Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Tubbergen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Tubbergen 2024
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Tubbergen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 98 van de Gemeentewet
  6. artikel 99 van de Gemeentewet
  7. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  8. artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.1.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  12. artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  13. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-115380

889042

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Tubbergen 2024

De raad van de gemeente Tubbergen

 

gelezen het voorstel van het Presidium van 7 februari 2024

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Tubbergen 2024.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a)

    Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • b)

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • c)

    Raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • d)

    Presidium: het presidium als bedoeld in artikel 2 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Tubbergen 2024.

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

Een raadslid ontvangt met ingang van de dag van zijn beëdiging gedurende zijn lidmaatschap van de gemeenteraad een vergoeding voor de werkzaamheden per maand die afhankelijk is van de inwonersklasse van de gemeente waarin hij raadslid is en wordt vastgesteld aan de hand van de tabel getoond in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3. Vergoeding voorziening arbeidsongeschiktheid.

Op grond van artikel 3.1.9 is bepaald dat de raadsleden eenmaal per jaar een bedrag ontvangen ter hoogte van het bedrag van de vergoeding van hun werkzaamheden voor één maand, waarmee zij voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

Artikel 4. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend, waarvan de hoogte bij verordening wordt bepaald, maar die per jaar ten hoogste driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, bedraagt.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend per maand.

Artikel 5. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Een raadslid heeft op grond van artikel 3.1.7, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

    • a.

      reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies, en

    • b.

      reis- en verblijfkosten voor reizen binnen en buiten de gemeente gemaakt voor de uitoefening van de functie.

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed. De vergoedingen van verblijfkosten zijn gebaseerd op de cao rijk (peiljaar 2024) en worden onderscheiden in:

    • a.

      lunch:

    • b.

      avondmaaltijd- dinercomponent:

    • c.

      logies- logiescomponent:

    • d.

      ontbijt- ontbijtcomponent:

    • e.

      kleine uitgaven overdag- dagcomponent:

    • f.

      kleine uitgaven ‘s avonds- avondcomponent:

    Deze bedragen worden jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken aangepast. Onder de volgende link valt de actuele bedragen te vinden. https://www.p-direkt.nl/informatie-rijkspersoneel-2020/financien/vergoedingen-en-toelagen/binnenlandse-dienstreis/vergoeding-verblijfkosten-binnenlandse-dienstreis

  • 5.

    Raadsleden en commissieleden kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente binnen de gemeentelijke vastgestelde richtlijnen (via de griffie) ook gebruik maken van elektrische deelauto’s en elektrische fietsen.

Artikel 6. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie naar de griffier.

  • 3.

    De aanvraag wordt door de griffier en fractievoorzitters behandeld.

  • 4.

    Indien een raadslid als zodanig lid is van een voor ieder raadslid toegankelijke, landelijk georganiseerde beroepsvereniging die blijkens haar statuten deskundigheidsbevordering of belangenbehartiging van de functie van raadslid ten doel heeft of mede ten doel heeft, wordt de contributie van die beroepsvereniging op grond van artikel 3.3.4, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, ten laste van de gemeente vergoed, tenzij het college van burgemeester en wethouders van oordeel is dat de activiteiten van de vereniging onvoldoende invulling geven aan het in de eerste volzin bedoelde doel.

Artikel 7. Informatie- en communicatievoorzieningen

Het raadslid wordt in het kader van papierloos vergaderen een iPad in bruikleen ter beschikking gesteld. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. De griffier stelt voor de raadsleden de modelbruikleenovereenkomst vast.

Artikel 8. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 9. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 10. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      Betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur.

    • b.

      Betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 11. Intrekking oude verordening

De oude Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01-01-24.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Tubbergen 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Tubbergen van 27 februari 2024.

De griffier

A.C. van Eck

De voorzitter

Drs. A.H. Postma

Bijlage 1: Vergoedingen raads- en commissieleden (peildatum januari 2024)

 

Opm. onderstaande bedragen worden door Minister vastgesteld en regelmatig aangepast

 

Raadsleden:

Voorziening:

Bedragen 2024

Periode

Grondslag

  • a.

    Vergoeding voor werkzaamheden

€ 1.155,70

maand

RPB/art 3.1.1.

  • b.

    Onkostenvergoeding

€ 215,51

maand

RPB/art 3.1.6.

  • c.

    Toelage fractievoorzitter

    • -

      vast bedrag

    • -

      vermeerdering voor elk extra fractielid

 

€ 81,62

€ 11,65

 

maand

maand

 

RPB/art 3.1.5.

  • d.

    Budget scholing

€ in overleg

jaar

RPB/art 3.3.3.

  • e.

    Reiskosten binnen en buiten de gemeente

€ 0,21

per km

RPB/art 3.17.

  • f.

    Lidmaatschap landelijke beroepsvereniging

€ kostprijs

jaar

RPB/art 3.3.4.

  • g.

    Tegemoetkoming ziektekostenverzekering

€ 124,86

jaar

RPB/art 3.1.10

  • h.

    Voorziening arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

€ 1.155,70

jaar

RPB/art 3.1.9

  • i.

    Computer- en communicatie voorzieningen

    • -

      Smartphone

    • -

      Ipad of laptop (naar keuze)

 

Bruikleen

Bruikleen

 

 

RPB/art 3.3.2.

RPB/art 3.3.2.

Niet standaard:

 

 

 

  • j.

    Vergoeding voor lidmaatschap bijzondere commissie

€ 139,90

maand

RPB/art 3.1.4

 

Commissieleden:

Voorziening:

Bedragen 2024

Periode

Grondslag

  • a.

    Presentatiegeld

€ 96,21

per vergadering

RPB/art 3.4.1.

  • b.

    Budget scholing

€ in overleg

jaar

RPB/art 3.3.3.

  • c.

    Reiskosten binnen en buiten de gemeente

€ 0,21

per km

RPB/art 3.4.3.

  • d.

    Lidmaatschap landelijke beroepsvereniging

€ kostprijs

jaar

RPB/ art 3.3.4.

  • e.

    Computer- en communicatie voorziening

    • -

      Smartphone

    • -

      Ipad of laptop (naar keuze)

 

 

Bruikleen

Bruikleen

 

RPB/art 3.3.2.