Organisatie | Ferm Werk |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening Participatiewet GR Ferm Werk 2023 |
Citeertitel | Re-integratieverordening Participatiewet GR Ferm Werk 2023 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 8a van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-02-2024 | 01-01-2024 | Nieuwe re-integratieverordening | 29-02-2024 |
Het algemeen bestuur van Ferm Werk
- gelezen het voorstel aan en besluit van het dagelijks bestuur van 29 februari 2024
- gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e en tweede lid en 10b, vijfde en zevende lid, van de Participatiewet;
- de gemeenteraad van de gemeente Woerden d.d. 21-12-2023
- de gemeenteraad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk d.d. 27-10-2023
- de gemeenteraad van de gemeente Montfoort d.d.25-9-2023
- de gemeenteraad van de gemeente Oudewater d.d.14-12-2023
- de Clientenraad Ferm Werk d.d. 8 juni 2023
besluit vast te stellen de Re-integratieverordening Participatiewet GR Ferm Werk 2023
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2. Evenwichtige verdeling en evaluatie
Het dagelijks bestuur houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
Het dagelijks bestuur geeft bij het aanbieden van voorzieningen prioriteit aan de doelgroepen als bedoeld in het vierde lid onder a, b en c.. Het dagelijks bestuur kan beperkingen vaststellen ten aanzien van het aanbod aan voorzieningen voor personen die behoren tot de doelgroep als bedoeld in het vierde lid onder d
Artikel 3 Algemene bepalingen over voorzieningen
Het dagelijks bestuur kan een voorziening beëindigen als:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
Het dagelijks bestuur biedt de goedkoopste adequate voorziening aan, houdt bij het voorzieningenaanbod rekening met andere voorzieningen die in het kader van het sociaal domein beschikbaar zijn en stemt het aanbod, als dat nodig is, af zodat het optimaal bijdraagt aan een integrale ondersteuning van de persoon. Het dagelijks bestuur houdt bij de afstemming ook rekening met voorzieningen op grond van andere wettelijke regelingen en stemt dit af in een plan van aanpak overeenkomstig artikel 44a van de wet.
Het dagelijks bestuur kan aan een persoon van 27 jaar en ouder die niet beschikt over een startkwalificatie en die gedurende 6 maanden werkzaamheden heeft verricht als bedoeld in het eerste lid, opleiding of scholing aanbieden indien dit naar het oordeel van het dagelijks bestuur de kans op arbeidsinschakeling vergroot.
Het dagelijks bestuur biedt een beschutte werkplek aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
Het dagelijks bestuur kan aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet, daarnaast de volgende voorzieningen aanbieden:
Artikel 8. Werkervaringsplaats
Het dagelijks bestuur kan, als dit door hem noodzakelijk wordt geacht, een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet die algemene bijstand ontvangt, toestemming verlenen om op een werkervaringsplaats bij een werkgever voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal drie maanden, onbeloonde werkzaamheden te verrichten met behoud van uitkering.
Het dagelijks bestuur kan, als dit door hem noodzakelijk wordt geacht, een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet die algemene bijstand ontvangt, toestemming verlenen om op een proefplaats bij een werkgever voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal vier maanden, onbeloonde werkzaamheden te verrichten met behoud van uitkering. Het dagelijks bestuur kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de verlenging met vier maanden .
Het dagelijks bestuur weigert de toestemming bedoeld in het eerste lid als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de persoon ook zonder proefplaats kan worden aangenomen voor dat werk of als direct na de proefplaats sprake is van een dienstverband met forfaitaire loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d, vijfde lid, van de wet.
Artikel 12. Ondersteuning bij leer-werktraject
Artikel 15. Persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Artikel 15A. Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Een aanvraag om persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen kan bij het dagelijks bestuur worden ingediend door de persoon of zijn werkgever. Het dagelijks bestuur kan hiervoor een aanvraagformulier vaststellen. De aanvraag voor persoonlijke ondersteuning bij werk moet binnen 8 weken na de ingangsdatum van de werkzaamheden zijn ontvangen, tenzij voorafgaand aan of op het moment van aanvang van het dienstverband de noodzaak voor die ondersteuning redelijkerwijs nog niet bekend kon zijn.
Het dagelijks bestuur onderzoekt, voor zover nodig en gelet op de omstandigheden van de persoon, in daartoe voorkomende gevallen de mogelijkheden om door samenwerking met andere partijen, onder meer op het gebied van (publieke) gezondheid, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, schuldhulpverlening, welzijn en wonen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde integrale dienstverlening met het oog op de arbeidsinschakeling.
Artikel 15B. Inhoud beschikking persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Artikel 15E. Tegemoetkoming voor het organiseren van jobcoaching
Artikel 15F. Interne werkbegeleiding
Als een persoon uit de doelgroep voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op begeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en andere werknemers aanzienlijk te boven gaat, kan het dagelijks bestuur een vergoeding verstrekken aan de werkgever voor de aangetoonde meerkosten die verbonden zijn aan het organiseren van de interne werkbegeleiding.
Artikel 16. Loonkostensubsidie kwetsbare werknemers
De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer of als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de persoon ook zonder loonkostensubsidie kan worden aangenomen voor dat werk.
Artikel 17. LKS doelgroep loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur verstrekt overeenkomstig artikel 10d, van de wet, ambtshalve of op aanvraag, loonkostensubsidie aan de werkgever die voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. In geval van een aanvraag zijn het tweede tot en met het vijfde lid van dit artikel van toepassing.
Het dagelijks bestuur kan een werkgeverspremie verstrekken aan een werkgever die direct verband houdt met het in dienst nemen of -houden, dan wel met het aanbieden van een arbeidsplaats aan iemand uit de doelgroep. De premie is bedoeld als een eenmalige (opstart)vergoeding voor een werkgever, niet zijnde een uitzendbureau, ter compensatie van inwerken, begeleiding en/of tijdelijk productieverlies.
De werkgeverspremie bedraagt maximaal € 3.000,=. Het dagelijks bestuur bepaalt op basis van de aanvraag de hoogte van de toegekende premie. De premie wordt slechts toegekend indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor de duur van minimaal 6 maanden. Het dienstverband omvat ten minste 12 uur per week
Bij uitstroom vanuit de uitkering naar een detacheringsbaan als bedoeld in artikel 7 kent het dagelijks bestuur op aanvraag 6 maanden na beëindiging van de uitkering een uitstroompremie toe van 50 % van de premie als bedoeld in het vorige lid. De overige 50% wordt toegekend bij doorstroom vanuit de detacheringsbaan naar baan bij een reguliere werkgever.
Artikel 20. Intrekken oude verordening en overgangsrecht