Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sittard-Geleen

Beleidsregel zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten Sittard-Geleen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSittard-Geleen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten Sittard-Geleen
CiteertitelZonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4.4, tweede lid, van de Omgevingswet
  3. artikel 5.1 van de Omgevingswet
  4. artikel 5.4 van de Omgevingswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-117095

Z/24/524499

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten Sittard-Geleen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen

 

gelet op:

 

De artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4.4 lid 2, artikel 5.1 en artikel 5.4 van de Omgevingswet;

 

overwegende dat:

 

  • -

    burgemeester en wethouders op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zijn tot het vaststellen van een beleidsregel, in het kader van de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen;

  • -

    er in het kader van de energietransitie behoefte is om ruimhartiger om te gaan met het plaatsen van zonne-installaties op en bij monumenten alsmede in beschermde stads- en dorpsgezichten;

  • -

    bij de totstandkoming van deze beleidsregel de adviezen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn betrokken.

Besluit

De beleidsregel zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten Sittard-Geleen vast te stellen.

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    beschermd monument:

    • rijksmonumenten die als zodanig ingevolge de Monumentenwet vastgestelde registers zijn opgenomen;

    • gemeentelijke monumenten als bedoeld in Artikel 1, lid c van de Erfgoedverordening Sittard-Geleen 2012;

  • -

    beschermde stads- en dorpsgezichten: gebieden die als zodanig ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet door het rijk, of ingevolge artikel 1, lid d van de Erfgoedverordening Sittard-Geleen 2012 door de gemeente, zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht;

  • -

    ensembles: een architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch geheel dat als zodanig herkenbaar is of beschermde monumenten en/of beschermde stads- en dorpsgezichten die in de redengevende omschrijving als ensemble geduid zijn;

  • -

    zonne-installaties: installaties die worden aangebracht voor het opwekken van zonne-energie voor warmte of elektriciteit, inclusief de bijbehorende leidingen, bedrading en andere installatie-onderdelen; geen vacuümbuiscollectoren.

  • -

    Dak: een overdekking van een gebouw of een onderdeel daarvan, bestaande uit hellende en/of horizontale vlakken (dakvlakken) die samen de dakvorm bepalen. Afhankelijk van het type dak heeft een dak een of meer dakvlakken.

  • -

    Legplan: een schematisch of getekend overzicht waarbij de voorgestelde plaatsing van de zonne-installatie op wordt verbeeld.

Artikel 2 Doel

Het doel van deze beleidsregel is om een toetsingskader vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren van beschermde monumenten alsmede panden gelegen in beschermde stads- en dorpsgezichten en het algemeen belang van instandhouding van deze beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten. Uitgangspunt hierbij is het behoud van omgevingskwaliteit. Hierbij draagt verduurzaming bij aan de instandhouding van beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten.

Artikel 3 Reikwijdte en toetsing

Deze beleidsregel geldt voor het plaatsen van zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en op, aan of bij alle panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten.

 

Vergunningaanvragen voor het plaatsen van zonnepanelen zonne-installaties op daken van beschermde monumenten en op niet-monumenten in een beschermd stadsgezicht worden door de adviescommissie omgevingskwaliteit, en/of een andere bevoegde of gemandateerde behandelaar beoordeeld aan de hand van de criteria in artikel 4 tm 10. Hierbij wordt het belang van verduurzaming tevens gewogen tegen het behoud van (cultuur)historische waarden en beeldkwaliteit. Een positieve beoordeling door de adviescommissie omgevingskwaliteit leidt tot het afgeven van een omgevingsvergunning voor plaatsing van de zonne-installatie.

Artikel 4 Algemene voorwaarden voor het plaatsen van zonne-installaties

Voor zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten is bijna altijd een omgevingsvergunning nodig. Om de omgevingskwaliteit te behouden en de aantasting van beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten te voorkomen gelden bij de plaatsing van zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en op, aan of bij alle panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten ongeacht het dakvlak de volgende algemene voorwaarden:

 

  • -

    de zonne-installaties worden op een dak geplaatst;

  • -

    er is een legplan opgesteld voor het aanbrengen van de zonne-installaties, uit dit legplan blijkt dat; de zonne-installaties in een rechthoekig (vier hoeken) en regelmatig geordend legplan worden geplaatst. Dit legplan blijft ondergeschikt aan de hoofdvorm van het dak en de daarop aanwezige elementen;

