Organisatie | Waterschap Zuiderzeeland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening behandeling van bezwaren 2020 |
Citeertitel | Verordening behandeling van bezwaren 2020 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt Verordening behandeling van bezwaren, 28 mei 2009.
artikel 78 van de Waterschapswet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-08-2020 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 11-02-2020 |
Behandeling van bezwarencommissies
Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door een door het college van Dijkgraaf en Heemraden aangewezen ambtenaar. Het college van Dijkgraaf en Heemraden wijst tevens een of meer plaatsvervangers aan.
Artikel 8 Inlichtingen en advies
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien aan het inwinnen van advies kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf machtiging van het college van Dijkgraaf en Heemraden vereist.
Artikel 9 Plaats en tijdstip zitting
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting, waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
Artikel 11 Overdracht bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid, 6:6 en 7:6, vierde lid, van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.
Voor het houden van een zitting is in ieder geval vereist drie leden, onder wie in elk geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 13 Onpartijdigheid voorzitter en leden commissie
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de voorbereiding van, en beraadslaging over het advies inzake de beslissing op het bezwaar, indien bij hen sprake is van vooringenomenheid of persoonlijk belang bij de beslissing.
Indien na afloop van de zitting, doch voor het uitbrengen van advies, nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden.
Verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en belanghebbenden toegezonden.
De leden van een commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het houden van een nieuwe zitting. De commissie beslist op een dergelijk verzoek.
Artikel 18 Verdaging beslissing
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn, als bedoeld in artikel 7:10 van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van advies door de commissie en het nemen van een beslissing op het bezwaar door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing op het bezwaar te verdagen.
Op 1 januari 2020 is de WNRA (wet normalisering rechtspositie ambtenaren) in werking getreden. Hiermee is de arbeidsverhouding van medewerkers van het waterschap van rechtswege omgezet in een arbeidsverhouding naar burgerlijk recht. Om die reden is er per 1 januari 2020 nog maar een bezwarencommissie. De commissie voor personele bezwaren vervalt dan. Mogelijke bezwaren op personele besluiten voor in werking treden van de WNRA zullen worden behandeld door de commissie.
De Algemene wet bestuursrecht (AWB) geeft bepalingen over een uniform bestuursprocesrecht. Deze wet regelt in hoofdstuk 8: "Beroep bij de rechtbank". Ingevolge deze wet staat beroep open bij de rechtbanken tegen besluiten van overheidsorganen, met uitzondering van een aantal in de wet nader genoemde besluiten.
Indien tegen een besluit beroep op de administratieve rechter openstaat dient ingevolge artikel 7:1 AWB, alvorens tegen dat besluit beroep in te stellen, eerst bezwaar te worden gemaakt bij het orgaan dat het besluit heeft genomen, tenzij het besluit:
Behandeling van bezwaren/hoorplicht
Bij de behandeling van bezwaren is het bestuursorgaan verplicht belanghebbenden in de gelegenheid te stellen te worden gehoord (artikel 7:2 Awb).
De wijze waarop wordt gehoord kan door het bestuursorgaan zelf worden bepaald. Het horen kan gebeuren door het bestuursorgaan (de voorzitter of een lid daarvan) zelf, door een ambtelijke commissie bestaande uit één of meer personen die niet (in meerderheid) bij de voorbereiding van de beschikking is (zijn) betrokken, dan wel door een adviescommissie voor de behandeling van bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 Awb. (De voorzitter en de leden van zo’n adviescommissie maken geen deel uit of zijn niet werkzaam voor het bestuursorgaan [zie artikel 4, tweede lid van de verordening]. Voor leden van het waterschapsbestuur geldt eenzelfde uitsluiting). Deze van wijze van horen biedt de beste waarborg voor een onafhankelijke behandeling van bezwaarschriften en blijkt in de praktijk een aanzienlijke zeeffunctie te vervullen op het instellen van beroep bij de administratieve rechter. De verordening geeft dan ook bepalingen voor het horen door een volledig onafhankelijke adviescommissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren.
De verordening regelt het horen niet uitputtend omdat de Awb zelf reeds een aantal bepalingen voor het horen geeft (artikel 7:2, 7:9 en 7:13). Die bepalingen zijn deels dwingende bepalingen, waarvan, anders dan bij wet in formele zin, niet kan worden afgeweken. Deels ook betreft het regelende bepalingen – die als hoofdregel gelden, maar waarvan in bijzondere gevallen ook door lagere regelgevers kan worden afgeweken – en facultatieve bepalingen. Voorts dient rekening te worden gehouden met de gelaagde structuur van de AWB, in die zin dat regeling van algemeen naar bijzonder plaatsheeft.
Zo zijn, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit (zie artikel 7:14), op de behandeling van bezwaren van toepassing, naast de algemene en bijzondere bepalingen over bezwaar en beroep (hoofdstukken 6 en 7), de definitiebepalingen (hoofdstuk 1), de bepalingen over het verkeer tussen burgers en bestuursorganen (hoofdstuk 2), de algemene bepalingen over besluiten (hoofdstuk 3), alsmede de bijzondere bepalingen over bepaalde besluiten, met name beschikkingen (hoofdstuk 4).