuigen

  • 1.

    De kosten van het overbrengen en bewaren van een voertuig naar een bewaarplaats zijn vermeld in de bij deze verordening behorende tarievenlijst.

  • 2.

    Een voertuig met aanhanger wordt voor de toepassing van lid 1, beschouwd als twee voertuigen in de zin van artikel 1 van het RVV.

  • 3.

    De tarievenlijst (bijlage bij deze verordening) waarin de kosten zijn opgenomen voor het overbrengen en bewaren van een voertuig naar de bewaarplaatsen worden jaarlijks door het college aangepast op basis van de prijsindex voor beroepsgoederenvervoer van het CBS.

Artikel 5 Betaling

Betaling van de in artikel 4 lid 3 verschuldigde bedragen welke zijn opgenomen in de Tarievenlijst overbrengen en bewaren van voertuigen dient plaats te vinden voor de overdracht van het voertuig aan de rechthebbende.

Artikel 6 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid , 164, zevende lid , en 174, eerste lid van de wet , zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop deze verordening bekend is gemaakt.

  • 2.

    De “Wegsleepverordening Peel en Maas ” vastgesteld op 7 december 2009 wordt op het moment van inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 februari 2024.

De raad van de gemeente Peel en Maas

de griffier,

drs. E.J.C. Apeldoorn-Feijts,

de voorzitter,

W.J.G. Delissen – van Tongerlo

Toelichting Wegsleepverordening Peel en Maas 2024

Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is geen bevoegdheid van de burgemeester, maar van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. In de WVW 1994 wordt een aantal bepalingen uit de Awb niet van toepassing verklaard. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

 

Uitgebreide werking

Voorheen was wegslepen uitsluitend toegestaan in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van gehandicaptenparkeerplaatsen. De herziene regeling in de WVW1994 en het daarop gebaseerde Besluit wegslepen van voertuigen breidt het laatstgenoemde criterium uit. Er zijn immers meer locaties denkbaar waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding is. Direct optreden kan dan zeer wenselijk zijn. Te denken valt aan onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Deze wegen en weggedeelten moeten eerst nader worden aangewezen in een gemeentelijke wegsleepverordening voordat gemeenten gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid (artikel 2 van de wegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024).

 

Een voertuig kan niet zonder meer worden weggesleept wanneer aan een van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is en of het wegslepen evenredig is tot de daarmee te dienen doelen. Het wegslepen van een voertuig dat om 4.00 uur ’s nachts in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd, zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo’n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.

 

Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften(Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders. Het opmaken van een proces-verbaal sluit het uitvoeren van bestuursdwang dus niet uit (en vice versa).

 

Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet (meer) vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Opgemerkt wordt dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

 

Wegsleepverordening In artikel 170 e.v.

WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

  • de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waarop grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels).

 

Wegsleepwaardige overtredingen

Om houvast te bieden bij de toepassing van de wegsleepverordening is in de bijlage bij deze toelichting aangegeven in welke concrete gevallen er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving.

 

In dit kader moet gewezen worden op het bepaalde in artikel 170, zesde lid WVW 1994. Hierin wordt bepaald dat een voertuig niet kan worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging wordt begonnen. In de wet wordt niet expliciet aangegeven wanneer met de overbrenging wordt begonnen. In de dagelijkse praktijk wordt ervan uitgegaan dat pas met de overbrenging wordt begonnen wanneer het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Indien de rechthebbende zich eerder bij zijn voertuig meldt, mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Wel zal de rechthebbende alle aan de voorbereiding van de overbrenging verbonden kosten dienen te vergoeden, waarbij met name kan worden gedacht aan de voorrijkosten van het sleepvoertuig en administratieve kosten.

 

Wanneer het geen spoedsituatie betreft, zal de rechthebbende van het voertuig eerst worden aangeschreven, waarbij hem de mogelijkheid geboden wordt om het voertuig zelf te (laten) verwijderen.

 

Besluit wegslepen van voertuigen

Het Besluit wegslepen van voertuigen is van toepassing. In dit besluit zijn algemene zaken rondom het wegslepen van voertuigen geregeld, waaronder zaken als financiering en registratie.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

 

Ad d. Voertuig

Het begrip 'voertuig', zoals in artikel 1 RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg. Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

 

Ad e. Motorrijtuig

Het begrip 'motorrijtuig' is apart omschreven omdat artikel 6 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

 

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is gememoreerd, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In de tekst van de modelverordening is de ruimste variant opgenomen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen. Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

 

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen. De openingstijden van de bewaarplaats kunnen wel door het college worden gewijzigd. Eventuele aanpassingen van de openingstijden worden uit praktische overwegingen opgenomen in de Tarievenlijst die jaarlijks door het college wordt vastgesteld en onderdeel uitmaakt van de Wegsleepverordening Peel en Maas 2024.

 

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In artikel 12 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

 

In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten. De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan. Genoemde kosten zijn gebaseerd op de geldende – eveneens kostendekkende – tarieven.

 

In de Tarievenlijst behorend bij de wegsleepverordening, waarin de kosten van overbrenging en bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip ‘per dag’ gebruikt. Het dag, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

 

In het derde lid is een bepaling opgenomen op grond waarvan de in de tarievenlijst genoemde bedragen jaarlijks worden geïndexeerd. Deze indexatie is gebaseerd op het CBS prijsindexcijfer voor beroepsgoederenvervoer. Dit prijsindexcijfer wordt afgezet tegen het prijsindexcijfer van het voorafgaande jaar. Het college stelt jaarlijks de tarievenlijst vast.