  • -

    de afstand van de zonne-installaties tot (historische) dakelementen (dakdoorvoeren, schoorstenen, hoekkepers, kilkepers e.d.), dakopbouwen en tot de dakvoet, -randen en nok bedraagt minimaal 50 centimeter;

  • -

    de zonne-installaties staan allemaal in dezelfde (bij voorkeur staande) stand en worden direct op en evenwijdig aan de hellingshoek van het dakvlak geplaatst;

  • -

    met uitzondering van panden behorende tot categorie A geldt dat; de zonne-installaties hebben een op de aard en kleur van het dak afgestemde kleur, zonder hinderlijke patronen, reflecties of opvallende randen;

  • -

    de plaatsing van de zonne-installatie moet omkeerbaar zijn zonder dat hierdoor schade ontstaat aan het pand of dat er (cultuur)historische elementen beschadigd raken;

  • -

    er is geen sprake van het toepassen van verschillende formaten, typen en fabricaten zonne-installaties op één dakvlak;

  • -

    het benodigde kabel- en leidingwerk en bijbehorende installaties ten behoeve van de zonne-installaties, zorgt niet voor blijvende schade aan cultuurhistorisch waardevolle interieurelementen, gevelaanzichten of monumentale waarden;

  • -

    dakvlakoriëntatie en/of rendement dient ondergeschikt te zijn ten opzichte van het behoud van monumentale waarde en/of mate van verstoring van het monument, dit wordt door bij de vergunningaanvraag gewogen;

  • -

    op platte daken zijn zonne-installaties toegestaan, mits de afstand tot de randen van het dak ten minste gelijk is aan de hoogte van het paneel.

Bij een vergunningsaanvraag wordt, met behulp van een online kaartbeeld, bepaald of er bij de plaatsing van een zonne-installatie, naast de algemene voorwaarden, nog aan aanvullende voorwaarden moet worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn is afhankelijk van de locatie van het pand, er zijn vijf categoriëen van panden;

Artikel 5 Aanvullende voorwaarden algemene panden (categorie A)

Voor dakvlakken van niet-monumentale panden gelegen in beschermde stads- en dorpsgezichten (die niet vallen in categorie B, C, D of E) gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

  • -

    in afwijking van de algemene voorwaarden geldt dat, voor panden behorend tot categorie A, de kleur van de zonne-installatie mag afwijken tot de minst opvallende standaardkleur (zwart) zonder hinderlijke patronen, reflecties of opvallende randen.

Artikel 6 Aanvullende voorwaarden beschermde monumenten (categorie B)

Voor dakvlakken van beschermde monumenten (die niet vallen in categorie C, D of E) gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

  • -

    de zonne-installaties staan zo veel mogelijk in het midden van de lengte en breedte van het dakvlak, of op een plek die aansluit op de symmetrie of geleding van zowel dak als gevel;

  • -

    er wordt slechts op één geschikt dakvlak een zonne-installatie geplaatst.

Artikel 7 Aanvullende voorwaarden panden gelegen aan pleinen of zichtassen (categorie C)

Voor panden die vallen onder categorie C gelden voor de dakvlakken die grenzen aan pleinen of zichtassen (ongeacht de afstand daartoe) de volgende aanvullende voorwaarden:

  • -

    het plaatsen van zonne-installaties op deze dakvlakken geschiedt alleen wanneer andere dakvlakken niet geschikt blijken te zijn voor plaatsing van zonne-installaties, niet geschikt zijn onder andere: dakvlakken gelegen op het noorden, noordwesten of noordoosten;

  • -

    de zonne-installaties staan zo veel mogelijk in het midden van de lengte en breedte van het dakvlak, of op een plek die aansluit op de symmetrie of geleding van zowel dak als gevel;

  • -

    er wordt slechts op één geschikt dakvlak een zonne-installatie geplaatst.

Artikel 8 Aanvullende voorwaarden panden gelegen aan de stadswal (categorie D)

Voor panden die vallen onder categorie D gelden voor de dakvlakken die grenzen aan de stadswal (ongeacht de afstand daartoe) de volgende aanvullende voorwaarden:

  • -

    het plaatsen van zonne-installaties op deze dakvlakken geschiedt alleen wanneer andere dakvlakken niet geschikt blijken te zijn voor plaatsing van zonne-installaties, niet geschikt zijn onder andere: dakvlakken gelegen op het noorden, noordwesten of noordoosten;

  • -

    de zonne-installaties staan zo veel mogelijk in het midden van de lengte en breedte van het dakvlak, of op een plek die aansluit op de symmetrie of geleding van zowel dak als gevel;

  • -

    er wordt slechts op één geschikt dakvlak een zonne-installatie geplaatst.