 

Artikel 5. Betaling

Deze bepaling spreekt voor zich

 

Artikel 6. Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • het niet afgeven van het rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn/haar motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij/zij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke, of waarvan vanwege een verkeersovertreding het rijbewijs is ingevorderd (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het 'knoeien' met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring wordt genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuurs-dwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit het hoofdstuk van de Algemene wet bestuursrecht rond bestuursdwang en de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarom zijn in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze bepaling spreekt voor zich

 

Artikel 8. Citeertitel

Deze bepaling spreekt voor zich

 

Bijlage bij de toelichting wegsleepverordening gemeente Peel en Maas 2024

 

A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

 

Plaats op de weg

Een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5tot en met 7 RVV 1990).

 

Laten stilstaan

Een voertuig is tot stilstand gebracht:

  • 1.

    op een kruispunt, rotonde of een overweg;

  • 2.

    op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

  • 3.

    op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

  • 4.

    in een tunnel;

  • 5.

    bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

  • 6.

    op de rijbaan langs een busstrook;

  • 7.

    op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

  • 8.

    langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

  • 9.

    op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg. (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1bij het RVV 1990.)

Parkeren

Een voertuig is geparkeerd:

  • 1.

    bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

  • 2.

    voor een inrit of een uitrit;

  • 3.

    buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

  • 4.

    langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;

  • 5.

    op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

  • 6.

    binnen een erf, waarbij – voorzover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

  • 7.

    op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

  • 8.

    op een parkeergelegenheid voor zover het voertuig niet behoort tot de op het onderbord aangegeven categorie voertuigen, op een andere wijze dan op het onderbord is aangegeven, dan wel op de dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden;

  • 9.

    in een parkeerschijf-zone, tenzij op een parkeerplaats die als zodanig is aangeduid of aangegeven of plaatsen die voorzien zijn van een blauwe streep;

  • 10.

    op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep indien het motorvoertuig niet is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf, waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met parkeren is begonnen en de toegestane parkeerduur niet is verstreken;

  • 11.

    zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld; (Zie artikel24, 25, 38 e.v. en 46RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

Bevel of aanwijzing

Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon; (zie artikel 82 RVV 1990.)

 

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.(Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel.)

 

Nadere toelichting veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

 

In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.

 

In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

 

In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

 

In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.

 

In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstok artikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.

 

B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

  • a.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of doormiddel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 ondere RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c.

    op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:

    • -

      het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

    • -

      het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

    • -

      het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

  • d.

    op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt meteen taxi;

  • e.

    op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:

    • -

      tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;

    • -

      tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;

    • -

      die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;

  • f.

    op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

  • g.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voorvergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

  • i.

    in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage (eventueel: met uitzondering van aangegeven dagen en uren).

Nadere toelichting vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn eerder onder a tot en met i nader aangeduid.

Tarievenlijst 2024 Overbrengen en bewaren van voertuigen

(behorend bij de wegsleepverordening Peel en Maas 2024)

 

Tarieven vastgesteld door College van Burgemeester en Wethouders op 26-02-2024.

 

Tarieven voor voertuigen tot 3.500 kg

 

code

Omschrijving

Exclusief 21% btw X

A

Uitrijtarief

€ 82,02

B

Uitvoeringstarief

€ 78,23

C

Opslag eerste 24 uur plus afgifte

€ 52,14

A,B en C

Totaal

€ 212,39

D

Bewaarloon/ Opslag per dag na eerste 24 uur

€ 13,00

E

Wielklem, plaatsen en ontklemmen

€ 173,30

X Tarieven 2024. Tarieven worden jaarlijks geïndexeerd. De tarieven worden door het college vastgesteld.

 

Toelichting codes

 

A: Uitrijtarief

Dit is het uitrijden naar een foutparkeerder, de auto is nog niet in de takel/op de wegsleepauto.

Het betreft dus de kosten die berekend worden mocht het voertuig niet afgesleept hoeven te worden omdat bijvoorbeeld de rechthebbende zich bij het voertuig meldde.

 

B: Uitvoeringstarief

kosten van de (voorbereidende) werkzaamheden om het voertuig op te takelen tot en met het moment dat het voertuig inmiddels in de takel hangt of reeds op de auto staat inclusief slepen naar bewaarplaats. Opgeteld bij A zijn dit de kosten die berekend worden mocht de rechthebbende zich melden op het moment dat de (voorbereidende) werkzaamheden gestart zijn.

 

C: opslag + afgifte

Dit betreft de kosten voor opslag de eerste 24 uur inclusief de kosten voor afgifte van het voertuig

 

A+B+C Totale kosten wegslepen

Kosten A, B en C opgeteld zijn dus het wegsleeptarief als het voertuig daadwerkelijk helemaal is weggesleept.

 

D Bewaarloon/ Opslag

Per dag na de eerste 24 uur dat het voertuig op de bewaarplaats aanwezig is. Opslag per dag berekend tot de dag dat het voertuig de bewaarplaats verlaat

 

E Wielklem :

Tarief voor plaatsen wielklem en eventueel ontklemmen.

Indien voertuig weggesleept dient te worden ná wielklem komt tarief A, B en C erbovenop.

 

Tarieven voor voertuigen vanaf 3.500 kg

 

Het is niet mogelijk om tarieven vast te stellen voor voertuigen vanaf 3.500 kg. De tarieven zijn van diverse zaken afhankelijk ( bijvoorbeeld afmetingen en gewicht van het voertuig). Uiteindelijk worden de werkelijke kosten in rekening gebracht die verband houden met de bestuursdwang.