Artikel 9 Aanvullende voorwaarden panden die onderdeel zijn van een ensemble (categorie E)

Voor dakvlakken van panden die onderdeel zijn van een ensemble gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

  • -

    de zonne-installaties staan zo veel mogelijk in het midden van de lengte en breedte van het dakvlak, of op een plek die aansluit op de symmetrie of geleding van zowel dak als gevel;

  • -

    er wordt één geschikt dakvlak gekozen;

  • -

    individuele legplannen zijn afgestemd op het totale legplan van het ensemble;

  • -

    hierbij is het eerst vergunde legplan het uitgangspunt voor volgende plannen;

  • -

    het legplan houdt rekening met de architectonische gaafheid van het gehele complex;

  • -

    het legplan sluit aan op de symmetrie of geleding van het gehele ensemble;

  • -

    in het legplan wordt vorm en patroon duidelijk gecommuniceerd.

Artikel 10 Bijzondere situaties waarbij zonne-installaties niet toelaatbaar zijn

Zonne-installaties worden niet geplaatst op daken met:

  • -

    een bijzondere of afwijkende vorm zoals rond, spits of veelhoekig;

  • -

    een duidelijk afwijkende en zichtbepalende kapvorm;

  • -

    bijzondere of kwetsbare materialen zoals zeldzame dakpannen, riet, koper, zink, lood of leien;

  • -

    een bijzonder of decoratief patroon in de dakbedekking;

  • -

    overige eigenschappen welke ten opzichte van de directe omgeving als bijzonder aangemerkt kunnen worden;

Artikel 11 Indieningsvereisten

Een omgevingsvergunningaanvraag voor het plaatsen van zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten of op, aan of bij alle panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten bevat de volgende gegevens:

  • -

    een legplan voor de zonne-installaties op het dakvlak, waaruit blijkt hoe, en op welk dakvlak de zonne-installaties worden aangelegd;

  • -

    een specificatie van het type installatie (type, kleur en merk);

  • -

    informatie waaruit blijkt hoe de zonne-installaties aan het dakvlak worden bevestigd en in welke hellingshoek ten opzichte van het dakvlak de zonne-installaties worden gelegd;

  • -

    informatie waaruit blijkt of een plattegrond waarop wordt aangegeven hoe de zonne-installaties worden aangesloten op de elektra van het pand (waar de bekabeling loopt, waar de omvormer wordt geplaatst etc.);

  • -

    informatie waaruit blijkt dat de constructie van een beschermd monument de zonne-installatie kan dragen;

  • -

    een toelichting wat betreft de keuze voor een dakvlak waarop de zonne-installaties worden geplaatst. Hieruit moet blijken welke locaties zijn onderzocht en in welke mate er rekening gehouden is met de voorwaarden zoals opgenomen in deze beleidsregel.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • -

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking;

  • -

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als zonne-installaties op, aan of bij beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen in zijn vergadering van 27 februari 2024 (zaaknummer Z/24/524499).

Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen

Burgemeester mr. J.Th.C.M. Verheijen,

Gemeentesecretaris J.A.M. Heesen,

Toelichting

Dit beleid voor plaatsing van zonne-installaties op monumenten en binnen beschermde stads- en dorpsgezichten is opgesteld om twee publieke belangen te verenigen: dat van behoud van cultuurhistorische waarden aan de ene kant en dat van duurzaamheid aan de andere kant.

De gemeente Sittard-Geleen heeft besloten om de mogelijkheden voor plaatsing van zonne-installaties te verruimen. Immers duurzame monumenten zijn toekomstbestendige monumenten. Tegelijkertijd moet er recht gedaan worden aan de unieke karakteristieken en cultuurhistorische elementen van Sittard-Geleen. Om de omgevingskwaliteit te waarborgen is het uitgangspunt om de plaatsing van zonne-installaties binnen beschermde stads- en dorpsgezichten en op monumenten enkel onder voorwaarden toe te staan (zoals beschreven in deze beleidsregel). Alleen in het geval van bijzondere ontwerpen en bij de innovatie van de verduurzaming van monumenten zijn afwijkingen van deze voorwaarden mogelijk. Ook wordt nog expliciet vermeld dat deze beleidsregel plaatsing van zonne-installaties op zowel voor- als achterdakvlakken toelaat, afhankelijk van de positionering van het pand en orriëntatie van het dakvlak.